Uitbundig Metselwerk en Geveldetails in Jarendertighuizen en Moderne Bestemmingen
Introductie
Dit artikel behandelt de kenmerken van metselwerk in de bouw, met een specifieke focus op de details die jarendertighuizen onderscheiden, evenals de regels en richtlijnen voor metselwerk in moderne constructies, met name in relatie tot bedrijfsgebouwen en recreatieve bebouwing. De beschikbare informatie benadrukt het vakmanschap en de materiaalkeuze van het verleden, en de huidige eisen aan gevelmaterialen en -uitvoering in bestemmingsplannen. De nadruk ligt op de esthetische en structurele aspecten van metselwerk, en de invloed van regelgeving op het uiterlijk van gebouwen.
Het Vakmanschap van Metselwerk in Jarendertighuizen
Jarendertighuizen kenmerken zich door een hoog afwerkingsniveau en een zorgvuldige toepassing van goede materialen. Een opvallend aspect is het metselwerk, dat varieert van eenvoudige uitkragende vormen in de topgevel tot uitbundige toepassingen van verschillende kleuren en formaten baksteen. Afwijkende metselverbanden, zoals staande en uitkragende stenen, en rijk uitgewerkte portieken met ronde vormen, pijlers en bloembakken zijn veelvoorkomende elementen. Dit toont het vakmanschap van de bouwvakkers uit die tijd.
Een hoge plint, die tot aan de vensters reikt, is een frequent voorkomend detail. Deze plint wordt vaak gescheiden van de rest van de gevel door een uitkragende gepleisterde band, een rand geglazuurde profielstenen of een koppenlaag. De gevelvoeg is vaak verdiept, en soms zelfs afgeschuind, wat bijdraagt aan de visuele diepte en textuur van de gevel. De aandacht voor detail is kenmerkend voor de bouwstijl van die periode.
In vergelijking met moderne woningen is er een verschil in kwaliteit en verfijning van het materiaalgebruik, het afwerkingsniveau en de ambachtelijkheid. Moderne woningen worden vaak grootschaliger en industrieel geproduceerd, waardoor detaillering van metselwerk en houtwerk, zoals kozijnen en dakkapellen, vaak ontbreekt. Geprofileerde houten binnendeurkozijnen zijn bijvoorbeeld vervangen door stalen kokers, en geprofileerde omtimmeringen door vlakke kunststof plaatmateriaal.
Regelgeving en Richtlijnen voor Metselwerk in Bestemmingsplannen
Moderne bestemmingsplannen regelen de nokhoogten en goothoogten van constructies, met name in agrarische gebieden. De bestaande bedrijfswoonbebouwing, bedrijfsbebouwing en landschappelijke inrichting vormen het kader voor de welstandstoets. Bij de beoordeling van bouwwerken wordt gekeken of deze passen in de omgevingskarakteristiek en de bestaande organisatie op het perceel, en of ze gerelateerd zijn aan de landschappelijke inrichting.
De plaatsing van bedrijfsgebouwen is ondergeschikt aan de woning. De hoofdvorm van de gebouwen moet enkelvoudig en rechthoekig zijn, en de nokrichting moet in de verkavelingrichting van het landschap liggen. De massaopbouw op het erf moet in onderlinge samenhang zijn, en de gevelgeleding moet horizontaal zijn.
Materialen en Kleurgebruik in Moderne Constructies
De gevels van moderne gebouwen moeten in metselwerk worden uitgevoerd. Ander materiaal is toegestaan, mits het in donkere tinten is uitgevoerd en voorzien van een profiel en een zichtbare metselwerkplint. De dakvlakken moeten in pannen worden uitgevoerd, maar ander materiaal is toegestaan mits het in grijze of donkere tinten is uitgevoerd, afwijkend van de gevelkleur en voorzien van een (golfplaten- of dakpan-) profiel. Eventuele nadere bepalingen per gebied zijn te vinden in de gebiedsbeschrijving en -criteria.
Voor recreatieve bebouwing geldt dat de bebouwing kleinschalig en introvert moet zijn ten opzichte van de omgeving, en niet prominent in het landschap aanwezig mag zijn. De plaatsing van bijgebouwen is ondergeschikt aan het hoofdgebouw. De hoofdvorm moet de oorspronkelijke opzet respecteren (meestal enkelvoudig en rechthoekig). Ander materiaal voor de gevels is toegestaan, mits het algemeen beeld en de gevelopbouw gerespecteerd blijven. Ook voor de dakvlakken geldt dat ander materiaal toegestaan is, mits in grijze of donkere tinten en voorzien van een profiel.
Specifieke Geveldetails en Termen
De historische terminologie rondom geveldetails is uitgebreid. Voorbeelden hiervan zijn:
- Keulse goot: Een goot die het hemelwater via de kapconstructie naar een buitengoot afvoert.
- Kinderbalken (kinderbinten): Kleinere balken in een samengestelde balklaag die de vloer dragen.
- Kistwerk: Muurwerk bestaande uit twee evenwijdige vlakken, opgevuld met mortel en breuksteen.
- Klauwstuk: In- en uitgezwenkt zij- of vleugelstuk aan weerszijden van een topgevel of dakkapel.
- Klezoor: Een kwart metselsteen, gebruikt om te voorkomen dat stootvoegen van opeenvolgende lagen boven elkaar komen te liggen.
- Klinknagelpui: Een winkelpui gedragen door buiskolommen van geklonken kwadrantprofielen.
- Klokgevel: Een gevel waarvan de top gevormd wordt door een ingezwenkte afdekking in de vorm van een klok.
- Speklaag: Een horizontale band van natuursteen of pleisterwerk in metselwerk.
- Spitsboog: Een boog gevormd door twee cirkelsegmenten die elkaar onder een scherpe hoek ontmoeten.
- Stootvoeg: De staande voeg tussen stenen in metselwerk.
- Vlaamse gevel: Een grote stenen dakerker met venster en eigen dakdekking, waarvan de voorzijde gelijkligt met het onderliggend muurwerk.
- Vlechting: Wigvormig stuk metselwerk ter versteviging van een bakstenen geveltop.
Deze termen illustreren de complexiteit en de aandacht voor detail in traditioneel metselwerk.
Verschillen in Schaal en Dichtheid
De schaal en dichtheid van bebouwing zijn veranderd in de loop der tijd. Moderne eengezinswoningen zijn groter en bieden meer wooncomfort, maar staan vaak op relatief kleinere kavels. In vergelijking met jarendertigtuinwijken zijn de straatprofielen krapper, de kavels kleiner en is de bebouwingsdichtheid hoger. Hoewel er meer parken en speelplekken zijn aangelegd, is de ruimte per woning afgenomen.
Conclusie
Het metselwerk in jarendertighuizen kenmerkt zich door vakmanschap, detail en een zorgvuldige materiaalkeuze. Moderne bestemmingsplannen en richtlijnen leggen de nadruk op het behoud van de omgevingskarakteristiek en het gebruik van duurzame materialen. Hoewel er meer flexibiliteit is in het materiaalgebruik, zijn er duidelijke eisen aan kleur, profiel en afwerking. De kennis van historische geveldetails en de toepassing van moderne regelgeving zijn essentieel voor zowel renovatieprojecten als nieuwbouw. De beschikbare informatie laat zien dat een bewuste keuze van materialen en een aandacht voor detail bijdragen aan de kwaliteit en de esthetiek van de gebouwde omgeving.
Bronnen
Related Posts
-
Metselwerk Voegen: Technieken, Materialen en Onderhoud voor Duurzame Muren
-
Voegwerk: Materialen, Toepassingen en Kosten voor Gevelrenovatie
-
Voegrollen en Doorstrijken: Een Moderne Aanpak voor Metselwerk
-
Voegwerk metselwerk: Materialen, Technieken en Duurzaamheid
-
Voegmortel voor Metselwerk: Toepassingen, Kleuren en Best Practices
-
Voegmortel voor Metselwerk: Toepassing, Soorten en Verwerking
-
Donkergrijze Voegmortel voor Metselwerk: Toepassingen, Specificaties en Keuzeadvies
-
Metselwerk Voegen: Technieken, Materialen en Belangrijke Overwegingen