Richtlijnen voor Metselwerk, Voegwerk, Pleisterwerk en Restauratie van Gevels
De restauratie en het onderhoud van gevels vereisen een zorgvuldige aanpak, waarbij historische aspecten en materiaalkeuze van groot belang zijn. Deze richtlijnen, gebaseerd op beschikbare documentatie, bieden een overzicht van de normen en aanbevelingen voor metselwerk, voegwerk, pleisterwerk, en andere relevante aspecten van gevelrenovatie. De focus ligt op het behoud van de historische waarde en het waarborgen van de duurzaamheid van de constructie.
Certificering van Bouwmaterialen voor Metselwerk
Kiwa certificeert bouwmaterialen die gebruikt worden bij metselwerk volgens specifieke beoordelingsrichtlijnen. Deze omvatten BRL 1801 voor betonmortel, BRL 1904 voor cementgebonden mortels en BRL 1007 voor metselbaksteen. Daarnaast is certificering mogelijk voor metalen lateien en andere ondersteuningen (BRL 3121), evenals certificering conform de Prestatieladder Circulair. Deze certificeringen waarborgen de kwaliteit en betrouwbaarheid van de gebruikte materialen.
Algemene Uitvoeringvoorschriften
Voorafgaand aan het starten van onderhouds- en restauratiewerkzaamheden is het essentieel dat alle betrokken partijen, inclusief eigenaars, architecten, aannemers en ambtenaren, op de hoogte zijn van de geldende uitvoeringsvoorschriften. Dit kan schriftelijk worden aangetoond, met name in het kader van subsidieaanvragen. Bij de aanwezigheid van waardevolle muurplanten, vleermuizen of kerkuilen wordt aanbevolen contact op te nemen met het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Directie Oost te Deventer.
Metselwerk: Reiniging en Verboden Werkzaamheden
Agressieve gevelreiniging is niet toegestaan. Onder agressieve reiniging vallen methoden zoals stralen met grit, zand, water onder hoge druk, en het gebruik van chemische middelen. Stomen onder lage druk is echter toegestaan. Het toepassen van steenverstevigers is eveneens verboden. Indien herstel van metselwerk noodzakelijk is, dient dit te geschieden met bijpassende steen, rekening houdend met kleur, hardheid en afmeting. Het inboetwerk moet worden uitgevoerd in het bestaande metselverband.
Voegwerk: Samenstelling, Uitvoering en Controle
Nieuw voegwerk moet in samenstelling, kleur en uitvoering overeenkomen met het bestaande, historisch juiste voegwerk. Ter hoogte van het maaiveld dient het voegwerk tot ten minste 30 cm onder het maaiveld te worden nagezien, hersteld of vernieuwd. Voor een goede hechting van de voegspecie moet de voeg voldoende massa hebben, met een verhouding van voegdikte tot voegdiepte van ongeveer 1:2.
Het uithakken van voegen dient uitsluitend met de hand te geschieden, of indien pneumatisch, met een fijne beitel. Het uitslijpen van de voegen is slechts toegestaan met een zo klein mogelijke slijptol, voorzien van afzuiging om beschadiging van de steen te voorkomen. Smalle stootvoegen mogen niet worden verbreed; het ophakken van stootvoegen is niet toegestaan. Voorafgaand aan het integraal uithakken van de gevel(s) moet een monster van het nieuwe voegwerk ter goedkeuring worden gemeld bij de gemeentelijke monumenteninspecteur.
Pleisterwerk: Samenstelling en Herstel
Nieuw pleisterwerk moet in samenstelling, kleur en uitvoering overeenkomen met het bestaande, historisch juiste pleisterwerk. Het pleisterwerk dient ter hoogte van het maaiveld tot ten minste 30 cm onder het maaiveld te worden nagezien, hersteld of vernieuwd. De samenstelling van het pleisterwerk moet worden aangepast aan de hardheid van de onderliggende steen.
Timmerwerk: Vervanging en Materiaalkeuze
Bij het vervangen van houten onderdelen moet dit op een historisch verantwoorde wijze gebeuren, waarbij de bestaande detaillering en vormgeving, indien juist, als uitgangspunt dienen. De te vervangen onderdelen moeten dezelfde zwaarte en profilering krijgen als de bestaande en dienen ter controle te worden bewaard tot de bijdrage is vastgesteld. Houtwerk dat in aanraking komt met metselwerk dient tweemaal in lijvige menie of grondverf te worden gezet.
De toe te passen houtsoorten moeten overeenkomen met het bestaande werk. Tropische hardhoutsoorten zijn niet toegestaan. Het gebruik van multiplex, kunststof, kunststofverlijmde vezelplaten en vergelijkbare plaatmaterialen voor herstel van dakgoten, windveren, dekplanken, gevel- en dakbeschietingen is niet toegestaan.
Dakbedekking: Pannen, Leien en Riet
Bij het vervangen of herstellen van dakbedekking gelden specifieke eisen per materiaal:
- Keramische Dakpannen: Alle aan te brengen pannen moeten worden toegepast met de bijbehorende hulpstukken. Nok- en hoekkepervorsten dienen met gewapende kalkspecie te worden aangebracht, eventueel bijgekleurd. Panhaken en -klemmen moeten van roestvast staal zijn.
- Leien: Nieuw aan te brengen leien moeten overeenkomen met de bestaande leidekking in kleur, afmeting en vorm, en in de wijze waarop het dak wordt gedekt. Bevestiging mag uitsluitend met koper of roestvast stalen leihaken (type 316). Levering moet vergezeld gaan van een bewijs van herkomst en garantie van kwaliteit en dikte. De leien moeten vrij zijn van breuk, insluitingen en schadelijke verbindingen.
- Riet: Werkzaamheden moeten conform de richtlijnen van de Rietdekkersfederatie worden uitgevoerd, met inlands riet, dun eenjarig riet met een frisgele kleur en een sterke stengel.
Natuursteen: Vervanging en Reiniging
Vervangende natuursteenonderdelen of -constructies moeten overeenkomen met de bestaande, historisch juiste detaillering. Vervangen onderdelen dienen ter controle te worden bewaard tot de subsidie is vastgesteld. Natuursteenreiniging is niet toegestaan. Het impregneren en toepassen van steenverstevigers ten behoeve van gevels, gevelelementen en ornamenten is eveneens niet toegestaan.
Glaswerk en Smeedijzer
Glaswerk dient in enkel glas (in stopverf gezet) te worden uitgevoerd, en in principe zonder glaslatten, tenzij historisch juist. Smeedijzeren onderdelen, zoals tuinhekken en gevelankers, moeten volledig worden ontdaan van oude verflagen en roest voordat ze worden hersteld. Bij het demonteren van tuinhekken dienen de hoofdstaanders in de voetmuur te blijven staan; afslijpen en later weer aanlassen is niet toegestaan.
Houtaantasterbestrijding
Houtaantasterbestrijding dient met een middel op basis van permethroïïden en conform de norm NEN 3252 te worden uitgevoerd. Voorafgaand aan de bestrijding moeten de ruimte en de constructies stofvrij worden gemaakt. Bij toepassing van injectoren moet vooraf op een kapplan of tekening het aantal en de plaats van de injectoren worden aangegeven, ter goedkeuring aan het gemeentebestuur. Het uitvoerende bedrijf moet een schriftelijke garantie van ten minste vijf jaar afgeven en een plaat bevestigen met datum, middel, garantietermijn en bedrijfsnaam.
Toevoegingen en Integratie van Nieuwe Elementen
Toegevoegde elementen ten behoeve van geriefs- of functieverbetering (zoals isolatie, ventilatie of beschermende beglazing) dienen op een zodanige wijze te worden ingepast dat dit geen consequenties heeft voor de historische vormgeving of detaillering.
Conclusie
De restauratie en het onderhoud van gevels vereisen een gedetailleerde aanpak, waarbij de historische context en de juiste materiaalkeuze cruciaal zijn. De hierboven beschreven richtlijnen, gebaseerd op beschikbare documentatie, bieden een kader voor het waarborgen van de kwaliteit en duurzaamheid van gevelrenovaties. Het naleven van deze richtlijnen draagt bij aan het behoud van het cultureel erfgoed en de esthetische waarde van gebouwen.
Bronnen
Related Posts
-
Tuinmuur Metselen en Renoveren: Kosten, Materialen en Onderhoud
-
Kosten van Metselwerk per m²: Een Uitgebreide Overzicht voor 2025
-
Kosten en Soorten Voegwerk voor Gevelrenovatie
-
Metselwerk Kosten: Een Uitgebreid Overzicht voor 2024 & 2025
-
Kosten van Metselwerk in 2025: Een Overzicht van Prijzen en Factoren
-
Uithakken en Aanpassen van Metselwerk: Een Specialistische Gids
-
Strekken en Metselverbanden: Een Uitgebreide Gids voor Constructie en Renovatie
-
Dakverhoging en Dakbedekking: Kosten en Materialen in Vergelijking