Ontwerpcriteria en Materialen voor Openbare Ruimte en Ondergrondse Infrastructuur
De beschikbare documentatie richt zich voornamelijk op de ontwerpcriteria en materialen voor de aanleg en het beheer van openbare ruimte en ondergrondse infrastructuur, met specifieke aandacht voor minicontainers, tuingroendepots, riolering, en diverse constructies zoals bruggen en geluidsschermen. De documenten beschrijven de vereiste tekeningen, materialen, en procedures voor de verschillende fasen van een project, van ontwerp tot realisatie en onderhoud. De focus ligt op duurzaamheid, veiligheid, toegankelijkheid en onderhoudsgemak.
Definitieve Ontwerpdocumenten
De definitieve ontwerpdocumenten voor projecten moeten een reeks tekeningen en plannen bevatten, waaronder overzichtstekeningen (1:200), opbreektekeningen (1:200), aanlegtekeningen (1:200), tekeningen van ondergrondse infrastructuur (1:200), E&B-tekeningen, beplantingsplannen, verlichtingsplannen, maatvoering, dwarsdoorsneden, detailleringen, materialisering, en eventuele markerings tekeningen. Daarnaast zijn funderingsberekeningen (bijvoorbeeld bij de plaatsing van bouwwerken op stuit) en een geotechnische onderbouwing (bij bouwrijp maken) vereist. De exacte inhoud van de documenten wordt per project bepaald in overleg met de gemeente.
Budgettering en Beheer
De initiator van een project is verplicht een onderbouwing van het beheer en een budgetraming voor zowel klein als groot onderhoud over een periode van 10 jaar te leveren. De gemeente toetst deze budgetraming, wat kan leiden tot aanpassingen in de ontwerpdocumenten. Pas na schriftelijke akkoord kan worden doorgegaan naar de voorbereidingsfase.
Voorbereidingsfase en LIOR-criteria
In de voorbereidingsfase worden het bestek en de bestektekeningen getoetst aan de ontwerpcriteria en het materialenboek van de LIOR (Landelijke Informatievoorziening Openbare Ruimte). Goedkeuring is vereist om door te gaan naar de realisatiefase. Afkeuring leidt tot een procedure van afwijking.
Minicontainers en Opstelplaatsen
Per laagbouwwoning dient 1 m² openbare ruimte te worden gereserveerd voor de verzamel- en opstelplaats van minicontainers voor organisch afval (OPK) en plastic, metalen en drinkpakken (PMD). Bij lintbebouwing geldt dit ook voor restafval. De opstelplaatsen mogen maximaal 100 meter van de bijbehorende woning(en) verwijderd zijn. Trottoirtegels met een pictogram voor rolcontainers zijn vereist. De situering van ondergrondse containers, opstelplaatsen voor minicontainers en tuingroendepots moet rekening houden met parkeerplaatsen, bomen, verkeersveiligheid, toegankelijkheid voor voetgangers, rolstoelen en kinderwagens, minimale geluidshinder, bereikbaarheid voor gebruikers en inzamelvoertuigen, en minimale verkeershinder tijdens het legen. De locatie moet bereikbaar zijn voor inzamelvoertuigen met een breedte van 2,50 meter. Een aanbeveling is om minicontainers op het adres zelf te plaatsen, uit het zicht aan de voor- of achterzijde van de woning, met toegang tot een verhard achterpad.
Tuingroendepots
Tuingroendepots dienen een afmeting te hebben van 3 bij 6 meter en 1,2 meter hoog. De vloer moet van betongrassteen zijn en de wanden van damplanken. De depots moeten goed gespreid worden nabij woningen met tuinen, bereikbaar zijn voor buurtbewoners, niet direct aan drukke wegen liggen (om oneigenlijk gebruik te voorkomen), niet grenzen aan percelen, en gelegen zijn in gazon of openbaar groen. Ook hier geldt dat de locatie bereikbaar moet zijn voor een inzamelvoertuig van 2,50 meter breed.
Riolering en Putten
Bij de aanleg van riolering is het belangrijk om, indien nodig, handbediende ontluchters in de persleiding aan te brengen, gemakkelijk bereikbaar via bijvoorbeeld straatpotten. Bij betonnen inspectieputten moet de onderbak zo hoog mogelijk worden gemaakt om het aantal voegen te beperken. Bij toepassing van stellagen zijn minimaal 3 en maximaal 5 lagen steens metselwerk vereist. Stelringen mogen maximaal 4 stellagen hoog zijn. Inspectieputten moeten te allen tijde bereikbaar zijn. Bij lozingen of grondsoorten die het rioolstelsel kunnen aantasten, moet de materiaalkeuze hierop worden afgestemd. De inwendige afmeting van inspectieputten is afhankelijk van de afstand tussen de binnenonderkant van de buis en de bovenkant van het deksel: minimaal 800 x 800 mm bij een afstand van maximaal 2,30 m, en minimaal 1000 x 1000 mm bij een grotere afstand. Inspectieputten voor drinkwater (DWA) moeten altijd voorzien zijn van een geprefabriceerd stroomprofiel. Er wordt gestreefd naar uniformiteit van putranden en deksels, waarbij het fabricaat afgestemd moet worden op de reeds toegepaste materialen in de omgeving.
Kolken en Huisaansluitingen
Per pand moet één DWA- en één RWA-uitlegger worden aangelegd. Op een DWA-opzetter mag niet meer dan één aansluitleiding worden aangesloten. Nabij de perceelsgrens, op particulier terrein (0,5 m binnen de erfgrens), moet een controleput van 315 mm worden toegepast. De standaarddiameter van leidingen voor huisaansluitingen is 125 mm, op bedrijventerreinen 160 mm. De hoogteligging van de dekking van huisaansluitingen ter plaatse van de perceelsgrens moet 0,80 m boven de kruin van de weg zijn. Per opzetter mogen niet meer dan twee kolkleidingen worden aangesloten. Kolken moeten voorzien zijn van stankschermen en op speelplaatsen en schoolpleinen van een ES-vergrendeling.
Bruggen, Geluidsschermen en Duikers
Bruggen, viaducten en stijgers moeten voorzien zijn van een epoxy slijtlaag of antisliplaag. Alle stalen materialen moeten thermisch verzinkt en gecoat worden. Leuningen moeten van duurzame materialen zijn en genummerd worden met een uniform plaatje met QR-code. Geluidsschermen moeten onderbouwd worden door berekeningen en moeten onderhoudsarm zijn en voorzien van een grafitticoating. Er moet rekening gehouden worden met de toegankelijkheid voor onderhoudsmaterieel. Het is aan te bevelen om geluidsschermen te laten begroeien met beplanting. Duikers moeten voldoen aan de Keurbepalingen van het waterschap en gemaakt zijn van beton conform BRL 9201 en NEN-EN 1917. Bij een lengte van meer dan 40m moeten inspectieputten worden toegepast en vlakke frontmuren.
Groenvoorziening
De keuze van plantensoorten moet de verschillende stedenbouwkundige of landschappelijke sferen versterken. Bestaande waterstructuren en landschapspatronen moeten benut worden, rekening houdend met doorzichten en sociale veiligheid. Natuurvriendelijke oevers langs waterpartijen moeten worden gecreëerd met een helling tussen 1:4 en 1:2. Waardevolle, zeldzame en/of beschermde plantensoorten of levensgemeenschappen moeten behouden en beschermd worden. Openbaar groen mag niet direct aan particulier terrein grenzen om onrechtmatig gebruik te voorkomen. Groen moet bereikbaar zijn voor gemotoriseerd onderhoudsmaterieel. Plantmateriaal moet gekeurd zijn door de Nederlandse Algemene Keuringsdienst (N.A.K.) en van eerste kwaliteit, soortecht, goed gekweekt, ziektevrij en dicht met wortelharen bezet zijn.
Conclusie
De documentatie biedt een gedetailleerd overzicht van de ontwerpcriteria en materialen die van toepassing zijn op de aanleg en het beheer van openbare ruimte en ondergrondse infrastructuur. De nadruk ligt op duurzaamheid, veiligheid, toegankelijkheid en onderhoudsgemak. De vereiste tekeningen, materialen en procedures zijn specifiek beschreven voor verschillende elementen, zoals minicontainers, tuingroendepots, riolering, bruggen, geluidsschermen en groenvoorzieningen. Het naleven van deze criteria is essentieel voor een succesvolle realisatie en een langdurig functioneren van de infrastructuur.
Bronnen
Related Posts
-
Rezon Metselwerken B.V.: Profiel en Activiteiten in de Bouwsector
-
Restauratie van Metselwerk: Technieken, Materialen en Behoud van Cultureel Erfgoed
-
Restauratie van Oud Metselwerk: Technieken, Materialen en Aandachtspunten
-
Herstel van Scheuren in Metselwerk: Oorzaken, Technieken en Duurzame Oplossingen
-
Metselwerk Herstel: Oorzaken, Methoden en Duurzaam Onderhoud
-
Schoorsteenrenovatie: Herstel van Metselwerk, Voegwerk en Preventie van Vochtschade
-
Metselwerkherstel: Oorzaken, Technieken en Preventie van Schade
-
Renovatieankers voor Metselwerk: Oplossingen voor Gevelverankering en -herstel