Opgaande Metselwerkfunderingen: Technieken, Materialen en Bestaande Regelgeving
Introductie
Dit artikel behandelt de constructie van opgaande metselwerkfunderingen, een traditionele methode die nog steeds veelvuldig wordt toegepast in Nederland. De fundering vormt de basis van elke constructie en is cruciaal voor de stabiliteit en duurzaamheid van een gebouw. We bespreken de gebruikte materialen, constructietechnieken, relevante regelgeving en aandachtspunten bij het herstel van bestaand metselwerk. De informatie in dit artikel is gebaseerd op de beschikbare documentatie en richt zich op zowel professionals als particulieren die betrokken zijn bij bouw- en renovatieprojecten.
Traditioneel Metselwerk versus Moderne Materialen
Van oudsher werd in Nederland funderingswerk uitgevoerd met metselwerk. Om de muurbelasting over een grotere breedte te spreiden en schuifspanningen in het metselwerk te verminderen, werden blokken minimaal twee lagen hoog gemetseld, waarbij de stenen aan beide zijden een kwart steen versprongen. Kalkzandsteen van klinkerkwaliteit werd vaak gebruikt vanwege de lagere kosten in vergelijking met baksteen, hoewel er vaak werd overgestapt op baksteen voor de lagen direct onder het maaiveld. Tegenwoordig wordt opgaand funderingswerk vaak uitgevoerd in niet-gebakken steen, zoals betonsteen of kalkzandsteen. BIA grindbeton stenen en blokken zijn geschikt voor zowel dragende als niet-dragende constructies, inclusief funderingen en kelders.
Materialen en Hun Eigenschappen
Verschillende materialen worden gebruikt voor het metselen van funderingen. Kalkzandsteen is een veelgebruikte optie, net als grindbeton. Beton bestaat uit zand, grind of grindvervangend materiaal, cement en water. De mengverhoudingen worden zorgvuldig samengesteld en getest om de gewenste eigenschappen te bereiken. BIA betonnen metselblokken (klinkers) hebben een druksterkte van 20 N/mm2.
Bij het kiezen van de juiste mortel is het belangrijk rekening te houden met de omstandigheden. Voor werk dat continu in contact met water staat of waterdicht moet zijn, zoals funderingen, is een (sterk) hydraulische mortel vereist. Voor werk dat afwisselend droog en vochtig is, kan een (licht) hydraulische mortel worden gekozen. Voor opgaand metselwerk dat meestal droog is, is luchtkalk geschikt. Hydraulische mortels kunnen worden gemaakt met hydraulische steenkalk, luchthardende steen- of schelpkalk met toevoeging van tras (puzzolaan) of een combinatie van kalk en cement (bastaardmortel). Een puzzolaan zorgt voor een sterkere hechting van de mortel aan de steen. Een veel voorkomende verhouding voor traskalkmortels is een volumedeel kalk, een deel tras en vijf delen zand.
Constructie en Afmetingen
De aanlegbreedte van de fundering is een belangrijke factor voor de stabiliteit. Een vuistregel is dat de aanlegbreedte 2 tot 3 maal de dikte van het opgaand muurwerk bedraagt. Hoewel deze regel een grove benadering is en geen wetenschappelijke basis heeft, kan deze worden gebruikt als indicatie. Bij grote muurbelastingen en een relatief lage toelaatbare gronddruk is het echter essentieel om een wetenschappelijk verantwoorde berekening uit te voeren.
Voorafgaand aan het metselen is het belangrijk om de maatvoering van het werk uit te zetten door het stellen van profielen.
Regelgeving en Herstelwerkzaamheden
Bij herstelwerkzaamheden aan bestaand metselwerk zijn er specifieke regels en aandachtspunten. Bij het uithakken van bestaand voegwerk mogen smalle stootvoegen niet worden verbreed; het ophakken van stootvoegen is niet toegestaan. Voorafgaand aan het uithakken en opnieuw voegen dient een proefstuk te worden beoordeeld door een medewerker van de gemeente. Dit proefstuk moet op een onopvallende plaats zitten en wordt beoordeeld op zowel het uithakken als het voegen. Het proefstuk moet worden uitgevoerd door degenen die het gehele werk zullen uitvoeren.
Nieuw pleisterwerk moet qua samenstelling, eigenschappen, kleur en uitvoering overeenkomen met het historisch juiste pleisterwerk. Het pleisterwerk tot ten minste 30 centimeter beneden het maaiveld moet worden nagezien en indien nodig hersteld of vernieuwd. De samenstelling van het pleisterwerk moet worden aangepast aan de hardheid van de onderliggende steen. Het aanbrengen van gevelafwerking die niet aanwezig is in de bestaande situatie is niet toegestaan, tenzij dit wordt geadviseerd door de Monumentenwacht en wordt goedgekeurd door het college.
Bestaand metselwerk dient behouden te blijven en mag alleen worden vervangen indien dit wordt geadviseerd door de Monumentenwacht en wordt goedgekeurd door het college.
Aandachtspunten bij Materialen en Constructies
Houtwerk dat in aanraking komt met metselwerk dient tweemaal in lijvige menie of grondverf te worden gezet. De toe te passen houtsoorten moeten overeenkomen met het bestaande werk. Het gebruik van multiplex, kunststof, kunststof-verlijmde vezelplaten en vergelijkbare materialen voor herstel van dakgoten, windveren, dekplanken, gevel- en dakbeschietingen is niet toegestaan. Staalconstructies mogen niet worden toegepast ter vervanging van houten constructies, tenzij dit wordt geadviseerd door de Monumentenwacht en wordt goedgekeurd door het college.
Nieuw schilderwerk moet qua systeem, kleur en uitvoering overeenkomen met het historisch juiste schilderwerk. Oude verflagen mogen niet worden verwijderd door afbranden, maar het verwijderen met hete lucht (föhnen) is wel toegestaan. Het schilderen van pleisterwerk of natuursteen dient uitsluitend met een glad opdrogende verf te geschieden, waarbij het verfsysteem moet worden aangepast aan het type pleisterwerk of natuursteen.
Alle betrokken partijen bij de voorbereiding, planvorming, uitvoering en controle van instandhoudingswerkzaamheden moeten op de hoogte zijn van de nadere regels.
Voegwerk en Metselwerk
Bij het inboeten van metselwerk dienen bijpassende stenen te worden gebruikt, lettend op kleur, hardheid en afmeting. Het inboetwerk moet in het bestaande metselverband worden uitgevoerd. Nieuw voegwerk moet qua samenstelling, eigenschappen, kleur en uitvoering overeenkomen met het historisch juiste voegwerk en tot ten minste 30 centimeter beneden het maaiveld worden nagezien en indien nodig hersteld of vernieuwd. De voegen dienen voldoende massa te hebben voor een goede hechting, met een verhouding van voegdikte tot voegdiepte van ongeveer 1:2. Het uithakken van voegen dient met de hand of met een fijne beitel te geschieden, en het uitslijpen van de voegen is slechts toegestaan met een kleine slijptol met afzuiging.
Conclusie
De constructie van opgaande metselwerkfunderingen vereist zorgvuldige planning en uitvoering. De keuze van materialen, de constructietechnieken en de naleving van de geldende regelgeving zijn essentieel voor een duurzame en stabiele fundering. Bij herstelwerkzaamheden is het van groot belang om de historische waarde van het gebouw te respecteren en gebruik te maken van compatibele materialen en technieken. Het raadplegen van experts en het volgen van de richtlijnen van de Monumentenwacht is aan te raden bij het restaureren van monumentale panden.
Bronnen
Related Posts
-
Het Gewicht van Metselwerk: Een Gedetailleerde Berekening
-
Tuinmuur Metselen en Renoveren: Kosten, Materialen en Onderhoud
-
Kosten van Metselwerk per m²: Een Uitgebreide Overzicht voor 2025
-
Kosten en Soorten Voegwerk voor Gevelrenovatie
-
Metselwerk Kosten: Een Uitgebreid Overzicht voor 2024 & 2025
-
Kosten van Metselwerk in 2025: Een Overzicht van Prijzen en Factoren
-
Uithakken en Aanpassen van Metselwerk: Een Specialistische Gids
-
Strekken en Metselverbanden: Een Uitgebreide Gids voor Constructie en Renovatie