Opleggingen op Metselwerk: Technieken, Overwegingen en Regelgeving

Inleiding

Dit artikel behandelt de technische aspecten van opleggingen op metselwerk, een cruciaal onderdeel van constructies waarbij dragende elementen op metselwerk worden ondersteund. De informatie is gebaseerd op beschikbare documentatie over algemene principes, minimale opleglengtes, oplegdruk, en materialen voor binnenwanden. Het artikel richt zich op de verschillende soorten opleggingen, de noodzaak van verankering, en de aandachtspunten bij het ontwerpen en uitvoeren van deze constructies. De beschikbare informatie is echter beperkt en geeft geen volledig beeld van alle mogelijke scenario's.

Algemene Principes van Opleggingen

Bij de constructie van gebouwen is het essentieel om te begrijpen hoe dragende elementen, zoals balken en vloeren, op metselwerk worden ondersteund. Er worden traditioneel drie soorten opleggingen onderscheiden: vrije oplegging, volledige inklemming en gedeeltelijke inklemming. Een vrije oplegging staat toe dat de hoekverdraaiing vrij is, waardoor er geen inklemmingsmoment ontstaat bij belasting. Een volledige inklemming daarentegen, verhindert de hoekverdraaiing volledig, wat resulteert in een inklemmingsmoment. De gedeeltelijke inklemming biedt een tussenoplossing, waarbij de hoekverdraaiing gedeeltelijk wordt belemmerd.

Het is belangrijk te realiseren dat de draagconstructie en de ondersteuning geen één geheel vormen. Daarom is verankering in veel gevallen noodzakelijk, bijvoorbeeld bij houten balklaagverankering.

Minimale Opleglengte en Oplegdruk

De minimale opleglengte voor balken op metselwerk is een belangrijke overweging. Een vuistregel, gebaseerd op aantekeningen uit de bouwkunde, stelt dat de minimale opleglengte ten minste 11 cm moet zijn, ofwel ongeveer twee derde van de vloerdikte. Deze regel is echter een indicatie en moet worden aangepast aan de specifieke belasting en eigenschappen van het metselwerk.

Een balk buigt altijd door, zowel onder belasting als onbelast. Als het metselwerk niet in staat is om de ontstane randspanningen op te nemen, kunnen er problemen ontstaan. De documentatie geeft geen specifieke waarden voor de toelaatbare oplegdruk, maar benadrukt het belang van het beoordelen van de draagcapaciteit van het metselwerk.

Materialen en Technieken voor Binnenwanden

Binnenwanden van metselwerk worden vaak gemaakt van materialen zoals kalkzandsteen, betonstenen, keramische blokken en cellenbeton. Bij het opleggen van constructieve elementen op deze wanden, zoals betonvloeren, lateien en stalen balken, is het gebruik van glijfolies, glijstroken of oplegrubbers gebruikelijk. Deze materialen dienen om de overdracht van geluid te beperken en om de spanningen te verminderen die ontstaan door krimp, vervorming en verschillende uitzettingscoëfficiënten van de materialen.

Het is belangrijk om te erkennen dat er geen strikte normen zijn voor deze producten, en dat er geen algemeen geaccepteerde terminologie bestaat voor glijdende opleggingen. Er is echter een toenemende trend om onderscheid te maken tussen verschillende verschijningsvormen en benamingen.

Dilatatievoegen en Glijvlakken

De NEN-EN 1996-2 specificeert dat glijvlakken ontworpen moeten worden om het onderling verschuiven van onderdelen toe te laten en om de trek- en schuifspanningen in de aangrenzende elementen te verminderen. De exacte uitvoering en plaatsing van deze glijvlakken in wanden wordt echter niet specifiek vermeld.

In de verwerkingsvoorschriften van materialen zoals kalkzandsteen en betonsteen wordt vaak verwezen naar glijdende opleggingen of oplegrubbers. Deze verwijzingen zijn gebaseerd op richtlijnen in CUR-aanbevelingen. Zo stelt CUR-aanbeveling 71 dat lateien aan de einden vrij gehouden en glijdend opgelegd moeten worden als er dilatatievoegen boven de dag van de opening zijn aangebracht. CUR-aanbeveling 82 adviseert om bij openingen in dragende wanden van kalkzandsteen betonnen lateien ten minste aan één zijde op een glijfolie te leggen, en om een dilatatie te voorzien in het metselwerk ter plaatse van het einde van de latei waar de folie is geplaatst.

Geluidsoverdracht en Ontkoppeling

Bij opleggingen van constructieve elementen op metselwerk wanden kan geluidsoverdracht een probleem vormen. In dergelijke gevallen is het raadzaam om een specialist te raadplegen om de oplegging te laten uitwerken. De CUR-aanbeveling 82 vermeldt dat vloeren bij voorkeur los gehouden moeten worden van de wanden en direct op de fundering geplaatst moeten worden als geluidstechnische eisen dit vereisen. Het ontkoppelen om geluidsoverdracht te voorkomen is van groot belang, maar wordt in de normen en regelgeving onvoldoende uitgewerkt.

Oplegging van Stalen Balken op Metselwerk

Het slopen van een muur en het plaatsen van een stalen balk (latei) is een veelvoorkomende verbouwing. Het is cruciaal dat dit proces correct wordt uitgevoerd. Een constructeur bepaalt via een constructieberekening welk type stalen balk nodig is en welke oplegging toegepast moet worden. Het verwijderen van een dragende muur vereist altijd een omgevingsvergunning.

Druksterkte van Metselwerk

De publicatie van de Eurocode 6 heeft vragen opgeworpen over de veiligheid en parameters voor de sterktebepaling van metselwerk. Er wordt momenteel een proefprogramma uitgevoerd om de normalisatiewerken te ondersteunen. Dit artikel behandelt specifiek de druksterkte van metselwerk, maar de details van de proeven en resultaten worden niet verder uitgewerkt in de beschikbare documentatie.

Aandachtspunten en Aanbevelingen

De documentatie benadrukt het belang van het rekening houden met de eigenschappen van de materialen die bij elkaar worden gebracht ter plaatse van de oplegging. Deze materialen kunnen nog een deel van hun krimp krijgen, vervormen of kennen een verschillende uitzettingscoëfficiënt. Dit fenomeen is bekend, maar wordt in de dagelijkse bouwpraktijk vaak onderschat.

Het is aan te raden om bij zwaardere opleggingen de toe te passen oplegmaterialen goed te laten uitwerken. Het is ook belangrijk om te onthouden dat er geen normen zijn voor deze producten en dat er geen algemeen gebruikte terminologie bestaat.

Conclusie

Opleggingen op metselwerk vereisen zorgvuldige planning en uitvoering. De keuze van de juiste materialen en technieken, rekening houdend met de specifieke belasting, eigenschappen van het metselwerk en eventuele eisen op het gebied van geluidsisolatie, is essentieel. Het raadplegen van een constructeur en het naleven van de relevante CUR-aanbevelingen en regelgeving is sterk aanbevolen. De beschikbare informatie is echter beperkt en geeft geen volledig beeld van alle mogelijke scenario's.

Bronnen

  1. Berkela - Gevels
  2. Vekemans - Oplegrubbers en glijfolies
  3. Constructieshop - Oplegging stalen balk
  4. Stapelbouw - Druksterkte van metselwerk

Related Posts