IFC Classificaties en Afwerking in BIM-modellen: Aanbevelingen voor BIM-creatie en Import

Inleiding

In de huidige constructie- en renovatiewereld speelt BIM (Building Information Modeling) een steeds grotere rol. Het gebruik van BIM-modellen maakt het mogelijk om gedetailleerde informatie over een gebouw digitaal op te slaan en te delen. Een belangrijk aspect van BIM-modellen is de correcte toepassing van IFC-classificaties (Industry Foundation Classes), die ervoor zorgen dat objecten zoals muren, ramen, deuren en andere bouwelementen op een gestandaardiseerde manier worden aangeduid.

In dit artikel worden de aanbevelingen voor het modelleren en exporteren van BIM-modellen geanalyseerd, met een focus op IFC-classificaties en het belang van correcte afwerking van bouwelementen. De nadruk ligt op het gebruik van Autodesk Revit, SketchUp en Archicad, en op de rol van classificaties zoals NL-SfB Tabel 1 en Uniformat. Verder wordt ingegaan op de werking van de IFC-import in toepassingen zoals Vabi Elements en O-Prognose, en welke aandachtspunten er zijn bij het exporteren van IFC-bestanden.

IFC-Classificaties en hun Belang

De IFC-standaard is ontworpen om een neutrale dataformatie te bieden die verschillende BIM-softwarepakketten kunnen gebruiken. In het kader van BIM-modellen is het van belang dat objecten worden toegewezen aan de juiste IFC-klassen. Dit zorgt ervoor dat het model leesbaar is in verschillende systemen en dat de data consistent kan worden gebruikt in verschillende fasen van het bouwproces.

Aanbevolen IFC-klassen

De volgende IFC-klassen worden aangeraden bij het modelleren van bouwelementen in Revit of andere BIM-software:

  • Wanden: IfcWall, inclusief IfcWall/Interior, IfcWall/Exterior en IfcWall/Foundation.
  • Vloeren: IfcSlab.
  • Daken: IfcRoof.
  • Ramen: IfcWindow.
  • Deuren: IfcDoor.
  • Vliesgevelsystemen: IfcCurtainWall.
  • Kolommen: IfcColumn.

Deze klassen worden herkend en ingelezen door meerdere BIM-toepassingen, waaronder Vabi Elements. Wanneer deze klassen juist worden toegepast, zorgt dit voor een betere compatibiliteit en minder fouten bij import.

Afwerking en Samenstelling

Het artikel benadrukt ook dat bouwelementen niet per se uit één enkel object moeten bestaan. Echter, indien mogelijk, is het aan te bevelen om objecten zo volledig mogelijk samen te voegen. Bijvoorbeeld: een wand kan uit meerdere delen bestaan, maar wordt bij import als één object geïnterpreteerd. Bij het gebruik van ramen, deuren en vliesgevelsystemen die als subvlakken zijn gedefinieerd, worden deze automatisch ingelezen als onderdeel van de wanden, vloeren of daken.

Het artikel wijst er echter op dat het gebruik van IfcBuildingElementProxy (een "overige" klasse) moet worden vermeden, omdat deze niet onder een standaard klasse valt en daardoor problemen kan veroorzaken bij import en verdere verwerking.

IFC Export en Aandachtspunten

Bij het exporteren van een BIM-model naar IFC is het belangrijk dat bepaalde aandachtspunten worden nageleefd, vooral bij het gebruik van Autodesk Revit:

  • Ruimten en areas: Zorg ervoor dat ruimten (Rooms, Spaces of Areas) zijn gedefinieerd. Deze worden standaard omgezet naar IfcSpace. Als zowel Rooms, Spaces als Areas aanwezig zijn, kan dit conflicten veroorzaken bij import.
  • Vloer- en wandopbouw: De correcte modellering van vloeren en wanden is essentieel voor een naadloze import. Mislukkingen bij import kunnen soms op het exportproces vanuit Revit liggen.
  • Ramen en deuren: Deze moeten op de juiste manier zijn gemodelleerd. De export kan anders leiden tot onjuiste representaties in het IFC-bestand.

Na het exporteren van het IFC-bestand kan het worden gecontroleerd op correctheid. Het bestand moet bijvoorbeeld ruimten bevatten met de klasse IfcSpace. Verder moet het IFC-bestand de juiste structuur bevatten en zijn het bestand geëxporteerd uit het bouwkundige model, niet uit het installatietechnische model.

Classificatie en NL-SfB Tabel 1

Naast de IFC-klassen is ook de classificatie van elementen belangrijk. In Nederland wordt vaak gebruikgemaakt van de NL-SfB Tabel 1, een standaard voor bouwproductclassificaties. Deze classificatie helpt bij het ordenen van bouwelementen en maakt het gemakkelijker om data te delen en te gebruiken in verschillende systemen.

Instellen van Classificaties in Revit

In Autodesk Revit is het mogelijk om de Assembly Code te vullen met classificaties zoals NL-SfB Tabel 1. Een aanbevolen naam voor deze classificatie is "NL-SfB tabel 1". Hierbij is het belangrijk dat de naam correct is, omdat deze naam opgenomen wordt in de IFC-export.

De IfcClassificationReference in het IFC-bestand is een belangrijk element. In Revit wordt de naam automatisch uitgebreid met een achtervoegsel zoals "Classification", wat niet kan worden gewijzigd. Dit heeft tot gevolg dat de classificatie in het IFC-bestand "NL-SfB tabel 1 Classification" wordt, in plaats van alleen "NL-SfB tabel 1".

Classificaties in SketchUp en Archicad

Tijdens het modelleren met SketchUp of Archicad zijn er ook specifieke aandachtspunten. In SketchUp is het eenvoudiger om classificaties aan te passen, aangezien de naam die je geeft direct wordt gebruikt in het IFC-bestand. In Archicad kunnen meerdere classificaties worden ingeladen, wat handig is bij het gebruik van meerdere coderingsstandaarden naast de NL-SfB.

Werken met Classificaties in BIM-Software

In het artikel wordt ook ingegaan op de rol van BIM-regisseurs, die vaak kiezen om direct aan de export-bestanden te werken in plaats van aan de bron (zoals Revit-bestanden). Dit kan handig zijn, maar het is volgens het artikel vaak beter om fouten en onjuistheden bij de bron aan te pakken.

Daarom worden tools zoals de Solibri Classification Tool en de Dynamo-graphs voor Revit genoemd. Deze tools helpen bij het automatisch vullen van classificaties zoals NL-SfB Tabel 1 en kunnen bijdragen aan een betere IFC-export.

IFC-Import en Werking in Vabi Elements

Het IFC-bestand dat is geëxporteerd uit een BIM-model, kan worden ingelezen in toepassingen zoals Vabi Elements. Dit programma gebruikt het IFC-bestand om bouwelementen te visualiseren en verder te verwerken.

Importopties in Vabi Elements

Bij het importeren van IFC-bestanden in Vabi Elements zijn er meerdere instellingen mogelijk:

  • Ruimten importeren: Standaard worden ruimten ingelezen zoals ze in het IFC-bestand zijn gedefinieerd. Een alternatieve optie is om ruimten per verdieping in te lezen, wat handig kan zijn bij het uitvoeren van schilberekeningen.
  • Ramen en deuren: Er is een keuze om ramen en deuren wel of niet in te lezen. Bij het uitzetten van deze optie worden alleen de ruimten zichtbaar in de geometrie.

Bij het exporteren van het IFC-bestand is het belangrijk om ervoor te zorgen dat het bestand correct is opgebouwd en dat het IFC-schema (zoals IFC2X3 of IFC4) correct is. Een onjuist opgebouwd bestand kan leiden tot foutmeldingen bij import.

IFC-Elementen en O-Prognose

O-Prognose is een ander platform dat IFC-elementen kan gebruiken voor planmatig onderhoud. Hierbij worden IFC-elementen uit een BIM-model geïmporteerd en vervolgens gebruikt voor het plannen van onderhoudshandelingen.

Importproces in O-Prognose

Het importproces in O-Prognose is relatief eenvoudig:

  1. Labelen van IFC-elementen: Dit kan op groepniveau (bijvoorbeeld per IFC-klasse of NL-SfB) of per individueel IFC-element.
  2. Modelviewer: Hiermee zijn IFC-elementen makkelijk in beeld te brengen en te koppelen aan planmatige onderhoudshandelingen.
  3. Importeren van data: Na het importeren worden de elementen zichtbaar in O-Prognose en kunnen ze worden gebruikt voor het opstellen van een begroting en het uitvoeren van conditiemetingen.

Gebruik van GUID’s

De unieke ID (GUID) van elk IFC-element wordt gebruikt om de elementen terug te koppelen naar het oorspronkelijke BIM-model. Dit maakt het mogelijk om wijzigingen of aanvullingen op het model te verrijken en deze later te exporteren naar een nieuw IFC-bestand.

Verrijkingsproces en Export

Na de import en verwerking in O-Prognose kan de data worden gebruikt om het oorspronkelijke IFC-bestand te verrijken. Dit verrijkingsproces maakt het mogelijk om informatie zoals conditiemetingen en onderhoudsgegevens weer terug te voegen in het BIM-model.

Het exporteren van de verrijkte data kan alleen via de O-Prognose IFC-exporttool. De tool opent een Windows Verkenner om het bestand op te slaan.

Aanbevelingen en Best Practices

Aan de hand van de gegevens uit de bronnen zijn enkele aanbevelingen en best practices af te leiden die kunnen helpen bij het creëren en exporteren van IFC-bestanden:

1. Correcte Toepassing van IFC-Klassen

  • Gebruik van standaard IFC-klassen zoals IfcWall, IfcSlab, IfcRoof, etc., is essentieel voor een succesvolle import.
  • Vermeiden van IfcBuildingElementProxy is aan te bevelen, omdat deze klasse niet onder een standaard klasse valt en dus problemen kan veroorzaken.
  • Samenstelling van elementen is waar mogelijk aan te bevelen, om fouten bij import te voorkomen.

2. Correcte Export Instellingen

  • Definieer ruimten en areas in het BIM-model voor een naadloze import.
  • Controleer vloer- en wandmodellen op correctheid en consistentie.
  • Zorg voor juiste modellering van ramen en deuren om onjuiste representaties in het IFC-bestand te voorkomen.

3. Classificaties en NL-SfB Tabel 1

  • Gebruik de naam "NL-SfB tabel 1" voor classificaties in Revit, om consistentie te behouden in het IFC-bestand.
  • Bewerk classificaties bij de bron, indien mogelijk, in plaats van in het exportbestand.
  • Gebruik tools zoals Dynamo en Solibri Classification Tool om classificaties automatisch te vullen en te verifiëren.

4. IFC-Import en Werking in Toepassingen

  • Controleer IFC-bestanden op correctheid voordat ze worden geïmporteerd in toepassingen zoals Vabi Elements of O-Prognose.
  • Gebruik de juiste importopties om de gewenste resultaten te verkrijgen.
  • Zorg voor correcte GUID’s om elementen terug te koppelen naar het BIM-model.

Conclusie

De toepassing van IFC-classificaties en de correcte export van BIM-modellen zijn essentieel voor een succesvolle implementatie van BIM in de bouwsector. Het gebruik van standaard IFC-klassen, zoals IfcWall, IfcSlab en IfcRoof, helpt bij het creëren van compatibele modellen die makkelijk kunnen worden geïmporteerd in andere systemen.

Naast de IFC-klassen is ook de classificatie belangrijk, met name via systemen zoals NL-SfB Tabel 1. De correcte instelling van deze classificaties in software zoals Revit, SketchUp en Archicad zorgt voor een betere leesbaarheid en consistentie van de data in het IFC-bestand.

Het importeren van IFC-bestanden in toepassingen zoals Vabi Elements en O-Prognose vereist aandacht voor het kiezen van de juiste importopties, zoals het importeren van ruimten en het inschakelen van ramen en deuren. Bovendien is het belangrijk om ervoor te zorgen dat de GUID’s correct zijn opgenomen, zodat de elementen altijd terug te leiden zijn naar het oorspronkelijke BIM-model.

Ten slotte is het verrijkingsproces een waardevolle toevoeging aan het BIM-proces. Door data zoals conditiemetingen en onderhoudsgegevens weer terug te voegen in het IFC-bestand, wordt het model steeds completer en bruikbaarder voor toekomstige analyses en onderhoud.

De aanbevelingen en best practices in dit artikel kunnen dus worden gebruikt als richtlijnen voor zowel beginners als ervaren professionals die werken met BIM en IFC-bestanden.

Bronnen

  1. VABI: 3D BIM Import Wizard
  2. NL-SfB Tabel 1 Classificatie op GitHub
  3. Planmatig Onderhoud en IFC-import

Related Posts