Het Afwerken van Gebreide Kleding: Technieken, Tips en Praktische Adviezen

Published by Redactie on augustus 13, 2025 | Category afwerken

Het afwerken van gebreide kleding speelt een cruciale rol in de kwaliteit en het uiterlijk van het eindresultaat. Zowel voor beginners als ervaren breiers is het belangrijk om te weten hoe je breiwerk aan elkaar kunt zetten en hoe je de uiteinden correct kunt afwerken, zodat het breisel niet alleen functioneel, maar ook visueel aantrekkelijk is. In dit artikel worden verschillende technieken beschreven, zoals het naaien met de matrassteek en de maassteek, en worden tips gegeven om een strakke en durenaad te verkrijgen. Daarnaast worden de toepassingen van deze technieken besproken, zoals het maken van zijnaden, schoudernaden en het verbinden van lapjes in een lapjesdeken.

Inleiding

Bij het breien van kleding is het afwerken van het breiwerk een essentieel stadium dat vaak minder aandacht krijgt dan het breien zelf. Toch is het van grote invloed op de uiteindelijke kwaliteit van het stuk. Bijvoorbeeld, onjuist genaaide naden kunnen leiden tot vervorming van het breiwerk of een niet-gebalanceerde vorm. Daarnaast is een zorgvuldig afgevoerde rand nodig om losse draden te voorkomen en de levensduur van het breisel te verlengen.

In de SOURCE DATA worden verschillende manieren om breiwerk te afwerken besproken, zoals het naaien van recht breiwerk en tricotsteek breiwerk, het toepassen van de matrassteek en maassteek, en het bevestigen van stukken aan elkaar. Deze technieken zijn gericht op het verkrijgen van een strakke, bijna onzichtbare naad en een fijn afgerond uiterlijk. Verder worden ook praktische tips gegeven, zoals het gebruik van proefstukken om de techniek te oefenen en het verbergen van draden om een nette afwerking te verkrijgen.

Het Naaien van Recht Breiwerk

Het naaien van twee stukken recht breiwerk begint met het correcte uitlijnen van de stukken. Ze moeten naast elkaar op een vlakke ondergrond worden gelegd, waarbij zorg moet worden gedragen dat ze volledig plat liggen en niet gedraaid of uitgerekt zijn. De keuze van de goede kant van het breiwerk (de goede of de verkeerde kant) is belangrijk om het beste resultaat te behalen. Het naaien kan vanaf beide kanten worden uitgevoerd, afhankelijk van wat het meest comfortabel is voor de breier.

De techniek om recht breiwerk aan elkaar te naaien houdt in dat je op zoek gaat naar de buitenste lus van elke tweede steek, wat de kleine lus of 'been' onderaan elke steek is. Met een geschikte naald, bij voorkeur een stopnaald, steek je de naald in deze lus op het eerste stuk en vervolgens in het overeenkomstige punt op het tweede stuk. Dit proces herhaalt zich, waarbij je afwisselend van de ene kant van het breiwerk naar de andere werkt.

Het is essentieel om de draad niet te strak aan te trekken tijdens het naaien. Een te strakke draad kan het breiwerk trekken en ongewenste samentrekking van de stof veroorzaken, wat zowel de vorm als het uiterlijk van je breiwerk negatief kan beïnvloeden. Om het beste resultaat te behalen, is het belangrijk om een gelijkmatig ritme aan te houden en uniformiteit in je steken te behouden. Dit helpt om een nette en bijna onzichtbare naad te creëren, waarbij elke steek wordt behandeld met dezefde hoeveelheid garen en spanning.

Wanneer je het einde van de naad bereikt, zorg ervoor dat je de draad goed bevestigt door een kleine knoop te maken en vervolgens het uiteinde te verbergen door het door enkele van de nabijgelegen steken aan de achterkant van het werk te trekken. Deze afwerkingstechniek zorgt ervoor dat je naad stevig en duurzaam blijft.

Het Naaien van Tricotsteek Breiwerk

Het naaien van tricotsteek breiwerk vereist een iets andere aanpak dan het naaien van recht breiwerk. Het is belangrijk om rekening te houden met de dikte van het garen om een nette en geschikte naad te verkrijgen. Bijvoorbeeld, bij het werken met dun garen naait je binnen de buitenste hele steek, terwijl je bij dik garen, zoals geïllustreerd in sommige handleidingen, binnen de buitenste halve steek naait voor het beste resultaat.

Begin met het naast elkaar leggen van de gebreide stukken met de goede kant naar boven. Dit zorgt ervoor dat je precies kunt zien waar je moet naaien en dat het resultaat zo netjes mogelijk is. Tijdens het naaien beweeg je van de ene kant naar de andere op een bepaalde manier om een gelijkmatige naad te garanderen.

Het is eveneens belangrijk om periodiek, na een paar steken, voorzichtig aan het garen te trekken om de twee stukken naar elkaar toe te trekken. Wees echter voorzichtig zodat je niet te strak trekt, want dat kan de stof vervormen. Deze techniek helpt bij het creëren van een strakke, gelijkmatige naad.

Het oefenen van deze techniek op enkele proefstukken is erg nuttig, vooral als je nieuw bent in het naaien met matrassteken. Onthoud dat oefening kunst baart, en met de tijd zullen je steken gelijkmatiger en onzichtbaarder worden.

De Matrassteek: Een Bijna Onzichtbare Naad

De matrassteek is een veelgebruikte techniek om breiwerk aan elkaar te zetten, met name bij het verbinden van zijkanten aan elkaar. Deze techniek is erg geschikt voor het maken van zijnaden van een trui, platte mouwen, plat gebreide mutsen, en lapjes van een lapjesdeken. Het resultaat is een vrijwel onzichtbare naad die goed in het breiwerk oploopt en niet afwijkt van de rest van de stof.

Het proces begint met het netjes tegen elkaar leggen van de breiwerkstukken. Het is belangrijk om paartjes van steken van het ene deel en het andere deel te maken en deze eventueel met een paar stekenmarkeerders vast te zetten. Dit zorgt voor een gelijkmatige uitlijning en helpt om het verkeerd zetten van steken te voorkomen.

Vervolgens maak je gebruik van een stompe naald met draad eraan. Je pakt telkens een dwarsdraadje op, wat betekent dat je de naald steeds over steekt van links naar rechts. Het is mogelijk om elke keer twee dwarsdraadjes op te pakken, wat tijdens het naaien kan helpen om het werk sneller af te ronden. Probeer echter eerst met één draadje per steek te werken, want dit zorgt voor de meest nauwkeurige en strakke naad.

Het is belangrijk om te letten op de opzetrand, die als eerste moet worden verbonden, anders kan het moeilijk zijn om een rechte rand te verkrijgen. Deze techniek is goed te visualiseren en in een filmpje is vaak te zien hoe de naad er in de praktijk uitziet.

De Maassteek: Voor Het Bevestigen van Boven- en Onderkant

De maassteek wordt vaak gebruikt wanneer je een bovenkant aan een onderkant of een bovenkant aan elkaar wilt bevestigen. Typische toepassingen zijn het maken van schoudernaden van een trui of het verbinden van twee helften van een sjaal. Deze techniek is geschikt voor breiwerk dat iets meer strakheid nodig heeft en waarbij het belangrijk is om een nette lijn te verkrijgen.

De maassteek werkt als volgt: je steekt de naald door de eerste steek van het ene deel en vervolgens door de overeenkomstige steek van het andere deel. Vervolgens maak je een lus en trek je de draad door deze lus, waarna je de lus vasthaakt. Dit proces wordt herhaald tot de hele naad is genaaid. Het resultaat is een stevige, maar toch flexibele naad die goed aansluit bij het resterende breiwerk.

Het belangrijkste bij het toepassen van de maassteek is om gelijkmatige steken te maken en ervoor te zorgen dat de spanning van de draad over het gehele breiwerk gelijk blijft. Dit helpt om vervorming te voorkomen en een mooi afgerond uiterlijk te verkrijgen.

Het Verbergen van Draden en De Afwerking van Uiteinden

Na het naaien van de naden is het belangrijk om de uiteinden van de draad goed af te werken. Dit is niet alleen een kwestie van esthetiek, maar ook van duurzaamheid. Een losgehaakte of losgeknoopte draad kan tijdens het dragen van het breiwerk afbreken of rafelig worden.

Een manier om de draad te verbergen is door een kleine knoop te maken en het uiteinde van de draad vervolgens te verbergen door het door enkele van de nabijgelegen steken aan de achterkant van het werk te trekken. Deze techniek zorgt ervoor dat de draad niet zichtbaar is en het breiwerk er netjes uitziet.

Daarnaast is het ook mogelijk om de uiteinden van het breiwerk af te werken met een geribde of gestreepte boord, afhankelijk van het patroon. Dit helpt om het uiterlijk van het breiwerk te compleet te maken en te voorkomen dat de stof verder uitzakt of rafelig wordt.

Het verbergen van draden en het afwerken van uiteinden vereist enige precisie, maar is een essentieel onderdeel van het afwerken van gebreide kleding. Het is aan te raden om deze techniek te oefenen op een proefstuk voordat je het toepast op het eindproduct.

Praktische Tips voor het Afwerken van Gebreide Kleding

Naast de technieken die al zijn besproken, zijn er ook enkele praktische tips die kunnen helpen bij het afwerken van gebreide kleding:

Proefstukken gebruiken: Het oefenen van de technieken op proefstukken is een aanrader vooral voor beginners. Dit helpt om de techniek te versterken en eventuele fouten op te lossen voordat je begint aan het eindproduct.
Gelijkmatige steken houden: Zorg ervoor dat je steken gelijkmatig zijn en dat je een gelijk ritme aanhoudt. Dit helpt om een nette en bijna onzichtbare naad te verkrijgen.
De draad niet te strak trekken: Trek de draad voorzichtig aan tijdens het naaien om vervorming van het breiwerk te voorkomen.
Het juiste gereedschap gebruiken: Gebruik een stompe naald voor het naaien van breiwerk, omdat een scherpe naald de stof kan beschadigen.
De goede kant van het breiwerk kiezen: Kies de kant van het breiwerk die het beste zichtbaarheid biedt en het meest comfortabel is voor je om vanaf te naaien.
De uiteinden goed afwerken: Verberg de uiteinden van de draad om een nette en durenaad te verkrijgen.

Het Voordelen van Breiwerk in Verschillende Stukken

Hoewel de meeste patronen tegenwoordig in het rond of in één geheel worden gebreid, is het nog steeds handig om te weten hoe je breiwerk in verschillende stukken kunt zetten. Kleinere projecten zijn overzichtelijker en makkelijker te manoeuvreren. Een ander belangrijk voordeel is dat de genaaide naden zorgen voor stabiliteit van het breiwerk. Een gebreide trui is natuurlijk heel elastisch en het kan wel eens gebeuren dat je last krijgt van afzakkende schouders. Bij breiwerk dat goed in elkaar gezet is, heb je hier minder last van.

Daarnaast is het naaien van breiwerk ook een manier om het werk te personaliseren. Bijvoorbeeld, bij het maken van een lapjesdeken kun je elke lap apart breien en vervolgens met de matrassteek in elkaar zetten. Dit geeft je de mogelijkheid om elke lap met een ander patroon of kleur te breien, waardoor het eindresultaat uniek is.

Conclusie

Het afwerken van gebreide kleding is een essentieel onderdeel van het breienproces dat vaak minder aandacht krijgt dan het breien zelf. Toch speelt het een grote rol in de kwaliteit en het uiterlijk van het eindresultaat. Door het correcte toepassen van technieken zoals het naaien met de matrassteek en maassteek, het verbergen van draden en het afwerken van uiteinden, kun je ervoor zorgen dat je breiwerk niet alleen functioneel is, maar ook visueel aantrekkelijk.

Het gebruik van proefstukken, het houden van gelijkmatige steken, het kiezen van de goede kant van het breiwerk en het verbergen van uiteinden zijn allemaal praktische tips die kunnen helpen bij het afwerken van gebreide kleding. Bovendien is het naaien van breiwerk in verschillende stukken nog steeds een handige techniek om te weten, aangezien het zowel overzichtelijk als stabiliserend is voor het breiwerk.

Bronnen

breisel