Mortelsamenstelling, Verbruik en Compatibiliteit bij Metselwerk

Inleiding

Deze artikel behandelt de cruciale aspecten van mortelsamenstelling en -verbruik bij metselwerk, met een focus op de compatibiliteit van materialen en de specifieke overwegingen voor zowel restauratie als nieuwbouw. De informatie is gebaseerd op de noodzaak om de sterkte en hardheid van nieuwe mortels af te stemmen op bestaand metselwerk om schade te voorkomen. Het artikel bespreekt de verschillende soorten bindmiddelen, de invloed van toeslagstoffen, en geeft indicatieve verbruikscijfers voor diverse steenformaten. De nadruk ligt op het belang van een gedegen vooronderzoek en het kiezen van de juiste mortel voor de specifieke toepassing.

De Belangrijkste Principes van Mortelsamenstelling

De samenstelling van mortel is bepalend voor de uiteindelijke sterkte en hardheid. Grote verschillen in deze eigenschappen tussen nieuwe en bestaande mortels kunnen leiden tot schade, zoals scheurvorming. Een harde cementvoeg kan bijvoorbeeld de vervormingen van een in kalkmortel gemetselde gevel niet volgen. De keuze van het bindmiddel en de verhouding tussen bindmiddel en zand zijn hierbij essentieel. Moderne bouwpraktijken maken vaak gebruik van kant-en-klare voorgemengde mortels, wat zorgt voor een constante kwaliteit en verwerkbaarheid, maar het is belangrijk om te controleren of de samenstelling optimaal aansluit bij de omstandigheden.

Verschillende Bindmiddelen en Hun Toepassingen

Verschillende bindmiddelen zijn geschikt voor verschillende toepassingen. Voor werk dat continu in contact met water staat, of waterdicht moet zijn, is een (sterk) hydraulische mortel vereist. Voor werk dat afwisselend droog en vochtig is, kan een (licht) hydraulische mortel worden gekozen. Luchtkalk is geschikt voor opgaand metselwerk dat meestal droog is.

Hydraulische mortels kunnen worden gemaakt met hydraulische kalk, luchthardende steen- of schelpkalk met toevoeging van tras (puzzolaan), of een combinatie van kalk en cement (bastaardmortel). Een puzzolaan, zoals tras, zorgt voor een sterkere hechting van de mortel aan de steen. Traskalkmortels bestaan doorgaans uit gelijke delen tras en kalk, met maximaal drie delen zand. Een veel voorkomende verhouding is één deel kalk, één deel tras en vijf delen zand.

De aanwezigheid van sulfaten is een belangrijke factor bij de keuze van het bindmiddel. Sulfaatbestendige bindmiddelen, zoals hoogovencement, portlandcement met laag C3A-gehalte of luchtkalk, kunnen schade voorkomen die veroorzaakt wordt door zwellende verbindingen zoals ettringiet en thaumasiet.

Compatibiliteit van Mortels bij Restauratie

Bij het herstellen van bestaand metselwerk is het cruciaal om een mortel te gebruiken die compatibel is met de bestaande materialen. Dit betekent dat de nieuwe mortel verenigbaar moet zijn met de reeds aanwezige materialen en omstandigheden. De meeste monumenten zijn opgemetseld met kalkgebonden mortels, waardoor het gebruik van kalk het uitgangspunt moet zijn bij herstelwerkzaamheden. Er kunnen echter uitzonderlijke situaties zijn waarin een ander bindmiddel, zoals cement, gerechtvaardigd is.

Verbruik van Mortel bij Verschillende Steenformaten

Het verbruik van mortel is afhankelijk van het steenformaat, de voegbreedte en de werkwijze van de metselaar. De volgende tabel geeft indicatieve verbruikscijfers voor verschillende steenformaten bij een voegbreedte van 12 mm:

Steenformaat Stenen/m² Verbruik/m² (kg)
Waalformaat 210x100x50 mm ca. 73 ca. 8
Dikformaat 210x100x65 mm ca. 59 ca. 7
Vechtformaat 210x100x40 mm ca. 87 ca. 9
Hilversumsformaat 225x105x42 mm ca. 78 ca. 5

Deze tabel is slechts een richtlijn. Het daadwerkelijke verbruik kan variëren afhankelijk van het steentype en de werkwijze van de metselaar. Er moet rekening worden gehouden met verlies door valspecie. Stenen met een ‘frog’ of perforatie vereisen ongeveer 30% extra mortel bij traditioneel metselen. Bij dunbedmetselen is het verbruik circa 30 tot 35% lager, terwijl het verbruik bij doorstrijken circa 20% hoger is dan bij traditioneel metselen.

De Interactie tussen Baksteen en Mortel

Onderzoek naar de interactie tussen bakstenen en mortel onder druk toont aan dat de baksteen water uit de mortel trekt tijdens het samendrukken. Deze interactie bepaalt hoe de voeg er later uit komt te zien. De metselaar schraapt overtollige mortel weg, waardoor de mortel aan de buitenrand een beetje van zijn steundruk verliest en kan loskomen van de steen erboven.

Draagkracht van Metselwerk: Een Complexiteit

Bij het berekenen van de draagkracht van een muur wordt vaak aangenomen dat de hele muur uniform is opgebouwd, met stenen en mortel met dezelfde eigenschappen. De werkelijkheid is echter complexer. Onderzoek heeft zich gericht op de interactie tussen stenen en mortel, en op de spanningen aan de randen van de steen. Deze factoren beïnvloeden het draagvermogen van het metselwerk.

Hedendaagse Mortels en Hun Voordelen en Nadelen

Kant-en-klare voorgemengde mortels bieden een constante kwaliteit en zijn gemakkelijker te verwerken. Ze kunnen ook stoffen bevatten, zoals luchtbelvormers, die de verwerkbaarheid bevorderen. Een nadeel is dat soms te snel naar dergelijke standaardproducten wordt gegrepen, waardoor de samenstelling niet optimaal aansluit bij de omstandigheden. Bovendien kunnen ze duurder zijn dan zelf gemengde mortels.

Conclusie

De keuze van de juiste mortelsamenstelling en het correct inschatten van het verbruik zijn essentieel voor duurzaam metselwerk. Compatibiliteit met bestaand metselwerk is cruciaal bij restauratie, waarbij kalkgebonden mortels vaak de voorkeur genieten. Bij nieuwbouw is het belangrijk om de mortel af te stemmen op de specifieke toepassing en omstandigheden. Het gebruik van kant-en-klare mortels kan de verwerking vereenvoudigen, maar vereist een zorgvuldige afweging van de samenstelling en de kosten. Een gedegen vooronderzoek en het raadplegen van deskundigen zijn aan te raden om de juiste keuze te maken en schade te voorkomen.

Bronnen

  1. Kennis over kalkmortel
  2. Bruil voegmortel
  3. TU/e Cursor artikel over draagkracht metselwerk

Related Posts