Meesterlijk metselwerk: Van historisch ambacht tot huidige praktijk

Meesterlijk metselwerk vertegenwoordigt de kracht van ambacht en precisie in de bouw. Tijdens restauraties van historische gebouwen ontstaat vaak de behoefte om originele metseltechnieken opnieuw te leren en toepassen. Dit geldt vooral voor specialistische vormen zoals gewelven en kruis-ribgewelven, die weinig in de moderne bouwtechniek voorkomen. In dit artikel wordt ingegaan op de praktische aanpak van het metselen van gewelven, de rol van de meester-metselaar in dit proces, de keuze van specifieke materialen zoals steen en mortel, en de overdracht van deze kennis via educatieve initiatieven. Ook wordt ingegaan op het ambacht van de metselaar en de architectuurhistorische evolutie van metseltechnieken. Onderwerpen zoals spatkrachten en de documentatie van restauratieprojecten komen hierbij aan de orde.


Het metselen van gewelven

Het metselen van gewelven is een weinig voorkomende doch essentiële bouwtechniek, vooral bij de herstelling van historische gebouwen met oude bouwvormen. In het geval van de restauratie van de Urbanuskerk in Amstelveen kreeg dit ambacht weer aandacht, nadat een aantal gewelven in 2021 bij een brand verwoest was. Deze herbouw liet zien dat de kennis over het metselen van vierdelige kruis-ribgewelven, zoals toen gebruikelijk, inmiddels grotendeels verloren gegaan is.

Het proces start met het maken van houten formelen, die als ondersteuning dienen bij het bouwen van de ribben van het gewelf en het gemetselde gewelvenkloppen. Deze formeltechniek vereist het zorgvuldig stomen van de juiste onderdelen en het precies uitvoeren van het metselage deel. Na vormgeving en montage van de formelen wordt het gewelf gemetseld. Dit vraagt een afwijken van de moderne metseltechniek, en juist vanwege de complexiteit van het metselproces vormde de herbouw een unieke kans om de kennis rondom het metselen van gewelven te herwinnen.

De architectuur van de Urbanuskerk, gebouwd in 1888, is een goed voorbeeld van oude handenarbeid. Het dakraam, dat op vierdelige kruis-ribgewelven steunt, levert grote spatkrachten op. Deze spatkrachten veroorzaken een zekere zijwaartse druk, die via steunberen en gevels moet worden opgevangen. Om dit probleem goed aan te pakken, moet je als meester-metselaar eerst dieper inzicht krijgen in de statische principes van het gewelf.

Tijdens de restauratieprocedures in de Urbanuskerk ontstond de behoefte om dit vak kennis opnieuw te leren. In 2021 werden daarom masterclasses over Gewelven metselen gegeven, georganiseerd bij deze kerk die al gerenoveerd was, maar wegens de brand nieuw moet worden opgebouwd. Deze masterclasses waren op het niveau van specialisten voor restauratiemetselwerk en gaven de deelnemers handigheid in het omgaan met oudere technieken.


De rol van de meester-metselaar

De meester-metselaar is een essentieel onderdeel van de metselindustrie, vooral bij complexe en historische verbouwingen. Tijdens de Urbanuskerk-restauratie zorgde een ervaren meester-metselaar, Hans van Eert van Nico de Bont, voor instructies over metsel- en voegtechnieken. Hij demonstreerde onder andere hoe formelen worden opgezet en schenkels vervaardigd, zodat bouwers in staat worden gebracht om de betrokken vormen correct te metselen.

Historisch gezien had de meester-metselaar ook altijd al een centrale rol. Hoewel baksteen al door de Romeinen werd gebruikt, verdween deze kennis in de regio na de Romeinse tijd, totdat het in de 12de eeuw opnieuw werd toegepast, vooral in religieuze en openbare gebouwen. Vanaf de late middeleeuwen en de renaissance werd de techniek verder verfijnd en zijn ook houten elementen zoals kappen een standaarddeel van bouw- en metselprojecten. Deze kappen werden vaak reeds op grote afstanden van de bouwplaats vervaardigd en geassembleerd als bouwpakketten. Het benodigde hulp dan van o.a. timmerlieden om dit op orde te houden.

In opstanden zoals restauraties houden meester-metselaars zich vaak bezig met de overdracht van kennis aan medeambachtslieden of andere projectleiders. De samenwerking met de aanneming Nico de Bont was in dit geval van essentieel belang. Deze onderneming trad bovendien traditioneel op als bouwmeester in grote projecten.


Materialen in het metselwerk

De keuze van de steen

Bij het herstel van historische gewelven is het kiezen van de juiste bouwsteen een essentieel onderdeel. Architect Pierre Cuypers gebruikte tijdens de oorspronkelijke bouw van structuren zoals de Urbanuskerk een lichte steensoort. In de context van restauraties bleek dit een moeilijke opdracht. Steenbakkerij Zilverschoon produceerde speciaal daarvoor aangepaste stenen door Friese zeeklei te bewerken met middelen die belletjes creëren, vergelijkbaar met de productie van luchtige vla. Deze aanpassing maakt de stenen lichter en geschikt voor reconstructie van oude metselwerken.

Bouwstenen die van moderne factores komen, zijn vaak niet geëigend voor restauraties, vanwege hun andere eigenschappen — zo is de dichte samenstelling van moderne stenen vaak onverenigbaar met de luchttrogtechniek van oude structuren. Daarnaast moet men de bestaande kerk of gewelf beschouwen vanuit het aspect van evenwicht met het oorspronkelijke materiaal.

De samenstelling van de mortel

Ook de mortel kreeg aandacht tijdens de recreatie van de gewelven. De kalkmortel die werd gebruikt, moest voldoen aan bepaalde eisen: optredende spatkrachten moesten door de elastische eigenschappen van de mortel worden opgevangen, en de mengsels hadden een juiste hechtkracht nodig om in staat te zijn steen en baksteen te binden. Hierbij is het van belang om de procentuele samenstelling van kalk en zand te bepalen. Tijdens de restauratie werden herhaalde proeven uitgevoerd, waarbij de kalk en zand op verschillende verhoudingen werden verwerkt en testen werden gedaan op duurzaamheid en verwerkbaarheid.

De gebruikte mortel had tevens een geschikte consistente structuur zodat het voldoende plakkracht had om als bindingsmiddel te fungeren. Verder zijn o.a. toeslagstoffen mogelijk toegestaan, afhankelijk van de gewenste mechanische eigenschappen. Wat in ieder geval duidelijk moet zijn, is of de gebruikte mortel het historische karakter van het monument in zijn geheel respecteert.


De organisatie en methodiek van metselprojecten

Om de complexiteit van metselen met gewelven goed te beheersen, was een systematische aanpak noodzakelijk. Dit begon met de vraag: Wat is het karakter van het gebouw en hoe zijn de spatkrachten ontstaan? Deze analyses helpen bij het inschatten van de vereisten voor reconstructie.

Metselaars en oppermen hebben het historisch meestal verantwoordelijk gehouden voor het maken van de mortel en het aandragen van bakstenen en gereedschappen. De mortelspecie, gemaakt vaak van kalk, zand, en water, moet worden afgestemd op de zware of lichte steensoorten die gebruikt worden. Verder speelde het vakmanschap een grote rol; oud metsel- en voegwerk uit de 17de en 18de eeuw wordt gekenmerkt door strakke en scherpe uitvoering, soms met zorgvuldige vermeldingen in de bouwbestekken om aandacht te schenken aan het voegen als afzonderlijk vak.

In de 18de eeuw ontstond zelfs het onderscheid in beroepen: de voeger als iemand die specifiek zorgt voor het nette en functionele uitvoeren van voegwerk. Ook in tegenwoordige projecten kunnen zulke voegwerkkenmerken nog relevant zijn, zeker als het gericht is op een esthetisch of originele verbouwing die aansluit bij de oude bouwkunst.


Documentatie en educatie in restauratieprojecten

Kennisoverdracht en masterclasses

De restauratie van gewelven biedt een unieke kans om kennis op een breed niveau over te dragen. Vanwege de complexiteit en de slechte beschikbaarheid van instructieve boeken op dit gebied — behalve Thunissen’s werk uit 1950 dat sindsdien slechts antiquarisch verkrijgbaar is — is het van groot belang om moderne educatieve instrumenten in te schakelen.

In 2021 nam het NRC en andere partijen deze kans graag waar door masterclasses over Gewelven metselen te organiseren. Deze cursussen gaven experten, zoals Klaas Boeder en Willard van Reenen, de kans om hun kennis over het herstellen van gewelven en bogen te delen. Deze kennis is opgenomen in een nieuw studieboek, geïntroduceerd op een evenement in Den Bosch op 17 mei 2022. Het boek is grotendeels gericht op de praktische aspecten van het metselen van vierdelige kruis-ribgewelven en helpt professionals bij het terugvinden van verloren ambachtelijke technieken.

Nieuwe kennis en voormalige expertise

De masterclasses en het publiceren van dit studieboek hebben ertoe geleid dat de expertise over gewelvenmetselen weer opgenomen is in educatieprogramma’s. Omdat het om specialistisch werk gaat, werd besloten om het proces van opbouw uitgebreid te documenteren zodat toekomstige restaurateurs er beter in kunnen voortbouwen. Dit documenten van ervaringen en methodes is het fundament van duurzame kennisdeling in de bouwsector.

Daarbij is blijven noteren hoe de meester-metselaar en zijn team met praktische problemen omgaan. Stelling leggen met houten structuuronderdelen, het gebruik van gespecialiseerde mortel en het volgen van traditionele patronen — allemaal details die worden vastgelegd en later voor deel kunnen worden genomen binnen vakgroepen. Zeker bij grotere projecten, zoals het herbouwen van een kerkdak, is het van belang dat iedere stap in het proces goed wordt vastgelegd.


Architectuur en stedebouw: Kennisuitwisseling en begeleiding

De Meesterprijs en jonge ambachters

Hoewel de vorige afdeling het metselen als bouwtechnieken behandelde, is het ook belangrijk om te kijken naar de manier waarop kennisoverdracht kan worden ondersteund via educatieve stichtingen en prijzen. De Fleur Groenendijk Foundation, oprichter van ‘De Meester’ genoemd promotieprijs, is hierin een goed voorbeeld. Deze prijs werd in 2015 uitgereikt als jaarlijkse activiteit en heeft tot op de dag van vandaag jonge architecten gestimuleerd in het realiseren van innovatieve of cultuurlijke projecten.

In 2021 werden drie afstudeerprojecten genomineerd door een onafhankelijke jury, die bestond uit namen zoals Victor Mani, Jan Peter Wingender, Ronald Schleurholts, Elma van Boxel en Bas Kurvers.

  • Stadhuis van Dordrecht door Kirsten Dielen
  • Nocturnal Animals door Saskia Lambers
  • Denkbeelden van Rotterdam door Marinda Verschoor

De projecten werden in detail voorgesteld tijdens een publieke avondoproep genaamd De avond van De Meester, waarbij de vooroordelen tegenover architectuur en de nadruk op vernieuwing duidelijk te merken was. In het geval van de kerkrestauratie kwam de overdracht van ambachtelijke kennis via zulke initiatieven bij voorkeur aan bod. Het is immers een unieke kans om jonge professionals te ondersteunen bij het ontwikkelen van hun expertise in restauratiewerk.

Ook voor de toekomstige generatie is er aandacht voor meesterwerk binnen de streefgebieden van architectuur en stedebouw. Het Afstudeerproject Tanah Antara van Ruben Sannen, en Water vernieuwt! van Alex de Jong, illustreren onder meer deze combinatie van vormgeving en verantwoordelijkheidsniveau bij gerichte maatschappijprojecten. Zulke initiatieven kunnen, net zoals de Urbanuskerk-restauratie, grote impact creëren in hun omgeving en bijdragen aan het standaardiseren van professionele ambachten.


De toekomst van metselwerk

Ambacht en moderne bouw

Hoewel het metselen van gewelven tot een vrij onbekend en zeldzaam vak is gereduceerd, wordt er met educatieve en restauratieve projecten poging gewreid om het ambacht te behouden. In projecten zoals dat van Nico de Bont en Zilverschoon wordt gebruik gemaakt van oude technieken, aangepast aan moderne eisen aan duurzaamheid, stabiliteit en materiaalkwaliteit. Hierbij is vakmanschap als een onderliggend thema van essentieel belang, ook bij jonge professionals die in de toekomst hun kennis verder zullen moeten toepassen.

Documentatie én bewondering van technieken

Voor meesterlijk metselwerk is documentatie van het bouwproces steeds belangrijk geworden. In de 18de en 17de eeuw was er op elk stadium uitdrukkelijke aandacht voor het voegen, en bestekken weerspiegelden het vakmanschap dat met stenen moest worden gecombineerd. Ook in moderne tijden speelt documentatie een rol, vooral bij het behouden van bouwstrategieën en het ontwikkelen van referentieniveaus voor restauratiebepalingen.

Door het ontwikkelen van handboeken en het vastleggen van handelingen wordt de kennis uitgebreid toegankelijk voor opvolgende generaties. Dit brengt de vaktraditie in lijn met educatieve behoeften en helpt bij het realiseren van kansen in de bouwsector.


Aanbevelingen voor restauratie en constructieprojecten

Bij de uitvoering van metselwerk, in het bijzonder gericht op restauratie, zijn er een aantal technische en praktische overwegingen van belang. Deze afdeling richt zich op professionele aanbevelingen en richtlijnen voor zowel metselsectie, kennisoverbrengen en materiaalgebruik. Alle gegevens zijn afgeleid van de gebruikte restauratieprojecten en technische uitleg van de betrokken ambachten.

Overwegingen bij metselbouwtechniek

  • Vermijden van moderne cementmortel bij restauraties: Cement is te hard en kan in de verankering schade veroorzaken. Kalkmortel is daarom wenselijk.
  • Gebruik van geschikte bouwformelen: Voor gerichte vormen zoals gewelven zullen houten formelen noodzakelijk zijn. Deze moeten sterk en strak zijn, en het opstellen ervan vereist vaak specialistische instructies.
  • Aandacht voor spatkrachten en statische belasting: In het metselen van een gewelf is het belangrijk om een goed inzicht in de huidige en historische belastingstructuur te hebben. Verwaringsgevoelens over horizontale drukken duiden op nood aan professionele beoordeling.
  • Elastische ligging van mortel: Door de eigenschappen van het metselaarsspecie wordt gewaagd metselwerk zoals gewelven juist stabieler. De juiste mix van kalk en zand dient te worden bepaald via herhaalde tests.
  • Vakmanschap in voegwerk onderhouden: Oud metsel- en voegwerk is vaak gecharacteriseerd door scherpe, zorgvuldige uitvoering. Bij restauraties is het belangrijk om dit niveau van detailbeleid te bewaren.

Best practices in communicatie en kennisoverdracht

  • Het opzetten van masterclasses, zoals de Gewelven metselen cursussen van 2021, helpt in de overdracht van kennis.
  • Samenwerking met monumentdeskundigen, zoals de restauratieadviseur bij deze kerkprojecten, is cruciaal voor een sluitende analyse van de statische en bouwpsychologische eigenschappen.
  • Bij architectuurprojecten die van meester-metseltechniek gebruikmaken (bijv. bij de renovatie van historische kloosters, kerken of stedelijke gebouwen), is het aan te bevelen om een duidelijk handhavingssysteem te bedenken voor toekomstige onderhoudsactiviteiten.

Conclusie

Meesterlijk metselwerk is een essentieel onderdeel van zowel architectuurgeschiedenis als huidige restauratiepraktijken. De restauratie van de Urbanuskerk gaf een duidelijk voorbeeld van hoe het metselen van vierdelige kruis-ribgewelven kan worden herontdekt en onderwijl ingepakt in modernen bouwtechnisch realisme. Door het herstellen van dergelijke werken kan ook de vakkennis over oude bouwmethodes worden onderhouden en voortgezet.

De rol van de meester-metselaar is onmisbaar, aangevuld met de juiste samenwerking tussen aannemers, metselaarsspecifieke oppermen en bouwkundige deskundigen. Bovendien zijn educatieve initiatieven, zoals masterclasses en de uitgifte van wetenschappelijke en praktische handboeken, van groot belang om ervaring op een breed front beschikbaar te maken.

Ook in het kader van stedebouw en architectuurprojecten is er ruimte voor de toepassing van ambachtelijke technieken. De invloed van stichtingen zoals de Fleur Groenendijk Foundation, met hun initiatieven zoals ‘De Meester’-prijzen, ondersteunt jonge professionalen bij het verfijnen van hun bouwkundig visioen, en vooral bij de integratie van kennis uit het verleden in toekomstige projecten.

Zowel oud- als nieuwgebouwde structuren kunnen profiteren van een integratie van huidige en klassieke metselpraktijken. Deze integratie is slechts haalbaar door stevige instructies, toezicht, en een breed onderwijsperslag.

Tenzij de kennis rondom het metselen van daken en specifieke metselwerken wordt vervaardigd en onderhouden, loopt het risico dat dergelijke tradities in de toekomst hun functie en relevantie verliezen. Via professionele overleg, moderne communicatie en het vastleggen van oude vaktechnieken kan dat echter worden tegengegaan.


Bronnen

  1. Gewelven metselen herontdekt - Restauratiecentrum
  2. Ambachtslieden in de bouw - Hendrick de Keyser
  3. De Meesterprijs - RAaB Nederland

Related Posts