Metselwerk Voegen: Verhoudingen, Technieken en Uitvoeringseisen
Inleiding
Dit artikel behandelt de essentiële aspecten van het voegen van metselwerk, gebaseerd op beschikbare technische informatie. Het behandelt de verhoudingen van voegspecie, de verschillende voegtechnieken, de benodigde voorbereidingen, en de relevante uitvoeringseisen, met speciale aandacht voor historische gebouwen. De informatie is bedoeld voor zowel doe-het-zelvers als professionals in de bouwsector. De focus ligt op het correct uitvoeren van voegwerk om de stabiliteit, duurzaamheid en het esthetische aanzien van metselwerk te waarborgen.
Samenstelling en Verhoudingen van Voegspecie
Een standaard samenstelling voor voegspecie bestaat uit een volumeverhouding van 1 deel cement op 3 tot 4 delen betonzand. Het is belangrijk om te benadrukken dat dit volumeverhoudingen zijn, en niet gewichtsverhoudingen. Om de benodigde hoeveelheden nauwkeurig te berekenen, kan gebruik worden gemaakt van applicaties die de verhoudingen omzetten naar gewichten. Het is essentieel om de juiste verhouding te hanteren om een optimale sterkte en verwerkbaarheid van de voegspecie te garanderen.
Maatvoering van Metselwerk
De maatvoering van metselwerk is afhankelijk van het type verband. Bij een muuropening is de maatvoering altijd: tegel dikte (t) x aantal koppen (n) plus de voegbreedte. Een muur, ook wel muurdam genoemd, heeft een maatvoering van n x koppenmaat min de voegbreedte. Voor inwendige hoeken geldt altijd n x koppenmaat voor de lengtemaat. Voor halfsteens- en wildverband gelden deze uitgangspunten. Andere metselverbanden, zoals klezorenverband, kennen specifieke richtlijnen. Bij klezorenverband moet elke laag beginnen met een drieklezoor of een kop, nooit met een strek, en er mogen nooit twee drieklezoren in één laag voorkomen.
Voegdikte en Modulaire Verbanden
De nominale dikte van een voeg bedraagt doorgaans 10 tot 12 mm. Bij modulair metselwerkverband wordt de voegdikte bepaald aan de hand van de afmetingen van de gebruikte bakstenen, om het modulaire verband te behouden. Een minimale voegdikte van 10 mm wordt aanbevolen. Het is belangrijk om de voegdikte af te stemmen op het type metselwerk en de gewenste esthetiek.
Uitvoeringstoleranties en Voegkleur
De maattoleranties op voegen zijn afhankelijk van de toleranties van het metselwerk zelf. Daarom moet het metselwerk volgens bepaalde geometrische toleranties worden uitgevoerd. Technische Voorlichting 208 (TV 208) beschrijft de uitvoeringstoleranties van metselwerk en de toelaatbare afwijkingen van de voegkleuren in de gevel. Raadpleging van hoofdstuk 7 en bijlage B van TV 208 is aanbevolen voor gedetailleerde informatie.
Voegtechnieken
Er zijn verschillende voegtechnieken beschikbaar, elk met hun eigen esthetische en functionele eigenschappen:
- Borstelvoeg / kamwerk: Deze voordelige voeg heeft een licht ruw oppervlak.
- Doorgestreken voeg / platvol: Deze voeg zorgt voor een glad en licht waterkerend oppervlak en is gelijk met de voorkant van het metselwerk.
- Glad verdiepte voeg: Deze terugliggende voeg zit twee tot vijf millimeter achter het zichtvlak van de steen.
- Glad licht verdiepte voeg: Deze terugliggende voeg zit één tot twee millimeter achter het zichtvlak van de steen.
De keuze van de voegtechniek is afhankelijk van de gewenste uitstraling en de functionaliteit.
Voorbereidingen voor het Voegen
Voordat met het voegen wordt begonnen, is een grondige voorbereiding noodzakelijk. Alle stof- en mortelresten moeten uit de voegen en van de gevelstenen worden verwijderd. Het is aan te raden om de voegen minstens 10 mm diep te maken, idealiter 15 mm. Indien nodig kunnen te smalle voegen worden uitgeslepen of geborsteld. Beschadigde stenen kunnen tijdens deze fase worden vervangen. Afhankelijk van de zuigkracht van de baksteen kan de gevel licht worden bevochtigd voordat met het voegen wordt begonnen. Het is belangrijk om te wachten tot het overtollige water is verdampt voordat de voegspecie wordt aangebracht.
Uitvoeringseisen voor Historisch Metselwerk
Bij het voegen van historisch metselwerk gelden specifieke eisen om de authenticiteit en de integriteit van het gebouw te behouden. De voegmortel moet qua samenstelling aangepast zijn aan de samenstelling en hardheid van het bestaande metselwerk. De voegafwerking moet identiek zijn aan de bestaande situatie. Bij kalkmortel moet de toe te passen schelpkalk voldoen aan NEN 9031. Hulpstoffen zijn niet toegestaan en de mengverhoudingen moeten volgens NEN 3835 worden bepaald, rekening houdend met de milieuklasse en de samenstelling van het bestaande metsel- of voegwerk. Het gebruik van steenkalk is niet toegestaan.
Verwijderen van Oude Voegen
Het verwijderen van oude voegen vereist zorgvuldigheid om het historische metselwerk niet te beschadigen. Een lintvoeg dient eerst langs een rei met een op lage toeren draaiende diamantzaag tot de gewenste uithakdiepte te worden ingezaagd, alvorens deze met een naaldbeitel wordt uitgehakt. De stootvoeg kan vervolgens handmatig worden verwijderd. Bij lintvoegen die smaller zijn dan 7 mm is alleen inzagen toegestaan. Stootvoegen die smaller zijn dan 1,5 mm mogen niet worden verwijderd. Het gebruik van een slijptol voor het verwijderen van voegwerk is niet toegestaan.
Aanwijzingen tijdens het Voegen
Het metselwerk moet voldoende bevochtigd zijn om te voorkomen dat er water uit de voegspecie wordt onttrokken. Het uitdrogen van vers voegwerk moet worden voorkomen. Kalk- en trasvoegen kunnen niet worden aangebracht bij vorst.
Nazorg en Afwerking
Na het aanbrengen van de voegspecie is het belangrijk om de voegen af te werken op de gewenste manier. Na het uitharden van de voegen kan de muur worden geborsteld met een droge borstel. Het benevelen van de voegen kan ze sterker maken en de kans op witte aanslag verminderen.
Veiligheidsmaatregelen
Bij het werken met cement en voegspecie is het belangrijk om de juiste veiligheidsmaatregelen te nemen. Droog cement vormt geen direct gezondheidsrisico, maar het moet worden voorkomen dat het wordt ingeademd of ingeslikt en de ogen moeten worden beschermd tegen stof. Zodra cement met water wordt gemengd, heeft het mengsel een hoge alkaliteit en is het irriterend. Daarom is het aanbevolen om waterdichte handschoenen met een katoenen voering te dragen en werkkleding die het lichaam volledig bedekt, waterdichte laarzen en ondoordringbare kniestukken te gebruiken als de voeten of knieën in contact kunnen komen met verse mortelspecie of betonspecie.
Conclusie
Het voegen van metselwerk is een cruciale stap bij het onderhoud en de renovatie van gebouwen. Door de juiste verhoudingen van voegspecie te gebruiken, de juiste voegtechniek te kiezen, en de relevante uitvoeringseisen te volgen, kan een duurzaam en esthetisch aantrekkelijk resultaat worden bereikt. Bij historisch metselwerk is extra aandacht voor de samenstelling van de voegmortel en de uitvoeringstechnieken vereist om de authenticiteit van het gebouw te behouden.
Bronnen
Related Posts
-
Kosten en Soorten Voegwerk voor Gevelrenovatie
-
Metselwerk Kosten: Een Uitgebreid Overzicht voor 2024 & 2025
-
Kosten van Metselwerk in 2025: Een Overzicht van Prijzen en Factoren
-
Uithakken en Aanpassen van Metselwerk: Een Specialistische Gids
-
Strekken en Metselverbanden: Een Uitgebreide Gids voor Constructie en Renovatie
-
Dakverhoging en Dakbedekking: Kosten en Materialen in Vergelijking
-
Gevelbekleding: Kosten, Materialen en Duurzaamheid in Vergelijking
-
Metselwerkwapening: Versterking, Stabilisatie en Toepassingsnormen