Brandwerend Afwerken van Kabelgoot: Uitvoering, Problemen en Oplossingen

Inleiding

In de bouwsector is brandveiligheid een essentieel onderdeel van elke constructie of renovatie. Een van de kritieke elementen bij het waarborgen van brandveiligheid is het correct afwerken van doorvoeren, zoals kabelgoot door brandwerende wanden of vloeren. Foute uitvoering kan leiden tot ernstige risico’s, zoals rook- en vuurdoorslag tussen ruimtes. In dit artikel bespreken we de technieken, materialen en veelvoorkomende fouten bij het brandwerend afwerken van kabelgoot, op basis van praktische en technische richtlijnen uit betrouwbare bronnen.

We leggen uit welke materialen gebruikt kunnen worden, hoe de uitvoering verloopt en waarbij aandacht moet worden besteed om aan de wettelijke eisen en normen te voldoen. Bovendien wordt ingegaan op de rol van brandmanchetten in dit proces, met aandacht voor situaties waarin deze wel of niet toepasbaar zijn.


Brandwerendheid in Bouwconstructies

De rol van brandwerende wanden en compartimentering

Brandwerende wanden en compartimentering zijn essentieel om de uitbreiding van branden binnen een gebouw te beperken. Deze constructies moeten voldoen aan wettelijke eisen zoals gesteld in het Bouwbesluit en de relevante NEN-normen, zoals NEN EN 13501-2. Deze normen beschrijven onder andere de brandwerendheid in minuten (bijvoorbeeld 30, 60 of 90 minuten) en hoe dit moet worden uitgevoerd in praktijk.

Bij de constructie van een brandwerende wand wordt vaak gebruikgemaakt van een metalstudwand, met gips- of cementgebonden platen aan weerszijden en isolatie zoals glaswol of steenwol. Bij het afwerken van kabeldoorvoeren in deze wanden is het belangrijk om niet alleen de wand zelf, maar ook de kabelgoot correct te behandelen.


Uitvoering van Brandwerend Afwerken van Kabelgoot

Materialen en Technieken

De uitvoering van brandwerend afwerken van kabelgoot hangt af van de specifieke situatie, zoals de dikte van de wand, het type kabels en het aantal doorvoeren. Een aantal veelgebruikte producten zijn:

  • Steenswolafdichtingsplaten met coating
  • Tangit FP 450 Brandwerende Pasta
  • Tangit FP 550 2-c Brandwerend Schuim
  • Tangit FP 800 Brandwerende Coating

Deze producten worden op verschillende manieren ingezet, afhankelijk van of het gaat om losse kabels of een kabelbundel.

1. Losse kabels

Voor losse kabels is het gebruik van een vulmassa zonder manchet voldoende. De opening rondom de kabel in de wand wordt afgedicht met vulmassa. Aangezien de kabel zelf voldoende is geïsoleerd tegen brand, is een brandmanchet hier niet nodig.

2. Kabelbundel of kabelgoot

Bij kabelbundels of kabelgoot wordt meestal geen manchet gebruikt, maar een combinatie van brandwerende pasta, schuim en coating. Het proces ziet er dan als volgt uit:

  1. Een “slak” van brandwerende pasta (bijvoorbeeld Tangit FP 450) wordt rond de kabelbundel aangebracht.
  2. De rest van de doorvoer wordt afgedicht met brandwerend schuim (Tangit FP 550).
  3. Tenslotte wordt de opening gelijk afgewerkt met de wand en afgesmeerd met brandwerende coating (Tangit FP 800).

Dit zorgt voor een continu, brandwerend afdekking die zowel vuur als rook tegenhoudt.


Vaak Voorkomende Fouten en Oplossingen

Fout 1: Te vroeg aangebrachte voorzetwand

Een veelvoorkomende fout is dat de niet-brandwerende voorzetwand te vroeg is aangebracht. Hierdoor ontstaat het probleem dat het lastig is om de kabeldoorvoeren correct te afdekken in de brandwerende betonnen wand. Bovendien sluit de voorzetwand strak aan tegen de doorvoer, waardoor de brandwerende maatregelen niet goed kunnen functioneren.

Oplossing: De voorzetwand moet worden aangebracht nadat de brandwerende afwerking is voltooid. Daarnaast moet tussen de voorzetwand en de kabelgoot voldoende ruimte zijn gelaat, zodat de brandwerende materialen kunnen uitzetten.


Fout 2: Incorrect afwerken van de naden

Naden tussen platen of tussen wanden en andere elementen zoals vloeren of kappen worden vaak afgedicht met PUR-schuim of jointfiller. Dit is echter niet voldoende en kan leiden tot rookdoorslag.

Oplossing: Naden moeten worden afgesmeerd met plamuur of een specifiek jointfillerproduct dat voldoet aan brandwerende eisen. Dit moet worden gedaan in combinatie met andere maatregelen, zoals het afwerken van de kabelgoot.


Fout 3: Geen aandacht voor isolatiemateriaal in de wand

In metalstudwanden wordt vaak gebruikgemaakt van isolatie zoals steenwol of glaswol. Wanneer er veel doorvoeren zijn, is het belangrijk om de juiste keuze te maken voor het isolatiemateriaal. In sommige gevallen kan het gebruik van brandbare isolatieplaten leiden tot onvoldoende brandwerendheid.

Oplossing: Kies voor isolatiematerialen die voldoen aan brandwerende eisen. Zorg ervoor dat de wandconstructie niet alleen op papier, maar ook in de praktijk voldoet aan de vereisten.


Fout 4: Geen ondersteuning van luchtkanalen of brandkleppen

Bij het afwerken van luchtkanalen of brandkleppen moet zorg worden genomen voor voldoende ophanging. Deze moet binnen 500 mm van de wand worden geplaatst, en brandkleppen moeten apart worden ondersteund.

Oplossing: Controleer of de luchtkanalen correct zijn opgehangen en of de brandkleppen apart zijn ondersteund. Dit voorkomt schade tijdens brand en zorgt voor een betere functionele brandwerendheid.


Rol van Brandmanchetten bij Kabelgoot

Wat is een brandmanchet?

Een brandmanchet is een metalen schild met een grafietinlage voor het brandwerend afdichten van doorvoeren. Deze worden vaak gebruikt bij buizen, maar niet bij kabelgoot of kabelbundels. Een brandmanchet kan zowel een inbouw- als opbouwmanchet zijn.

  • Inbouwmanchet: Wordt direct in de muur geplaatst en pakt de gehele doorvoer aan. De manchet bestaat uit een stalen schild met een intumescerende inlage. Bij brand zet het materiaal uit en dicht het de leiding af.
  • Opbouwmanchet: Wordt op de muur geplaatst en heeft een vergelijkbare werking als de inbouwmanchet.

Wanneer is een brandmanchet niet nodig?

Bij het afwerken van kabelgoot is een brandmanchet meestal niet nodig. Kabels zijn in principe al voldoende geïsoleerd tegen brand, en het gebruik van vulmassa en coating is voldoende om de doorvoer brandwerend te maken.


Wettelijke Eisen en Normen

De wettelijke eisen voor brandwerendheid zijn grotendeels gebaseerd op de NEN EN 13501-2, die de brandwerendheid van bouwelementen in categorieën opdeelt. Een metalstudwand moet bijvoorbeeld een bepaalde dikte hebben (minimum 98 mm) en bepaalde afstanden tussen de profielen (maximaal 625 mm). Daarnaast moeten de wanden aan beide zijden zijn voorzien van gips- of cementgebonden platen.

Bij de afwerking van kabelgoot moet het volgende worden voldaan:

  • De sparing rondom de doorvoer moet correct worden afgedicht.
  • De kabelgoot moet voorzien worden van brandwerende coating op een afstand van 200–300 mm aan beide zijden van de wand.
  • De opening moet gelijk worden afgewerkt met de wand en daarna worden afgesmeerd met coating.

Conclusie

Het brandwerend afwerken van kabelgoot is een essentieel onderdeel van elke bouw- of renovatieproject. Foute uitvoering kan leiden tot ernstige risico’s, zoals rook- en vuurdoorslag. Door gebruik te maken van de juiste materialen en technieken, zoals steenwolafdichtingsplaten, brandwerende pasta, schuim en coating, is het mogelijk om de doorvoeren correct af te dichten.

Belangrijke aandachtspunten zijn:

  • Het vermijden van veelvoorkomende fouten zoals te vroeg aangebrachte voorzetwanden of het verkeerd afwerken van naden.
  • Het correct afwerken van kabelgoot, met aandacht voor de coating en de afstand vanaf de wand.
  • Het vermijden van het onnodige gebruik van brandmanchetten bij kabelgoot.

Door aandacht te besteden aan deze aspecten, is het mogelijk om voldoende brandveiligheid te waarborgen en aan de wettelijke eisen te voldoen.


Bronnen

  1. Brandmanchetten van Walraven
  2. Top 5 bouwfouten bij realisatie van brandscheidingen

Related Posts