Houten Tongewelven in Nederlandse Kerkbouw: Constructieve Aanpak en Historische Betekenis
Inleiding
In de historische kerkbouw van Nederland hebben houten tongewelven een belangrijke rol gespeeld, vooral in de regio’s langs de kust en in het westen van het land. Deze bouwtechniek werd veelal toegepast vanwege de technische, esthetische en economische voordelen, maar ook door de beperkte draagkracht van de bodem in sommige gebieden. De SOURCE DATA toont aan dat houten tongewelven werden gebruikt in zowel de hoofdbeuken als zijbeuken van kerken, en dat ze onderdeel waren van een bredere architectonische stijl, zoals de hallenkerk. Het gebruik van hout als bouwmaterialen had ook invloed op de constructieve oplossingen, zoals het afwezige gebruik van trekbalken in sommige gevallen.
Deze artikelen belichten de constructieve kenmerken van houten tongewelven in Nederlandse kerken, de toepassing in verschillende regio’s, de invloed van bodemomstandigheden, en de historische context van hun ontwikkeling en verdwijnen. Daarnaast wordt ingegaan op de technische aspecten van de verbindingen, zoals flieringen, roosterhouten en gordingen.
Houten Tongewelven in de Kerkbouw
Toepassing in de hoofd- en dwarsbeuken
In verschillende historische kerken in Nederland zijn houten tongewelven gebruikt in de hoofd- en dwarsbeuken. Deze keuze kon technisch gezien te maken hebben met de weinig draagkrachtige bodem in regio’s zoals Zeeland, Noord-Brabant en Friesland. In de SOURCE DATA wordt bijvoorbeeld vermeld dat de Sint Laurenskerk te Alkmaar, de Nieuwe kerk te Amsterdam, de Grote kerk te Naarden, de Pieterskerk te Leiden, de Nieuwe kerk te Delft, de Sint Laurenskerk te Rotterdam en het koor van de kerk te Brouwershaven (Z.) voorzien waren van houten tongewelven in hun hoofd- en dwarsbeuken. Deze toepassing was in sommige gevallen een alternatief voor geplande stenen gewelven, die niet werden uitgevoerd vanwege bodemomstandigheden.
In tegenstelling tot deze kerken zijn er voorbeelden waarin wel stenen gewelven werden gebruikt. De Onze Lieve Vrouwekerk te Dordrecht (Z.H.) en de Martinikerk in Bolsward (Fr.) zijn uitgerust met stenen gewelven in hun middenbeuk en dwarsschip. In Utrecht daarentegen werden de grote kerken in stedelijke gebieden in de gotiek voornamelijk voorzien van stenen gewelven, terwijl dorpskerken, kapellen en gasthuizen meestal houten tongewelven hadden.
Houten Tongewelven in de Zijbeuken
De zijbeuken van vele Nederlandse kerken zijn voorzien van houten tongewelven. Deze constructieve keuze werd vaak gemaakt vanwege de technische voorwaarden. De SOURCE DATA geeft aan dat de zijbeuken doorgaans een lessenaarsdak hadden met een flauwere dakhelling dan die van de hoofdkap. In sommige gevallen liep het dak van de zijbeuken met een knik door naar beneden. Tegenwoordig zijn in een aantal kerken de zijbeuken gedekt door een eenvoudige open kap of door stucplafonds. Een voorbeeld is de kerk te Tiel (Gld.) en de kerk te Lienden (Gld.), waarin de zijbeuken zijn voorzien van stenen gewelven of stucplafonds.
Nog bestaande open kappen zijn bijvoorbeeld te vinden in de zijbeuken van de kerk te Rijswijk (Z.H.), de oude kerk te Middelbeers (N.B.), en de kerk te Maurik (Gld.). In de kerk te Rijswijk zijn de zijbeuken voorzien van een houten tongewelf dat de vorm van een cirkelsegment of ongeveer een kwart van een ellips heeft. Tegen de muur tussen de zijbeuk en de middenbeuk is in de nok een geprofileerde gewelfrib ingelaten, die horizontaal loopt. Deze rib is een karakteristiek kenmerk van het houten tongewelf en speelt een rol bij de stabiliteit en esthetiek van de constructie.
Constructieve Kenmerken van Houten Tongewelven
Roosterhouten en flieringen
De constructie van houten tongewelven hing af van het gebruik van roosterhouten en flieringen. Roosterhouten liggen meestal los op de flieringen en zijn in de sporen gepend. Een bijzondere verbinding is beschreven in de kap van de middenbeuk van de kerk te Oudewater (U.), mogelijk daterend uit de 14de eeuw. Het roosterhout ligt met een keep over de fliering en is met een halfzwaluwstaartvormige lip, een houten nagel en drie spijkers aan de spoor verbonden. Bovendien is door de spoor nog een houten nagel in de lengterichting in het roosterhout geslagen. De fliering ligt met een loef en vermoedelijk een verborgen zwaluwstaart op de gebintbalk en is daarop bevestigd met een zware ijzeren nagel.
In de 16de eeuw is er een neiging ontstaan om tussen de hanebalken en de sporen en tussen de roosterhouten en de sporen geen verbindingen meer te maken, omdat de nokgordingconstructie dit niet meer noodzakelijk maakte. In sommige gevallen zijn hanebalken overbodig geworden. In de kerk te Tjerkwerd (Fr.) zijn de hanebalken boven het houten tongewelf in de flieringen ingelaten met een soort ‘bastaardpen’. De flieringen op de spitsbooggebinten zijn op bevestigd met een zwaluwstaart, die verschuiven onmogelijk maakt.
Gordingen en standzonen
Gordingen en standzonen speelden een rol in de constructie van houten tongewelven. In de SOURCE DATA wordt beschreven dat er aan weerszijden van het gewelf twee gordingen zijn, die geprofileerd zijn en versierd worden met rozetten. Ook de standzonen zijn geprofileerd. De bijbehorende sporen vertonen zelfs inkepingen voor standzonen en gewelfhouten. Uit deze details is af te leiden dat men halverwege het maken van een tongewelf daarmee gestopt is en de reeds klaargemaakte onderdelen heeft gebruikt om de kap af te bouwen.
In de kerk te Wognum (N.H.), gebouwd in de eerste helft van de 16de eeuw, is de geprofileerde nokrib van het gewelf gebruikt, waarop roosterhouten rusten. Deze aanpak toont aan dat de constructie van houten tongewelven vaak aangepast werd aan de beschikbare materialen en technische mogelijkheden van de bouwers.
Houten Tongewelven in Hallenkerken
Architectonische Vormgeving
Het houten tongewelf leende zich uitermate goed voor de architectonische vormgeving van de hallenkerk. Deze vorm komt voor in Vlaanderen, Zeeland, westelijk Noord-Brabant, Holland en Friesland en wordt door sommige auteurs aangeduid als de kusthallenkerk. De ruimtewerking is veel rijziger dan met stenen gewelven bij gelijke muurhoogten. De middenbeuk is echter slecht verlicht.
Het oudste voorbeeld van een hallenkerk is te vinden in de Onze Lieve Vrouwekerk te Damme (B.), waarvan het koor in het derde kwart van de 13de eeuw de vorm van een hallenkerk kreeg. In Nederland werd deze vorm spoedig overgenomen in de Oude kerk te Amsterdam, waarvan het schip in de eerste helft van de 14de eeuw tot deze gedaante werd verbouwd. Het koorgedeelte kreeg omstreeks 1380 dezelfde vorm.
Constructieve Specificaties
De specifieke oplossing voor de constructie van de zakgoten in de Oude kerk te Amsterdam is al eerder genoemd. Kort na 1380 werd aan de noordzijde van deze kerk een dwarsarm toegevoegd van gelijke hoogte en breedte als de beuken van de hallenkerk. In de periode tot het begin van de 16de eeuw zette dit proces zich voort over het gehele schipgedeelte van de kerk, zodat er aan noord- en zuidzijde elk drie dwarskapellen ontstonden en een uitstekend dwarsschip, al aangeduid in 1412 als ‘kruuswerck’.
Regioverschillen in de Toepassing van Houten Tongewelven
Geografische Verspreiding
Het gebruik van houten tongewelven in kerkbouw varieerde per regio in Nederland. De SOURCE DATA geeft aan dat het houten tongewelf in het westen van Nederland, ten westen van een lijn van Ternaard (ten noorden van Dokkum aan de Friese kust) naar Meppel en daarna westwaarts naar de Zuiderzee, vooral werd toegepast. Ten oosten daarvan werden in de middeleeuwen alleen stenen gewelven gemaakt, mogelijk onder invloed van bouwwijzen uit aangrenzende Duitse streken.
In Drenthe is slechts één middeleeuws gebouw met een houten tongewelf bekend, namelijk de kerk te Nijeveen in het uiterste zuidwesten van de provincie. In Overijssel is alleen het Heilige Geestgasthuis te Vollenhove van een dergelijke overdekking voorzien.
Het houten tongewelf is verder toegepast in de provincie Utrecht, in Holland, Zeeland en Noord-Brabant. In Gelderland is deze bouwvorm gebruikelijk in de westelijke Betuwe en het Land van Maas en Waal. Op de oostelijke Veluwe zijn in Oene en Epe twee afwijkende kappen met tongewelf en er is één gedrukt tongewelf in Zutphen.
Invloed van Bodemomstandigheden
De keuze voor houten tongewelven kon ook beïnvloed worden door de bodemomstandigheden. In regio’s met een onstabiele of zachte ondergrond, zoals vele delen van Zeeland en Noord-Brabant, was het soms technisch onmogelijk of onwenselijk om stenen gewelven te gebruiken. In dergelijke gevallen kreeg de middenbeuk van de kerk een houten tongewelf, terwijl de zijbeuken vaak een lessenaarsdak hadden.
In de kerk te Dreischor (Z.) is een bijzondere situatie beschreven, waarin de noordelijke beuk geen trekbalken heeft, terwijl de zuidbeuk wel voorzien is van trekbalken. De noordelijke beuk was vermoedelijk als middenbeuk van een hallenkerk bedoeld, maar door de traagheid van de bouwwerken is deze beuk zonder trekbalken gebleven.
Houten Tongewelven zonder Trekbalken
Constructieve Aanpak
Er zijn ongeveer zeventig kerkgebouwen in het zuidwesten van Nederland met houten tongewelven, waarin geen trekbalken zijn aangebracht. Deze constructieve keuze kan historisch worden verklaard door te verwijzen naar de laat-13de-eeuwse kappen op zaalruimten, zoals de Ridderzaal te 's-Gravenhage, die ook geen trekbalken hebben. De kerk te Brouwershaven (Z.) had oorspronkelijk een dergelijke kap.
De afwezigheid van trekbalken kan mede een esthetische reden hebben. De ruimtelijke werking van het tongewelf wordt door de dwarsgeplaatste balken aan de voet van het gewelf onderbroken en belemmerd. In enkele gevallen was het nodig om zware steunberen te gebruiken om de grote zijdelingse krachten op tevangen, zoals in vele Zeeuwse kerken.
Houten Tongewelven in Burgerlijke Gebouwen
Toepassing in Zierikzee
Niet alleen in kerken werden houten tongewelven toegepast, maar ook in burgerlijke gebouwen. In het noordelijke gebouw van de Noordhavenpoort in Zierikzee (Z.), dat in 1559 tot stand kwam, was er een plan om op de bovenverdieping een zaal te maken met een tongewelf dat vijf ribben moest krijgen en geen trekbalken had. Deze planwijziging liet zien dat ook in burgerlijke gebouwen houten tongewelven werden overwogen, afhankelijk van de constructieve en esthetische eisen.
Historische Context en Verdwijnen van Tongewelven
Oorlogsgeweld en Verwaarlozing
In Noord-Brabant zijn vele houten tongewelven verloren gegaan door oorlogsgeweld, verwaarlozing en de nieuwbouwgolf bij de opleving van het Rooms-Katholicisme in de 19de eeuw. In deze periode zijn er veranderingen geweest in de bouwwijzen en esthetiek van kerken, wat heeft geleid tot het afbreken of vervangen van houten tongewelven door stenen of betonconstructies.
Restauraties en Reconstructies
In sommige gevallen zijn houten tongewelven gedeeltelijk of volledig herbouwd tijdens restauraties. In de oude kerk te Middelbeers (N.B.) is bijvoorbeeld een houten tongewelf in de zijbeuken gecopieerd tijdens een restauratie in 1962. Deze reconstructie toont aan dat het houten tongewelf een waardevolle architectonische en constructieve vorm is die in sommige gevallen behouden kan worden of zelfs herbouwd wordt.
Conclusie
Houten tongewelven speelden een belangrijke rol in de historische kerkbouw van Nederland, vooral in de regio’s met een zwakke bodemstructuur. Deze constructieve keuze had technische, esthetische en economische voordelen, maar was ook beperkt door de bouwmaterialen en de bouwwijzen van de tijd. De toepassing van houten tongewelven varieerde per regio, met een sterke concentratie in westelijke en zuidelijke delen van het land. De constructieve aspecten, zoals flieringen, roosterhouten en gordingen, waren essentieel voor de stabiliteit en het uiterlijk van deze gewelven. Hoewel veel van deze houten tongewelven zijn verloren gegaan door oorlogsgeweld of nieuwbouw, zijn er nog steeds voorbeelden die bewaard zijn gebleven of hersteld zijn bij restauraties.
Bronnen
Related Posts
-
Paillettenstof verwerken: tips en technieken voor het gebruik in creatieve projecten
-
Afwerking van Houten en Stalen Palen met Bolkappen: Duurzaamheid, Uitstraling en Toepassingen
-
Afwerking van paal binnenkant: Technieken, materialen en tips voor duurzaamheid en esthetiek
-
P1-Afwerking in Constructie en Renovatie: Materialen, Technieken en Praktische Aanbevelingen
-
Overzettreden afwerken: Stappen, materialen en tips voor een professionele uitstraling
-
Overzettreden correct afwerken: een stapsgewijze gids voor een duurzame en veilige trap
-
Overzetplinten en Afwerking van Kozijnen: Snelle, Stijlvolle en Dure Oplossingen voor Modern Interieur
-
Overzetplinten Afwerken: Uitleg over Technieken, Materialen en Resultaat