Energiebesparing in woningen: subsidies, technische eisen en regelgeving

Inleiding

In de jaren rond 2020 heeft de provincie Fryslân verschillende regelgevingen en subsidieprogramma’s opgesteld om energiebesparing in woningen te stimuleren. Deze maatregelen zijn onder meer bedoeld om de energieprestatie van bestaande woningen te verbeteren en te voldoen aan de gestelde doelen voor het jaar 2030. De subsidie wordt verstrekt aan particulieren en verenigingen die energiebesparende maatregelen uitvoeren, zoals isolatie van daken, gevels, spouwmuren, ramen of vloeren. Deze maatregelen zijn onderdeel van de SEEH-regeling (Subsidieregeling Energiebesparing Eigen Huis), waarbij de Friese plusregeling een aanvullende bijdrage biedt. Deze regelingen zijn niet alleen van belang voor energiebesparing, maar ook voor duurzaamheid, milieu en het verbeteren van de wooncomfort. De technische eisen voor het aanbrengen van rioleringssystemen en pompinstallaties zijn eveneens van belang, met name voor woonboten en andere drijvende objecten.

Subsidieregeling voor energiebesparing

De SEEH-regeling is bedoeld om woningeigenaren te stimuleren om energiebesparende maatregelen te nemen. Deze maatregelen omvatten het aanbrengen van isolatie van daken, gevels, spouwmuren, ramen of vloeren. De subsidie wordt verstrekt door RVO (Rijksdienst voor Onderzoek, Opleiding en Arbeidsmarkt), en de Friese plusregeling is een aanvullende bijdrage van de provincie Fryslân. Voor elke euro die als Friese aanvulling op de SEEH wordt verstrekt, wordt verwacht dat 10 euro aan investering wordt gerealiseerd. Hierdoor wordt naar verwachting de drempel om maatregelen te nemen, qua kosten, behoorlijk gereduceerd.

De subsidiehoogte is geregeld in de regeling, waarbij de Friese plusregeling bedraagt op één derde van de hoogte van het subsidiebedrag zoals door RVO is vastgesteld. Dit geldt voor subsidieontvangers die na 31 mei 2020 van RVO een subsidie hebben gekregen op grond van de SEEH. De subsidie wordt verstrekt via RVO, en de gegevens van de subsidieontvanger moeten worden ontvangen van RVO. De subsidieplafonds gelden tot 1 januari 2023, met een totaalbedrag van € 2,95 miljoen. Als er meer aanvragen zijn dan het plafond kan, wordt de onderlinge rangorde van de aanvragen door loting vastgesteld.

Technische eisen voor riolering en pompinstallaties

Bij het aanbrengen van rioleringssystemen en pompinstallaties voor woonboten en drijvende objecten, zijn er technische eisen die in acht moeten worden genomen. Deze eisen zijn bedoeld om de duurzaamheid en werking van de installaties te waarborgen. Het schouwrapport is vereist voor het aanvragen van subsidie, en hiervoor is een model beschikbaar via de website van RVO. Het model moet worden gebruikt om de technische eisen te controleren en te voldoen.

De technische eisen zijn opgenomen in het hoofdstuk over de boordvoorziening en de aansluiting op het openbare riool. De onderdelen van de boordvoorziening moeten voldoen aan de technische eisen, en alleen als dit het geval is, kan aanspraak worden gemaakt op subsidie. Bovendien waarborgt dit een duurzame werking van de boordvoorziening. De schematische weergave van de aansluiting van een woonboot op het riool en de pompinstallatie zijn belangrijk om te begrijpen hoe de installatie werkt.

De pompinstallatie moet voldoen aan de eisen, en het vermogen van de pomp moet worden bepaald op basis van de situatie ter plaatse van de woonboot. Er zijn twee klassen van pompen: klasse A en klasse B. Klasse A heeft een motorvermogen van maximaal 1200 watt P1 en kan worden gebruikt voor het verpompen van afvalwater naar nabijgelegen lozingspunten of een drijvende IBA. Klasse B heeft een motorvermogen van meer dan 1200 watt P1 en is vaak noodzakelijk om het afvalwater over grote afstanden, hoge opvoerhoogten of door persleidingen met een geringe diameter te transporteren. Een hulppomp kan worden gebruikt om het afvalwater naar de hoofdpomp te pompen, bijvoorbeeld als de lozingstoestellen zich niet allemaal aan één kant van de woonboot bevinden, het afvalwater binnen de woonboot over grotere afstand moet worden verplaatst of het afvalwater niet onder vrij verval naar de pompinstallatie, de walaansluiting of het oppervlaktewater kan worden afgevoerd.

De pompinstallatie moet op een vlakke vloer trillingvrij en, indien mogelijk, op het laagste punt van de woonboot worden opgesteld. Door de pompinstallatie op een rubbermat te plaatsen, kan een groot deel van de trillingen worden gedempt. Bij de plaatsing van een pompinstallatie moet ook rekening worden gehouden met uitbouwruimte ten behoeve van het onderhoud aan de pompinstallatie.

Regelgeving voor waterkeringen en infrastructuur

Bij het aanleggen van bouwwerken op waterkeringen, zoals duikers, dempingen en andere voorzieningen, zijn er regels en eisen die in acht moeten worden genomen. Deze regels zijn bedoeld om de stabiliteit en waterkerendheid van de waterkering te waarborgen. De waterkeringen zijn onderverdeeld in kern- en beschermingszones, en er zijn specifieke eisen voor het aanleggen van bouwwerken in deze zones.

Bij het aanleggen van een duiker moet worden gekeken naar de lengte van de duiker. Een duiker onder de 15 meter valt onder de algemene regel, en een duiker tot een lengte van 10 meter is altijd toegestaan onder de aangegeven voorwaarden. Een duiker tussen de 10 meter en 15 meter lengte is in beginsel niet toegestaan, maar kan via maatwerk alsnog worden toegestaan. Voor duikers boven de 15 meter geldt een vergunningplicht, omdat de lengte van een duiker een belangrijke invloed heeft op de aan- en afvoer van water.

Bij het aanleggen van dempingen moet worden gekeken naar de invloed op de doorvaart en de stabiliteit van de waterkering. Er zijn specifieke eisen voor het aanleggen van bouwwerken in de kern- en beschermingszones van de waterkering. Bovendien moet worden gekeken naar de impact op het watersysteem en de bodem- en grondwatersystemen. Compenserende maatregelen moeten worden getroffen voor negatieve effecten die niet voorkomen kunnen worden.

Toepassing op woonboten en drijvende objecten

Bij het aanleggen van woonboten en drijvende objecten zijn er specifieke eisen en regels. Deze eisen zijn bedoeld om de veiligheid en duurzaamheid van de objecten te waarborgen. Bij het aanleggen van woonboten moet worden gekeken naar de aansluiting op het openbare riool en de technische eisen voor de rioleringssystemen. Daarnaast moeten er voorzieningen zijn voor het aanleggen van elektriciteit, stromend water en riolering.

Bij het aanleggen van plaatsgebonden drijvende objecten en botenhuisjes moet worden gekeken naar de invloed op de waterkering en het watersysteem. Er zijn specifieke eisen voor het aanleggen van bouwwerken in de kern- en beschermingszones van de waterkering. Bovendien moet worden gekeken naar de impact op het watersysteem en de bodem- en grondwatersystemen. Compenserende maatregelen moeten worden getroffen voor negatieve effecten die niet voorkomen kunnen worden.

Conclusie

De subsidieprogramma’s en regelgevingen voor energiebesparing in woningen en het aanleggen van rioleringssystemen en pompinstallaties voor woonboten en drijvende objecten zijn van groot belang voor de duurzaamheid en veiligheid van de woningen. Deze programma’s stimuleren energiebesparing en helpen bij het bereiken van de doelen voor het jaar 2030. De technische eisen voor het aanleggen van rioleringssystemen en pompinstallaties zijn belangrijk om de werking en duurzaamheid van de installaties te waarborgen. Bovendien zijn er regels en eisen voor het aanleggen van bouwwerken op waterkeringen, met name voor dempingen en duikers. Deze regels zijn bedoeld om de stabiliteit en waterkerendheid van de waterkering te waarborgen. Bij het aanleggen van woonboten en drijvende objecten zijn er specifieke eisen en regels, met name voor het aanleggen van elektriciteit, stromend water en riolering.

Bronnen

  1. Subsidieregeling Friese Plusregeling energiebesparing eigen huis
  2. Uitvoeringsregels op grond van de Keur van het hoogheemraadschap van Rijnland
  3. Riolering-woonboten-2018-2020

Related Posts