Voegwerk in Metselwerk: Samenstelling, Technieken en Regelgeving
Inleiding
Dit artikel behandelt de essentiële aspecten van voegwerk in metselwerk, gebaseerd op beschikbare informatie over materialen, technieken, regelgeving en aandachtspunten bij het uitvoeren van renovaties. De verhouding tussen voeg en metselwerk, de samenstelling van voegspecie, de verschillende voegvormen, en de vereiste procedures voor het herstellen of vernieuwen van voegwerk worden besproken. De informatie is relevant voor zowel huiseigenaren die een renovatie overwegen, als voor doe-het-zelvers en professionals in de bouwsector.
Samenstelling van Voegspecie
De samenstelling van voegspecie is cruciaal voor de duurzaamheid en het uiterlijk van het metselwerk. Een standaard verhouding voor voegspecie is 1 deel cement op 3 tot 4 delen betonzand. Het is belangrijk om volumeverhoudingen te gebruiken, waarbij bijvoorbeeld één ‘emmer’ cement wordt gemengd met 3 emmers zand. Deze volumes kunnen vervolgens worden omgezet in gewichten om de benodigde hoeveelheid materialen te berekenen.
Het is van belang om te onthouden dat onder de 5 graden Celsius het chemische verhardingsproces van cement nauwelijks op gang komt. Bij lage temperaturen is het daarom aan te raden om het werk goed af te dekken en ervoor te zorgen dat de temperatuur van het betonoppervlak gedurende 72 uur na uitvoering minimaal +5°C blijft.
Veiligheid bij het Hanteren van Cement
Droog cement vormt op zichzelf geen gezondheidsrisico, maar het is belangrijk om inademing en inslikken te voorkomen en de ogen te beschermen tegen stof. Zodra cement met water wordt gemengd, krijgt het mengsel een hoge alkaliteit en kan het irriterend zijn. Daarom is het aanbevolen om waterdichte handschoenen met katoenen voering te dragen, en werkkleding die het lichaam volledig bedekt, waterdichte laarzen en ondoordringbare kniestukken te gebruiken als de voeten of knieën in contact kunnen komen met verse mortelspecie of betonspecie.
Vormgeving van de Voeg
De vormgeving van de voeg heeft een aanzienlijke invloed op het uiterlijk van de gevel. Er zijn verschillende voegvormen mogelijk, waaronder:
- Platvolle gladde voeg: Deze veelvoorkomende voegvorm creëert een vlak gevelbeeld en laat de voeg als het ware opgaan in de gevelsteen. De vloeihardheid (VH) van deze voeg is 35 N/mm².
- Platvolle gekamde voeg: Door middel van een hulpinstrument, zoals een borstel of kam, wordt in de voeg een bepaalde textuur aangebracht. De vloeihardheid is 25 N/mm².
- Verdiepte voeg:
- Schaduwvoeg:
- Geknipte voeg:
- Doorgestreken voeg: Bij deze techniek wordt tijdens het metselen extra aandacht besteed aan het vullen van de stootvoeg. De metselaar werkt de mortelspecie direct met een voegroller of pointer af tot het gewenste voegtype.
Hardheid van de Voeg
De hardheid van de voeg wordt gemeten met een voeghardheidsmeter en uitgedrukt in N/mm². De volgende voeghardheidsgrenzen worden onderscheiden:
- VH15: 15 t/m 24 N/mm²
- VH25: 25 t/m 34 N/mm²
- VH35: 35 t/m 44 N/mm²
- VH45: 45 en hoger
Uitvoering van het Voegwerk
Het voegwerk wordt idealiter uitgevoerd enkele maanden na het vermetselen, en niet opgaand. Voordat met het voegen wordt begonnen, moeten alle stof- en mortelresten uit de voegen en van de gevelstenen worden verwijderd. Er dient minimaal 10 mm voegspecie in de voeg te worden aangebracht, idealiter 15 mm. Bij te smalle voegen kan deze verder worden uitgekrabd, geslepen en geborsteld. Beschadigde stenen kunnen tijdens deze fase worden vervangen. Afhankelijk van de zuigkracht van de baksteen kan de gevel licht worden bevochtigd voordat met het voegen wordt gestart, nadat het vrije water van het oppervlak is verdwenen.
Maatvoering van Metselwerk
Bij een muuropening is de maatvoering: t n x koppenmaat + voeg. Een muur, ook wel muurdam genoemd, heeft een maatvoering van n x koppenmaat - voeg. Voor een inwendige hoek geldt altijd voor de lengtemaat n x koppenmaat. Voor halfsteens- en wildverband gelden deze uitgangspunten. Andere metselverbanden, zoals klezorenverband, kennen specifieke richtlijnen voor de maatvoering. Bij klezorenverband dient elke laag te beginnen met een drieklezoor of een kop, maar nooit met een strek. Ook mag er nooit twee drieklezoren in één metselwerklaag voorkomen.
Regelgeving en Herstel van Voegwerk
Het hydrofoberen en impregneren van gevels is niet toegestaan. Het toepassen van steenverstevigers is eveneens niet toegestaan. Bij het inboeten van het metselwerk dient gebruik te worden gemaakt van bijpassende steen, met aandacht voor kleur, hardheid en afmeting. Het inboetwerk dient in het bestaande metselverband te worden uitgevoerd.
Nieuw voegwerk dient in samenstelling, kleur en uitvoering overeen te komen met het bestaande, historisch juiste voegwerk. Ter hoogte van het maaiveld dient het voegwerk tot ten minste 30 cm beneden het maaiveld te worden nagezien, hersteld of vernieuwd. De voegen dienen zodanig te worden uitgehakt dat de voeg voldoende massa heeft, met een verhouding van voegdikte tot voegdiepte van 1:2 als richtlijn.
Het uithakken van voegen dient met de hand te geschieden, of indien pneumatisch, met een fijne beitel. Het uitslijpen van de voegen is slechts toegestaan met gebruikmaking van een zo klein mogelijke slijptol, voorzien van een afzuiging. Bij het uithakken van bestaand voegwerk mogen smalle stootvoegen niet worden verbreed; het ophakken van stootvoegen is niet toegestaan.
Indien meer dan 25% van het voegwerk aan een gevel vervangen moet worden, dient dit ter goedkeuring te worden gemeld bij het team monumentenzorg. Een monster van het nieuwe voegwerk dient voorafgaand aan het integraal uithakken van de gevel(s) ter goedkeuring te worden gemeld bij de gemeentelijke monumenteninspecteur.
Aandachtspunten bij Decoratief Metselwerk
In het geval van decoratief metselwerk wordt het uitzicht van het metselwerk sterk beïnvloed door de voeg. Daarom is het belangrijk dat er voorafgaand aan het starten van de voegwerken een overeenkomst bestaat tussen de aannemer en de bouwheer over het uiteindelijke resultaat. Dit kan gebeuren aan de hand van stalen op het uitgevoerde metselwerk, waarbij in het algemeen drie stalen worden gezet met elk een oppervlakte van minimaal 0,25 m².
Conclusie
Voegwerk is een essentieel onderdeel van metselwerk dat zowel de structurele integriteit als het esthetische uiterlijk van een gebouw beïnvloedt. De juiste samenstelling van de voegspecie, de gekozen voegvorm, en de correcte uitvoering van het werk zijn van groot belang. Het is cruciaal om de geldende regelgeving te respecteren en bij grotere renovaties de nodige goedkeuringen te verkrijgen. Door aandacht te besteden aan deze aspecten kan een duurzaam en esthetisch verantwoord resultaat worden bereikt.
Bronnen
Related Posts
-
Kosten van Metselwerk in 2025: Een Overzicht van Prijzen en Factoren
-
Uithakken en Aanpassen van Metselwerk: Een Specialistische Gids
-
Strekken en Metselverbanden: Een Uitgebreide Gids voor Constructie en Renovatie
-
Dakverhoging en Dakbedekking: Kosten en Materialen in Vergelijking
-
Gevelbekleding: Kosten, Materialen en Duurzaamheid in Vergelijking
-
Metselwerkwapening: Versterking, Stabilisatie en Toepassingsnormen
-
Metselwerkwapening: Versterking en Stabiliteit voor Duurzame Gevels
-
Metselwerkwapening: Versterking, Toepassingen en Normen