Richtlijnen voor Metselwerk: Instandhouding, Renovatie en Nieuwbouw
Inleiding
Dit artikel behandelt richtlijnen voor metselwerk, gebaseerd op beschikbare documentatie met betrekking tot instandhouding, renovatie en nieuwbouw. De focus ligt op correcte uitvoering van metselwerk, voegwerk en pleisterwerk, met speciale aandacht voor historische gebouwen en de vereisten die daaraan gesteld worden. De informatie is relevant voor zowel huiseigenaren die renovaties overwegen, als voor doe-het-zelvers en professionals in de bouwsector. De documentatie benadrukt het belang van het behouden van bestaand metselwerk, het gebruik van passende materialen en het volgen van specifieke procedures bij reparatie en vervanging.
Maatvoering van Metselwerk
De maatvoering van metselwerk is afhankelijk van het type verband. Bij een muuropening is de maatvoering altijd: t (lengte) x koppenmaat + voeg. Een muur, ook wel muurdam genoemd, heeft een maatvoering van n (aantal stenen) x koppenmaat - voeg. Voor inwendige hoeken geldt altijd n x koppenmaat voor de lengtemaat. Voor halfsteens- en wildverband gelden deze uitgangspunten. Andere metselverbanden, zoals klezorenverband, kennen specifieke richtlijnen. Bij klezorenverband moet elke laag beginnen met een drieklezoor of een kop, maar nooit met een strek. Ook mag er nooit twee drieklezoren in één metselwerklaag voorkomen. Startend met een drieklezoor, dient de laag te eindigen met een kop.
Instandhouding en Reparatie van Metselwerk
Bij instandhoudingswerkzaamheden is het cruciaal dat alle betrokken partijen, zoals eigenaren, architecten, aannemers en onderaannemers, op de hoogte zijn van de geldende regels voordat de werkzaamheden beginnen. Dit kan desgewenst schriftelijk worden aangetoond. Het inboeten van beschadigd metselwerk moet altijd gebeuren met stenen die qua kleur, hardheid en afmeting overeenkomen met de bestaande stenen. Het inboetwerk moet in het bestaande metselverband worden uitgevoerd. Het vervangen van metselwerk is alleen toegestaan indien geadviseerd door een inspectierapport van de Monumentenwacht en goedgekeurd door de gemeente. Nieuw metselwerk moet qua samenstelling, eigenschappen, hardheid, kleur en textuur aansluiten op het bestaande metselwerk. De mortel moet aangepast zijn aan de samenstelling en hardheid van de bestaande mortel.
Voegwerk: Samenstelling en Uitvoering
Nieuw voegwerk moet qua samenstelling, eigenschappen, kleur en uitvoering overeenkomen met het historisch juiste voegwerk. Het voegwerk dient tot ten minste 30 centimeter beneden het maaiveld te worden nagezien en indien nodig hersteld of vernieuwd. Om een goede hechting van de voegspecie te garanderen, moeten de voegen voldoende massa hebben. Een richtlijn hiervoor is een verhouding van voegdikte tot voegdiepte van 1:2. Het uithakken van de voegen dient uitsluitend met de hand of, indien pneumatisch, met een fijne beitel te geschieden. Het uitslijpen van de voegen is slechts toegestaan met een zo klein mogelijke slijptol, voorzien van een afzuiging, om beschadiging van de steen te voorkomen. Bij het uithakken van bestaand voegwerk mogen smalle stootvoegen niet worden verbreed; het ophakken van stootvoegen is niet toegestaan. Voorafgaand aan het integraal uithakken van de gevel(s) dient een monster van het nieuwe voegwerk ter goedkeuring te worden gemeld bij de gemeentelijke monumenteninspecteur.
Verboden Werkzaamheden en Materialen
Bepaalde werkzaamheden en materialen zijn niet toegestaan bij het onderhoud en de restauratie van metselwerk. Het hydrofoberen en impregneren van gevels is niet toegestaan, tenzij dit wordt geadviseerd in een inspectierapport van de Monumentenwacht. Ook het toepassen van steenverstevigers is niet toegestaan. Agressieve gevelreiniging, zoals stralen met grit, zand, water (onder hoge druk) en het reinigen met chemische middelen, is eveneens verboden. Stomen onder lage druk is wel toegestaan. Bij het vervangen van houten onderdelen moeten deze op een historisch verantwoorde wijze worden uitgevoerd, waarbij de bestaande detaillering en vormgeving als uitgangspunt dienen. De toe te passen houtsoorten moeten overeenkomen met het bestaande werk. Het gebruik van multiplex, kunststof, kunststof-verlijmde vezelplaten en vergelijkbare plaatmaterialen is niet toegestaan voor herstel van dakgoten, windveren, dekplanken, gevel- en dakbeschietingen. Staalconstructies mogen niet worden toegepast ter vervanging van houten constructies, tenzij dit wordt geadviseerd door de Monumentenwacht en goedgekeurd door de gemeente.
Aanvullende Elementen en Integratie
Toegevoegde elementen ten behoeve van geriefs- of functieverbetering moeten op een zodanige wijze worden ingepast dat dit geen consequenties heeft voor de historische vormgeving of detaillering, bijvoorbeeld bij isolatie, beschermende beglazing of ventilatie. Het is aan te raden om bij de aanwezigheid van waardevolle muurplanten, vleermuizen en/of kerkuilen contact op te nemen met het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.
Algemene Verwerkingsrichtlijnen
Zodra de keuze voor de baksteen is gemaakt, kan de aannemer de bakstenen via een bouwmaterialenhandelaar inkopen. De bouwmaterialenhandelaar zal contact opnemen met de Customer Service afdeling voor afstemming van de levering op de bouwplaats. De algemene verwerkingsrichtlijnen gelden voor traditioneel gemetselde gevelstenen. Voor specifieke gevelsteenseries zijn mogelijk specifieke verwerkingsrichtlijnen beschikbaar op de productpagina onder het kopje downloads. Deze richtlijnen gelden niet voor het droogstapelsysteem ClickBrick.
Houtwerk en Schilderwerk
Houtwerk dat in aanraking komt met metselwerk dient tweemaal in lijvige menie of grondverf te worden gezet. Nieuw schilderwerk moet qua systeem, kleur en uitvoering overeenkomen met het historisch juiste schilderwerk. Het verwijderen van oude verflagen mag niet door middel van afbranden geschieden, maar het verwijderen met hete lucht (föhnen) is wel toegestaan. Het schilderen van pleisterwerk of natuursteen dient uitsluitend met een glad opdrogende verf te geschieden, waarbij het verfsysteem moet worden aangepast aan het type pleisterwerk of natuursteen om de waterhuishouding in de constructie te waarborgen.
Conclusie
De richtlijnen voor metselwerk, zoals beschreven in de beschikbare documentatie, benadrukken het belang van zorgvuldigheid, het gebruik van passende materialen en het respecteren van de historische waarde van gebouwen. Correcte maatvoering, het behouden van bestaand metselwerk, het toepassen van historisch correct voegwerk en schilderwerk, en het vermijden van verboden werkzaamheden en materialen zijn essentieel voor een duurzaam en esthetisch verantwoord resultaat. Het is van groot belang dat alle betrokken partijen op de hoogte zijn van de geldende regels en procedures, en dat er indien nodig advies wordt ingewonnen bij experts, zoals de Monumentenwacht.
Bronnen
Related Posts
-
Herstel en Vervanging van Baksteenmetselwerk: Technieken en Aandachtspunten
-
Loslatend Metselwerk: Oorzaken, Herstel en Preventie
-
Standaard Afmetingen en Maatvoering van Metselwerk: Een Overzicht
-
Voegbreedte in Metselwerk: Standaarden, Technieken en Factoren
-
Houtskeletbouw: Voordelen, Nadelen en Aandachtspunten bij Renovatie en Uitbouw
-
Lateien bij Uitbouwen: Materialen, Toepassing en Kosten
-
Het Verwijderen van een Dragende Muur en de Oplegging van een Stalen Balk: Een Stappenplan en Belangrijke Overwegingen
-
Stalen Lateien in Metselwerk: Toepassingen, Soorten en Belangrijke Overwegingen