Richtlijnen voor gevelbekleding en buitengebruik: Een handleiding voor woningbezitters en bouwers in Spijkenisse
De bebouwing van de stad Spijkenisse, met haar historische kern rond de Markt en de oostelijke woonwijken, kent een unieke architecturale identiteit. Deze identiteit is vormgegeven door een combinatie van traditionele bouwmaterialen, eenheid in kleurgebruik en een diepgeworteld begrip voor stads- en dorpsvernieuwingsmaatregelen. Voor zowel bestaande woningbezitters als nieuwe bouwers in het gebied zijn de richtlijnen voor buitengebruik – met name voor gevelbekleding, hekwerk, dakkapellen en installaties – van cruciaal belang om de welstand van de woonomgeving te waarborgen en een positief welstandsadvies te verkrijgen. Deze handleiding biedt een gedetailleerde, feitelijke uitleg op basis van de geldende regelgeving en sneltoetscriteria, zoals vastgelegd in de nationale en lokale regelgeving van het provinciebestuur Zuid-Holland en de gemeente Spijkenisse.
Architecturale en ruimtelijke richtlijnen voor de gevel van woningen
De architecturale richtlijnen voor de gevel van woningen in Spijkenisse zijn sterk gericht op het behoud van de karakteristieke uitstraling van de bebouwde kom. De kern van dit beleid ligt in het handhaven van eenheid in vormgeving, materiaalkeuze en kleurgebruik, met name in de woonwijken en het centrumgebied. De richtlijnen zijn opgesteld op basis van een diepgaande analyse van bestaande gebouwen, met name de historische bebouwing rond de Markt, die vanaf de 17e eeuw is gevestigd. Deze gebouwen zijn gekenmerkt door een combinatie van baksteen, natuursteen, pleisterwerk en keramische pannen in aardetinten, vaak in mat rood, oranje of antraciet. De meeste woningen zijn gebouwd in één tot anderhalf laag, met een zadeldak, en tonen veel architecturale details zoals strekken boven ramen, natuurstenen trassieringen, raam- en deurlijsten, windveren, en muurankers.
Deze kenmerken zijn niet zomaar decoratief; zij vormen de kern van de stadsbeeldvoorschriften. De regelgeving vereist dat nieuwe of vernieuwde gevels in overeenstemming zijn met de architecturale kenmerken van het omringende gebied. Dit betekent dat de keuze voor materialen, vormgeving en kleuren nauwlettend moet zijn. Zo dient het gebruik van baksteen in overeenstemming te zijn met het bestaande metselwerk, inclusief het gebruik van bepaalde formaten, types en metselverbanden. De richtlijnen benadrukken het belang van een consistente uitstraling: de gevel moet worden uitgevoerd met materialen die passen in het algemene beeld van de woonwijk. Dit geldt in het bijzonder voor de voorzijde, waar de gevel zichtbaar is vanaf de straat en het openbare domein.
Bij het aanbrengen van nieuwe gevelbekleding, zoals kunststof of andere plaatmaterialen, is het van cruciaal belang dat deze vormgegeven zijn op een manier die past bij de architectuur van het geheel. De richtlijnen specificeren dat plaatmaterialen in dezelfde kleur moeten worden afgewerkt in naden en hoeken, of dat ze op een gestuikte manier (met de kopse kanten tegen elkaar) moeten worden aangebracht. Dit zorgt voor een nette, afgeronde afwerking die de indruk van een continue gevel creëert. De gebruikte materialen mogen hout, watervast hout, multiplex of vezelgebonden platen zijn, mits deze passen bij het karakter van de omgeving. Gebruik van materialen die sterk afwijken in afwerking, kleur of structuur, zoals ongebruikelijke oppervlakken of felle tinten, is niet toegestaan.
Bovendien wordt het gebruik van bepaalde vormen en elementen aangeraden om de gevel te verfraaien. Zo wordt het gebruik van rollagen of strekken voor de afwerking van metselwerk langs gevels en vensteropeningen aanbevolen. Ook is het gebruik van gestukt trasraam toegestaan, wat een klassieke vorm van geveldecoratie is. De richtlijnen benadrukken ook het belang van geveldetailing. Hieronder valt het gebruik van raam- en deurlijsten, gevelversieringen, windveren, makelaars en gootlijsten, die allemaal bijdragen aan de ruimtelijke diepte en de architecturale waarde van een gebouw. Deze elementen zijn niet alleen esthetisch belangrijk, maar spelen ook een rol in het behoud van de ruimtelijke identiteit van de woonwijk.
Materiaalkeuze en kleurgebruik voor gevelbekleding en gevelelementen
De keuze voor materiaal en kleur is een centraal onderdeel van de richtlijnen voor gevelbekleding in de bebouwde kom van Spijkenisse. Het doel is om een eenduidige en harmonieuze uitstraling te waarborgen binnen de woonwijk, met name in de historische kern rond de Markt. De richtlijnen zijn gebaseerd op de oorspronkelijke uitstraling van de meeste gebouwen uit de 17e en 18e eeuw, waarbij een nadruk lag op natuurlijke materialen en aardetinten. De kernwaarden zijn eenvoud, duurzaamheid en esthetische coherentie.
Voor de gevel zelf is het gebruik van baksteen in de oorspronkelijke of overeenkomstige vorm geoordeeld als fundamenteel. De kleur van het baksteen dient te zijn in aardetinten, met voorkeur voor mat rood of oranje. Dit is een belangrijk criterium voor de beoordeling van nieuwe of vernieuwde gevels. Bovendien is het toegestaan om pleisterwerk te gebruiken, mits dit in lichte tinten is uitgevoerd en aansluit bij de kleuren die in het gebied worden gebruikt. De kleuren van de gevel moeten dus in overeenstemming zijn met het algehele kleurbereik van de omgeving, zonder opvallende of scherp afstotende tinten.
Bij het gebruik van kunststof of andere kunststofachtige materialen voor gevelbekleding is de richtlijn duidelijk: de keuze moet passen in het algemene beeld van de woonwijk. De richtlijnen specificeren dat plaatmaterialen, zoals hout, kunststof (zoals Trespa) of staal, in een kleur moeten worden afgewerkt die overeenkomt met de bestaande gevels. De kleurkeuze moet niet opvallen of afwijken van de oorspronkelijke vormgeving. Bij de keuze voor een kunststofbekleding moet de afwerking – zoals het gebruik van naden, hoeken en afwerkingen – zorgvuldig worden bekeken. De afwerking moet zodanig zijn dat het er netjes en professioneel uit ziet, zonder scherpe overgangen of oneven oppervlakken die afwijken van de oorspronkelijke uitstraling.
Een bijzondere richtlijn geldt voor het gebruik van houten of houtachtige materialen. Zoals in de richtlijnen vermeld, zijn houten delen of delen van cementvezelplaten toegestaan, mits deze passen in de architectuur van het pand. De kleur van de materialen moet zijn in donkere tinten, zoals zwart of donkerbruin, om af te vallen van de veelvuldig gebruikte grijze kleuren. Dit is ook van toepassing op houten delen die zijn begroeid met klimop, wat een natuurlijke, sierlijke afwerking geeft en past in het klassieke beeld van de woonwijk.
Daarnaast zijn er bepaalde materialen die expliciet worden vermeden. Dit geldt vooral voor kale betonnen schuttingen in grijze kleur, die zijn uitgesloten vanwege hun opvallende uitstraling. In plaats daarvan zijn betonnen schuttingen met een print in een niet-grijze kleur toegestaan, mits deze kleur past bij de omgeving. Evenmin toegestaan zijn vlechtschermen, die worden beschouwd als te modern of te onopvallend voor de architecturale sfeer van de woonwijk.
De richtlijnen benadrukken ook het belang van de kleur van kozijnen en posten. Deze moeten zijn in traditionele kleuren, zoals zwart, grijs of donkerbruin, en mogen niet afsteken tegen de gevel. Hetzelfde geldt voor de afwerking van gevels met plaatmaterialen. Deze moeten in dezelfde kleur zijn afgewerkt of op een gestuikte manier worden aangebracht om een nette afwerking te waarborgen. De combinatie van materialen in een gebied dient dus consistent en gecontroleerd te zijn, om de algehele kwaliteit van de bebouwde omgeving te behouden.
Bouwvoorschriften voor dakkapellen en bijgebouwen
Bij de aanleg van een dakkapel of bijgebouw in de bebouwde kom van Spijkenisse gelden strikte richtlijnen om de architecturale integriteit van de woonwijk te behouden. Deze richtlijnen zijn van toepassing op zowel nieuwbouw als herstructurering van bestaande gebouwen. De voorschriften zijn bedoeld om ervoor te zorgen dat de uitstraling van een dakkapel of bijgebouw passend is in de omgeving, zonder dat het hoofdgebouw overtroont of de ruimtelijke samenhang verstoort.
Voor dakkapellen aan de voorzijde gelden duidelijke beperkingen. De hoogte mag maximaal 1,5 meter bedragen, terwijl de breedte maximaal twee derde van de gevelbreedte mag zijn. Bovendien dient het dakschild (de bovenkant van de dakkapel) ten minste 50 centimeter boven de goot te liggen en minstens één dakpan onder de nok. De afstand tot kepers, woonhuisscheidende muren of eindgevels moet ten minste 75 centimeter bedragen. De zijwangen van de dakkapel mogen zijn uitgevoerd in plaatmateriaal in een kleur die passend is bij de gevel. De dakkapel dient te zijn omlijst, en het gebruik van een duidelijke afwerking aan de randen is aanbevolen. Deze eisen zijn bedoeld om de dakkapel te integreren in de gevel en te voorkomen dat deze als losliggend of ongecontroleerd element wordt ervaren.
Bij het bouwen van bijgebouwen, zoals garages, carports, bergingen, serres of tuinhuisjes, gelden eveneens beperkingen. Dit geldt zowel voor bouwwerken op het voorerf, zijerf of achtererf als voor die richting publiek domein gericht zijn. De uitstraling en het volume van zo’n bouwwerk mogen niet overheersen ten opzichte van het hoofdgebouw. Het volume moet ondergeschikt zijn aan het hoofdgebouw, en de kleur moet in overeenstemming zijn met die van de hoofwoning. Dit is bedoeld om te voorkomen dat een bijgebouw de aandacht afleidt van het hoofdgebouw en de architecturale samenhang van de wijk verstoort.
Bij het ontwerpen van een bijgebouw is het ook belangrijk om rekening te houden met de vormgeving en afwerking. Zo dient het gebruik van materialen zoals hout, kunststof of beton te zijn in overeenstemming met de oorspronkelijke uitstraling van de woonwijk. De afwerking van naden, hoeken en afwerkingen dient netjes en consistent te zijn. Bij het gebruik van kunststof of andere kunststofachtige materialen dient te worden nagegaan of het materiaal past bij de architectuur van het gebied. De kleuren moeten in overeenstemming zijn met de bestaande gevels, en het materiaal mag geen opvallende of ongebruikelijke structuur vertonen.
Bovendien zijn er richtlijnen voor het gebruik van bepaalde vormen. Zo wordt het gebruik van rollagen of strekken voor de afwerking van metselwerk langs gevels en vensteropeningen aanbevolen. Dit helpt om een continue en afgeronde uitstraling te creëren. Het gebruik van gestukt trasraam is toegestaan, wat een klassieke vorm van geveldecoratie is. De richtlijnen benadrukken ook het belang van de afwerking van gevels met plaatmaterialen. Deze moeten in dezelfde kleur zijn afgewerkt of op een gestuikte manier worden aangebracht, zodat de afwerking netjes en consistent is. Het doel is om een eenduidige en harmonieuze uitstraling te waarborgen binnen de woonwijk.
Toegestane en verboden materialen voor gevels en hekwerk
De keuze voor materialen van gevels en hekwerk is in Spijkenisse sterk gericht op de behoud van de architecturale identiteit van de bebouwde kom. De richtlijnen zijn gebaseerd op een diepgaande analyse van bestaande bebouwing, met name de historische bebouwing rond de Markt. Het doel is om te voorkomen dat nieuw of vernieuwd materiaal afwijkt van het algemene beeld van de woonwijk.
Voor de voorzijde van de woning gelden strikte beperkingen voor hekwerk. De hoogte mag niet meer dan 1,2 meter bedragen. Toegestaan zijn hagen, zwart of donkergekleurd gaaswerk, houten delen die begroeid zijn met klimop, metselwerk en betonnen schuttingen met een print in een niet-grijze kleur. Ook houten delen of delen van recycling kunststof of cementvezelplaten zijn toegestaan, mits deze passen in de architectuur van het gebied. De kleur van deze materialen mag zwart of donkerbruin zijn, om af te vallen van de veelvuldig gebruikte grijze kleuren.
Verboden zijn vlechtschermen en kale betonnen schuttingen in grijze kleur. Deze materialen worden beschouwd als te modern of te ongepast voor de architecturale sfeer van de woonwijk. Het doel is om een eenduidige en harmonieuze uitstraling te waarborgen, zonder opvallende of afwijkende elementen.
Bij het gebruik van metselwerk voor hekwerk gelden aanvullende eisen. Zo moet het metselwerk in overeenstemming zijn met het aangrenzende metselwerk van het gebouw, eventueel met een groeirek. Ook is het toegestaan om metselwerk uit te voeren met pananten conform het aangrenzende metselwerk, of met een doorschijnend (veiligheids)glas. De gebruikte materialen moeten dus in overeenstemming zijn met de oorspronkelijke uitstraling van het gebouw.
Bij het gebruik van glas voor hekwerk is het belangrijk om te letten op de soort glas. Geen volledig spiegelend glas of sterk getint glas. Wel toegestaan zijn geëtst glas of doorschijnend glas. Dit zorgt ervoor dat het glas niet opvallend of afstotend is, maar een zachtere uitstraling heeft.
Installaties en afwezigheid van storende elementen
De richtlijnen voor installaties in de bebouwde kom van Spijkenisse zijn gericht op het behoud van een zuivere en harmonieuze geveluitstraling. Het doel is om storende elementen zoals airco-installaties of schotelantennes te minimaliseren of te verbergen. De regelgeving streeft ernaar dat de buitenkant van de woning esthetisch aantrekkelijk en consistent is, zonder afgebroken of opvallende elementen.
Voor airco-installaties geldt dat deze niet zichtbaar mogen zijn vanaf het publiek domein. Dit betekent dat zij niet buiten de gevel mogen uitsteken of op een manier geïnstalleerd mogen zijn die opvalt. De opstelling moet zo zijn dat de installatie in het gebouw is opgenomen of in een cache misère is geplaatst, of op een afstand van minimaal 1 meter van de dakrand. Dit is bedoeld om de gevel te beschermen tegen verstoringen door technische apparatuur.
Bij schotelantennes gelden soortgelijke richtlijnen. Deze zijn toegestaan, mits ze geperforeerd zijn en in de kleur van de gevel zijn uitgevoerd. Indien de gevel wit is, is het gebruik van antraciet of zwart niet toegestaan. Dit is omdat deze kleuren op een witte gevel opvallen en de algehele uitstraling verstoren. De doelstelling is om de installatie zo onzichtbaar mogelijk te maken.
Bovendien zijn er richtlijnen voor het gebruik van reclame op de gevel. Alleen reclame die binnen het gevelvlak is aangebracht, is toegestaan. Reclame op de buitenkant van de gevel is verboden, tenzij deze in overeenstemming is met de architectuur van het pand.
Conclusie
De richtlijnen voor gevelbekleding en buitengebruik in Spijkenisse zijn gericht op het behoud van de architecturale en ruimtelijke integriteit van de bebouwde kom. De richtlijnen zijn gebaseerd op een diepgaande analyse van bestaande bebouwing, met name de historische bebouwing rond de Markt. De doelstelling is om een eenduidige, harmonieuze uitstraling te waarborgen binnen de woonwijk, zonder dat de architectuur wordt verstoord door moderne of afwijkende elementen.
De richtlijnen zijn duidelijk en toegankelijk, met name voor woningbezitters en bouwers die willen bouwen of vernieuwen. De richtlijnen zijn gebaseerd op feitelijke regelgeving en zijn gebaseerd op de wens om de architecturale identiteit van de woonwijk te behouden.
Bronnen
Related Posts
-
Zwarte Gevelbekleding van Trespa: Duurzaam, Duurzaam en Esthetisch voor Woningen
-
Witte Trespa-gevelbekleding: Duurzame oplossing voor moderne en sierlijke buitengevels
-
Duurzame en Esthetische Gevelbekleding met Trespa® Meteon® Wood Decors en Steenmotieven
-
Trespa Gevelbekleding in Sittard: Een Duurzame Oplossing voor een Mooie en Onderhoudsvrije Uitstraling
-
Duurzame en onderhoudsarme gevelbekleding met Trespa boeidelen in Purmerend
-
Professioneel en Duurzaam Onderhoud van Trespa Gevelbekleding: Handleiding voor Eigenaren en Bouwprofessionals
-
Prijsindicatie en kosten van Trespa gevelbekleding: Een uitgebreide gids voor huiseigenaren en bouwers
-
Trespa Izeon: De ideale oplossing voor duurzame en onderhoudsvrije gevelbekleding