Metselwerk Voegen en Restauratie: Technieken, Materialen en Richtlijnen

Inleiding

Dit artikel behandelt de essentiële aspecten van metselwerk voegen en restauratie, gebaseerd op beschikbare richtlijnen en aanbevelingen. Het belang van correct voegwerk voor zowel de structurele integriteit als het esthetische uiterlijk van metselwerk wordt benadrukt. De focus ligt op de juiste materiaalkeuzes, technieken voor het uitvoeren van voegwerk, en aandachtspunten bij restauratieprojecten, met name in relatie tot historische gebouwen. De informatie is relevant voor zowel huiseigenaren en doe-het-zelvers als voor professionals in de bouwsector.

Het Belang van Voegwerk

Voegen in metselwerk zijn cruciaal voor de duurzaamheid en het voorkomen van vochtindringing (Bron 2). Goed onderhouden voegen dragen bij aan de lange levensduur van muren en gevels. Het type voeg heeft niet alleen een functionele, maar ook een esthetische impact op het metselwerk (Bron 2). Verschillende voegstijlen, zoals de platvolle voeg, de verdiepte voeg en de schaduwvoeg, bieden diverse mogelijkheden voor het gewenste uiterlijk (Bron 2).

Verschillende Voegtechnieken

Naast de klassieke voegmethode bestaan er alternatieve technieken. De klassieke methode, een traditionele techniek, wordt nog steeds veel toegepast vanwege de duurzaamheid en esthetiek (Bron 2). Deze methode omvat het voorbereiden van de voegmortel, het schoonmaken van de voegen, het bevochtigen van de voegen, het gelijkmatig aanbrengen van de mortel met een voegspijker of voegrubber, en het verwijderen van overtollige mortel met een vochtige spons (Bron 2).

Alternatieve technieken omvatten de teruggehouden voeg, waarbij een deel van de mortel wordt verwijderd na het drogen om een rustieke uitstraling te creëren (Bron 2), en gekleurde voegen (Bron 2).

Voorbereiding van het Oppervlak

Een cruciale stap bij het voegen is de juiste voorbereiding van het oppervlak (Bron 2). Het metselwerk moet volledig droog zijn en vrij van stof, vuil en losse deeltjes. Een grondige reiniging met een borstel en water is essentieel voor een goede hechting (Bron 2). Overtollige mortelresten tussen de stenen moeten worden verwijderd met een voegbeitel of borstel (Bron 2). Grote gaten of scheuren dienen te worden opgevuld met geschikte vulmortel, die volledig moet uitharden voordat met het voegen wordt begonnen (Bron 2). Het oppervlak moet gelijkmatig vochtig zijn, maar niet drijfnat, om te voorkomen dat de voegmortel te snel droogt (Bron 2).

Richtlijnen voor Metselwerk Inboeten en Voegwerk

Specifieke richtlijnen zijn van toepassing op het inboeten van metselwerk. Inboetwerk dient te geschieden met bijpassende stenen, rekening houdend met kleur, hardheid en afmeting (Bron 1). Het inboetwerk moet in het bestaande metselverband worden uitgevoerd (Bron 1). Smalle stootvoegen mogen niet worden verbreed; het zogenaamde ophakken van stootvoegen is niet toegestaan (Bron 1).

Voorafgaand aan het uithakken en opnieuw voegen dient een proefstuk te worden beoordeeld door een door de gemeente aangewezen medewerker (Bron 1). Dit proefstuk moet op een onopvallende plaats zitten, beoordeeld worden op zowel het uithakken als het voegen, en uitgevoerd worden door degenen die het gehele werk zullen uitvoeren (Bron 1).

Materialen en Samenstelling

Nieuw voegwerk dient qua samenstelling, eigenschappen, kleur en uitvoering overeen te komen met het historisch juiste voegwerk (Bron 1, Bron 3). Nieuw pleisterwerk dient eveneens qua samenstelling, kleur en uitvoering overeen te komen met het bestaande, historisch juiste pleisterwerk (Bron 1, Bron 3). De samenstelling van het pleisterwerk dient te worden aangepast aan de hardheid van de onderliggende steen (Bron 1, Bron 3).

Het is belangrijk om te vermijden dat er te harde metsel- en voegspecie wordt gebruikt in oude, zachte muren (Bron 4).

Aandachtspunten bij Restauratie van Historische Gebouwen

Bij restauratie van historische gebouwen gelden specifieke eisen. Een monster van het nieuwe voegwerk dient voorafgaand aan het integraal uithakken van de gevel(s) ter goedkeuring te worden gemeld bij de gemeentelijke monumenteninspecteur (Bron 3). Bestaand metselwerk dient behouden te blijven en mag pas worden vervangen indien en in zoverre dit in het inspectierapport van de Monumentenwacht wordt geadviseerd en door het college is geaccordeerd (Bron 1).

Het toepassen en aanbrengen van gevelafwerking die niet aanwezig is in de bestaande situatie is niet toegestaan, tenzij dit in het inspectierapport van de Monumentenwacht wordt geadviseerd en door het college is geaccordeerd (Bron 1).

Bij het vervangen van houten onderdelen is het belangrijk dat de bestaande detaillering en vormgeving, indien juist, als uitgangspunt dienen (Bron 3). De te vervangen houten onderdelen moeten dezelfde zwaarte en profilering krijgen als de bestaande (Bron 3). Tropische hardhoutsoorten mogen niet worden toegepast (Bron 3). Het gebruik van multiplex, kunststof, kunststofverlijmde vezelplaten en hiermee vergelijkbare plaatmaterialen is niet toegestaan voor herstel van dakgoten, windveren, dekplanken, gevel- en dakbeschietingen (Bron 3).

Veelgemaakte Fouten bij Restauratie

Een veelgemaakte fout is het vervangen van vensters door vensters met verkeerde verhoudingen en te dikke roeden. Dit kan leiden tot het vervangen van raamhout, het verzwaren van roedes en aanpassingen aan het kozijn, waardoor het originele venster onherstelbaar wordt ‘gerestaureerd’ (Bron 4).

Een andere fout is het inboeten van scheuren in het metselwerk zonder de oorzaak van de scheurvorming te verhelpen. De scheur zal dan terugkeren (Bron 4). Inboetwerk moet aansluiten bij het bestaande werk, met stenen die dezelfde maat, kleur en hardheid hebben als de bestaande stenen (Bron 4).

Algemene Richtlijnen en Verantwoordelijkheden

Alle bij de voorbereiding, planvorming, uitvoering en controle van instandhoudingswerkzaamheden betrokken partijen, zoals de eigenaar, architecten, opzichters, aannemers, uitvoerders en onderaannemers, dienen voorafgaand aan de werkzaamheden op de hoogte te worden gebracht van de nadere regels (Bron 1). De aanvrager van de subsidie dient dit desgewenst schriftelijk te kunnen aantonen (Bron 1).

Het voegwerk dient tot ten minste 30 centimeter beneden het maaiveld te worden nagezien en indien nodig hersteld of vernieuwd (Bron 1, Bron 3).

Conclusie

Correct metselwerk voegen en restaureren vereist een zorgvuldige aanpak, aandacht voor detail en kennis van de juiste materialen en technieken. Het is essentieel om de specifieke richtlijnen te volgen, met name bij historische gebouwen, en om veelvoorkomende fouten te vermijden. Door de juiste voorbereiding, materiaalkeuze en uitvoering kan de duurzaamheid, structurele integriteit en esthetische waarde van metselwerk worden gewaarborgd.

Bronnen

  1. Lokale Regelgeving Overheid
  2. Buildinghomes.nl - Metselwerk Voegen
  3. Lokale Regelgeving Overheid
  4. Agriwiki.nl - Restaureren veel gemaakte fouten

Related Posts