Afwerkplekken en ruimtelijke ontwikkeling bij de Maas: een kijkje naar Echt-Susteren en het Grensmaasproject

Inleiding

Ruimtelijke ontwikkeling speelt een cruciale rol in de houdbaarheid en toekomst van woon- en bedrijventerreinen, vooral in regio’s waar natuur, agrarische landbouw en recreatie samenkomen. In het zuiden van Nederland, bij de Maas in de gemeente Echt-Susteren, is een complexe balans in aantocht tussen bebouwing, natuurbeheer, en de herontwikkeling van grondgebieden. In deze regio worden zowel praktische afwerkplekken voor bouwprojecten als grootschalige maatregelen genomen voor rivierbeveiliging en natuurontwikkeling. Het project Grensmaas, een van de grootste rivierbeveiligingsprojecten in Nederland, heeft zich als kern van deze ontwikkeling opgebouwd.

In dit artikel wordt ingegaan op de diverse aspecten van ruimtelijke ordening in deze regio, zoals de rol van bestemmingsplannen, het gebruik van afwerkplekken, de impact van oude geschiedenis op de huidige grondgebruik, en de rol van natuurbeheer in recreatiegebieden. Op basis van de informatie uit de contextdocumenten, wordt een duidelijk beeld geschetst van de situatie in het Haeselaarsbroek, de visie op mestverwerking en het ruimtelijke kader van het Grensmaasproject.

Het Haeselaarsbroek: geschiedenis en huidige grondgebruik

Het Haeselaarsbroek is een 20 hectare groot natuurgebied in de regio Echt-Susteren. Dit gebied is in de loop der jaren aanzienlijk veranderd in functie en gebruik. In de zestiger jaren werd een grondlaag van ongeveer 60 cm aangebracht, waardoor het gebied geschikter werd voor agrarisch gebruik. In de tachtiger jaren werd een drainagesysteem aangelegd en in de negentiger jaren volgde een herinrichting van het natuurgebied. Het resultaat is dat het gebied nu als akkerland kan worden gebruikt, ondanks dat het kwelwater zich nog steeds op ongeveer 1,50 meter onder het maaiveld bevindt.

Historisch gebruik en impact

Het Haeselaarsbroek is in de Tweede Wereldoorlog het doelwit geweest van een vliegtuigcrash. Door de hevige impact verdween het vliegtuig vrijwel direct in de bodem. In de loop der jaren zijn tijdens landbouwactiviteiten nog steeds sporen van deze crash gevonden, zoals vliegtuigaluminium, mica, granaten en zelfs licht radioactief besmette materialen. De grond is vervuild met benzine, olie, asbest en andere schadelijke stoffen, wat een bedreiging vormt voor zowel mens en milieu.

De constante beweging van de grond en het regelmatige ploegen versnellen het proces waarbij deze historische sporen omhoog komen. Dit betekent dat het gebied niet alleen historisch interessant is, maar ook een technische uitdaging blijft in termen van grondverontreiniging en duurzaam gebruik.

Bestemmingsplannen en mestverwerking

Bestemmingsplannen zijn essentieel bij het reguleren van grondgebruik in de bouw- en agrarische sector. In het bestemmingsplan “Buitengebied Echt-Susteren” (2012) is de behandeling van mest onderdeel van de agrarische bedrijfsvoering, zolang de inrichting beperkt blijft. Mestinname van derde bedrijven is mogelijk als nevenactiviteit in een landbouwontwikkelingsgebied (LOG) via een afwijkingsprocedure. Een zelfstandige mestbe- of verwerker kan in een LOG, onder voorwaarden, worden toegestaan met een maximale bebouwing van 500 m². Grootschalige industriële mestverwerking is in het LOG niet toegestaan.

Structuurvisie Echt-Susteren

Wanneer een initiatief niet past binnen de regels van het bestemmingsplan, dan biedt de “Structuurvisie Echt-Susteren, ontwikkelen met kwaliteit” een ruimtelijk toetsingskader. Deze visie stelt dat zelfstandige mestbe- en verwerkingsbedrijven thuis horen in landbouwontwikkelingsgebieden. Elders in het buitengebied is een zelfstandige nieuwvestiging in principe alleen toegestaan als er een duidelijke relatie ligt tussen het bedrijf en de omliggende agrarische bedrijven. Doorgroei tot een industrieel bedrijf is daar op die locaties niet toegestaan.

Deze regelgeving heeft een directe impact op de keuze voor afwerkplekken en de mogelijkheid tot grootschalige activiteiten in agrarische en industriële contexten. Het kader helpt om groene ruimte te behouden, terwijl het ook ruimte biedt voor innovatie in de mestverwerking en landbouw.

Het Grensmaasproject: ruimtelijke ordening en rivierbeveiliging

Het Grensmaasproject is een van de grootste rivierbeveiligingsprojecten in Nederland. Het project strekt zich uit over een traject van 43 km tussen Maastricht en Echt-Susteren en maakt onderdeel uit van de bredere visie op ruimtelijke ordening in het zuiden van Nederland. Het project Visserweert (2016-2018) is een onderdeel van dit grotere initiatief en betreft een combinatie van natuurontwikkeling, rivierbeveiliging en grindwinning.

Wegonttrekking en verkeer

Om dit project te realiseren, is het noodzakelijk om bepaalde wegen aan het openbaar verkeer te onttrekken. Dit is een bevoegdheid van de gemeenteraad, en kan alleen plaatsvinden als overwegende redenen aanwezig zijn en het algemeen belang niet daartegen verzet. De weg tussen Visserweert en Roosteren, bijvoorbeeld, is formeel aan het openbaar verkeer onttrokken vanaf maart 2015 tot eind oktober 2016. Het verkeer is omgeleid via de Ruitersbaan als gevolg van de uitvoering van het Grensmaasproject.

De gemeente Echt-Susteren wil dat landschappelijke beplantingen die noodzakelijk worden verwijderd, op enigerlei wijze worden gecompenseerd. Hierbij dient het idyllische karakter van de grensmaasdorpen behouden te blijven, zowel voor de bewoners als voor bezoekers.

Rivierbeveiliging en natuurontwikkeling

Het Grensmaasproject levert aanzienlijk meer bescherming tegen hoogwater, wat van belang is in een regio waar de Maas een essentiële rol speelt in de leefomgeving. De combinatie van rivierbeveiliging, natuurontwikkeling en grindwinning maakt dit project uniek in de Nederlandse ruimtelijke ordening. Het project is uitgevoerd door het Consortium Grensmaas, een samenwerking van diverse partijen die gericht is op duurzame ontwikkeling.

Het project maakt ook gebruik van afwerkplekken voor bouw- en constructieactiviteiten. Deze plekken zijn strategisch gekozen om zowel de omgeving te beschermen als de logistieke eisen van het project te vervullen.

Natuurbeheer en recreatie: het voorbeeld van Isabellagriend

Het natuurgebied Isabellagriend is een voorbeeld van de complexe relatie tussen recreatie, natuurbeheer en ruimtelijke ordening. In de contextdocumenten wordt gesproken over een gebied dat grotendeels vernield leek, met bossages die door grof geweld zijn geveld en een overdaad aan afvalhout. De beheerder, Limburgs Landschap, wordt geaccuseerd van wanbeheer, waarbij het terrein bewust onaantrekkelijk wordt gemaakt voor recreatie.

Aan de andere kant zijn er ook bezoekers die positieve ervaringen rapporteren. Volgens enkele gasten is het gebied weer herstelbaar en is de sfeer gezellig. Er is sprake van een scherpe verdeeldheid in perceptie, die mogelijk te maken heeft met seizoensinvloeden, weersomstandigheden en de mate van onderhoud.

Rol van bezoekers en verantwoordelijkheid

De bezoekers worden opgeroepen om verantwoordelijk te zijn voor het onderhoud van het gebied. Zoals Johan opmerkt in de gastenboekreactie, is het aan de recreanten om hun afval op te ruimen en verantwoordelijk te zijn voor het gedrag. Echter, volgens Mary is het onwaarschijnlijk dat Limburgs Landschap extra onderhoud of maaiwerk zal uitvoeren, tenzij het gebied dichtgroeit. De runderen die op het gebied verblijven, spelen wel een rol in het natuurlijke beheer.

De discussie rond Isabellagriend laat zien dat recreatiegebieden zonder bestuur of duidelijke beheerder vaak aan hun lot worden overgelaten. Hoewel een stichting of beheerder uitzonderlijk is, is het noodzakelijk dat bezoekers zich bewust zijn van hun rol in het behoud van het gebied.

Afwerkplekken in bouw- en constructieprojecten

In bouw- en constructieprojecten speelt de keuze van een afwerkplek een cruciale rol. Deze plekken dienen als tijdelijke locaties voor het uitvoeren van bouwactiviteiten, het opslaan van materialen en het onderhouden van machines. De keuze van deze plekken moet aansluiten bij de ruimtelijke ordening en de wensen van zowel de gemeente als de omgeving.

Overwegingen bij de keuze van een afwerkplek

  • Toegankelijkheid: De plek moet makkelijk bereikbaar zijn voor transportvoertuigen en bouwmachines, maar zonder de omgeving negatief te beïnvloeden.
  • Omgevingsvergunningen: De plek moet conform zijn aan de lokale regels, waaronder bestemmingsplannen en milieuregels.
  • Duurzaamheid: Er moet zoveel mogelijk rekening worden gehouden met milieubescherming, zoals het voorkomen van grondverontreiniging en de impact op natuurlijke habitats.
  • Ruimte: De plek moet voldoende ruimte bieden voor opslag, constructieactiviteiten en logistiek.

In het Haeselaarsbroek is de situatie complex door de historische sporen van de Tweede Wereldoorlog. De grond is vervuild en bevat schadelijke stoffen, wat betekent dat de keuze van een afwerkplek in dit gebied extra voorzichtig moet worden genomen. Bovendien is er een risico dat tijdens constructieactiviteiten historische artefacten worden aangetroffen, wat extra voorzichtigheid vereist.

Samenwerking en bestemmingsplannen

Een succesvolle ruimtelijke ontwikkeling vereist samenwerking tussen gemeenten, bedrijven en beheerders. In Echt-Susteren is deze samenwerking duidelijk zichtbaar in het Grensmaasproject, waarbij meerdere partijen samenwerken om een duurzame oplossing te bieden voor zowel rivierbeveiliging als agrarische en recreatieve activiteiten.

Bestemmingsplannen zoals het bestemmingsplan Grensmaas zijn essentieel in deze samenwerking. Deze plannen bieden een juridisch kader waarbinnen activiteiten kunnen plaatsvinden en waarin het algemeen belang centraal staat. De rol van de gemeente Echt-Susteren is om dit kader te waarborgen en te controleren of de uitvoering van het plan aansluit bij de wensen van de bevolking en het milieu.

Mestverwerking als onderdeel van agrarische ontwikkeling

Mestverwerking is een essentieel onderdeel van de agrarische sector. In het bestemmingsplan Echt-Susteren wordt duidelijk gemaakt dat mestverwerking in combinatie met agrarische bedrijfsvoering mogelijk is. Dit betekent dat mestinname en verwerking in de regio mogelijk zijn, maar binnen bepaalde grenzen. De keuze van een afwerkplek voor mestverwerking moet aansluiten bij de regels van het bestemmingsplan en de structuurvisie van de gemeente.

Conclusie

De regio Echt-Susteren is een levend voorbeeld van de complexe balans tussen bouwactiviteiten, natuurbeheer, agrarische landbouw en recreatie. De geschiedenis van het Haeselaarsbroek, het Grensmaasproject en de situatie in Isabellagriend tonen duidelijk aan dat ruimtelijke ordening en bestemmingsplannen een essentiële rol spelen in de ontwikkeling van grondgebieden.

Afwerkplekken zijn een noodzakelijke voorwaarde voor de uitvoering van bouw- en constructieprojecten, maar moeten worden gekozen met zorg om de omgeving niet negatief te beïnvloeden. Bestemmingsplannen en structuurvisies bieden een juridisch en ruimtelijk kader waarbinnen deze activiteiten kunnen plaatsvinden.

Zowel de keuze van afwerkplekken, de implementatie van mestverwerking, als het beheer van recreatiegebieden duidt op de noodzaak van samenwerking tussen gemeenten, bedrijven en bezoekers. In deze regio is het duidelijk dat ruimtelijke ordening niet alleen juridische regels betreft, maar ook een kwestie van verantwoordelijkheid, duurzaamheid en samenwerking.

Bronnen

  1. Fractie Meeuws Archief
  2. Naaktstrand Isabellagriend Gastenboek

Related Posts