Korte pass- en trapvormen met afwerken in voetbaltrainingen

Published by Redactie on augustus 17, 2025 | Category afwerken

Voetbaltrainingen zijn een essentieel onderdeel van het ontwikkelen van technische vaardigheden, coördinatie en tactische inzicht. Een veel voorkomende component binnen deze trainingen zijn korte pass- en trapvormen met afwerken, waarbij de nadruk ligt op het snel en efficiënt doorgeven van de bal, het maken van bewegingen in het veld, en het afronden van een actie met een schot op doel. Deze vormen worden vaak gebruikt om aanvallende patronen te oefenen, bewustwording van ruimte en positie te vergroten, en het coördineren van acties met medespelers te verbeteren.

Op basis van de gegevens uit de beschikbare bronnen is het duidelijk dat korte pass- en trapvormen een essentieel onderdeel zijn van het voetbaloefenstof. Deze vormen zijn doorgaans snel uit te voeren, waarbij elke actie binnen 2 seconden volgt, en de nadruk ligt op het afwerken van een aanval in een realistische context. In dit artikel zullen we dieper ingaan op de aard, uitvoering en doelstellingen van deze oefeningen, evenals enkele voorbeelden van pass- en trapvormen met afwerken die in praktijk gebruikt worden door trainers en teams op diverse niveaus.

Belang van korte pass- en trapvormen in voetbaltrainingen

Een kernprincipe bij pass- en trapvormen is de snelheid van uitvoering. De meeste bronnen benadrukken dat elke bal niet langer dan 2 seconden mag blijven bij een speler. Dit betekent dat spelers zich snel moeten bewegen, de bal snel moeten doorgeven, en de balgebruiker snel moet vervangen. Deze aanpak stimuleert het snel handelen en snel bijsluiten, zoals wordt vermeld in meerdere bronnen, en maakt het mogelijk om patronen te oefenen die dicht bij de realiteit van een wedstrijd liggen.

Daarnaast draagt het pass- en trapspel bij aan het afwerken van aanvallen. In veel oefeningen is het afwerken van de bal in de richting van het doel een centraal element. Dit betekent dat spelers niet alleen technisch goed passen en trappen moeten leren, maar ook moeten leren hoe ze een bal op een manier kunnen leggen die leidt tot een schot op doel. Dit vereist beweging, timing, en coördinatie tussen medespelers.

Uitvoering van korte pass- en trapvormen

Een typische korte pass- en trapvorm bestaat uit een klein aantal spelers, meestal drie tot vier, en wordt vaak uitgevoerd in een klein veld of opstelling. De doelstelling van deze vormen is het snel doorgeven van de bal, het bewegen van spelers in het veld, en het afwerken van een aanval in een realistische situatie. Hieronder volgen enkele voorbeelden van pass- en trapvormen die in de bronnen worden genoemd.

1. Afwerken na een 1/2 combinatie

In deze vorm is het mogelijk om te kiezen tussen een lange bal of een kaatsvorm. Een speler ontvangt de bal en moet op basis van de situatie kiezen of hij de bal verder doorgeeft via een kaats of een langere pass. Dit oefent de flexibiliteit en keuzes maken onder druk bij de speler. De nadruk ligt hier op het verzinnen van oplossingen in een dynamische situatie.

2. Afwerken na een crosspass door de 3e man

In deze vorm wordt een crosspass gespeeld, waarna de bal in één keer klaar wordt gelegd voor het afwerken. De speler die de cross ontvangt moet direct een schot op doel kunnen maken. Dit oefent het afwerken van een cross, een veel voorkomende actie in voetbalwedstrijden. De nadruk ligt op het snel leggen van de bal en het afwerken in één actie.

3. Passen & trappen met afwerken diagonaal

Deze vorm is gericht op het kaatsen en opendraaien in diagonale lijnen. Spelers moeten de bal opnemen, draaien open en de bal verder geven in een diagonale richting. Deze vorm oefent het bewegen in het veld, de balbeheersing en het afwerken via een diagonale lijn. Het is een goede oefening om spelers te trainen om ruimte te vinden en uit te buiten in het veld.

4. Afwerken vanuit een positiespel

In deze vorm moet de spits op het juiste moment aangespeeld worden, waarna er een afwerking volgt. De nadruk ligt hier op het positiespel, waarbij spelers moeten leren hoe ze zich op het juiste moment in een positie moeten plaatsen om de bal te ontvangen. Dit betekent dat het niet alleen om het passen en trappen gaat, maar ook om beweging en timing.

5. Y-vorm met passen en trappen

Een bekende vorm is de Y-vorm, waarin drie spelers met elkaar passen en trappen. De bal wordt van speler 1 naar 2 gespeeld, speler 2 draait open en speelt speler 3 aan, en speler 3 dribbelt de bal weer naar speler 1. Deze vorm oefent strak passen, aanname van de bal, en dribbeltechniek op hoog tempo. Het is een eenvoudige, maar doeltreffende oefening om technische vaardigheden te trainen.

6. Inspeelpass en kaats verbeteren

In deze vorm is de nadruk op het verbeteren van de inspeelpass en de kaats. Spelers passen en kaatsen elkaar in een bepaalde afstand, waarbij ze de bal zo strak mogelijk moeten inspelen en kaatsen. De coach kan een wedstrijdvorm inbrengen, bijvoorbeeld met een groep die 15 goals als eerste behaalt. Dit maakt de oefening moeilijker en uitdagender, en stimuleert de technische precisie.

7. Afwerken na een teruggelegde bal

In deze vorm wordt de bal eerst teruggelegd, waarna de speler afwerkt. Het betreft een dubbele vorm, waarbij spelers moeten leren om met een teruggelegde bal te werken. Dit is een realistische situatie in wedstrijden, waarbij de bal vaak teruggelegd wordt na een fout of een verdedigende actie. De nadruk ligt op flexibiliteit en afwerken vanuit een teruggelegde bal.

8. Afwerken na een lange bal en een steekpass

In deze vorm wordt een speler in de diepte gestuurd via een lange bal en een steekpass, waarna hij afwerkt. Deze vorm oefent het afwerken van een voorzet en het werken in de diepte. De nadruk ligt op het snel in beweging komen, de bal opnemen en een schot op doel maken.

Coachingaccenten bij korte pass- en trapvormen

De keuze van pass- en trapvormen hangt af van de doelstelling van de training. In alle genoemde vormen is het echter belangrijk dat de coach specifieke accenten zet om zowel technische als tactische aspecten te verbeteren. Hieronder volgen enkele belangrijke coachingaccenten die worden genoemd in de bronnen:

Strak passen en kaatsen: Bij alle vormen is het belangrijk dat de bal strak en accuraat wordt ingespeeld en gekaats. Dit zorgt voor een betere coördinatie tussen medespelers.
Snel bijsluiten: Spelers moeten direct na het passen of trappen naar een nieuwe positie bewegen om de bal op te vangen of te ondersteunen.
Open opdraaien: Bij het opnemen van de bal is het belangrijk om open te draaien om de bal te kunnen verdergeven. Dit is vooral van toepassing bij de 1e fase van een vorm.
Timing van beweging: Het juiste moment om in beweging te komen is van groot belang, zowel bij het afwerken als bij het maken van ruimte voor medespelers.
Kijkgedrag: Een speler moet op het juiste moment om zich heen kijken om te zien waar tegenstanders zich bevinden, hoe ruimte is, of hoe medespelers vrijlopen. Dit is een essentieel aspect bij pass- en trapvormen en leidt tot betere keuzes in wedstrijden.
Afwerken op doel: Het afwerken van een aanval is het doel van veel pass- en trapvormen. Het is daarom belangrijk dat spelers worden getraind om de bal op een manier te leggen die leidt tot een schot op doel.

Variaties en uitbreidingen van pass- en trapvormen

Pass- en trapvormen kunnen worden aangepast aan het niveau van de spelers en de doelstellingen van de training. Hieronder volgen enkele mogelijke variaties:

Invoeren van weerstand: Een manier om pass- en trapvormen moeilijker te maken is door weerstand in te bouwen, zoals een verdediger of mannequins. Dit dwingt aanvallende spelers om sneller te reageren en betere keuzes te maken.
Veranderen van het aantal spelers: Door het aantal spelers aan te passen, kan de complexiteit van de vorm veranderen. Bijvoorbeeld door van een groep van drie naar een groep van vier te gaan.
Veranderen van de opstelling: Een andere opstelling van de spelers en passlijnen kan leiden tot andere patronen en bewegingen. Dit stimuleert de creativiteit en improvisatie van de spelers.
Inzet van afwerken: In plaats van alleen passen en trappen, kan het afwerken van de bal aan het einde van de vorm worden ingezet. Dit maakt de vorm realistischer en beter afgestemd op het spelverloop van een wedstrijd.

Pass- en trapvormen in de praktijk

In de praktijk worden pass- en trapvormen vaak gebruikt door trainers om aanvallende patronen te oefenen, bewustwording van ruimte en positie te vergroten, en technische vaardigheden te verbeteren. In het artikel worden verschillende voorbeelden genoemd van oefeningen die zijn ontworpen door bekende trainers zoals Maurizio Sarri, Unai Emery en Louis van Gaal. Deze trainers gebruiken pass- en trapvormen om specifieke doelen te bereiken, zoals het verbeteren van het kijkgedrag, het versterken van de wisselwerking tussen middenvelders, of het afwerken van een aanval.

Bijvoorbeeld in een pass- en trapvorm van AZ Onder 18, staat de wisselwerking tussen middenvelders centraal. Ze moeten steeds zo een positie kiezen dat ze de bal kunnen laten vallen en direct kunnen doorspelen. Belangrijk daarbij zijn de lichaamshouding en timing van vrijlopen of ruimte maken. In deze vorm wordt ook een specifieke loopactie ingezet om de bal in de loop te ontvangen, wat een realistische aanval leidt naar het doel.

Een andere voorbeeldvorm is de passoefening met kijkgedrag van Unai Emery bij Paris Saint-Germain. In deze vorm staat het om zich heen kijken centraal. Spelers moeten bewust worden van de positie van medespelers, de ruimte in het veld, en de druk van tegenstanders. Dit leidt tot betere keuzes en een betere afwerking van de bal.

Conclusie

Korte pass- en trapvormen met afwerken zijn essentieel in voetbaltrainingen. Ze oefenen niet alleen technische vaardigheden zoals passen, trappen en afwerken, maar ook tactische aspecten zoals beweging, timing en keuzes maken. De nadruk ligt op het snel en efficiënt doorgeven van de bal, het maken van ruimte, en het afronden van een aanval in een realistische situatie. Door deze vormen in te zetten, kunnen spelers verbeteren in zowel technisch als tactisch opzicht, wat uiteindelijk leidt tot betere prestaties in wedstrijden.

Deze oefeningen zijn niet alleen geschikt voor voetbaltrainingen, maar ook voor andere sporten waarin coördinatie, precisie en teamwork een rol spelen. Zowel jonge spelers als ervaren voetballers kunnen profiteren van deze vormen, zolang de coachingaccenten goed zijn ingesteld en de vormen afgestemd zijn op het niveau van de spelers.