Duurzame vogelkasten en vleermuiswoningen plaatsen: een handleiding voor woningbezitters en bouwers in Wageningen

Deze handleiding richt zich op het verantwoord plaatsen van vogelkasten en vleermuiswoningen bij woningen, met focus op de praktische toepassing in de regio Wageningen. De informatie is gebaseerd op wet- en regelgeving uit de Nederlandse ruimtelijke ordening en aanbevelingen van milieuorganisaties en bouwdeskundigen. De doelgroep zijn woningbezitters, bouwers, en professionele uitvoerders van renovaties en nieuwbouwprojecten. De handleiding beperkt zich tot feitelijke richtlijnen die zijn gebaseerd op de beschikbare bronnen, met nadruk op technische specificaties, plaatsingsvoorwaarden, kosten, en duurzaamheid.

Inleiding

Vogelkasten en vleermuiswoningen zijn belangrijke onderdelen van duurzame stedelijke en landelijke bouwpraktijken. Deze bouwelementen dienen niet alleen als beschermde broedgelegenheid voor inheemse soorten zoals de huismus, de huiszwaluw en de gewone dwergvleermuis, maar dragen ook bij aan de biodiversiteit en het ecologisch evenwicht in woonomgevingen. In Wageningen is het voorkomen van zowel de huismus als de gewone dwergvleermuis algemeen, wat het plaatsen van passende verblijven in en rond woningen aantrekkelijk maakt. De richtlijnen die hierin worden gegeven zijn gebaseerd op officiële bronnen uit de ruimtelijke ordening en ecologische richtlijnen. De focus ligt op duidelijke specificaties voor plaatsing, locatie, materiaalkeuze en kosten, zodat bouwers en woningbezitters een geïnformeerde keuze kunnen maken.

De bronnen tonen aan dat het plaatsen van zulke constructies niet alleen mogelijk is binnen bestaande bouwpraktijken, maar ook dat de meeste soorten behoefte hebben aan bepaalde voorwaarden om hun potentieel te realiseren. Het is daarom belangrijk om te weten dat niet elke plek geschikt is. De plaatsing moet worden afgestemd op de specifieke behoeften van de doelsoort. In dit artikel worden duidelijke richtlijnen gegeven voor drie belangrijke soorten: de gewone dwergvleermuis, de huismus en de huiszwaluw. Daarnaast wordt ook aandacht besteed aan de spreeuw, die in bepaalde omstandigheden kan worden aangeplaatst. Belangrijk is dat de keuze voor de juiste constructie, de locatie en het tijdstip van installatie allemaal een belangrijke rol spelen bij het succes van het project.

Vleermuiswoningen: soortspecifieke richtlijnen en plaatsingsvoorwaarden

De gewone dwergvleermuis (Myotis myotis) is een beschermd dier in Nederland en heeft een hoge eisen aan haar leefomgeving. Voor een doeltreffend en duurzaam verblijfplaats moet worden gekeken naar zowel de constructie als de locatie. De bronnen geven duidelijke richtlijnen voor zowel inbouw- als externe vleermuiswoningen. Voor inbouwconstructies is een steen of koker van ongeveer 50 cm hoog nodig. De prijs voor zulke constructies varieert tussen €40,- en €80,- voor een enkelvoudige constructie, en tussen €50,- en €350,- voor een meerlaagse constructie. Voor externe opbouw wordt vaak een platte kast gebruikt, die tegen de gevel wordt bevestigd. Deze soort kasten zijn ook te koop tegen een prijs van ongeveer €40,- per stuk.

De plaatsing van zowel inbouw- als externe kasten moet voldoen aan strikte eisen. De laagste hoogte van de kast moet tenminste 3 meter boven de grond liggen. Bovendien moet er een vrije aanvliegroute zijn, zonder obstakels zoals bomen, lantaarnpalen of andere gebouwen. De ingang moet niet worden blootgesteld aan kunstlicht, want dit kan de dieren verstoren. De omgeving moet vrij zijn van storingen en buiten bereik van roofdieren zoals poezen of vossen. Voor optimale zonbestraalde omstandigheden wordt een voorkeur voor zuidgerichte gevels aangegeven, maar ook andere windrichtingen kunnen geschikt zijn zolang de eisen aan de afstand tot obstakels en de afsluiting van het oog op de ingang worden nageleefd. Bij het plaatsen van meerdere kasten is het aan te raden om variatie te gebruiken, zowel qua plaatsing als qua soort kast, om de kans op succes te maximaliseren.

Eén belangrijk punt bij het plaatsen van vleermuiswoningen is de afvoer van uitwerpselen. Bij platte kasten, waarbij de mest onder de kast uitloopt, moet worden aandacht besteed aan de locatie. Het is aan te raden om de kast niet direct boven ramen of deuren te plaatsen, om te voorkomen dat de uitwerpselen de woning of de bewoners belemmeren. Daarnaast wordt aangeraden om externe kasten jaarlijks in de winter te controleren en eventueel schoon te maken, mits er geen dieren in de kast zijn. Dit is belangrijk omdat een verontreinigde kast de kans op ziektes verhoogt of de aantrekkingskracht vermindert.

Bij hoogbouw zijn er meer mogelijkheden voor het plaatsen van vleermuiswoningen, omdat er meer geveloppervlakte beschikbaar is. Hoogbouw biedt daardoor ruimte voor meer kasten en daarmee ook meer potentieel voor grotere groepen. Voor grotere groepen, zoals bij een kraamverblijf of een groter wintervoorraad, kan er ook maatwerk nodig zijn. Dit vereist in het algemeen een nauwkeurige afstelling van de constructie en de plaatsing.

Vogelkasten voor huismus en huiszwaluw: kenmerken en aanbevolen plaatsing

Voor de huismus (Parus major) en de huiszwaluw (Hirundo rustica) zijn er specifieke soorten nestkasten beschikbaar in de handel. Deze kasten zijn ontworpen op maat, zodat ze aan de specifieke behoeften van elke vogelsoort voldoen. De huismus kiest voor een kast met een minimale broedruimte van 15 bij 8 cm, met een ingang van 34 mm of ovaal 32 mm. Voor de huiszwaluw is een kast vereist met een afmeting van ongeveer 20 bij 40 bij 22 cm, met een invliegopening van 45 mm. Deze afmetingen zijn belangrijk, omdat ze de kans vergroten dat de juiste vogelsoort het nestgebruik kan nemen.

De prijs voor zulke kasten ligt tussen de €25,- en €30,-, afhankelijk van het materiaal en de vorm. Voor de huismus is een kast van €25,- beschikbaar, terwijl de kast voor de huiszwaluw €30,- kost. Deze kosten zijn redelijk laag en maken het plaatsen van zulke kasten voor veel woningbezitters betaalbaar. De keuze voor de juiste vorm is cruciaal, omdat een te grote of te kleine ingang de vogel kan afschrikken of het risico op roofdieren kan verhogen.

Bij de plaatsing van deze kasten zijn eveneens duidelijke richtlijnen van toepassing. Voor de huismus moet de kast tenminste 3 meter boven de grond zijn geplaatst. De kast mag niet te heet worden in de middagzon, waardoor de temperatuur te snel stijgt. Daarom wordt een voorkeur voor noord- of oostgevels aangegeven, of een plaats in de schaduw van een dakgoot of andere uitsteeksels. Bovendien dient er een dichte groenomgeving, zoals groen blijvende struiken of heggen, in de directe omgeving te zijn. Deze dienen als bescherming tegen roofdieren en bieden een veilige omgeving voor het broeden.

Voor de huiszwaluw is een hoogte van minimaal 4 meter nodig, die onder een overhangend dak of een dakgoot moet liggen. De kast moet op een plek worden geplaatst met een vrije aanvliegroute, en de voorkeur ligt voor witte daklijsten. Hoewel er geen duidelijke voorkeur is voor een bepaalde windrichting, worden gevels op het noordwesten als minst gunstig beschouwd. De kast moet op een plek worden geplaatst waar er genoeg ruimte is voor meerdere kasten, omdat de vogels vaak koloniegedrag vertonen. Voor de huiszwaluw is het belangrijk dat er bewoonde nesten in de buurt zijn, omdat dit de kans op succes verhoogt.

Bij het plaatsen van meerdere kasten is het aan te raden om ruimte tussen de kasten te houden. Voor de huismus geldt dat de nesten op minimaal 50 cm van elkaar moeten zijn, of dat de ingang niet zichtbaar mag zijn vanuit de ingang van een buurkast. Dit voorkomt concurrentie en agressie tussen de paren. Voor de huiszwaluw geldt dat het plaatsen van meerdere kasten op één dak of gevel ruimte biedt voor een kolonie, wat de kans op succes vergroot.

Duurzaamheid en onderhoud van vogel- en vleermuiskasten

Duurzaamheid speelt een cruciale rol bij het plaatsen van vogel- en vleermuiskasten. Deze constructies zijn niet bedoeld om slechts tijdelijk te worden geplaatst, maar moeten over lange tijd functionaliteren. Daarom is het belangrijk om zorgvuldig te kiezen voor duurzaam materiaal en een juiste plaatsing. De bronnen geven aan dat voor zowel vleermuizen als vogels het onderhoud beperkt is. Voor vleermuiswoningen is onderhoud meestal niet nodig, tenzij er sprake is van een andere vogelsoort die het nest heeft gebruikt. In dat geval is het aan te raden om de kast te controleren en eventueel te reinigen. Dit moet gebeuren in de winter, nadat het nest is leeggehaald, en dan pas als er zekerheid is dat de kast leeg is. De kast moet daarom altijd gecontroleerd worden voordat er aan de binnenkant wordt gewerkt.

Voor de huismus en de huiszwaluw geldt dat het onderhoud afhankelijk is van de soort. De kast voor de huiszwaluw moet in het najaar worden schoongemaakt, omdat het nest in de zomer wordt gebruikt. Dit is belangrijk om zorg te dragen voor een schone en veilige omgeving voor het komende jaar. Voor de huismus is er geen duidelijk onderhoudsadvies, maar de kast moet wel regelmatig worden gecontroleerd op schade of verstopping.

Een belangrijk aspect van duurzaamheid is het kiezen van de juiste locatie. De kast moet zowel duurzaam zijn in het ontwerp als in de plaatsing. De kast moet zodanig zijn geplaatst dat het materiaal niet snel verandert door zon of regen. Voor de huismus is het belangrijk dat de kast niet te veel warmte opneemt in de zomer. Daarom is een plek in de schaduw of aan een noord- of oostgevel ideaal. Voor de huiszwaluw is het belangrijk dat de kast niet te dicht bij een warme plek ligt, omdat de vogels gevoelig zijn voor hoge temperaturen.

Bij het plaatsen van kasten is ook rekening te houden met de omgeving. De kast moet zodanig worden geplaatst dat er geen gevaar is van verstoring door bomen of andere obstakels. Bovendien dient de omgeving voldoende groen te bevatten, zoals struiken of heggen, die zorgen voor bescherming tegen roofdieren. Voor de huismus is het aan te raden om een dichte groep groen in de directe omgeving te plaatsen, omdat dit de leefomgeving verbetert. Voor de huiszwaluw is het belangrijk dat er ruimte is voor het vliegen en jagen op insecten. Daarom is een plek dicht bij water of op een open veld ideaal.

Kosten en financiële aspecten van het plaatsen van kasten

De kosten van vogel- en vleermuiskasten liggen binnen een redelijk bereik voor de meeste huiseigenaren. Voor de gewone dwergvleermuis zijn er duidelijke prijsschalen. Een enkelvoudige inbouwsteen of koker kost tussen de €40,- en €80,-. Voor een meerlaags systeem, dat meer ruimte biedt voor grotere groepen of een kraamverblijf, ligt de prijs tussen de €50,- en €350,-. Voor externe kasten, zoals de platte vleermuiskast, is de prijs ongeveer €40,- per stuk. Voor de huismus zijn de kasten goedkoop te verkrijgen, met een prijs van ongeveer €25,-. Voor de huiszwaluw ligt de prijs iets hoger, op ongeveer €30,-. Deze kosten zijn redelijk laag, wat het plaatsen van zulke kasten voor veel woningbezitters betaambaar maakt.

Bij de kostenoverweging is het belangrijk om rekening te houden met de duurzaamheid en het onderhoud. De prijs van de kast is slechts een deel van de kosten. Er zijn ook kosten verbonden aan het plaatsen, zoals het monteren van de kast aan de gevel, eventueel het aanbrengen van bevestigingsmaterialen of het verleggen van een dakgoot. Voor de huiszwaluw is het vaak nodig om een speciale bevestiging te plaatsen, omdat de vogel een bepaalde hoogte nodig heeft. Dit kan extra kosten met zich meebrengen.

Daarnaast is er een mogelijke financiële steun van overheidsinstanties of milieuorganisaties. In sommige gevallen kan er subsidie worden aangevraagd voor het plaatsen van duurzame bouwelementen. Dit is vooral relevant voor projecten die gericht zijn op biodiversiteit. In Wageningen is er een algemeen erkend belang van de inheemse vogelsoorten, waardoor er mogelijk ondersteuning is voor projecten die gericht zijn op het behouden van deze soorten.

Het is ook belangrijk om te kijken naar de lange termijnkosten. Omdat de kasten meestal geen regelmatig onderhoud nodig hebben, zijn de kosten laag. Voor de huismus is het onderhoud beperkt tot het schoonmaken in het najaar, wat kosteloos of goedkoop is. Voor de vleermuiskasten is er meestal geen onderhoud nodig, tenzij er sprake is van een verstopping of schade. In dat geval zijn de kosten laag, omdat het meestal een simpele reiniging is.

Praktische aanbevelingen en conclusie

Het plaatsen van vogel- en vleermuiskasten is een duurzame maatregel die zowel het milieu als de woning kan verbeteren. De bronnen geven duidelijke richtlijnen voor elke soort. Voor de gewone dwergvleermuis is een inbouwsteen of koker nodig, geplaatst op minimaal 3 meter hoogte, met een vrije aanvliegroute en zonder kunstlicht op de ingang. Voor de huismus is een kast nodig met een minimale afmeting van 15 bij 8 cm en een ingang van 34 mm, geplaatst op minimaal 3 meter hoogte, voorkeur voor noord of oost, en in de schaduw van een dakgoot. Voor de huiszwaluw is een kast nodig met afmetingen van 20 bij 40 bij 22 cm, met een ingang van 45 mm, geplaatst op minimaal 4 meter hoogte, met een vrije aanvliegroute en voorkeur voor witte daklijsten.

Bij het plaatsen van kasten is het belangrijk om rekening te houden met de omgeving. De omgeving moet voldoende groen bevatten, zoals heggen of struiken, die zorgen voor bescherming tegen roofdieren. De kast moet ook zodanig zijn geplaatst dat er geen risico is op verstoring door bomen of andere obstakels. Bovendien is het belangrijk om de kast niet boven ramen of deuren te plaatsen, omdat de uitwerpselen van de dieren de woning kunnen beïnvloeden.

De kosten voor zulke kasten liggen binnen een redelijk bereik. Voor de gewone dwergvleermuis is de prijs tussen de €40,- en €350,-, afhankelijk van het type. Voor de huismus is de prijs ongeveer €25,-, en voor de huiszwaluw ongeveer €30,-. Deze kosten zijn laag, wat het plaatsen van zulke kasten voor veel woningbezitters betaambaar maakt.

Conclusie: Het plaatsen van vogel- en vleermuiskasten is een duurzame maatregel die zowel het milieu als de woning kan verbeteren. De richtlijnen uit de bronnen zijn duidelijk en haalbaar. Het is belangrijk om de juiste soort kast te kiezen, de juiste locatie te kiezen en de juiste tijd te kiezen voor plaatsing. Met deze maatregelen kan elke woningbezitter of bouwer een bijdrage leveren aan de biodiversiteit.

Bronnen

  1. Overheid.nl - CVDR671987
  2. Overheid.nl - CVDR671987 (volledige tekst)

Related Posts