Sandwichborden en driehoeksborden: regelgeving, toepassing en meldingsplicht in de praktijk

De toepassing van sandwichborden en driehoeksborden in het openbare domein brengt meerdere regelgevingsaspecten met zich mee. Deze tijdelijke reclamevormen worden vaak gebruikt om evenementen te promoten, doch de praktijk laat zien dat de regelgeving en het beleid hieromtrent vaak wisselen. In dit artikel wordt ingegaan op de juridische kaders, de praktische toepassing, de meldingsplicht en de beperkingen rondom het gebruik van deze borden. Op basis van de beschikbare informatie wordt geanalyseerd hoe deze vorm van reclame in het licht van het wettelijk kader en het lokale beleid moet worden ingezet.

Inleiding

Sandwichborden en driehoeksborden zijn een bekende vorm van tijdelijke reclame die vaak gebruikt wordt voor het aankondigen van evenementen, activiteiten en straatmarkten. Ondanks hun voorkomen in het straatbeeld zijn deze borden onderworpen aan regelgeving die het gebruik en de plaatsing ervan beperkt. In de praktijk leidt dit vaak tot onduidelijkheid, aangezien de regelgeving niet altijd duidelijk is en het beleid door verschillende gemeenten anders kan worden geïnterpreteerd.

Het gebruik van deze borden valt onder artikel 2.1.5.1. van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Omdat het gebruik van deze borden vaak gericht is op het aankondigen van evenementen en minder op commerciële doeleinden, is er in het kader van deregulering overwogen om de vergunningsplicht af te schaffen. Toch blijft er regelgeving aanhangen, vooral wanneer het gaat om verkeersveiligheid, visuele vervuiling en de kwaliteit van de bermen. De praktijk leert dat het beleid op dit gebied regelmatig wordt geëvalueerd en aangepast, afhankelijk van de lokale omstandigheden.

In dit artikel worden de juridische kaders, de praktijkgerichte beleidsrichtlijnen en de verantwoordelijkheden van gebruikers van deze borden besproken. De nadruk ligt op de meldingsplicht die gebruikers moeten nakomen, evenals de fysieke en locatieve beperkingen die gelden voor het plaatsen van deze borden.

Juridisch kader: APV en regelgeving

Het gebruik van sandwichborden en driehoeksborden is bepaald door artikel 2.1.5.1. van de APV. Dit artikel bevat een verbod op het gebruik van straatmeubilair of openbare ruimte op een manier die afwijkt van de publieke functie daarvan. Een uitzondering op dit verbod wordt gemaakt voor zonneschermen, vlaggen en andere objecten, mits deze bepaalde criteria voldoen.

In het kader van de regelgeving die specifiek voor sandwichborden geldt, is het gebruik van deze borden onderworpen aan een aantal wettelijke vereisten. Deze vereisten zijn onder andere gericht op de hoogte, afstand tot rijbaan, maximale duur van de plaatsing en het commerciële karakter van de reclame. In het verleden was er regelmatig onduidelijkheid over de interpretatie van het begrip 'commercieel', wat heeft geleid tot een soepeler beleid in de praktijk.

In de huidige situatie is het beleid wat duidelijker geworden, en is het verbod op commerciële activiteiten sterk gecentreerd. Dit betekent dat de gemeente een duidelijke grens trekt tussen commerciële en niet-commerciële activiteiten. Commerciële reclame via deze borden wordt als minder wenselijk gezien, vooral omdat er voldoende alternatieve media beschikbaar zijn. Aan de andere kant zijn niet-commerciële evenementen en lokale activiteiten nog steeds toegestaan, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan.

Beleidsrichtlijnen voor het gebruik van sandwichborden

Het beleid rondom de toepassing van sandwichborden en driehoeksborden is gericht op de balans tussen de behoefte aan tijdelijke reclame en de behoefte aan verkeersveiligheid en visuele kwaliteit van het straatbeeld. In het kader van duidelijke regelgeving en behoorlijk bestuur is het van belang om duidelijke criteria vast te stellen waaraan een aanvraag voor het plaatsen van deze borden moet voldoen.

De belangrijkste beleidsrichtlijnen die uit de bronnen zijn afgeleid, zijn:

  • Het gebruik van sandwichborden en driehoeksborden mag niet commercieel zijn. Commerciële reclame via deze borden is niet toegestaan, tenzij het gaat om niet-commerciële organisaties of lokale evenementen.
  • De borden mogen niet langs de provinciale wegen worden geplaatst. Dit betreft een duidelijke beperking die is opgenomen in de regelgeving.
  • Bij het plaatsen van borden in grasbermen of gazons moet er minstens 10 centimeter ruimte tussen de bodem en de onderkant van de bord bevestiging zijn.
  • De borden mogen maximaal 2 weken voor het evenement worden geplaatst en moeten de dag na het evenement verwijderd worden. Dit helpt bij het voorkomen van visuele vervuiling en het beperken van de aanwezigheid van reclame in het straatbeeld.
  • De gebruiker dient minstens twee weken voor de beoogde plaatsing van de borden een meldingsformulier in te vullen en in te dienen bij het college van burgemeester en wethouders. Dit betekent dat de vergunningsplicht is omgezet in een meldingsplicht. De gebruiker moet dan aangeven waar de borden worden geplaatst, hoeveel er worden gebruikt en of deze voldoen aan de criteria.

Meldingsplicht en praktische toepassing

De meldingsplicht is een belangrijk onderdeel van het nieuwe beleid. In het kader van deregulering is de vergunningsplicht voor het plaatsen van deze borden afgeschaft, maar is deze omgezet in een meldingsplicht. Dit betekent dat gebruikers hun intentie om borden te plaatsen moeten melden bij de gemeente. Op deze manier kan de gemeente ervoor zorgen dat het straatbeeld niet te veel wordt overbelast en dat het gebruik van deze borden binnen de wettelijke kaders blijft.

Het meldingsformulier, dat digitaal beschikbaar is, bevat de relevante regels en criteria waaraan de gebruiker zijn aanvraag moet voldoen. Dit formulier dient als een vooraf test om te bepalen of de aanvraag volgens de wettelijke en beleidsgerichte richtlijnen kan worden geplaatst. De gemeente kan op basis van de melding controleren of de borden voldoen aan de criteria en of er sprake is van commerciële activiteit. In het geval van commerciële activiteit kan de aanvraag geweigerd worden.

In de praktijk betekent dit dat de gebruiker zich bewust moet richten op het voldoen aan de criteria. Dit betreft zowel de fysieke aspecten, zoals hoogte en afstand tot de rijbaan, als de inhoud van de reclame. Het is belangrijk om te onthouden dat de gemeente regelmatig geconfronteerd wordt met vragen over het toegestaan gebruik van deze borden, wat wijst op de noodzaak van duidelijke regelgeving en handhaving.

Fysieke en locatieve beperkingen

Ondanks de omzetting van de vergunningsplicht in een meldingsplicht, zijn er nog steeds fysieke en locatieve beperkingen die van toepassing zijn op het gebruik van sandwichborden en driehoeksborden. Deze beperkingen zijn bedoeld om de verkeersveiligheid en de kwaliteit van het straatbeeld te waarborgen.

Een van de belangrijkste beperkingen is de hoogte van de borden. Zonneschermen en andere objecten mogen bijvoorbeeld niet hoger dan 2,2 meter boven het voetgangersgedeelte van de weg worden geplaatst. Daarnaast moet er minstens 0,5 meter afstand zijn tussen het scherm en het gedeelte van de weg dat bestemd is voor rijverkeer. Ook mag het scherm niet meer dan 1,5 meter buiten de opgaande gevel reiken. Deze beperkingen zijn bedoeld om ervoor te zorgen dat het straatbeeld niet overbelast raakt en dat er geen hinder of gevaar kan ontstaan voor personen of goederen.

Een andere beperking is dat de borden niet langs de provinciale wegen mogen worden geplaatst. Dit betreft een duidelijke locatieve beperking die is opgenomen in het beleid. Aan de andere kant mogen borden wel in grasbermen of op gazons worden geplaatst, mits ze minstens 10 centimeter boven de grond worden opgehangen. Dit is bedoeld om ervoor te zorgen dat de borden niet in het gras verdwijnen en dat ze zichtbaar blijven voor voetgangers en automobilisten.

Commerciële versus niet-commerciële activiteiten

Een van de kernvragen rondom het gebruik van deze borden is of de activiteit commercieel of niet-commerciëel is. In het verleden was er regelmatig onduidelijkheid over het begrip 'commercieel', wat heeft geleid tot een soepeler beleid in de praktijk. In de huidige maatschappelijke opvattingen wordt het niet als een taak van de gemeente beschouwd om commerciële bedrijven de gelegenheid te bieden om op een zeer goedkope manier handelsreclame te laten maken. Daarvoor zijn voldoende andere media beschikbaar. Dit ligt anders bij niet-commerciële organisaties en plaatselijke evenementen, waarvoor het gebruik van deze borden nog steeds toegestaan is.

Het onderscheid tussen commerciële en niet-commerciële activiteiten is daarom van groot belang voor het beleid. Commerciële reclame via deze borden wordt als minder wenselijk gezien, vooral omdat het straatbeeld niet moet worden overbelast met commerciële activiteiten. Aan de andere kant zijn niet-commerciële evenementen en lokale activiteiten nog steeds toegestaan, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Dit betreft zowel de fysieke aspecten als de locatieve beperkingen die eerder zijn besproken.

Conclusie

De toepassing van sandwichborden en driehoeksborden in het openbare domein is onderworpen aan een complexe regelgeving die het gebruik en de plaatsing ervan beperkt. In de praktijk leidt dit vaak tot onduidelijkheid, aangezien de regelgeving niet altijd duidelijk is en het beleid door verschillende gemeenten anders kan worden geïnterpreteerd. Het wettelijk kader, het lokale beleid en de praktijkgerichte richtlijnen spelen allemaal een rol in het bepalen van het toegestane gebruik van deze borden.

De omzetting van de vergunningsplicht in een meldingsplicht is een belangrijke stap in de richting van deregulering, maar betekent niet dat er geen regelgeving is. De gebruiker moet zich bewust richten op het voldoen aan de criteria die zijn opgenomen in de regelgeving. Dit betreft zowel de fysieke aspecten, zoals hoogte en afstand tot de rijbaan, als de inhoud van de reclame. Het is belangrijk om te onthouden dat de gemeente regelmatig geconfronteerd wordt met vragen over het toegestaan gebruik van deze borden, wat wijst op de noodzaak van duidelijke regelgeving en handhaving.

Aangezien het gebruik van deze borden in de praktijk vaak gericht is op het aankondigen van evenementen en minder op commerciële doeleinden, is er een duidelijk onderscheid tussen commerciële en niet-commerciële activiteiten. Commerciële reclame via deze borden wordt als minder wenselijk gezien, vooral omdat het straatbeeld niet moet worden overbelast met commerciële activiteiten. Aan de andere kant zijn niet-commerciële evenementen en lokale activiteiten nog steeds toegestaan, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan.

Bronnen

  1. Nota Sandwich- en driehoeksbordenbeleid
  2. Gebiedsbesluit voor de realisatie van een wadi

Related Posts