De Amsterdamse School: Uniek metselwerk en stijl in de architectuur
Inleiding
De Amsterdamse School is een architectonische stijl die in de vroege twintwintige eeuw opkwam en zich uit in expressieve vormen, rijk metselwerk, torentjes en glas-in-lood. Deze stijl ontstond als een reactie op het zakelijke en rationele bouwen van de tijd, en streefde naar een harmonieuze combinatie van functioneel ontwerp en esthetische waarde. Het metselwerk speelt in deze stijl een centrale rol, waarbij baksteen niet alleen als bouwmaterialen gebruikt werden, maar ook als kunstvorm voor decoratief en plastisch werk. In dit artikel wordt dieper ingegaan op de kenmerken van het metselwerk binnen de Amsterdamse School, de invloed van deze stijl op woningbouw en openbare gebouwen, en de rol van architecten en lokale gemeenschappen in de ontwikkeling ervan. Aan de hand van voorbeelden uit Amsterdam, 's-Hertogenbosch en Groningen wordt duidelijk hoe de Amsterdamse School zich over het land verspreidde en een blijvend spoor heeft nagelaten in de architectuur.
De oorsprong en ideologie van de Amsterdamse School
De Amsterdamse School ontstond in 1916 als een groep Amsterdamse architecten begon met het ontwikkelen van een nieuwe, expressieve bouwstijl. Architecten zoals Michel de Klerk, Joan Melchior van der Meij en Piet Kramer, die deel uitmaakten van het architectengenootschap Architectura et Amicitia, richtten hun aandacht op het creëren van gebouwen die niet alleen functioneel, maar ook emotioneel aansprekend waren. Het idee achter deze stijl was om de maatschappij veranderen via architectuur: woningen en openbare gebouwen moesten het leefbaar maken en idealen zoals schoonheid, gemeenschap en humaniteit belichamen.
In tegenstelling tot de zakelijke en functionele aanpak van Berlage en andere vertegenwoordigers van het rationalisme, richtte de Amsterdamse School zich op expressieve vormen en rijke metselverbanden. Gebouwen moesten opvallen, een verhaal vertellen en een visuele impact maken. Deze ideologie was een reactie op de toegenomen mechanisering in de maatschappij, waarbij het bouwen vaak leek te verliezen aan menselijkheid en creativiteit.
Kenmerken van het metselwerk in de Amsterdamse School
Een van de meest opvallende kenmerken van de Amsterdamse School is het metselwerk. Het gebruik van baksteen is niet alleen functioneel, maar ook kunstzinnig. De metselverbanden variëren en worden vaak gebruikt om visuele contrasten te creëren. In veel gebouwen zijn de metselverbanden uitbundig en plastisch, met rozetten, pirons en andere details die het geheel levendig maken. Baksteen wordt vaak gekoppeld aan gebeeldhouwde natuursteen, wat een rijk en diverse gevels creeert.
In het metselwerk vinden we ook siermetselwerk dat het gebouw een unieke uitstraling geeft. Bijvoorbeeld, in dorpen als Usquert en Haren zien we villa’s met ingetimmerde vensters, ronde deuropeningen en dakkapellen die allemaal het metselwerk accentueren. De combinatie van baksteen en natuursteen, of het gebruik van glas-in-lood in raamkozijnen, is typisch voor deze stijl. De gevels zijn vaak plastisch vormgegeven, wat betekent dat de muren lijken te bewegen of te golven, een kenmerk dat ook bekend staat als het expressionisme.
Een voorbeeld van dit metselwerk is te vinden in het gebouw van de Antoniusschool in Jan Schöfferlaan in 's-Hertogenbosch. Het metselwerk is zowel decoratief als functioneel, met een brede omlijsting van de deurpost en een schilddak dat met het straatbeeld aansluit. De dakkapellen zijn sierlijk vormgegeven en het metselwerk bevat veel details die het visuele effect versterken.
Invloed op woningbouw en openbare gebouwen
De Amsterdamse School had een grote impact op zowel woningbouw als openbare gebouwen. In de woningbouw was deze stijl populair bij zowel de arbeidersklasse als rijke boeren. Dankzij de Woningwet van 1902, die betere en betaalbare woonomstandigheden nastreefde, kon de Amsterdamse School zich in de woningbouw snel ontwikkelen. Gebouwen zoals het wereldberoemde Museum het Schip, dat vroeger het arbeiderspaleis was, zijn iconische voorbeelden van de woningbouw in deze stijl.
In de openbare gebouwen, zoals scholen en kantoren, werd de Amsterdamse School gebruikt om functie en esthetiek te combineren. Bijvoorbeeld, de Hogere Technische School in 's-Hertogenbosch, ontworpen door de stadsarchitect P. van Kessel, is een U-vormig complex met een plat dak en gevels van gele baksteen. Het metselwerk is subtiel gedetailleerd en het gebouw is geprezen als een van de beste voorbeelden van onderwijsarchitectuur in de jaren dertig van de vorige eeuw.
In dorpen en steden buiten Amsterdam, zoals in Groningen, zijn ook veel voorbeelden van deze stijl te vinden. In dorpen als Zuidhorn en Haren zijn villa’s gebouwd door lokale architecten die hun inspiratie hadden opgehaald in het westen van het land. Deze gebouwen vertegenwoordigen een mix van lokale bouwtradities en de stijl van de Amsterdamse School.
Verdeling van de stijl over het land
Hoewel de Amsterdamse School in Amsterdam begon, verspreidde ze zich snel over het land. In 's-Hertogenbosch zijn twintig gebouwen te vinden met stijlelementen van de Amsterdamse School. In Bossche gebouwen zien we kenmerken zoals uitbundige metselverbanden, rozetten, en siermetselwerk. Deze gebouwen zijn vaak in een sobere, maar toch expressieve vorm gebracht.
In Groningen, bijvoorbeeld, vond de stijl vruchtbare bodem door de snelle stadsontwikkeling in de begin twintwintige eeuw. Hier was het niet alleen de arbeidersklasse die profiteerde van de Amsterdamse School, maar ook rijke boeren lieten zich inspireren door de stijl. In dorpen als Usquert en Haren zijn villa’s gebouwd met rijk metselwerk en plastische gevels.
De rol van architecten en lokale gemeenschappen
De Amsterdamse School ontstond door een groep architecten die zich niet alleen richtten op technische aspecten van bouwen, maar ook op ideeën over maatschappij en leefbaarheid. Architecten zoals Michel de Klerk en J.P. Oud ontwierpen gebouwen die niet alleen functioneel, maar ook emotioneel aansprekend waren. Hun werk staat symbool voor een tijd waarin architectuur niet alleen gericht was op het voldoen aan functionele eisen, maar ook op het creëren van ruimtes die mensen gelukkig maakten.
Lokale gemeenschappen speelden ook een belangrijke rol in de verspreiding van deze stijl. In dorpen en steden waar de Amsterdamse School aan kracht kwam, werden architecten vaak ingezet om woningen en openbare gebouwen te ontwerpen die aansloot bij de lokale omgeving en de behoeften van de inwoners. In deze context ontstonden woningen en gebouwen die niet alleen in vorm en stijl uniek waren, maar ook functioneel en leefbaar.
Vormgeving en decoratief detail in de Amsterdamse School
Een van de belangrijkste kenmerken van de Amsterdamse School is de nadruk op vormgeving en decoratief detail. De gevels zijn vaak plastisch vormgegeven, wat betekent dat ze lijken te bewegen of te golven. Deze vormgeving creëert een dynamische indruk, waarbij het gebouw niet alleen een functie heeft, maar ook visueel aansprekend is.
Bijvoorbeeld, in het gebouw van de Antoniusschool is de voorgevel samengesteld uit zeven delen. De drie risalieten zitten tegen de rooilijn en de vier andere delen bevinden zich terugliggend van de rooilijn. Het resultaat is een gebouw dat een schilddak heeft evenwijdig aan de straat, met hierop haaks geplaatste zadeldaken. De plastische vormgeving van het metselwerk en de toepassing van glas-in-lood maken het een typisch voorbeeld van de Amsterdamse School.
In dorpen en steden zijn ook veel voorbeelden te vinden van decoratief detail in de vorm van bloembakken, tuinmuurtjes en hekwerk. Deze elementen worden vaak vervaardigd in smeedijzer en gemetseld in baksteen of natuursteen. Ze vormen een visuele contrast met de rest van het gebouw en accentueren de stijl van de Amsterdamse School.
De Amsterdamse School vandaag de dag
De Amsterdamse School is vandaag de dag nog steeds waar te nemen in vele steden en dorpen. Veel van deze gebouwen zijn behouden gebleven en worden beschouwd als cultureel erfgoed. In Amsterdam zijn er regelmatig tochten en tentoonstellingen die de stijl en de invloed van de Amsterdamse School belichten. Deze initiatieven helpen om de betekenis van deze stijl voor de architectuur en de maatschappij te onderhouden.
In 's-Hertogenbosch is het schoolcomplex van de Hogere Technische School nog steeds in gebruik en wordt het gezien als een van de belangrijkste voorbeelden van de Amsterdamse School. Het gebouw is een U-vormig complex met een plat dak en gevels van gele baksteen. Het is een bewijs van de betekenis die deze stijl heeft gehad voor onderwijsarchitectuur.
In Groningen zijn er ook nog steeds tal van voorbeelden van de Amsterdamse School te vinden. In dorpen als Usquert, Haren en Zuidhorn zijn villa’s gebouwd met rijk metselwerk en plastische gevels. Deze gebouwen zijn een getuigenis van de invloed van de Amsterdamse School op de woningbouw in de begin twintwintige eeuw.
Conclusie
De Amsterdamse School is een unieke architectonische stijl die zich uit in expressieve vormen, rijk metselwerk en plastische gevels. Deze stijl ontstond in 1916 als een groep Amsterdamse architecten begon met het ontwikkelen van een nieuwe bouwstijl die zich richtte op ideeën over maatschappij, leefbaarheid en schoonheid. Het metselwerk speelt een centrale rol in deze stijl, waarbij baksteen niet alleen als bouwmaterialen gebruikt wordt, maar ook als kunstvorm voor decoratief en plastisch werk.
De Amsterdamse School heeft een grote impact gehad op zowel woningbouw als openbare gebouwen. In de woningbouw is deze stijl populair geweest bij zowel de arbeidersklasse als rijke boeren, terwijl in de openbare gebouwen functie en esthetiek gecombineerd zijn. De stijl is zich niet alleen in Amsterdam ontwikkeld, maar ook in steden en dorpen zoals 's-Hertogenbosch en Groningen.
Vandaag de dag zijn er nog steeds veel voorbeelden van de Amsterdamse School te vinden, en deze stijl wordt beschouwd als een belangrijk deel van het culturele erfgoed van Nederland. Het metselwerk, de plastische gevels en de expressieve vormen zijn kenmerken die deze stijl uniek maken en die nog steeds visueel aansprekend zijn.
Bronnen
Related Posts
-
Toekomstige regelgeving metselwerk: voorbereiding op veranderingen in de bouwsector
-
Cursussen en opleidingen voor restauratie metselwerk: specialisatie in historische bouw
-
Cursussen metselwerk en beton: Bouwen met kennis en duurzaamheid
-
CUR-Aanbeveling 61:2013 – Richtlijnen voor Voegen en Hydrofoberen van Metselwerk
-
CUR Aanbeveling 071: Constructieve aspecten bij ontwerp, berekening en detaillering van gevels in metselwerk
-
CUR-Aanbevelingen voor het voegen en hydrofoberen van metselwerk: richtlijnen voor kwaliteit en duurzaamheid
-
Bouwbedrijven en constructieve keuzes in Valkenswaard: Een overzicht voor renovaties en woningbouw
-
Contrastvoeg in Metselwerk: Esthetiek, Techniek en Invloed op de Gevel