Afwerking van ondergronden: Problemen, oorzaken en oplossingen

Het afwerken van ondergronden speelt een cruciale rol in de duurzaamheid en esthetiek van een afwerking, of het nu gaat om verf, tegels of andere vloer- of wandafwerkingen. In de bouw- en renovatiepraktijk komen regelmatig problemen voor die te maken hebben met de kwaliteit van de ondergrond. Deze problemen kunnen leiden tot slijtage, vochtproblemen of zelfs structurele schade als er niet correct wordt ingegrepen. In dit artikel bespreken we de meest voorkomende problemen bij steenachtige ondergronden, de oorzaken van deze problemen, en de oplossingen die beschikbaar zijn om deze te herstellen of voorkomen. De informatie is opgebouwd aan de hand van praktijkgerichte en technische data uit betrouwbare bronnen binnen de bouwsector.

Problemen bij steenachtige ondergronden

1. Scheurvorming

Scheuren in steenachtige ondergronden zijn een van de meest voorkomende en complexe problemen. Scheurvorming kan zich op verschillende manieren manifesteren, afhankelijk van de oorzaken en de mate van schade. In grote lijnen onderscheidt men drie soorten scheuren:

  • Haarscheuren (craquelé-effect): Deze vormen zich vaak bij te snelle droging van een aangebrachte pleisterlaag. Ze zijn meestal niet diep, maar kunnen wel het verfsysteem negatief beïnvloeden.
  • Niet-werkende scheuren (zettingsscheuren): Deze vormen zich kort na de bouw van een pand. Ze ontstaan doordat het materiaal inzakt of zet, en ze blijven meestal stabiel.
  • Werkende scheuren: Deze ontstaan door voortdurende spanningen in de constructie. Ze zijn bewegend en kunnen zich verder ontwikkelen in de loop van de tijd. Bij dergelijke scheuren is het noodzakelijk om eerst een technische inspectie door een gekwalificeerd bureau te laten uitvoeren voordat er sprake kan zijn van herstel.

Externe factoren zoals grondverzakkingen, veranderingen in grondwaterstanden, zwaar verkeer of verbouwingen kunnen ook leiden tot scheurvorming. Deze problemen kunnen vochttransport faciliteren, wat op lange termijn tot verdere schade kan leiden.

2. Porositeit

Porositeit verwijst naar de aanwezigheid van poriën in steenachtige materialen. Deze poriën bepalen het water- en vochttransport binnen het materiaal, en daarmee ook de hechtbaarheid van een eventuele afwerking. Er worden meerdere soorten poriën onderscheiden:

  • Gelporiën: Microscopisch kleine poriën waarbij vochttransport vrijwel onmogelijk is, maar waarin dampdiffusie wel kan plaatsvinden.
  • Capillaire poriën: Kleinere poriën waarin capillaire krachten vocht kunnen transporteren.
  • Macroporiën: Grotere poriën die zowel vocht als andere stoffen kunnen transporteren.
  • Ingesloten holten: Gesloten ruimtes binnen het materiaal.

Porositeit heeft een directe invloed op de zuigkracht van een ondergrond. Zeer poriöse ondergronden zijn vaak te zuigend en vereisen vooraf een voorstrijkmiddel om een goede hechting van de verflaag te garanderen. Aan de andere kant kunnen gladde, niet-zuigende oppervlakken ook hechtingsproblemen opleveren, waarbij schuren vaak noodzakelijk is om de oppervlakte voldoende te activeren.

3. Vochtinwerking

Vocht is een van de grootste vijanden van een stabiele en duurzame afwerking. Het kan op verschillende manieren de ondergrond binnendringen, afhankelijk van de bouwconstructie en de externe omstandigheden. De volgende vormen van vochtinwerking worden vaak onderscheiden:

  • Optrekkend vocht: Vocht dat oploopt door capillaire krachten, meestal vanuit de ondergrond.
  • Doorslaand vocht: Vocht dat van buitenaf via lekkages of andere vochtschaduwplekken het bouwmateriaal binnendringt.
  • Condensatie: Vocht dat ontstaat in ruimten met een relatief koude muur en een hoge vochtproductie door bewoning.
  • Lekkages: Bijvoorbeeld door lekkende goten of verkeerd geplaatste lekdorpels.

Vochtinwerking kan leiden tot zoutuitslagen, verpulvering van het bouwmateriaal en een verminderde levensduur van de afwerking. Het is daarom belangrijk om de oorzaken van vochtinwerking goed te analyseren en te herstellen.

4. Zouten en zoutuitslagen

Zouten spelen een cruciale rol in de stabiliteit van steenachtige ondergronden. Ze kunnen zich oplossen in water en via capillaire krachten door het materiaal transporteren. Bij verdamping van het water kristalliseren de zouten aan het oppervlak, wat grote druk kan veroorzaken in de poriën van het materiaal. Dit kan leiden tot verpulvering van de ondergrond.

De meest voorkomende zouten zijn:

  • Sulfaten: Deze komen vaak in regenwater voor door luchtverontreiniging. Sulfaten kunnen reageren met vrije kalk in de ondergrond, waardoor calciumsulfaat ontstaat. Dit is een witte stof die moeilijk oplosbaar is.
  • Chloriden en nitraten: Deze zouten kunnen ook schadelijk zijn voor de ondergrond en kunnen leiden tot verwerend effecten, ook wel bekend als "muurkanker".

Het oplossen van zoutproblemen vereist vaak een grondige reiniging en een herstelstrategie die rekening houdt met de vochttransportmechanismen in het materiaal.

Oorzakenanalyse van gebreken op ondergronden

Het zoeken naar de oorzaak van een gebrek in of op een ondergrond vereist een methodische aanpak. Dit proces, ook wel oorzaakanalyse genoemd, is een essentieel onderdeel van elke herstelstrategie. Het doel is om de worteloorzaak van het probleem te identificeren, zodat een effectieve oplossing kan worden bedacht.

1. Oorzaakanalyse: principes en technieken

Een goede oorzaakanalyse moet verder gaan dan oppervlakkig onderzoek. Het vereist vakinhoudelijke kennis, ervaring en een systematische aanpak. Er zijn verschillende principes en technieken die kunnen worden ingezet, zoals het stellen van vragen zoals:

  • Waarom? – Waarom is er sprake van een probleem?
  • Hoe? – Hoe is het probleem ontstaan?
  • Wat betekent dat? – Wat zijn de gevolgen van het probleem?

Door deze vragen systematisch te stellen, kan men tot een compleet beeld komen van de oorzaken en mogelijke oplossingen.

2. Constructief versus niet-constructief

Bij een gebrek kan worden onderscheiden tussen constructieve en niet-constructieve problemen. Een constructief gebrek betreft de primaire bouwconstructie, zoals muren of vloeren. Een niet-constructief gebrek betreft afwerkingen of toegevoegde onderdelen, zoals schilderwerk of behang. Het is belangrijk om te bepalen of het probleem het gevolg is van een tekortkoming in de basisconstructie of in de afwerking.

3. Mogelijke vervolgschade

Een belangrijke factor bij de oorzaakanalyse is het beoordelen van de kans op ernstige vervolgschade. Hierbij kan worden onderscheiden:

  • Structuurproblemen: Problemen die de integriteit van de constructie bedreigen.
  • Afwerkingproblemen: Problemen die betrekking hebben op de esthetiek of het gebruiksgemak, maar geen directe invloed hebben op de structuur.

Oplossingen voor gebreken bij steenachtige ondergronden

1. Vochtproblemen

Voor het herstellen van vochtproblemen zijn verschillende technieken beschikbaar, afhankelijk van de oorzaak en de mate van schade:

Oorzaak Oplossingen
Optrekkend vocht Ventilatieroosters plaatsen, injecteren, onderkappen met waterdichte folies, aanleggen van kompressen
Doorslaand vocht Hydrofoberen, ventilatieroosters plaatsen
Condensatie door bewoning Ventilatieroosters, mechanische ventilatie, verwarmen van koude oppervlakte
Lekkage Lekdetectie en vervolgens herstel lekkage

2. Herstel van scheuren

Het herstellen van scheuren is afhankelijk van de soort en de mate van schade. Voor haarscheuren is vaak een eenvoudige hersteltechniek voldoende, zoals het aanbrengen van een zelfnivellerende plamuur. Bij werkende scheuren is het noodzakelijk om eerst een technische inspectie uit te voeren voordat er sprake kan zijn van herstel.

3. Porositeit en oppervlaktebehandeling

Porositeit kan worden beheerst door het gebruik van geschikte voorstrijkmiddelen of schuurtechnieken. Voor zeer poriöse ondergronden is het aan te raden om een voorstrijkmiddel aan te brengen dat past bij het verfsysteem. Gladde, niet-zuigende ondergronden moeten worden geschuurd om voldoende hechting te garanderen.

4. Zoutuitslagen en reiniging

Zoutuitslagen kunnen worden behandeld door het oppervlak grondig te reinigen. Voor kleine oppervlakken is water en verfreiniger vaak voldoende. Bij grotere oppervlakken zijn hogedrukreinigers of geconditioneerde reinigingsmethoden aan te raden.

Vulmiddelen en zelfnivellerende materialen

Bij het herstellen van ondergronden zijn vulmiddelen en zelfnivellerende materialen vaak essentieel. Deze middelen worden gebruikt om scheuren, gaten of onregelmatigheden te herstellen voordat er een afwerking wordt aangebracht.

1. Soorten vulmiddelen

Bij Verf en Behangland worden verschillende soorten vulmiddelen aangeboden die geschikt zijn voor diverse toepassingen en materialen:

  • Houtvuller: Voor scheuren en gaten in houten oppervlakken. Deze vullers zijn sterk en flexibel.
  • Muurvuller: Voor het herstellen van gaten en scheuren in muren en plafonds. Geschikt voor binnen- en buitentoepassingen.
  • Staal- en Polyesterpalumuur: Voor kleine beschadigingen en roestplekken op metaal. Deze vullers zijn slijtvast en duurzaam.
  • Sneldrogende plamuur: Voor klussen waarbij tijd een essentiële factor is.
  • Elastische vulmiddelen: Voor ondergronden die gevoelig zijn voor beweging, zoals hout of kunststof.

2. Zelfnivellerende vloerproducten

Een voorbeeld van een zelfnivellerend product is Sikafloor®-200 Level. Dit product is een hoogwaardige, polymeer gemodificeerde vloeregalisatiemassa die geschikt is voor gebruik op ondergronden binnen. Het heeft een laagdikte van 3–40 mm zonder toevoeging van aggregaten en tot 60 mm met aggregaten. Het is waterdicht tegen dispersie lijmen en geschikt voor toepassing met vloerverwarming. Het is ook verpompbaar en spanningsarm, wat het ideaal maakt voor het herstellen van vloeren op verschillende ondergronden.

Conclusie

Afwerking van ondergronden is een essentieel onderdeel van elke bouw- of renovatieproject. Problemen zoals scheurvorming, porositeit, vochtinwerking en zoutuitslagen kunnen grote gevolgen hebben voor de duurzaamheid en esthetiek van een afwerking. Het is daarom belangrijk om deze problemen niet alleen te herkennen, maar ook te begrijpen en effectief te herstellen.

Voor een succesvolle afwerking is een grondige oorzaakanalyse nodig, waarbij zowel de primaire als de secundaire bouwconstructie wordt beoordeeld. Afhankelijk van de aard van het probleem zijn er verschillende hersteltechnieken beschikbaar, variërend van eenvoudige reiniging tot ingrijpende herstelmaatregelen. Het gebruik van geschikte vulmiddelen en zelfnivellerende producten kan een grote rol spelen in het herstellen van ondergronden voorafgaand aan de afwerking.

Een professionele aanpak, ondersteund door betrouwbare producten en kennis van de bouwtechniek, is essentieel om zowel de kwaliteit als de levensduur van een afwerking te waarborgen.

Bronnen

  1. Problemen en gebreken bij schilderwerk op steenachtige oppervlakken
  2. Herstellen van gebreken op steenachtige oppervlakken
  3. Vulmiddelen voor binnen- en buitengebruik
  4. Sikafloor®-200 Level - zelfnivellerende vloerproducten

Related Posts