Brandveiligheid van Bouwconstructies: Eisen en Richtlijnen

De veiligheid van bouwconstructies bij brand is een cruciaal aspect van zowel nieuwbouw als renovatie. Dit artikel behandelt de eisen en richtlijnen met betrekking tot de sterkte van metselwerk en andere bouwmaterialen in geval van brand, gebaseerd op de beschikbare regelgeving en aanbevelingen. De focus ligt op het waarborgen van een veilige ontvluchting, het beschermen van brandweerpersoneel, en het minimaliseren van schade aan omliggende gebouwen.

Algemene Bouwveiligheid en Brandwerendheid

Uit oogpunt van algemene bouwveiligheid gelden voorschriften voor de sterkte van een bouwconstructie. Deze voorschriften zijn bedoeld om ervoor te zorgen dat de constructie duurzaam bestand is tegen de krachten die erop werken, en dat belastingcombinaties niet worden overschreden. Naast deze algemene eisen, zijn er aanvullende voorschriften die specifiek betrekking hebben op brand, namelijk de brandwerendheid op bezwijken. Deze eisen zijn van belang om te voorkomen dat vluchtmogelijkheden onbruikbaar worden en/of een gebouw vroegtijdig instort.

Brandwerendheid en Vluchtveiligheid

De voorschriften voor brandwerendheid zijn primair gericht op een tijdige en veilige ontvluchting van gebruikers. Daarnaast zijn ze van belang voor de veiligheid van brandweerpersoneel en het voorkomen van schade aan omliggende bebouwing. Vluchttrappen dienen bijvoorbeeld tevens als aanvalsweg voor de brandweer, wat betekent dat ze bestand moeten zijn tegen de hitte en de belasting van de brandbestrijding.

Brandwerende Scheidingsconstructies

Brandwerende scheidingsconstructies, zoals binnenwanden, dienen in beginsel te worden uitgevoerd met dichte en ondoorzichtige bouwconstructies, bijvoorbeeld stenen muren. Deze constructies moeten minimaal voldoen aan de vereiste brandwerendheid. Het gebruik van glas in deze constructies is in principe niet toegestaan, tenzij het speciaal brandwerend glas betreft dat is voorzien van een bij hitte opschuimende foamlaag. De brandwerendheid van het glas moet worden aangetoond met een beproevingsrapport. Beperkt gebruik van draadglas is mogelijk, maar dient te worden beschouwd als een praktijkrichtlijn, waarbij afwijkingen toegestaan zijn indien beproevingsrapporten aantonen dat aan de gestelde waarden wordt voldaan.

Brandvoortplanting en Rookproductie

Om te voorkomen dat een beginnende brand zich te snel uitbreidt en een te grote hoeveelheid rook produceert, gelden er eisen voor de klasse van brandvoortplanting en de rookproductie van materialen en installaties. Deze eisen zijn van toepassing op de naar de besloten ruimten toegekeerde zijden. Materialen van binnenwanden en plafonds/vloeren van keukens voor bedrijfsmatig gebruik moeten ten minste voldoen aan klasse 1 respectievelijk klasse T1 van de brandvoortplanting, met een rookproductie van maximaal 5,4 m-1. Voor ruimtes met meer dan 100 personen gelden strengere eisen voor brandvoortplanting en rookproductie. Materialen van gevels moeten eveneens aan deze eisen voldoen, met aanvullende eisen voor gebouwen hoger dan 5 meter (onderste 2,5 meter klasse 1) en 13 meter (bovenste gedeelte klasse 2). Deze eisen zijn niet van toepassing op deuren, ramen, kozijnen en gelijkwaardige constructieonderdelen.

Brandoverslag en Stralingsenergie

Brandoverslag van een brandend gebouw naar een omliggend gebouw kan plaatsvinden door vlammen, vliegvuur, of warmteoverdracht in de vorm van stralingsenergie. De hoeveelheid stralingsenergie die wordt overgedragen, is afhankelijk van de afstand tussen de gebouwen, de stralingsoppervlakte van het brandende gebouw, en de aard van de brand (vermogen van de vuurhaard in kW/m2). Een grenswaarde voor brandoverslag door straling is vastgesteld op 15 kW/m2. Dit betekent dat de straling van een brandend gebouw naar een ander gebouw niet meer dan 15 kW/m2 mag bedragen.

Gevelopeningen en Brandwerendheid

Brandoverslag kan ontstaan ter plaatse van gevel- of dakopeningen die minder dan 30 minuten brandwerend zijn met betrekking tot de scheidende functie. Dit omvat kozijnen, daklichten, en andere delen van de gevel die niet aan de brandwerendheidscriteria voldoen. Bij een vlakke gevel is een veilige afstand van 0,25 meter tussen gevelopeningen aanbevolen.

Brandcompartimentering en Sprinklerinstallaties

Een adequate methode om een brand te beheersen is het gebruik van een (gecertificeerde) sprinklerinstallatie. Een veelgebruikte grenswaarde voor het maximale oppervlak van een brandcompartiment op parterreniveau (onder sprinklerinstallatie) is 2.500 m2. Voor opslaggebouwen geldt een brandwerendheid van ten minste 120 minuten. Indien een brandcompartiment wordt opgedeeld in separate bestemmingen, dient de brandwerendheid van deze bestemmingen ten minste 30 minuten te bedragen.

Loopafstanden en Aanvalswegen voor de Brandweer

Om de veiligheid van gebruikers en brandweerpersoneel te waarborgen, worden eisen gesteld aan de maximaal toelaatbare loopafstand tussen twee trappenhuizen die dienen als aanvalsweg voor de brandweer. De inrichting van gebouwen moet zodanig zijn dat de brandweer snel kan handelen om bedreigde personen te redden en de brand te blussen.

Specifieke Eisen voor Materialen

Voor constructie-onderdelen gelden specifieke eisen afhankelijk van hun bijdrage aan brandvoortplanting:

  • 5.4 m-1 voor constructie-onderdelen van klasse 1.
  • 2.2 m-1 voor constructie-onderdelen van klasse 2.

In veiligheidstrappenhuizen moeten materialen onbrandbaar zijn.

Kritische Afstand bij Brandoverslag

Op basis van berekeningen is geconcludeerd dat een afstand van 15 meter kritisch is voor brandoverslag door straling, maar binnen de marges van de bepalingsmethode toelaatbaar is. De berekening is gebaseerd op een φ (phi) doel van 14,5 kW m2 tot 17,4 kW/m2.

Conclusie

De brandveiligheid van bouwconstructies is een complex onderwerp dat een zorgvuldige afweging van verschillende factoren vereist. De voorschriften en richtlijnen die in dit artikel zijn beschreven, zijn bedoeld om een veilige omgeving te creëren voor gebruikers en brandweerpersoneel. Het is essentieel dat bouwprofessionals en huiseigenaren zich bewust zijn van deze eisen en deze correct toepassen bij nieuwbouw en renovatie. De focus ligt op het voorkomen van branduitbreiding, het waarborgen van een veilige ontvluchting, en het minimaliseren van schade aan omliggende gebouwen.

Bronnen

  1. Lokaleregelgeving.overheid.nl

Related Posts