Gevelbekleding Boven Maaiveld: Richtlijnen en Uitvoeringvolgens Regelgeving

Inleiding

De aanpassing en onderhoudsbehandeling van gevelbekleding boven maaiveld zijn essentiële aspecten bij de renovatie van historische en moderne woningen. Bij restauraties, restauratieve aanpassingen of zelfs gewone schilderwerkzaamheden aan gevels moet men zich conformeren aan bepaalde regelgeving en technische richtlijnen. Deze zijn bedoeld om de historische waarde en constructieve integriteit van de gevel te behouden, terwijl er tegelijkertijd voldoende aandacht is voor duurzaamheid en functionaliteit.

Deze artikel behandelt de relevante richtlijnen voor de uitvoering van gevelwerk boven maaiveld. De focus ligt op materiaalkeuze, uitvoeringstechnieken, gebruik van verf en impregneringsmiddelen, en bepaalde verboden die in het kader van bouwregelgeving gelden. De gegevens zijn grotendeels gebaseerd op lokale bouwregelgeving en praktische aanbevelingen van constructie- en bouwbedrijven.

Richtlijnen voor Gevelbekleding Boven Maaiveld

1. Verplichte Maatregelen Teneinde Constructieve Integriteit te Bewaren

Om de duurzaamheid en het uiterlijk van gevelbekleding boven maaiveld te waarborgen, zijn een aantal verplichte maatregelen vastgelegd in de lokale regelgeving. Deze richtlijnen zijn vooral van toepassing op monumentale of historische woningen, waarbij de originele structuur en detailering zo veel mogelijk behouden moeten blijven.

1.1. Uitvoering van Nieuw Voegwerk

Het aanbrengen van nieuw voegwerk in gevels moet geschieden met aandacht voor kleur, samenstelling en uitvoering. Dit voegwerk moet overeenkomen met het historisch juiste voegwerk dat al aanwezig is. De voegdikte en -diepte moeten in verhouding staan – een richtlijn is dat de voegdikte staat tot de voegdiepte in een verhouding van 1 staat tot 2.

Voegwerk moet worden uitgehakt met handgereedschap of met pneumatische beitels, waarbij de slijpmethoden slechts zijn toegestaan indien ze minimaal invloed hebben op de steen. Uitslijpen van voegen is alleen toegestaan met een zo klein mogelijke slijptol en afzuiging om schade aan de ondergrond te voorkomen.

Bij de uitvoering moet een monster van het nieuwe voegwerk worden voorgelegd aan de gemeentelijke monumenteninspecteur. Dit geldt vooral bij integrale herstel- of vernieuwingsmaatregelen.

1.2. Diepte van het Voegwerk Boven Maaiveld

Voegwerk moet tot minimaal 30 cm beneden het maaiveld worden nagezien, hersteld of vernieuwd. Dit zorgt ervoor dat het voegwerk niet alleen esthetisch aansluit, maar ook functioneel sterk genoeg is om vocht en slijtage te weerstaan.

1.3. Uitvoering van Pleisterwerk

Pleisterwerk boven maaiveld moet eveneens in samenstelling, kleur en uitvoering corresponderen met het historisch juiste pleisterwerk. Ook hier geldt de eis dat het pleisterwerk tot minstens 30 cm beneden het maaiveld moet worden hersteld of vernieuwd.

De samenstelling van het pleisterwerk moet afgestemd zijn op de hardheid van de onderliggende steen. Dit zorgt voor een betere hechting en minder slijtage in de loop van de jaren. Pleisterwerk dat in aanraking komt met houten onderdelen, zoals timmerwerk of dekplanken, dient tweemaal in lijvige menie of grondverf te worden gezet voor extra bescherming.

2. Verboden Materialen en Technieken

In de regelgeving zijn een aantal verboden vastgelegd om de kwaliteit en duurzaamheid van de gevelbekleding te waarborgen. Deze verboden zijn bedoeld om schade aan de structuur en het esthetische aspect van de gevel te voorkomen.

2.1. Geen Hydrofobering of Impregnering

Het hydrofoberen of impregneren van gevels is volgens de regelgeving niet toegestaan. Deze methoden kunnen de ademhaling van de gevel belemmeren en ertoe leiden dat vocht zich ophoopt in de poriën van de stenen of het pleisterwerk. Dit kan op de lange termijn leiden tot ziekteverschijnselen van de gevel, zoals aantastingen door schimmels of scheuren in het voegwerk.

2.2. Geen Steenverstevigers

Het gebruik van steenverstevigers is eveneens niet toegestaan. Deze producten kunnen de natuurlijke eigenschappen van de steen beïnvloeden en eventueel schade veroorzaken aan het oppervlak. Dit geldt vooral voor historische gevels, waarbij het gebruik van dergelijke producten het originele karakter kan verliezen.

2.3. Verboden Materialen in Timmerwerk

Timmerwerk dat in aanraking komt met metselwerk of pleisterwerk mag niet worden uitgevoerd met kunststoffen, kunststofverlijmde vezelplaten of vergelijkbare plaatmaterialen. Deze materialen zijn niet geschikt voor historische gevels en kunnen in de loop van de tijd slijten of afbrokkelen, wat schade kan veroorzaken aan de rest van de structuur.

Bijvoorbeeld, herstel van dakgoten, windveren of gevelbeschietingen mag niet worden uitgevoerd met multiplex of kunststofplaten. In plaats daarvan dient gebruik te worden gemaakt van traditionele houtsoorten, zoals die in de bestaande structuur aanwezig zijn.

2.4. Geen Kunststofplaten voor Dakbekleding

De toepassing van kunststofplaten of vergelijkbare materialen bij de herstelling van dakgoten of gevelbeschietingen is verboden. In plaats daarvan dient gebruik te worden gemaakt van roestvast staal of andere traditionele materialen die compatibel zijn met de rest van de structuur.

Bijvoorbeeld, leihaken en -klemmen moeten in roestvast staal zijn uitgevoerd. Ook de bevestiging van leien mag alleen geschieden met koper of roestvast staal. Dit zorgt voor een langdurige en betrouwbare bevestiging.

3. Aanbevolen Materialen en Technieken

3.1. Schilderwerk

Bij het schilderen van pleisterwerk of natuursteen dient uitsluitend gebruik te worden gemaakt van gladdroogende verf. De keuze van verf moet afgestemd zijn op het type pleisterwerk of natuursteen om de waterhuishouding van de constructie te waarborgen.

Het verfsysteem dient te worden afgestemd op de bestaande pleisterwerk of steen. Bijvoorbeeld, een verfsysteem dat geschikt is voor kalkpleister is niet automatisch geschikt voor zandsteen. Voor een optimaal resultaat is het verstandig om vooraf een proefoppervlak te schilderen.

Buitenwerken mogen alleen worden uitgevoerd bij gunstige weersomstandigheden. De relatieve luchtvochtigheid mag niet hoger zijn dan wat is aangegeven in de verwerkingsvoorschriften van de verfproducent. Bovendien moet de verwerkingstemperatuur boven de minimale waarde liggen.

3.2. Waterdichting en Impregnering

Hoewel het impregneren van gevels niet is toegestaan, zijn er andere methoden beschikbaar om de gevel te beschermen tegen vocht. Bijvoorbeeld, het aanbrengen van een waterdichte coating zoals Sika Igasol-101 is toegestaan. Deze coating is geschikt voor het beschermen van betonnen en bakstenen structuren tegen water- en dampindringing. Het is een één-component coating die op basis van een bitumineuze emulsie is vervaardigd.

Het toepassen van deze coating is geschikt voor zowel bovengrondse als ondergrondse structuren. Het kan worden aangebracht met een borstel, rol of via airless spuiten. Het is geschikt voor droge of licht vochtige oppervlakken en is niet bestand tegen UV-straling.

3.3. Impregneren van Buitengevel

Een andere optie is het impregneren van buitengevels met een middel zoals Sikagard-703 W. Dit is een gebruiksklaar middel dat op basis van silaan en siloxaan is vervaardigd. Het middel is geschikt voor mortel, metselwerk, baksteen, kalkzandsteen en natuursteen.

Het middel is waterafstotend en waterdampdoorlatend, wat betekent dat het vocht kan uittreden, maar niet binnendringt. Het is milieuvriendelijk en kan na een wachttijd van minstens 5 uur worden afgewerkt met verf. Het middel is geschikt voor oppervlakken die minstens zeven dagen oud zijn. Sterk vervuilde oppervlakken moeten eerst worden gereinigd met hoge druk voordat het middel wordt aangebracht.

4. Praktische Uitvoeringstips

4.1. Reiniging van Gevels

Voor de aanbrenging van coatings of verf is het noodzakelijk om de gevel eerst grondig te reinigen. Dit is vooral belangrijk bij zwaar vervuilde gevels. De reiniging kan geschieden met hoge druk of met schuurapparatuur, afhankelijk van de mate van vervuiling en het type oppervlak.

Na de reiniging moet het oppervlak gedroogd worden voordat het middel of de verf wordt aangebracht. Dit zorgt voor een betere hechting en een langdurig resultaat.

4.2. Boorgaten en Injectie

Bij vochtproblemen vanuit de fundering kan het aanbrengen van boorgaten een oplossing bieden. Deze boorgaten kunnen gebruikt worden voor injectie om vocht aan de onderkant van de muur tegen te gaan. De afmetingen van de boorgaten hangen af van de muurdikte. Bijvoorbeeld, bij een muurdikte van 110 mm bedraagt de diepte van de boorgaten 100 mm.

De boorgaten moeten horizontaal worden gemaakt en op een onderlinge afstand van 120 mm. Bij spouwmuren kan het aanbrengen van boorgaten aan één zijde voldoende zijn. In dat geval moet het gat volledig door de voeg worden gemaakt en in de andere muur tot maximaal 40 mm worden aangebracht.

4.3. Aanbrengen van Dunlagige Waterdichting

Dunlagige waterdichting is een efficiënte methode om de gevel te beschermen tegen vocht. Bijvoorbeeld, het gebruik van Sika Igasol-101 is geschikt voor zowel bovengrondse als ondergrondse structuren. Het middel is geschikt voor beton, mortel en baksteen en kan worden gebruikt als primer voor bitumineuze bekledingen.

Het middel is standvast op verticale oppervlakken en blijft flexibel bij lage temperaturen. Het is geschikt voor droge en licht vochtige ondergronden en is niet bestand tegen UV-straling. Het middel is eenvoudig aan te brengen met een borstel, rol of via airless spuiten.

5. Conclusie

De uitvoering van gevelbekleding boven maaiveld vereist een zorgvuldige aanpak die afgestemd is op de regelgeving en de historische waarde van de gevel. Het is belangrijk om te rekening te houden met de materiaalkeuze, de uitvoeringstechnieken en de verboden die in de regelgeving zijn vastgelegd. De bescherming van de gevel tegen vocht en slijtage is eveneens essentieel voor de duurzaamheid van de constructie.

Bij de uitvoering is het verstandig om te kiezen voor traditionele materialen en technieken die compatibel zijn met de bestaande structuur. De aanbrenging van coatings of verf dient zorgvuldig te worden gepland om schade aan de gevel te voorkomen. Bovendien is het noodzakelijk om te rekening te houden met weersomstandigheden en de voorwaarden voor het verwerken van verf of coating.

Het naleven van de regelgeving en richtlijnen is essentieel om de historische waarde en de esthetiek van de gevel te behouden. Met de juiste keuze van materialen en technieken is het mogelijk om een duurzame en functionele gevelbekleding te realiseren die aansluit bij de behoeften van de huidige en toekomstige bewoners.

Bronnen

  1. Lokale regelgeving CVDR40755
  2. Gevel waterdicht maken

Related Posts