Duurzame en duurzame gevelbekleding met Accoya: Richtlijnen en toepassing in woningbouw en renovatie

Inleiding

De keuze voor duurzame en esthetisch aantrekkelijke materialen in de bouw en renovatie van woningen neemt steeds meer toe. Een opvallend voorbeeld hiervan is het gebruik van Accoya-hout voor gevelbekleding. Gebaseerd op feitelijke gegevens uit bouw- en milieureferentieprojecten, zoals het renovatieproject op Airfield in Dublin en de toepassing bij Marks and Spencer en B&M Home Sores, is Accoya een materiaal dat zowel duurzaamheid als langdurig functioneren belooft. Deze stijlvolle en duurzame oplossing wordt vervaardigd uit hout dat is behandeld via een proces van acetylering, waardoor het hout betere eigenschappen krijgt ten opzichte van traditionele houtsoorten. De richtlijnen voor het aanbrengen van dergelijke bekledingen, evenals de regels voor het gebruik van geveltuinen, zijn streng vastgelegd in overheidsregelgeving en bouwvoorschriften. Deze richtlijnen, gedeeltelijk geïntegreerd in het beheer van historische panden, stellen beperkingen en vereisten vast voor de keuze van materialen, de uitvoering van werkzaamheden en de verantwoordelijkheden van de uitvoerder. De combinatie van milieuvriendelijke materialen zoals Accoya en strict toepasbare bouwvoorschriften voor gevelbekleding en geveltuinen vormt een essentieel onderdeel van de huidige bouwpraktijk in Nederland en Ierland.

Toepassing van Accoya-hout voor gevelbekleding: Casus en voordelen

Accoya-hout wordt sinds enkele jaren steeds vaker toegepast in de bouwsector, met name voor gevelbekleding. Het materiaal is afkomstig van hout uit duurzaam beheerde bossen en ondergaat een chemische behandeling die het hout duurzamer maakt dan traditionele houtsoorten. De toepassing van Accoya is geïnspireerd op het succes van gerenommeerde bouwprojecten. Zo werd de gevelbekleding van het bezoekerscentrum op Airfield in Dublin, Ierland, uitgevoerd met Accoya-hout voor de deuren, de zonwering en de gevelbekleding. Dit project werd met drie prijzen bekroond: de RIAI Awards voor Best Cultural Building en Best Sustainable Building, evenals de Ecocem Green Building of the Year. Deze erkenning duidt op een hoge mate van kwaliteit en duurzaamheid in het bouwproces.

Het gebruik van Accoya voor gevelbekleding is niet beperkt tot grote bouwprojecten. Ook kleinere bedrijven, zoals B&M Home Sores, konden het succes van Accoya-hout vaststellen. Na de installatie van gevelbekleding bij Marks and Spencer in het Ashby retailpark koos het "budgetmerk" voor dezelfde oplossing. Het resultaat was een esthetisch aantrekkelijke en duurzame afwerking die de kracht van het materiaal en het tijdsbestendige ontwerp benadrukte. De afmetingen van de lamellen bedroegen 66 x 142 mm in verschillende lengtes, gemaakt van 75 x 150 mm Accoya-hout dat met vingerlasverbindingen werd geïnstalleerd. Deze techniek zorgt voor een vaste en esthetisch consistente afdeling, zonder dat houten platen worden verzwakt door schroeven of nagels.

Deze casussen tonen aan dat Accoya niet alleen geschikt is voor grootschalige projecten, maar ook geschikt is voor commerciële en zakelijke toepassingen. De combinatie van hoge duurzaamheid, lage onderhoudseisen en een natuurlijke uiterlijk maakt het materiaal aantrekkelijk voor zowel particuliere als zakelijke opdrachtgevers. Bovendien wordt het gebruik van Accoya vaak gezien als een duurzame keuze, omdat het afkomstig is van gecertificeerde bossen en het proces van acetylering geen giftige stoffen gebruikt.

Bouwvoorschriften en richtlijnen voor gevelbekleding

Bij de uitvoering van gevelbekleding, met name in of nabij historische panden, zijn strikte richtlijnen van toepassing. Deze richtlijnen zijn bedoeld om de oorspronkelijke bouwconstructie te behouden en de duurzaamheid van het pand te waarborgen. Volgens artikel 7 van het bouwvoorschrift voor historische panden, mogen kozijnen van kunststof of aluminium niet worden gebruikt. Dit is een belangrijke beperking, omdat deze materialen vaak goedkoper zijn en gemakkelijker zijn te monteren. De voorkeur gaat uit naar houten kozijnen die historisch verantwoord zijn, wat betekent dat de keuze voor het materiaal moet aansluiten op het originele ontwerp en materiaal van het pand.

Verder mogen gevels niet geschilderd of geteerd worden, tenzij dit historisch verantwoord is. Hetzelfde geldt voor het aanbrengen van pleisterlagen of het gebruik van geoliede of gebeitste afwerkingen. Alleen op gevels die eerder geolied zijn mogen deze afwerkingen opnieuw worden aangebracht. Hoogtepunten zoals hoekbeschermers zijn niet toegestaan, omdat deze het oorspronkelijke uiterlijk van de gevel kunnen veranderen. Ook het polychromeren van gevelstenen of reliëfs is slechts toegestaan indien dit historisch bewijsbaar is. Bij afwezigheid van een dergelijk bewijs dient men te kiezen voor een natuursteenkleur. Deze richtlijnen zijn bedoeld om de architecturale waarde van gebouwen te behouden en te voorkomen dat veranderingen het karakter van een pand verstoren.

Een belangrijk onderdeel van de richtlijnen is ook het gebruik van natuursteen. Als een gevelsteen of reliëf ooit is geverfd of geïsoleerd, moet dit op een historisch verantwoorde manier worden aangebracht. Als er geen aanwijzingen zijn voor vroegere kleuring of ornamenten, mogen extra ornamenten of kleuren niet worden toegevoegd zonder voorafgaand onderzoek. Dit zorgt ervoor dat de oorspronkelijke architectuur wordt gerespecteerd en niet wordt veranderd door sieraden of verf die niet passen bij de oorspronkelijke intentie.

Beperkingen en voorwaarden bij het aanleggen van geveltuinen

Voor mensen die geveltuinen willen aanleggen, zijn er een aantal belangrijke voorwaarden en beperkingen die moeten worden nageleefd. Volgens de Spelregels gebruiksvoorwaarden geveltuinen geldt dat een aanvraag bij de gemeente moet worden ingediend voordat de geveltuin wordt aangelegd. De bewoner ontvangt daarna een gebruiksovereenkomst die moet worden ondertekend en teruggestuurd. Deze procedure is bedoeld om de gemeente te informeren over de aanleg en de verantwoordelijkheid van de bewoner vast te stellen. Als de woning wordt gehhuurd, is toestemming van de eigenaar vereist.

Een belangrijk punt is dat de grond van de geveltuin eigendom blijft van de gemeente. Dit betekent dat de bewoner geen eigendom heeft over het oppervlak zelf, maar alleen over de planten die daar worden geplaatst. De planten zijn in ieder geval eigendom van de bewoner, maar de gemeente behoudt de grond. Dit is een belangrijke rechtspositie die de bewoner duidelijk moet kennen, omdat dit invloed kan hebben op toekomstige veranderingen of schadegevallen.

De diepte van de grondbewerking mag maximaal 30 cm bedragen, met de nadruk op voorzichtigheid ten opzichte van eventuele ondergrondse leidingen. Kabels, leidingen en rioolaansluitingen kunnen op diepte liggen die minder dan 30 cm is, wat de bewoner verplicht om voorzichtig te zijn tijdens de aanleg. In geval van aanwezigheid van dergelijke leidingen, moeten de nutsbedrijven en de gemeente steeds de mogelijkheid krijgen om onderhoud uit te voeren. Als er schade ontstaat aan de geveltuin tijdens dergelijke werkzaamheden, zijn de gemeente of de nutsdiensten niet aansprakelijk. De bewoner is zelf aansprakelijk voor eventuele schade die aan derden of de gemeente wordt toegebracht.

Beperkingen bij het gebruik van materialen en bouwtechnieken

Bij de herstel- of vervangingswerken van gevelonderdelen zijn bepaalde beperkingen van toepassing. Zo mogen stenen die zijn aangetast door insecten of schimmels niet direct worden vervangen, tenzij het draagvermogen van het materiaal daardoor wordt aangetast. Slechte onderdelen moeten niet geheel vervangen worden, maar afgezaagd tot aan gezond hout, waarna een schuine of haaklas wordt aangebracht. Deze methode is belangrijk om de oorspronkelijke structuur van het bouwdeel te behouden. Als meer dan 40% van een onderdeel is aangetast, is een volledige vervanging toegestaan.

Een belangrijk punt is dat het gebruik van epoxyharsen is toegestaan voor het vervangen van balkkoppen, maar maximaal tot 1/5e van de overspanning, en dat mag niet meer zijn dan 1,20 meter. Hierbij moet worden aangetoond dat de gerepareerde balk voldoende draagvermogen heeft. De gebruikte stoffen mogen geen schadelijke effecten hebben op het hout of de structuur van het pand.

Bovendien mogen geen stalen constructies worden gebruikt voor het versterken van houten onderdelen. Dit komt omdat staal een andere uitzettingscoefficient heeft dan hout, wat leidt tot spanningen in het materiaal. Daarnaast wordt het gebruik van stalen onderdelen gezien als een aantaking van de oorspronkelijke bouwwijze. Als er toch een versterking nodig is, is dit alleen mogelijk na overleg met de afdeling ROBM en een erkende constructeur. Dit zorgt ervoor dat alle veranderingen op een veilige en veilige manier worden uitgevoerd.

Richtlijnen voor het aanbrengen van dakkapellen en doorbraken

Bij het aanbrengen van voorzieningen in het dak, zoals dakkapellen, dakvensters of doorbraken, gelden strikte richtlijnen. Volgens artikel 6.5 van de richtlijnen mag dit alleen gebeuren als er geen monumentale onderdelen van de dakkap worden aangetast. Bestaande schoorstenen moeten worden gehandhaafd. Voorzieningen mogen maximaal een derde van de lengterichting van het dakvlak beslaan, en de som van alle voorzieningen op het dak mag niet meer dan een derde van de lengte van het dakvlak bedragen. Deze beperking is bedoeld om de oorspronkelijke vorm en uitstraling van het dak te behouden.

Voorzieningen moeten tussen de spanten worden aangebracht en mogen niet boven het vlieringniveau worden aangebracht. De voorkeur gaat uit naar het plaatsen van voorzieningen in het midden van het dakvlak, zodat de verhouding van voor- en achtergevel goed is. De voorzieningen moeten minstens een kwart van de lengterichting van het dakvlak van de voor- en achtergevel vandaan blijven. Dit zorgt ervoor dat het dak visueel evenwichtig blijft en de oorspronkelijke vorm niet wordt beïnvloed.

Een belangrijk punt is ook dat bestaande rookkanalen of schoorstenen vaak kunnen worden gebruikt voor het wegwerken van moderne rookafvoeren of luchtgeleidingskanalen. Dit is een duurzame oplossing, omdat het hergebruik van bestaande elementen stimuleert. Daarnaast wordt een gemetselde schoorsteen als voorkeur gezien boven een andere constructievorm. Dit is omdat een gemetselde schoorsteen beter past bij historische gebouwen en minder gevaar loopt voor corrosie of instorten.

Beveiligen van de oorspronkelijke bouwconstructie

Bij alle bouw- of renovatiewerkzaamheden is het belangrijk dat de oorspronkelijke bouwconstructie wordt behouden. Dit geldt zowel voor gevels, daken als onderdelen. Zo mogen gevels niet worden geolied, geschilderd of geteerd, tenzij dit historisch verantwoord is. Hetzelfde geldt voor het aanbrengen van pleisterlagen of het gebruik van hydrofoberen. Alleen indien bouwkundige maatregelen geen oplossing bieden voor vochtdoorslag, is hydrofoberen toegestaan. Dit is een belangrijke beperking, omdat het een tijdelijke oplossing is die kan leiden tot schade aan de gevel als er geen passende oplossing is.

Ook het gebruik van hulpstoffen bij het metselen is niet toegestaan. De mengverhoudingen moeten volgens NEN 3835 worden vastgesteld, afhankelijk van de milieuklasse en de samenstelling van het bestaande metsel- en voegwerk. De gebruikte mortel moet passen bij de samenstelling en hardheid van de bestaande mortel. Als er sprake is van een kalkmortel, dient de toe te passen schelpkalk aan NEN 9031 te voldoen. Het gebruik van steenkalk is niet toegestaan.

Bij het vervangen van stenen moet rekening worden gehouden met de hardheid, afmeting, kleur en textuur van het originele materiaal. De meest belangrijke factor is de fysische eigenschap van het materiaal, niet de kleur. Dit zorgt ervoor dat het nieuw materiaal past in de structuur van het geheel en niet opvalt door een ander uiterlijk.

Conclusie

Het gebruik van Accoya-hout voor gevelbekleding is een duurzame en esthetisch waardevolle oplossing voor zowel particulieren als professionele bouwondernemingen. De toepassing van dit materiaal in gerenommeerde projecten zoals het bezoekerscentrum op Airfield in Dublin en de vestigingen van Marks en Spencer en B&M Home Sores toont aan dat het materiaal zowel duurzaamheid als esthetiek kan combineren. De richtlijnen voor het aanbrengen van gevelbekleding en geveltuinen zijn strikt en gericht op het behouden van de oorspronkelijke architectuur en het voorkomen van schade. Het gebruik van materialen zoals Accoya, het vervangen van onderdelen op een geschikte manier en het volgen van bouwvoorschriften zijn essentieel voor het behalen van een langdurig, veilig en estetisch overtuigend resultaat.

Bronnen

  1. Accoya Houten Gevelbekleding
  2. Spelregels gebruiksvoorwaarden geveltuinen
  3. Richtlijnen voor herstel en onderhoud van metselwerk en gevels

Related Posts