Rolhekken, Luiken en Rolluiken: Integratie en Welstandseisen

De integratie van rolhekken, luiken en rolluiken in bestaande en nieuwe gebouwen vereist zorgvuldige afweging van zowel functionaliteit als esthetiek. De beschikbare informatie richt zich voornamelijk op de welstandseisen en de wijze waarop deze elementen architectonisch verantwoord in de gevelstructuur opgenomen dienen te worden. Dit artikel behandelt de belangrijkste aspecten van de plaatsing en uitvoering van rolhekken, luiken en rolluiken, gebaseerd op de beschikbare regelgeving en richtlijnen.

Integratie in de Gevelstructuur

Een essentieel aspect bij het plaatsen van rolhekken, luiken of rolluiken is de integratie in de bestaande gevel. De documentatie benadrukt dat rolluiken qua materiaaltoepassing moeten aansluiten op de bestaande gevelelementen. Dit betekent dat het gekozen materiaal en de kleur in harmonie moeten zijn met de rest van de gevel. Het is van belang om een samenhangend beeld te creëren, waarbij het toegevoegde element niet als een vreemd object op de gevel overkomt.

De rolkasten, waarin de geleidingen van de rolluiken zijn ondergebracht, moeten zo goed mogelijk in de gevel worden ingepast. Uitstekende kasten op plaatsen waar inbouw mogelijk is, worden ontraden. Dit draagt bij aan een strakker en esthetisch verantwoorder resultaat. De documentatie geeft aan dat bij getoogde ramen de bovenzones op een esthetisch verantwoorde wijze gedicht moeten worden.

Esthetische Overwegingen

Naast de materiaalkeuze en de inbouw van de rolkasten, zijn er ook specifieke esthetische overwegingen. Gesloten rolluiken en rolhekken worden over het algemeen als ongewenst beschouwd. De voorkeur gaat uit naar rolluiken die de doorzichtmogelijkheid naar bijvoorbeeld een winkel of etalage optimaal benutten. Dit is met name relevant voor commerciële panden, maar kan ook van belang zijn voor woningen waar een open en uitnodigende uitstraling gewenst is.

De kleur van het rolluik of rolhek moet harmoniëren met de kleur(en) van de bestaande gevel. Het vermijden van een ‘traliewerk’-effect is eveneens belangrijk. Dit betekent dat de constructie van het rolluik of rolhek niet de indruk mag wekken van een beveiligingsraster.

Specifieke Situaties en Dakvormen

De documentatie geeft specifieke richtlijnen voor verschillende dakvormen bij de plaatsing van dakkapellen, die indirect relevant zijn voor de integratie van rolluiken en luiken. Bij zadeldaken met een vliering wordt geadviseerd om dakkapellen hoog in het dakvlak te vermijden, omdat dit een onevenwichtig beeld kan geven. De basismaat van de vliering is vaak te gering om een dakkapel te realiseren.

Voor schild-, tent- of piramidedaken geldt dat de afmeting van de dakkapel beperkt moet zijn, met respect voor de hoekkepers en een minimale vrije dakvlak van één meter boven de dakkapel. Bij mansardodaken kan een daktoevoeging aan de achterkant in het onderste deel van het dakvlak worden toegestaan, met een bonenaansluiting op de knik van het dakvlak.

Voor lessenaardaken gelden dezelfde uitgangspunten als voor zadeldaken, maar bij een dakhoek kleiner dan 30° wordt een dakkapel welstandshalve niet wenselijk geacht. Bij asymmetrische daken wordt geadviseerd om dakkapellen laag in het dakvlak te plaatsen om een onevenwichtig beeld te voorkomen.

Rolhekken bij Andere Gebouwen dan Woningen

De regelgeving specificeert dat het bouwen van een rolhek bij andere gebouwen dan woningen en woongebouwen is toegestaan, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Ten eerste moet het rolhek aan de binnenzijde van de uitwendige scheidingsconstructie zijn geplaatst. Ten tweede moet het voor ten minste 90% uit glas-heldere doorkijkopeningen bestaan. Deze voorwaarde is van belang om de transparantie en openheid van de gevel te waarborgen.

Bouwen van Beperkte Betekenis

Bepaalde bouwwerkzaamheden worden aangemerkt als "bouwen van beperkte betekenis" en vallen onder een versoepelde procedure. Dit omvat onder andere het bouwen van een magazijnstelling met een hoogte tussen 3 en 8,5 meter, en het aanbrengen van niet-ingrijpende veranderingen aan een bestaand bouwwerk, mits de draagconstructie niet wordt aangetast, de bebouwde oppervlakte niet wordt uitgebreid en het bestaande gebruik wordt gehandhaafd.

Sneltoetscriteria en Welstandseisen

De documentatie verwijst naar sneltoetscriteria voor aan- en uitbouwen, bijgebouwen, overkappingen, kozijn- en gevelwijzigingen, dakkapellen, erfafscheidingen, dakramen, zonnepanelen en rolhekken. Een bouwplan is niet in strijd met redelijke eisen van welstand als het voldoet aan de vastgestelde sneltoetscriteria, identiek is aan een eerder goedgekeurd exemplaar, of is ontworpen door een architect en geaccepteerd door de gemeente.

Voor kozijn- en gevelwijzigingen gelden specifieke criteria met betrekking tot maatvoering, vormgeving en materiaalgebruik. De oorspronkelijke maatvoering, vormgeving en indeling van kozijnen en ramen moeten behouden blijven, evenals de diepte van de negge en de profielafmetingen. De gevelwijziging moet in overeenstemming zijn met de architectuur en het tijdsbeeld van de oorspronkelijke gevel, en de samenhang en ritmiek van de straatwand mogen niet worden verstoord.

Algemene Welstandscriteria en Gebiedsgerichte Criteria

Naast de algemene welstandscriteria, die een gebouw op zich beoordelen, bestaan er gebiedsgerichte criteria die eisen stellen aan bouwwerken in relatie tot de omgeving. Deze criteria houden rekening met de specifieke kenmerken van een gebied en dragen bij aan een harmonieuze en passende inpassing van nieuwe bouwwerken.

Terrasinrichting en Reclame

De documentatie bevat ook richtlijnen voor de inrichting van terrassen, met aandacht voor de plaatsing en het aantal meubels, parasols en verlichting. Terrasmeubilair moet passen bij het type bedrijf en een rustige kleurstelling hebben. Parasols moeten inklapbaar zijn en de onderkant van de volant zich op minimaal 2,20 meter hoogte bevinden. Reclame op terrasschotten is beperkt tot 10% van de oppervlakte.

Beveiliging en Inpandige Oplossingen

Voor gevelopeningen die afgedekt zijn met een rondboog, moet een inpandige beveiligingsoplossing worden gekozen. Voor andere gevelopeningen geldt dat eerst naar een zo min mogelijk beeldverstorende (inpandige) beveiliging moet worden gezocht. Pas als aangetoond is dat een dergelijke beveiliging niet mogelijk is, kan een oplossing binnen de gestelde criteria worden overwogen.

Conclusie

De integratie van rolhekken, luiken en rolluiken vereist een zorgvuldige afweging van esthetische en functionele aspecten. De beschikbare documentatie benadrukt het belang van aansluiting bij de bestaande gevel, het vermijden van een storend visueel effect en het respecteren van de architectuur van het gebouw. Specifieke richtlijnen gelden voor verschillende dakvormen en situaties, en er zijn criteria voor het bouwen van beperkte betekenis en de inrichting van terrassen. Het naleven van de welstandseisen en het toepassen van inpandige beveiligingsoplossingen zijn essentieel voor een succesvolle en verantwoorde implementatie.

Bronnen

  1. Subsidieverordening gevelrenovatie gemeente Brunssum
  2. Gemeentelijke verordening betreffende bouwactiviteiten

Related Posts