Oppervlaktebeoordeling van metselwerk: richtlijnen en kwaliteitscriteria
In de bouwsector, en met name bij het uitvoeren van gevel- en metselwerk, is kwaliteitsborging essentieel. Niet alleen het functioneel aspect van metselwerk zoals waterdichtheid en stabiliteit telt mee, maar ook het visuele resultaat is van groot belang, zeker bij gevels die zichtbaar zijn vanuit de openbare ruimte. Sinds 2021 zijn er duidelijke richtlijnen ontwikkeld voor de oppervlaktebeoordeling van metselwerk, waarin zestien kwaliteitsaspecten zijn beschreven en waarin visuele klassecriteria worden gesteld. Deze richtlijnen zijn vastgelegd in BRL 2826-01, een beoordelingsrichtlijn die een essentieel gereedschap is voor bouwbedrijven, architecten en opdrachtgevers. In deze artikel zullen we de kernpunten van deze richtlijnen uitleggen, de toepassing van visuele klassecriteria toelichten en de praktijkgerichte aspecten van de beoordeling bespreken.
Inleiding: Waarom is de beoordeling van metselwerk belangrijk?
Metselwerk vormt niet alleen een essentieel bouwdeel in de stabiliteit van een gebouw, maar ook in het uiterlijk. Bij gevelmetselwerk is het visuele aspect van het metselwerk vaak het eerst waarop de aandacht van toekijkers gericht is. Dit betekent dat de kwaliteit van het metselwerk niet alleen functioneel, maar ook esthetisch belangrijk is.
De nieuwe richtlijnen voor oppervlaktebeoordeling van metselwerk zijn ontworpen om de kwaliteitscontrole te structureren. Deze richtlijnen stellen duidelijke criteria op voor zowel het visuele als het functionele resultaat van het metselwerk. Daarmee wordt voorkomen dat subjectieve beoordelingen de kwaliteit van het werk beïnvloeden of dat kleine afwijkingen tot onnodige afkeuring leiden.
Beoordelingsrichtlijnen: Wat zijn de kernaspecten?
De BRL 2826-01 bevat richtlijnen voor de beoordeling van metselwerk op basis van zestien specifieke aspecten. Deze aspecten zijn gericht op zowel de vlakheid en regelmaat van het metselverband als op de precisie van voegen en het gebruik van de draad bij lintvoegen. De volgende aspecten zijn centraal in de beoordeling:
Vlakheid
De vlakheid van het metselwerk moet voldoen aan de gestelde eisen. Dit betekent dat er geen aanzienlijke onregelmatigheden of krommingen mogen optreden die het uiterlijk negatief beïnvloeden.Stootvoegbreedte
De breedte van de stootvoegen moet consistent zijn. Kleine afwijkingen zijn toegestaan, maar deze moeten binnen de gestelde limieten blijven.Aan de draad metselen van de lintvoeg
Bij lintvoegen dient het metselwerk afgestemd te zijn op de draad. Dit betreft zowel horizontale als verticale regelmaat.Lintvoegrichting (waterpas)
De richting van de lintvoegen moet waterpas zijn. Een afwijking in de richting kan het metselwerk optisch vervormen.Lagenmaat (lintvoegdikte)
De dikte van de lintvoegen moet uniform zijn. Ook hier gelden gestructureerde afwijkingstoleranties.Regelmaat metselverband
Het metselverband (bijvoorbeeld tegelverband of wildverband) dient regelmatig en in overeenstemming met het ontwerp uitgevoerd te worden.
Bij het beoordelen van deze aspecten kan gebruik gemaakt worden van eenvoudige meetapparatuur zoals een voegdieptemeter, duimstok, waterpas of laser. De beoordelingen worden uitgevoerd op een afstand van 3 tot 5 meter en bij diffuus licht om visuele schijnbeelden te voorkomen.
Visuele klassecriteria: Standaard versus Hoog
De beoordeling van metselwerk kan uitgevoerd worden op basis van twee visuele klassecriteria: Standaard en Hoog. De keuze voor een van deze klassen hangt af van de eisen die het opdrachtgever of architect stelt en van het type metselwerk dat wordt gebruikt.
Visuele klasse 'Standaard'
Deze klasse is de standaardmaatregel indien er geen andere afspraken zijn gemaakt. De criteria voor deze klasse zijn redelijk streng, maar toelaten dat kleine afwijkingen voorkomen. Het is vooral geschikt voor metselwerk waarbij oneffenheden en onregelmatigheden niet direct zichtbaar zijn of waarbij het metselverband en voegtype minder visueel excentrieke effecten veroorzaken.Visuele klasse 'Hoog'
Deze klasse wordt aanbevolen bij metselwerk dat visueel exacter moet zijn. Dit is het geval wanneer bijvoorbeeld gebruik gemaakt wordt van bepaalde stenen, voegtypen (zoals dunne of smalle voegen) of metselverbanden (zoals tegelverband). In dergelijke gevallen zijn kleine afwijkingen direct zichtbaar en wordt het uiterlijk van het metselwerk sterker beïnvloed. De eisen voor deze klasse zijn dus strenger.
Afspraken en documentatie
Het is belangrijk om duidelijke afspraken te maken over de visuele klassecriteria voordat het werk begint. Indien dit niet expliciet geregeld is, gelden de criteria voor de klasse Standaard. Afspraken over de klasse Hoog moeten schriftelijk vastgelegd worden om verwarring te voorkomen.
Praktijkgerichte toepassing: Proefmuur en referentievlak
Om de kwaliteitsbeoordeling van metselwerk in de praktijk te structureren, kunnen twee methoden gebruikt worden: het gebruik van een proefmuur of het aanwijzen van een referentievlak in het werk.
Proefmuur
Bij deze aanpak wordt eerst een proefmuur opgebouwd, waarbij het metselverband, voegbreedte en andere aspecten in overeenstemming met de afspraken worden uitgevoerd. Dit proefmuur dient als voorbeeld voor het resterende werk. Het wordt goedgekeurd door de betrokken partijen en vormt de basis voor de beoordeling.Referentievlak
Als er geen proefmuur gemaakt wordt, dient in het werk zelf een blijvend metselwerkfragment aangewezen te worden als referentievlak. Dit fragment moet visueel en qua kwaliteit representatief zijn voor het totale werk. De locatie en omvang van het referentievlak moeten duidelijk vastgelegd worden en worden gebruikt als benchmark bij de beoordeling.
Toegestane incidentele afwijkingen en puntentelling
Hoewel de richtlijnen duidelijke eisen stellen, is het in de praktijk onvermijdelijk dat er kleine afwijkingen optreden. Om te voorkomen dat deze incidentele afwijkingen tot directe afkeuring leiden, is er een systeem ontwikkeld met toegestane incidenten.
Puntentelling
Iedere millimeter overschrijding van een gestelde eis telt als 1 punt. Het maximale aantal toegestane punten varieert per beoordelingsaspect en ligt tussen 0 en 5. De ernst en de omvang van de incidentele overschrijdingen bepalen of de uitvoeringsprestatie acceptabel is.Representativiteit van het fragment
Als een metselwerkfragment niet aan de eisen voldoet, betekent dit niet automatisch dat het hele metselwerk niet aan de eisen voldoet. Het is essentieel om aanvullende metingen uit te voeren om te bepalen of het fragment representatief is voor het gehele werk.
Eindcontrole en herstelmaatregelen
Na afronding van het metselwerk is het verplicht om een eindcontrole uit te voeren. Dit is verantwoordelijkheid van het metselbedrijf. Bij deze controle worden onder andere de volgende aspecten gecontroleerd:
- Oppervlaktebeoordeling van het metselwerk
- Witte uitslag
- Vlakvorming
- Voldoende waterkerende maatregelen
Indien er bij deze eindcontrole afwijkingen of tekortkomingen worden geconstateerd, dienen herstelmaatregelen genomen te worden. Deze herstelmaatregelen moeten uitgevoerd worden voordat het werk officieel wordt afgenomen. Het is belangrijk dat deze herstelmaatregelen duidelijk worden vastgelegd in het procesbestand.
Kwaliteitsborging voor keramische producten
In de context van metselwerk is het ook belangrijk om aandacht te besteden aan de kwaliteit van de gebruikte materialen. Voor keramische producten zoals metselbakstenen, straatbakstenen, dakpannen en gevelbekleding zijn er specifieke beoordelingsrichtlijnen en certificeringen van toepassing.
De BRL 52230 betreft de certificering van keramische producten die in contact kunnen komen met hemelwater, grondwater of oppervlaktewater. Deze richtlijn is gericht op vooraf vervaardigde keramische producten die gebruikt worden in de bouw. Voorbeelden hiervan zijn metselbakstenen, straatbakstenen, dakpannen, tegels en gevelbekleding.
Toepassing van keramische producten
Keramische producten worden voornamelijk vervaardigd uit klei en worden behandeld met hoge temperaturen (ongeveer 900 °C of hoger) om duurzaam vormvaste producten te creëren. Deze producten voldoen aan wettelijke verplichtingen zoals het Besluit bodemkwaliteit, indien ze worden toegepast in toepassingsgebieden die in contact kunnen komen met water.
Voor leveranciers en gebruikers van deze producten is het noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de producten voldoen aan de gestelde kwaliteitscriteria. Dit geldt zowel voor het functionele als het esthetische aspect van het product.
Beoordelingsrichtlijnen voor keramische producten
Er zijn verschillende beoordelingsrichtlijnen die van toepassing zijn op specifieke keramische producten. Deze richtlijnen zijn onder andere:
BRL 1007: Metselbaksteen
Betreft de certificering van metselbakstenen voor gebruik in beschermd en onbeschermd metselwerk.BRL 1015: Gevelsysteem met droog gestapelde bakstenen
Betreft de certificering van gevelsystemen die bestaan uit droog gestapelde bakstenen.BRL 1016: Keramische prefab wand- en gevelelementen
Betreft de certificering van vooraf vervaardigde keramische wand- en gevelelementen.BRL 1510: Keramische dakpannen
Betreft de certificering van keramische dakpannen en hulpstukken voor dakbedekking.BRL 2360: Straatbaksteen
Betreft de certificering van straatbakstenen die gebruikt worden voor open bestratingen.BRL 2317: Waterdoorlatende bestratingselementen van beton
Betreft de certificering van waterdoorlatende bestratingselementen gemaakt van beton.
Deze richtlijnen vormen samen een uitgebreid kader voor de kwaliteitsborging van keramische producten in de bouw. Het is van belang dat zowel leveranciers als gebruikers ervan op de hoogte zijn en de gestelde eisen naleven.
Conclusie
De beoordelingsrichtlijnen voor metselwerk, zoals vastgelegd in BRL 2826-01, vormen een essentieel instrument voor het waarborgen van kwaliteit en visuele consistentie in het metselwerk. Deze richtlijnen stellen duidelijke criteria op voor zestien beoordelingsaspecten, waarbij de keuze tussen visuele klasse Standaard of Hoog essentieel is afhankelijk van het gebruikte metselverband en voegtype. Het gebruik van proefmuren of referentievlakken helpt bij het structureren van de beoordeling, en het systeem van toegestane incidentele afwijkingen voorkomt dat kleine afwijkingen tot onnodige afkeuring leiden.
Naast het visuele aspect is het ook belangrijk om rekening te houden met de kwaliteit van de gebruikte materialen. Voor keramische producten zoals metselbakstenen, straatbakstenen en dakpannen zijn er specifieke certificeringen en beoordelingsrichtlijnen van toepassing, zoals BRL 52230 en haar subrichtlijnen. Deze richtlijnen zorgen ervoor dat de producten functioneel en esthetisch voldoen aan de gestelde eisen.
Zowel metselbedrijven als opdrachtgevers hebben belang bij een gestructureerde beoordeling van metselwerk. Met behulp van de gestelde richtlijnen kan het metselwerk objectief beoordeeld worden, zodat eventuele tekortkomingen op tijd hersteld kunnen worden en het eindresultaat aan de verwachtingen voldoet.
Bronnen
Related Posts
-
Dilatatieadvies voor Metselwerk: Belangrijke Aandachtspunten voor Ontwerp en Uitvoering
-
Dilatatiebehandeling in Metselwerk: Uitleg, Materialen en Toepassing
-
De rol van rubber in de afdichting van dilatatievoegen in metselwerk
-
Dilatatievoegen in metselwerk bij sluizen: Functionele oplossingen en constructieve eisen
-
Dilatatie in metselwerk en beton: aanpak, materialen en praktische aandachtspunten
-
Dilatatievoegen in metselwerk: Belang, uitvoering en voordelen
-
De rol van lintvoegen in metselwerk: constructieve functie en beoordeling in renovatieprojecten
-
Metselwerken in Surhuisterveen: Een overzicht van Dijkstra en andere lokale bedrijven