Armaflex Afwerking op Kleppen: Technische Specificaties en Toepassingsrichtlijnen

Published by Redactie on augustus 12, 2025 | Category afwerken

Inleiding

De keuze van afwerkingen op kleppen speelt een essentiële rol bij de prestaties, duurzaamheid en functionele toepassing van ventilatiesystemen en warmtepompen. In de context van armeering en afwerking op kleppen, zoals die voorkomen in het FKR-EU-8269c7ce4e36d4d8 model van TROX, zijn er verschillende opties beschikbaar die specifiek zijn ontworpen om corrosiebestendigheid te verhogen en de hygiëne-eisen te voldoen. Daarnaast wordt in de SOURCE DATA duidelijk gemaakt dat corrosiebestendigheid kan worden verbeterd door gebruik te maken van roestvaststaal of een gepoedercoate behuizing, in combinatie met specifieke normen en richtlijnen.

In dit artikel wordt een gedetailleerde uitleg gegeven over de afwerking van kleppen, met een focus op armeering en afwerking zoals Armaflex. De inhoud is opgebouwd op basis van technische specificaties en toepassingsrichtlijnen die in de SOURCE DATA zijn vermeld, met een nadruk op technische kenmerken, uitvoeringsopties en installatievoorschriften. Het doel is om zowel constructeurs, installateurs, als woningeigenaren te informeren over de keuzes en de invloed van afwerkingen op de prestaties van kleppen en hun integratie in ventilatiesystemen of warmtepompen.

Technische Specificaties van Afwerkingen op Kleppen

1. Afwerkingsopties voor kleppen

Volgens de informatie uit de SOURCE DATA zijn er verschillende afwerkingsopties voor kleppen beschikbaar, afhankelijk van de toepassing en de eisen aan duurzaamheid en hygiëne:

Gepoedercoat behuizing: Deze afwerking is beschikbaar in RAL 7001, een zilvergrijze kleur, en wordt vaak gecombineerd met een geïmpregneerd klepblad. Deze uitvoering is geschikt voor omgevingen waar hoge eisen aan corrosiebestendigheid en hygiëne gelden.
Roestvast staalbehuising (SUS304): Deze uitvoering biedt een hogere mate van corrosiebestendigheid, iets wat in de SOURCE DATA duidelijk wordt genoemd als een optie voor situaties waar verhoogde eisen gelden. Dit type afwerking is bijvoorbeeld aanwezig in de JF-870L kleppen van ViceDeal.
Thermisch geïsoleerde uitvoeringen: Voor toepassingen waar condensvorming kan optreden, zoals bij luchtinlaatinstallaties (ODA), zijn uitvoeringen beschikbaar met 32 mm thermische isolatie van synthetisch materiaal, bouwstofklasse B-s2-d0. Deze isolatie helpt bij het voorkomen van condensvorming en draagt bij aan een betere luchtdichtheid.
Afdekroosters (AA): Deze worden op beide zijden van de klep geplaatst en dienen als afdekking en beveiliging. Ze zijn standaard beschikbaar en kunnen worden aangevraagd als toebehoren.

2. Thermische activering en signaalsystemen

De kleppen kunnen worden uitgerust met een thermische activering bij 72 °C of 95 °C, afhankelijk van de toepassing. Deze activering gebeurt via smeltlood, of bij alternatieve uitvoeringen via thermo-elektrische systemen met een veerretourmotor. Deze laatste is geschikt voor het dagelijks openen en sluiten van delen van het systeem, en is in het bijzonder geschikt voor functietesten.

Daarnaast kunnen kleppen worden uitgerust met een eindschakelaar die aangeeft of de klep in de open of gesloten positie staat. Deze eindschakelaars worden geadviseerd in explosieve zones, zoals zones 1, 2, 21 en 22.

3. Inbouw- en montageopties

De kleppen zijn ontworpen voor verschillende inbouwcondities, zoals:

Natte montage: voor toepassingen waar condensvorming kan optreden.
Droge inbouw: voor drogere omgevingen.
Inbouw met steenwolplaten: voor extra isolatie.

Voor de aansluiting zijn er twee opties:

Steekverbinding: met een lengte van 550 mm.
Flensuitvoering: met een lengte van 495 mm.

Afhankelek van de inbouwcondities kan extra materiaal nodig zijn, zoals mortel, schroeven en mineraalwol, die echter niet onder de leveringsomvang vallen tenzij expliciet aangeduid.

4. Corrosiebestendigheid en hygiëne-eisen

De kleppen zijn ontworpen om voldoende te zijn aan eisen ten aanzien van corrosiebestendigheid, zoals gedefinieerd in de DIN EN 15650 in combinatie met DIN EN 60068-2-52. Hierbij is sprake van een geteste en bewezen duurzaamheid, wat essentieel is in omgevingen waar hoge vochtige lucht of scheurend water aanwezig is.

Daarnaast zijn de kleppen ontworpen om aan te sluiten op eisen van diverse normen en richtlijnen, zoals:

VDI 6022-1
VDI 3803-1
DIN 1946-4
DIN EN 13779
Ö-Norm H 6020 en H 6021
SWKI-richtlijnen

Deze normen houden verband met hygiëne, luchtdichtheid en geluidsisolatie. Dit is vooral relevant in toepassingen zoals badkamers, kantoren en klinieken, waar luchtkwaliteit en hygiëne cruciale factoren zijn.

Uitvoeringsopties en Groottebereik

De kleppen zijn leverbaar in een groottebereik van 315 mm tot 800 mm, wat geschikt is voor diverse toepassingsgebieden, van kleinere ventilatiesystemen tot grotere industriële installaties. De kleppen kunnen worden uitgerust met afdekroosters, eindschakelaars of een combinatie van zowel.

De activeringsmechanismen zijn ontworpen om de kleppen zowel horizontaal als verticaal te kunnen openen en sluiten, in alle hoeken tussen 0 en 360°. Dit biedt flexibiliteit bij de installatie en inbouw, afhankelijk van de luchtwegstructuur en de vereisten van de luchtstroming.

1. Uitvoeringen zonder en met flens

Voor het aansluiten op luchtkanalen van onbrandbare of brandbare materialen, zijn er twee hoofduitvoeringen:

Zonder flens: steekverbinding.
Met flens: voor een vaste aansluiting.

De keuze tussen deze opties hangt af van de type luchtkanaal en de installatiecondities. Het is belangrijk om rekening te houden met de regelgeving in het land waar de installatie wordt uitgevoerd. Zo zijn er in Duitsland specifieke regels voor overstroomkleppen met alleen mechanische afsluiting. Dit geldt ook voor overdrukinstallaties, waar extra toestemming nodig kan zijn.

2. Bestelling en configuratie

De kleppen kunnen worden geconfigureerd via een bestelsleutel, zoals bijvoorbeeld:

FKR-EU-1/NL/400/AA/Z03
FKR-EU-1/NL/315/TQ/A0/Z43

Deze bestelsleutel bevat informatie over:

Uitvoering (FKR-EU)
Land (NL)
Nominale grootte (315, 400, etc.)
Toebehoren (TQ, AA, etc.)
Aanbouwdelen (Z03, Z43, etc.)

Het is belangrijk om bij bestelling rekening te houden met de aanvullende onderdelen en de montagematerialen, zoals materiaal voor mortel, schroeven en isolatie, die niet standaard inbegrepen zijn.

Integratie in Warmtepompinstallaties

Naast de afwerking en uitvoering van kleppen zelf, is het ook belangrijk om te kijken naar hun integratie in warmtepompinstallaties. In de SOURCE DATA van warmtepomp-weetjes.nl wordt uitgebreid ingegaan op de technische aspecten van warmtepompinstallaties, met name op het gebruik van kleppen en sluiters in het regelcircuit.

1. Regeltechniek en klepfuncties

In warmtepompsystemen met een vloerverwarmingsgroep wordt vaak gebruik gemaakt van een zoneregelaar, die kleppen kan openen of sluiten afhankelijk van de kamertemperatuur. Tijdens koelmodus moet de regeling andersom werken, zodat koud water via de slangen kan worden doorgevoerd. Dit vereist een signaal van de warmtepomp, dat de regelaar kan gebruiken om de klepjes te openen of te sluiten.

2. Glycol en expansievaten

Bij gesloten bodembronnen is het noodzakelijk om glycol toe te voegen aan het water om te voorkomen dat ijsvorming optreedt in de verdamper van de warmtepomp. De aanbevolen toevoeging is tot -13 °C (ongeveer 30% glycol). Bij open bronnen wordt geadviseerd om glycol toe te voegen tot -4 °C (ongeveer 10%).

Het gebruik van glycol heeft echter ook nadelen, zoals een minder gunstige warmteoverdracht en een grootere weerstand voor de circulatiepomp. Echter, deze verliezen zijn zeer gering vergeleken met de risico's van ijsvorming in de verdamper, wat een serieuze schadebron kan zijn.

Daarnaast is het gebruik van automatische ontluchters in het afgiftesysteem sterk aan te raden. In het broncircuit wordt echter afgeraden om automatische ontluchters te gebruiken, aangezien glycol bij lage druk kristalvorming kan veroorzaken, met name in naaldafsluiters.

3. Expansievat

Zowel in het broncircuit als in het afgiftesysteem is een expansievat van voldoende capaciteit nodig, aangezien de vloeistof uitzettend gedrag toont bij verwarming. Het expansievat dient altijd op een altijd open verbinding te staan, bij voorkeur aan de zuigzijde van de pomp.

Voor het broncircuit wordt geadviseerd om het expansievat aan het einde van een leiding te plaatsen, waar geen doorstroming meer is, zodat de omgevingstemperatuur kan worden opgenomen en condensvorming wordt voorkomen.

Het volume van het expansievat kan worden geschat aan de hand van een vuistregel (1* per woning) voor zowel de bron- als afgiftezijde.

Conclusie

De afwerking van kleppen, zoals die in de SOURCE DATA zijn beschreven, speelt een cruciale rol in de duurzaamheid, prestaties en toepassing van ventilatiesystemen en warmtepompen. Kleppen kunnen worden uitgerust met verschillende afwerkingen, zoals gepoedercoat of roestvast staal, afhankelijk van de eisen aan corrosiebestendigheid en hygiëne. Deze keuzes zijn essentieel in omgevingen waar condensvorming, vocht of scheurend water aanwezig is.

Daarnaast is het thermische en mechanische ontwerp van de kleppen belangrijk voor hun functie en integratie in grotere installaties. Kleppen kunnen worden uitgerust met eindschakelaars, afdekroosters en activeringsmechanismen, die zorgen voor veiligheid, controle en efficiëntie.

Bij warmtepompen is de regeltechniek eveneens een essentieel onderdeel, waarin kleppen en sluiters een belangrijke rol spelen. Het gebruik van glycol, expansievaten en automatische ontluchters is essentieel voor het voorkomen van ijsvorming en de regeling van vloeistofvolume.

In samenvatting is de keuze van afwerking en uitvoering van kleppen een complexe, technische beslissing die moet worden genomen op basis van technische specificaties, regelgeving en toepassingsvoorwaarden. Het is belangrijk om rekening te houden met de eisen van de installatie, het type systeem, en de omgevingsvoorwaarden, om zowel prestaties als veiligheid te garanderen.