Het onderhouden en herstellen van metselwerk en kozijnen in monumentale gebouwen

Inleiding

Monumentale gebouwen zijn bijzondere objecten in de historische en culturele erfgood van Nederland. Het behoud en het correct onderhouden van dergelijke objecten vereist kennis van specifieke bouwmethoden, materialen en onderhoudstechnieken. Het metselwerk en de kozijnen vormen belangrijke elementen van de gevel, die niet alleen het uiterlijk van het gebouw bepalen, maar ook de duurzaamheid en de thermische eigenschappen van het pand beïnvloeden. Tijdens restauratie- of onderhoudswerkzaamheden moet extra voorzichtig worden gedaan, om schade aan het historische karakter te voorkomen.

In dit artikel wordt ingegaan op de principes van het onderhoud en herstellen van metselwerk en kozijnen in monumentale gebouwen, gebaseerd op richtlijnen en aanbevelingen van betrouwbare bronnen. Het artikel richt zich op zowel particuliere eigendomhouders als professionals in de bouw- en restauratiebranche.

Constructie en onderhoud van metselwerk

1. Onderhoud van metselwerk en voegwerk

Het metselwerk is een van de fundamentele onderdelen van de gevelconstructie van monumentale gebouwen. Onderhoud van metselwerk is niet alleen nodig om de esthetiek te bewaren, maar ook om de duurzaamheid en thermische prestaties van de gevel te waarborgen. Het voegwerk speelt hierin een cruciale rol, omdat het de waterdichtheid en de stabiliteit van het metselwerk ondersteunt.

Volgens de onderhoudswijzer van de Monumentenwachter Drenthe is het belangrijk om slechts de delen van het voegwerk te vervangen die slecht zijn en hun functie niet meer vervullen. Een licht beschadigde voeg die nog steeds waterdicht is, moet voorkeur krijgen boven een moderne voeg. De hardheid van een voeg is geen criterium voor het vervangen ervan.

In het geval van ernstige aantastingen, bijvoorbeeld als meer dan 70% van het voegwerk slecht is, mag het voegwerk integraal worden vervangen. Voor kleinere oppervlakken (minder dan 35 vierkante meter) mag dit ook gebeuren als 50% van het voegwerk in slechte staat verkeert. In gevallen waarin de aantasting onder deze percentages blijft, maar wijdverspreid is over de gevel, kan het voegwerk in overleg met de afdeling ROBM worden vervangen.

De aanwijzingen in het kadasterreglement (CVDR) benadrukken dat graffiti op een gevel binnen 24 uur moet worden verwijderd met de juiste reinigingsmethode voor de ondergrond en verfsoort. Dit is belangrijk om de oorspronkelijke structuur en esthetiek van het metselwerk te behouden.

2. Gebruik van kalkmortel bij metsel- en voegwerk

Kalkmortel is het meest geschikte materiaal voor het voegwerk van historische metselwerken. In tegenstelling tot cementmortels heeft kalkmortel een grotere elasticiteit en vervormingscapaciteit, waardoor het langer vervormingen in het metselwerk kan opnemen. Hierdoor ontstaan er minder snel scheuren.

Daarnaast heeft kalkmortel een open poriënstructuur, waardoor de waterdampdoorlaatbaarheid groter is. Dit is essentieel voor de thermische prestaties van het gebouw. Kalkmortel bestaat uit fijne deeltjes, wat betekent dat het een grotere watervasthoudendheid heeft dan cementmortel.

De restauratietips van Hendrick de Keyser benadrukken dat het gebruik van kalkmortel essentieel is bij het herstellen van gevels. Het is belangrijk om de voeg- en metselmortel te kiezen die qua fysieke en esthetische eigenschappen het beste aansluit bij de directe omgeving, zoals de baksteen.

3. Voorkomen van condensatie en schimmel

Bij restauratie of verbouwing van monumentale gebouwen moet rekening worden gehouden met de thermische eigenschappen van de constructie. Een gevel die is voorzien van een voorzetwand zonder spouw kan leiden tot condensatie en schimmelvorming. Dit komt doordat de buitenmuur relatief kouder wordt en de binnenwand warmer, wat tot condensatie leidt.

In geval van isolatie is het noodzakelijk om een dampdichte folie te gebruiken tussen de voorzetwand en het isolatiemateriaal. Daarnaast moet er een ventilatiemogelijkheid zijn tussen het isolatiemateriaal en de buitenmuur. De ventilatieroosters in de gevel moeten intact blijven, omdat deze oorspronkelijk als ventilatie zijn bedoeld.

Isolerende beglazing is in principe niet toegestaan, tenzij monumentale waarden daardoor niet worden geschonden. Dit geldt ook voor kunststof- en aluminium kozijnen, die niet toegestaan zijn in monumentale gebouwen.

Kozijnen in monumentale gebouwen

1. Beheer van historische kozijnen

Kozijnen zijn een van de meest karakteristieke elementen van een monumentale gevel. Ze vormen de interface tussen binnen- en buitenomgeving en spelen een rol bij de thermische prestaties van het gebouw. Bij restauratie- of onderhoudswerkzaamheden is het belangrijk om de historische waarde van de kozijnen te bewaren.

Het kadasterreglement benadrukt dat kunststof- en aluminium kozijnen niet toegestaan zijn. Bestaande historische vensters en deurpartijen moeten worden gehandhaafd. Bij houten vensters en deurpartijen is het uitgangspunt dat deze zo veel mogelijk moeten blijven bestaan. In geval van ernstige aantasting of slijtage mag er een vervanging plaatsvinden, maar dan uitsluitend met een kopié van dezelfde steensoort of houtsoort.

2. Restauratie en onderhoud van houten kozijnen

Het onderhouden van houten kozijnen is van groot belang voor de duurzaamheid van een monumentaal gebouw. Houten kozijnen vereisen regelmatig schilderwerk en eventueel het herstellen van verweerde of beschadigde delen. Het schilderwerk moet zo worden aangebracht dat het de originele esthetiek en functie behoudt.

Het gebruik van kalkverf is aan te raden bij het schilderen van houten kozijnen, omdat dit materiaal compatibel is met de thermische en dampdichte eigenschappen van het hout. Het toepassen van moderne waterverf of acrylverf kan leiden tot een verlies van de ventilatiecapaciteit van het hout, wat op lange termijn schade kan veroorzaken.

3. Aanpassingen en verbouwingen

Bij aanpassingen aan kozijnen is het belangrijk om het historische karakter van het gebouw te behouden. Voorzetten of vervangen van kozijnen moet daarom altijd in overleg met de afdeling ROBM (Regionale Ondersteuning en Beheer Monumenten) plaatsvinden. In gevallen waarin een origineel kozijn niet meer beschikbaar is, kan een kopié van dezelfde houtsoort of steensoort worden gebruikt, mits dit niet schadelijk is voor de monumentale waarden van het gebouw.

Gevels en het behoud van het historische karakter

1. Interventies met voorzichtigheid

Het onderhouden van gevels vereist een terughoudende aanpak. Veel goedbedoelde interventies, zoals het verwijderen van graffiti of het waterdicht maken van een gevel, kunnen juist schade aan het monument veroorzaken. Het behoud van de bestaande situatie is daarom de voorkeur.

Het verwijderen van graffiti is echter aan te raden, mits dit binnen 24 uur gebeurt met de juiste reinigingsmethoden voor de ondergrond en verfsoort. Dit voorkomt dat het metselwerk of voegwerk verder wordt aangetast.

2. Het gebruik van kalkpleister en kalkmortel

Kalkpleister en kalkmortel zijn de voorkeursmaterialen bij het herstellen van buitenpleisterwerk en metselwerk. Deze materialen zijn compatibel met de thermische eigenschappen van historische metselwerken en zorgen voor een grotere waterdampdoorlaatbaarheid. Het gebruik van cementpleister of cementmortel moet worden vermeden, omdat deze materialen de ventilatiecapaciteit van het metselwerk kunnen verstoren.

De restauratietips van Hendrick de Keyser benadrukken dat het kiezen van een mortel die qua fysieke en esthetische eigenschappen het beste aansluit bij de directe omgeving, essentieel is voor het behoud van het historische karakter van het gebouw.

3. Ventilatie en thermische prestaties

Ventilatie is een essentieel onderdeel van het onderhoud van monumentale gevels. Ventilatieroosters en andere ventilatieopeningen moeten intact blijven, omdat deze oorspronkelijk als ventilatie zijn bedoeld. Wat wij tegenwoordig als tocht beschouwen, was in het verleden een bewuste keuze om condensatie en schimmel te voorkomen.

Het isoleren van monumentale gebouwen leidt vaak tot problemen, omdat deze gebouwen thermisch lek zijn. Koudebruggen, bijvoorbeeld bij vloeren en stabiliteitswanden, zijn daarom onvermijdelijk. Hierdoor kan inwendige condensatie optreden, met als gevolg schade aan de constructie.

Conclusie

Het onderhouden en herstellen van metselwerk en kozijnen in monumentale gebouwen vereist een zorgvuldige en historisch georiënteerde aanpak. Het gebruik van kalkmortel en kalkpleister is essentieel voor het behoud van de thermische en ventilatiecapaciteit van het gebouw. Het vervangen of aanpassen van kozijnen moet altijd in overleg met experts plaatsvinden, om het historische karakter van het monument te behouden. Interventies aan gevels moeten terughoudend worden uitgevoerd, omdat zelfs goedbedoelde acties schade kunnen veroorzaken aan de structuur of esthetiek van het gebouw.

Het behoud van monumentale objecten is niet alleen belangrijk uit historisch oogpunt, maar ook om ervoor te zorgen dat toekomstige generaties deze kwaliteiten kunnen ervaren. Door het toepassen van de juiste materialen, technieken en aanbevelingen, kunnen we dit erfgood behouden voor de toekomst.

Bronnen

  1. Monumentenwachter Drenthe – Onderhoudswijzer ‘Constructies’
  2. Lokale regelgeving – Kadasterreglement (CVDR)
  3. Hendrick de Keyser – Tien tips bij restauratie
  4. Monumenten Nederland – Onderhoud van gevels en kozijnen

Related Posts