Beeldkwaliteit en Materialisatie bij Woningbouw en Schuurconstructies

De beschikbare documenten bieden inzicht in de richtlijnen voor beeldkwaliteit en materialisatie bij woningbouw en schuurconstructies, met name in de context van inbreidingslocaties en landelijke gebieden. De focus ligt op het creëren van een harmonieuze omgeving die aansluit bij de bestaande architectuur en landschappelijke kenmerken. Dit artikel behandelt de belangrijkste aspecten van deze richtlijnen, gebaseerd op de verstrekte informatie.

Algemene Richtlijnen Beeldkwaliteit

Het beeldkwaliteitsplan, zoals beschreven in de documenten, streeft naar een evenwicht tussen moderniteit en traditionele elementen. Nieuwbouw dient zich aan te passen aan de omgeving, waarbij de bestaande bebouwing, zoals boerenhoeven en vrijstaande woningen, als referentie dienen. Een belangrijke overweging is de diversiteit in kapvormen, -richtingen, kleurgebruik en materiaalgebruik. De situering van woningen, met variatie in rooilijnen en de aanwezigheid van carports of garages, draagt bij aan deze diversiteit. De bouwhoogte van woningen is doorgaans twee bouwlagen met een kap, terwijl boerderijen en schuren vaak een combinatie van een lage goothoogte en een hoge kap hebben.

Materialisatie van Woningen

De materialisatie van woningen wordt sterk bepaald door de wens om een natuurlijke uitstraling te creëren. Het hoofdvolume van woningen dient een kap te hebben, die samengesteld mag zijn, maar niet plat. De kap dient te worden bedekt met gebakken dakpannen, zinken felsdak of riet. Het gebruik van baksteen/metselwerk is overwegend, met ondergeschikte combinaties met natuursteen, hout (lamellen, potdeksel) en glas. Stucwerk of vergelijkbare materialen worden expliciet uitgesloten. Het kleurenpalet bestaat uit natuurlijke kleuren zoals rood/bruin, rood/oranje en grijs/geel. Keimen en cementeren zijn toegestaan.

Gevelmaterialen en Kleurgebruik

De gevels dienen hoofdzakelijk uit metselwerk te bestaan of te worden uitgevoerd in hout (beplanking). Bij gebruik van hout wordt een donkere kleur (zwart of donkergrijs) of naturel geolied hout aanbevolen. De steenkleur dient in het scala van ‘aardetinten’ te liggen, waarbij gele metselstenen, beigetinten en grijstinten worden uitgesloten. Een contrast tussen gevel- en dakmaterialen is gewenst, om de dominantie van het dak te behouden. Robuuste en eenvoudige detaillering van de gevels is passend bij de architectuur.

Dakbedekking en Zonnepanelen

De dakbedekking kan bestaan uit (snij)riet, dakpannen, leipannen of metalen geprofileerde platen. Bij toepassing van zonnepanelen dienen deze te worden ingepast in het architectonische totaalbeeld. De dakbedekking dient een zwarte, donkergrijze of blauwgrijze tint te hebben.

Schuurconstructies en Bijgebouwen

De richtlijnen voor schuurconstructies en bijgebouwen sluiten aan bij die voor woningen, met enkele specifieke aandachtspunten. De totale oppervlakte van bijgebouwen mag maximaal 150 m² bedragen. Bijgebouwen dienen een zadeldak te hebben en qua materiaalgebruik en uitstraling bij de woning te passen. Een voorbeeld van een passende schuurconstructie is een schuur met gepotdekselde gevelbekleding en een dakbedekking van pannen of riet, zoals te zien is bij een boerderij aan de Tempeliersweg.

Renovatie van Bestaande Bijgebouwen

Bij renovatie van bestaande bijgebouwen, zoals beschreven in de context van een verbouwing aan de Nederheide 9a, is het belangrijk om de karakteristieke elementen te versterken. Dit kan bijvoorbeeld door het dak te voorzien van pannen, in lijn met de woonboerderij. Het voorste deel van het gebouw kan worden onderscheiden van het achterste deel, waarbij het achterste deel wordt voorzien van houten potdeksel en het voorste deel een herstel van het voegwerk in oorspronkelijke staat krijgt. Het vervangen van materialen door natuurlijk hout is eveneens aan te bevelen.

Archeologische Dubbelbestemmingen

Bij nieuwbouw en bodemingrepen is rekening te houden met archeologische waarden. Op bepaalde gronden rusten archeologische dubbelbestemmingen, zoals 'Waarde - Archeologie 4' en 'Waarde - Archeologie 5'. Een archeologisch onderzoek is noodzakelijk indien er bodemingrepen plaatsvinden over een oppervlakte van meer dan 200 m² met een diepte van meer dan 0,50 meter onder maaiveld.

Landschappelijke Inrichting

De landschappelijke inrichting speelt een belangrijke rol bij het integreren van de bebouwing in de omgeving. Het behouden van historische elementen, zoals boomgaarden, is gewenst. Een landschappelijke inrichting met inheemse beplanting draagt bij aan de harmonie tussen de bebouwing en het landschap.

Specifieke Voorbeelden en Referenties

De documenten verwijzen naar verschillende voorbeelden van passende beeldkwaliteit, waaronder type schuurwoningen, boerderijwoningen en landarbeiderswoningen. Ook wordt het stedenbouwkundig plan 't Hopveld II in Haaren genoemd als referentiepunt.

Compensatiewoningen en Nieuwe Schuren

In het kader van compensatiewoningen en nieuwe schuren wordt een oppervlakte van circa 180 m² per constructie genoemd. Voor de schuur geldt dat een deel daarvan op gronden ligt waarvoor geen archeologische dubbelbestemming geldt, en dat de bodem niet dieper dan 0,50 meter onder maaiveld wordt geroerd, waardoor een archeologisch onderzoek niet noodzakelijk wordt geacht.

Reclame-uitingen

De documenten vermelden dat reclame-uitingen aandacht vereisen en in overeenstemming moeten zijn met de algemene beeldkwaliteit.

Waterparagraaf

Elk bestemmingsplan dient een waterparagraaf te bevatten, waarin het beleid met betrekking tot waterhuishouding wordt beschreven. Bij nieuwe ontwikkelingen moet worden aangetoond dat er mogelijkheden zijn voor een goede waterhuishouding.

Conclusie

De richtlijnen voor beeldkwaliteit en materialisatie, zoals beschreven in de verstrekte documenten, leggen de nadruk op het creëren van een harmonieuze omgeving die aansluit bij de bestaande architectuur en landschappelijke kenmerken. Het gebruik van natuurlijke materialen, aardse kleuren en traditionele dakbedekkingen is essentieel. Bij renovatie van bestaande gebouwen is het belangrijk om de karakteristieke elementen te behouden en te versterken. Rekening houden met archeologische waarden en een zorgvuldige landschappelijke inrichting dragen bij aan een duurzame en esthetisch verantwoorde ontwikkeling.

Bronnen

  1. Beeldkwaliteitsplan Kerkhovenbaan / Pannenschuurlaan Oisterwijk
  2. Staalmakelaars - Nederheide 9a Schijf
  3. Ruimtelijke Plannen Deventer - Cröddendijk 8a
  4. Ruimtelijke Plannen Deventer - Bijgebouw

Related Posts