Metselwerk en kunst: het verband tussen baksteenmetselwerk en gevelbeelden

Het vak van het metselen is meer dan alleen het opbouwen van muren. Het is een kunstvorm die zich heeft ontwikkeld door eeuwen van ervaring en technische vooruitgang. In het bijzonder op gevels en in het siermetselwerk maakt het metselwerk niet alleen een functie op in de structuur van een gebouw, maar draagt het ook bij aan de esthetiek en het karakter van een woning of monument. In dit artikel belichten we het metselwerk van bakstenen gevels in de context van de kunst. We ronden dit af met praktische richtlijnen voor herstel, schildering en toepassing van metselwerk in historische en moderne contexten.


Inleiding

Bij baksteenmetselwerk spreekt men vaak over het verband tussen de stenen, het metselverband, of het metseltechniek. De geschiedenis van baksteenmetselwerk in Nederland is rijk aan ontwikkelingen, variërend van kistwerk in de middeleeuwen tot het moderne staand of kruisverband. Elk verband heeft zijn eigen kenmerken en esthetiek. Bovendien speelt metselwerk een rol in de beeldende kunst, zoals blijkt uit siermetselwerk en baksteenrelieven. Het metselwerk van gevels is bovendien kwetsbaar en vereist zorgvuldig onderhoud. Voor monumentale gebouwen zijn er strakke regels voor herstel, reiniging en afwerking. In dit artikel behandelen we de historische ontwikkeling van metselwerk, de toepassing in kunst en esthetiek, en de praktische richtlijnen voor herstel en onderhoud.


De geschiedenis van baksteenmetselwerk

Het gebruik van baksteenmetselwerk dateert van de middeleeuwen en ontwikkelde zich geleidelijk. In de vroege bouwperiodes werd baksteenmetselwerk vaak uitgevoerd in kistwerk, een techniek waarbij twee halfsteensmuren met stortwerk ertussen worden opgetrokken. Dit maakte de muren zowel stevig als thermisch geïsoleerd. In de loop van de eeuwen veranderde het metselverband. In de veertiende eeuw ontstond het staand verband, waarbij strekken en koppen elkaar afwisselden. In de zestiende eeuw kwam het kruisverband in zwang, waarbij de strekken met een halve baksteen verschoven werden. Dit verband is tot de twintigste eeuw gebruikelijk geweest.

De toepassing van klezoren en drieklezoren in de koppenlaag was gebruikelijk. Deze elementen gaven het metselwerk extra structuur en esthetiek. Oud metselwerk (tot ongeveer 1890) verschilt aanzienlijk van modern metselwerk. Tot de introductie van de ringoven was het bakken van stenen voornamelijk handwerk. Met mechanisch persen werd de productie groter en de stenen maatvast. Ook de metselspecie veranderde: oud metselwerk gebruikt meestal kalkmortel, terwijl moderne metselwerk vaak cementmortel bevat. Deze verandering heeft ook gevolgen voor het onderhoud en herstel van metselwerk.


Metselwerk als kunstvorm

In zowel historische als moderne contexten speelt metselwerk een rol in de beeldende kunst. Een goed voorbeeld hiervan is het baksteenreliëf in Emmeloord, uitgevoerd door metselaar Stam. Dit siermetselwerk is een synthese van architectuur en beeldende kunst. Het grillige reliëf met uitstekende en terugwijkende vlakken benadrukt de complexiteit van metselwerk. Het was handwerk, zonder gebruik van computer of robot, en vereiste veel vakmanschap. Dit soort siermetselwerk is een bewijs van de artistieke mogelijkheden binnen het vak van de metselaar.

Ook in historische monumenten is siermetselwerk te vinden. Bijvoorbeeld in gevels van vroeg middeleeuwse boerderijen met overhangende dakvlakken of in tuinmuren. Het metselwerk in deze context is niet alleen functioneel, maar ook visueel indrukwekkend. Het gebruik van verschillende verbanden, kleuren en vormen van stenen maakt elk gebouw uniek. Deze kunstvorm vereist echter ook zorgvuldig onderhoud en herstel, omdat metselwerk, net als huid, kwetsbaar is.


Herstel en inboeting van metselwerk

Het herstel van metselwerk moet met veel zorg worden aangepakken. Volgens artikel 4.3 van de lokaal geldende regelgeving is het uitgangspunt dat bestaand metselwerk geconserveerd dient te worden. Pas wanneer de scheurvorming of onderlinge samenhang het herstel onmogelijk maakt, mag het metselwerk worden vervangen. Bij inboeting van stenen is het belangrijk dat deze qua hardheid, formaat, kleur en textuur aansluiten op het bestaande metselwerk. De fysische eigenschappen zijn belangrijker dan de kleur.

De mortel die wordt gebruikt bij inboeting moet aangepast zijn aan de bestaande mortel, zowel qua samenstelling als hardheid. In het geval van kalkmortel moet schelpkalk aan NEN 9031 voldoen. Hulpstoffen zijn niet toegestaan. Mengverhoudingen moeten conform NEN 3835 zijn. Het gebruik van steenkalk is verboden. Voor reparatiemortel gelden extra richtlijnen, zoals aangegeven in de brochure RDMZ info restauratie en beheer nr. 5, 1996.

IJzeren elementen in gevels moeten ontroest worden en zonder functie of decoratieve waarde verwijderd. Het bestaande metselwerk en de in te brengen stenen moeten vochtig zijn, zodat er geen vochtuitwisseling plaatsvindt. Het herstel van metselwerk vereist dus niet alleen technische kennis, maar ook een zorgvuldige aanpak om de oorspronkelijke structuur en esthetiek te behouden.


Afwerking en schildering van gevels

Na het herstel van metselwerk komt de afwerking aan de beurt. Een goed geschilderde gevel moet damp-open zijn, zodat vocht uit het metselwerk kan uittreden. Dit proces wordt dampdiffusie genoemd. Een verdichte verffilm verstoort dit proces en kan leiden tot vochtproblemen in de muur. Voor gevels zijn enkel bepaalde soorten verf geschikt.

Lijnolieverf met aardkleurige pigmenten is een optie, maar deze mag niet worden toegepast op vers metsel- en voegwerk, omdat het verzepen kan. Beter houdbaar is siliconenemulsieverf, die waterafstotend is en redelijk damp-open. Minerale verf is een duurzame en damp-open optie die diep in de steen dringt. Deze verf is echter niet verwijderbaar. Afsluitende verf op basis van latex of chloorrubber is niet aan te raden, omdat deze vrijwel dampdicht is. Overschilderen van een dichte verf met een open verf heeft geen zin; de dichte verf moet eerst verwijderd worden.

In de praktijk zijn er ook beperkingen op het schilderen van gevelstenen. Het schilderen met olie- of siliconenemulsieverf is aan te raden, omdat deze verf de stenen beschermt. Het verfsysteem moet damp-open zijn en zonder schade aan de steen verwijderbaar. Mineralogische verf mag niet worden gebruikt, omdat deze een reactie aangaat met de ondergrond. Geoliede gevels mogen niet geschilderd worden, en het toepassen van een gevelafwerking die niet in de bestaande situatie voorkomt is alleen toegestaan met toestemming van de afdeling ROBM.


Praktische richtlijnen voor onderhoud en herstel

Het onderhoud van metselwerk is essentieel voor de duurzaamheid van een gebouw. Volgende richtlijnen kunnen gebruikt worden:

  • Metselwerk niet reinigen zonder vergunning: Voor monumentale gevels is een vergunning nodig voor grondige reiniging, zoals aangegeven in artikel 11 van de Monumentenwet.
  • Voorkomen van vochtproblemen: Zorg dat het metselwerk damp-open is en gebruik damp-open verf. Vermijd dichte verfsoorten.
  • Herstel en inboeting: Werk alleen met stenen en mortel die qua hardheid, formaat en kleur overeenkomen met het bestaande metselwerk.
  • Reparatiemortel: Gebruik reparatiemortel volgens de richtlijnen in RDMZ info restauratie en beheer nr. 5.
  • Schildering: Gebruik damp-open verfsoorten en vermijd mineralogische verf. Overleg met de afdeling ROBM bij het toepassen van nieuwe afwerkingen.
  • IJzeren elementen: Ontroest en verwijder ijzeren elementen zonder functie of decoratieve waarde.

Het onderhoud van metselwerk is niet alleen een technische aangelegenheid, maar ook een kunstvorm. Het behoud van historisch metselwerk vraagt om vakmanschap, respect voor het origineel en kennis van de juiste materialen en technieken.


Conclusie

Baksteenmetselwerk is meer dan alleen een bouwtechniek. Het is een kunstvorm die zich heeft ontwikkeld door eeuwen van ervaring en technische vooruitgang. Van kistwerk in de middeleeuwen tot het kruisverband in de twintigste eeuw, elk metselverband heeft zijn eigen kenmerken en esthetiek. In de beeldende kunst speelt metselwerk een rol in siermetselwerk en baksteenrelieven, zoals te zien is in Emmeloord. Het metselwerk van gevels is echter kwetsbaar en vereist zorgvuldig onderhoud. Voor monumentale gebouwen zijn er strakke regels voor herstel, reiniging en afwerking. Het herstel van metselwerk moet met veel zorg worden aangepakken, waarbij de oorspronkelijke structuur en esthetiek zo goed mogelijk worden behouden. De toepassing van damp-open verf en het gebruik van de juiste mortel zijn essentieel voor de duurzaamheid van metselwerk. Het onderhoud van metselwerk is dus een vak dat zowel technische kennis als artistieke vakmanschap vereist.


Bronnen

  1. Baksteenmetselwerk - Cultureel Erfgoed
  2. Baksteenrelief in Emmeloord - Flevoland Erfgoed
  3. Metselwerk - Monumentenwacht Overijssel
  4. Lokaal regelgeving - Overheid
  5. Onderhoudswijzer - Monumentenwacht Drenthe

Related Posts