Houten gevelbekleding: Technische richtlijnen, montagevoorschriften en duurzaamheid

Hout is een klassieke en warme keuze voor gevelbekleding. Het biedt niet alleen esthetische waarde, maar ook duurzaamheid en functionele voordelen. Echter, het correct verwerken en toepassen van hout is van groot belang om vervorming, scheuren en andere ongunstige effecten te voorkomen. Deze gids richt zich op de technische en praktische aspecten van het verwerken van massief hout voor gevelbekleding en wandbekleding, inclusief montagevoorschriften, houtopslag, schroefkeuze, ventilatie en duurzaamheid. De informatie is gebaseerd op best practice richtlijnen en verwerkingsvoorschriften zoals opgenomen in betrouwbare bronnen.

Inleiding

Het gebruik van massief hout voor gevelbekleding vereist niet alleen kennis van de houtsoort en het oppervlak, maar ook van de technische details rondom montage, ventilatie, onderliggende structuur en opslag. Hout reageert sterk op veranderingen in vocht en temperatuur, wat betekent dat het zorgvuldig moet worden verwerkt en opgeslagen om mogelijke schade te voorkomen. In dit artikel worden de essentiële richtlijnen opgenomen die specifiek zijn voor de toepassing van massief hout op gevels en wanden, met aandacht voor de juiste montagepraktijk, materiaalkwaliteit en duurzaamheid.

Technische voorschriften voor montage

Achterconstructie en ventilatie

Een stabiele en goed geventileerde achterconstructie is essentieel bij de montage van houten gevelbekleding. De afstand tussen de regels in de achterconstructie mag nooit groter zijn dan 60 cm hart op hart. Dit zorgt voor voldoende ondersteuning van de planken en voorkomt vervorming of doorslag. Bovendien dient er minimaal 2 cm ruimte aanwezig te zijn voor ventilatie aan de achterzijde, onderzijde en bovenzijde van de gemonteerde planken. Deze ventilatie zorgt ervoor dat het hout niet te veel vocht opneemt en zo scheurvorming of schimmelvorming kan voorkomen.

Schroeflengte en bevestigingsmiddelen

De juiste schroeflengte en bevestigingsmethoden zijn cruciaal voor de stabiliteit en duurzaamheid van de gevelbekleding. Voor houtsoorten zoals hardhout, eiken en douglas plankhout is het aan te raden om voor te boren, zelfs als zelfborende schroeven worden gebruikt. Dit vermindert de spanning die ontstaat bij het aandienen van de schroef en verkleint het risico op scheurvorming. Bij plankdiktes van 15-16 mm wordt een minimale schroeflengte van 30 mm aanbevolen, bij 17-18 mm minimaal 40 mm, bij 19-25 mm minimaal 50 mm en bij 28-30 mm minimaal 60 mm. Een handige vuistregel is om de schroeflengte twee keer de dikte van de te monteren plank te nemen.

Het gebruik van nietjes of spijkers is niet geschikt voor houtsoorten zoals eiken, douglas, lariks en hardhout. Schroeven zijn de aanbevolen bevestigingsmiddelen. In het geval van western red cedar, een houtsoort die corrosieveroorzakende stoffen bevat, wordt aanbevolen om roestvaststalen of aluminium schroeven en spijkers te gebruiken. Bij gebruik van ijzer of messing kunnen grijze tot blauwzwarte verkleuringen ontstaan, die het uiterlijk van de gevel negatief beïnvloeden en tegelijkertijd het metaal snel corroderen.

Onderliggers en dwarsliggers

Zorg voor voldoende onderliggers of dwarsliggers om de houtplanken goed te ondersteunen. De afstand tussen deze ondersteunende elementen hangt af van de dikte van de planken. Bij plankdiktes van 25 mm wordt een hart-op-hart afstand van 50 cm aanbevolen, terwijl bij 28 mm een afstand van 60 cm voldoende is. Deze richtlijnen zorgen voor een evenwichtige belastingverdeling en voorkomen overslag of vervorming van de planken.

Verwerking en montage van vlonderplanken

Vlonderplanken worden vaak gebruikt voor loopdekdelen en vloeren. Bij plankdiktes van 25 mm wordt een hart-op-hart afstand van 50 cm aanbevolen, en bij 28 mm een afstand van 60 cm. Bij de montage van vlonderplanken is het belangrijk om voldoende onderbalken aan te brengen en de juiste schroeflengte te gebruiken. Verkeerde montage kan leiden tot ongewenste vervorming of scheuren, wat het gebruik van het oppervlak negatief beïnvloedt.

Houtsoorten en duurzaamheid

Geïmpregneerd hout

Om hout duurzamer te maken dan het van nature is, kan het worden geïmpregneerd. Het hout wordt onder vacuümdruk geïmpregneerd met Celfix, wat het effectiever maakt dan andere impregneringsmethoden. Na impregnering ondergaat het hout een natuurlijk droogproces, wat kan leiden tot enige scheurvorming aan de kopse kant. Om dit te voorkomen wordt aangeraden om niet de standaard handelslengte te bestellen, maar minimaal 15 cm overlengte. Ook kan na de impregnering kristallisatie optreden aan het oppervlak, vooral in de vorm van groene of witgroene vlekken. Deze vlekken kunnen na het drogen eenvoudig worden verwijderd met een harde borstel of fijn schuurpapier.

Western red cedar

Western red cedar is een houtsoort die vaak wordt gebruikt voor gevelbekleding. Het bevat stoffen die corrosie kunnen veroorzaken, zoals ß-thujaplicine, waardoor het aanbevolen is om roestvaststalen of aluminium bevestigingsmiddelen te gebruiken. Wanneer western red cedar niet wordt verwerkt met een oppervlakafwerking, verweert het vrij snel en krijgt het een grijsachtige kleur. Bij toepassing in buitengevelbekleding wordt het vaak verduurzaamd met metaalzouten, wat een donkergroenbruine kleur geeft die jarenlang kan blijven. Deze verduurzaamde versie is geschikt voor gebruik op gevels en kan tot 15 jaar en langer een uniforme kleur behouden, afhankelijk van de expositiezijde.

Een belangrijk aspect van western red cedar is dat het in sommige gevallen astmapatiënten kan irriteren, vooral als het in een binnenruimte zonder afwerking wordt toegepast aan plafond en alle wanden. Bij toepassing op alleen het plafond of de wanden zijn dergelijke effecten niet waargenomen. Dit dient dus in overweging genomen te worden bij de keuze van houtsoorten voor interieurbekleding.

Duurzaamheid en impregneerbaarheid

De duurzaamheid van hout varieert per houtsoort en kan worden beïnvloed door de verwerking en toepassing. Bij western red cedar is de kernhoutresistentie tegen schimmels en insecten gemeten op 2 tot 3, wat het als redelijk duurzaam beschouwt. De impregneerbaarheid van deze houtsoort ligt rond 3-4, wat betekent dat het relatief goed te impregneren is. Het gebruik van een verduurzaamingsbehandeling is daarom een aanbevolen keuze voor buitengebruik.

Houtopslag en verwerking

Belang van juiste opslag

Het opslaan van hout is een kritieke factor bij de verwerking. Veel klanten ontvangen hun bestellingen, maar beginnen pas later met de montage. In de praktijk wordt hout daarom vaak voor korte of langere periodes opgeslagen. Echter, verkeerd opslaan kan leiden tot schimmelvorming, kromtrekken en scheuren. Het is daarom essentieel om het hout tijdelijk op de juiste manier op te slaan. Let op dat hout gevoelig is voor vocht en temperatuurveranderingen, waardoor het kan vervormen als het niet goed wordt beschermd.

Toleranties in maatvoering

Plaatmateriaal wordt geleverd in standaard handelsafmetingen, maar het is belangrijk om rekening te houden met de inherente toleranties van 2% in de maatvoering. Bovendien kunnen platen niet exact haaks worden gemaakt in de fabriek, wat leidt tot een afwijking van 0 tot 5 mm. Als de platen exact haaks moeten zijn, zullen deze zelf moeten worden aangepast, waarbij ongeveer 5 mm verloren gaat.

Oppervlakafwerking en verwerking

Lijmen en slijpen

Lijmen is een geschikte methode voor het verwerken van hout, maar het vereist een zorgvuldige aanpak om een sterke en duurzame verbinding te verkrijgen. Het lijmen van hout is echter niet geschikt voor het verwerken van western red cedar, vooral in buitenomgevingen. Buigen van deze houtsoort is vermoedelijk niet geschikt, wat betekent dat het niet ideaal is voor toepassingen waar flexibiliteit vereist is.

Oppervlakafwerking

Oppervlakafwerking speelt een grote rol in de duurzaamheid en het uiterlijk van houten gevelbekleding. Onbehandeld western red cedar verweert snel en krijgt een grijsachtige kleur. Dit is een natuurlijk proces, maar het kan worden vertraagd door het gebruik van verduurzaamingsbehandelingen of coatings. Bij buitengevelbekleding is het gebruikelijk om western red cedar te verduurzaamen met metaalzouten, wat een uniforme donkergroenbruine kleur geeft die jarenlang kan blijven. Deze verduurzaamde versie is ideaal voor buitengebruik en vereist minder onderhoud.

Verwerking van plaatmateriaal

Ventilatie en schroefkeuze

Het gebruik van plaatmateriaal bij gevelbekleding vereist aandacht voor ventilatie, afwerking en schroeflengte. Het is raadzaam om de verwerkingsvoorschriften voor plaatmateriaal en betonplex zorgvuldig door te lezen. Deze voorschriften bevatten belangrijke informatie over de juiste montage en voorkomen onverwachte problemen. Voor een goede bevestiging is het aan te raden om schroeven te gebruiken, omdat nietjes of spijkers niet geschikt zijn voor houtsoorten zoals eiken, douglas, lariks en hardhout. Zorg voor voldoende onderliggers of dwarsliggers en gebruik de juiste schroeflengte.

Conclusie

Hout is een warme, duurzame keuze voor gevelbekleding, maar het vereist zorgvuldige verwerking en montage. De juiste achterconstructie, ventilatie, schroefkeuze en houtopslag zijn essentieel om vervorming, scheuren en schimmelvorming te voorkomen. Het kiezen van de juiste houtsoort, zoals geïmpregneerd hout of western red cedar, en het gebruik van verduurzaamingsbehandelingen zorgt voor een langdurig aantrekkelijk en functioneel resultaat. De montagevoorschriften en technische richtlijnen zijn cruciale onderdelen van het proces en moeten zorgvuldig worden nageleefd om mogelijke problemen te voorkomen.

Bronnen

  1. Houthandelonline.nl/houtinfo
  2. Houtinfo.nl/node/122

Related Posts