Metselwerk opgaand: technische principes en toepassingen in renovatie en bouw

Inleiding

Het begrip metselwerk opgaand verwijst in de bouwkunde naar de constructieve samenwerking tussen fundering en de opgaande muren. Deze samenwerking is van essentieel belang voor de stabiliteit en duurzaamheid van een bouwwerk. Het opgaand metselwerk moet zorgvuldig afgestemd worden op de fundering, zowel qua materiaal als qua constructieve opbouw. In dit artikel worden de technische principes en praktische toepassingen van opgaand metselwerk besproken, met nadruk op relevante richtlijnen, materialen en uitvoeringsaspecten.

De informatie is gebaseerd op betrouwbare bronnen uit het vakgebied, waaronder technische richtlijnen, bouwpraktijk en bouwmaterialenkenmerken. Het doel is om zowel de bouwprofessional als de woningeigenaar of DIY-enthusiast een grondige inzicht te bieden in de principes van opgaand metselwerk en de gevolgen van een correcte uitvoering.


De rol van het opgaand metselwerk in de constructie

1. Belastingverdeling

Het opgaand metselwerk speelt een cruciale rol in de overdracht van belastingen van de bovenliggende constructie naar de fundering. In de context van de traditionele Nederlandse bouwtraditie wordt gebruikgemaakt van metselwerk als funderingsconstructie. Volgens de in bron [1] genoemde richtlijnen wordt een fundering op staal via metselwerk uitgevoerd, waarbij de belasting over een bredere oppervlakte wordt verspreid. Dit wordt gedaan door metselblokken van minstens twee lagen hoog te maken, met een verticaal verspringen van ¼ steen aan beide zijden. Deze aanpak voorkomt schuifspanningen in het metselwerk.

Een belangrijk principe is dat de breedte van de fundering ten minste 2 tot 3 maal groter moet zijn dan de dikte van het opgaande metselwerk. Dit is een vuistregel die in de praktijk vaak wordt gehanteerd, maar die geen wetenschappelijke onderbouwing heeft. Bij zware belastingen of bij een zwakke grond kan deze vuistregel onvoldoende zijn. In dergelijke gevallen is het noodzakelijk om een rekenkundige methode toe te passen voor het bepalen van de juiste funderingsbreedte.

2. Materialen voor opgaand metselwerk

Het opgaand metselwerk kan worden uitgevoerd met verschillende materialen, afhankelijk van de functie, esthetiek en beschikbare middelen. In bron [1] wordt verwezen naar kalkzandsteen van klinkerkwaliteit als een economische optie voor het onderste deel van het metselwerk. Deze materialen zijn goedkoper dan baksteen en worden vaak gebruikt voor de lagen onder het maaiveld, waar men later overgaat op baksteen.

Het gebruik van kalkzandsteen heeft voordelen qua duurzaamheid en sterkte, maar het vereist ook een zorgvuldige afstemming met de fundering en de spouwconstructie. In combinatie met een sterke specie (waterkerend mengsel) kan het metselwerk boven het maaiveld dienen als een soort cementraam, vergelijkbaar met een trasraam. Dit vermindert het risico op vochttransport vanuit de grond.


Constructieve aandachtspunten bij opgaand metselwerk

1. Waterkerende maatregelen

Vochtproblemen kunnen ernstige schade veroorzaken aan opgaand metselwerk. Daarom is het belangrijk om waterkerende maatregelen toe te passen. In bron [1] wordt aangeraden om het opgaande metselwerk boven het maaiveld met een sterke specie te maken, die waterkerende eigenschappen heeft. Dit zorgt voor een zekere bescherming tegen het opstijgen van grondwater.

Daarnaast is het aan te raden om een vochtwering in te metselen vlak boven het maaiveld. Deze bestaat uit een loden of bitumen slabbe en dient om vocht vanuit de spouw te voorkomen. De slabbe zorgt er ook voor dat de spouw isoleert van de kruipruimte en het binnenvloeroppervlak.

Open stootvoegen boven de slabbe zijn van groot belang voor de ventilatie van de spouw. Deze voegen zorgen voor een afvoer van spouwvocht en helpen bij de luchtcirculatie, zowel in de kruipruimte als boven de gevel. In de praktijk worden open stootvoegen aanbevolen om elke 100 cm in het buitenblad van de spouw aan te brengen.

2. Ventilatie van de kruipruimte

Ventilatie van de kruipruimte is een essentieel aspect bij het uitvoeren van opgaand metselwerk. In de context van een spouwmurenconstructie is het verplicht om voldoende ventilatie aan te brengen via kunststof ventilatieroosters. Deze roosters moeten in twee tegenover elkaar liggende buitenmuren worden geplaatst, zodat er een continue luchtstroming ontstaat. De doorsnede van de roosters moet gelijk zijn aan de kop van een baksteen.

Zonder voldoende ventilatie kan vocht zich in de kruipruimte ophopen, wat leidt tot schimmelvorming, rotting van houtconstructies en vermindering van de luchtdichtheid van de gevel. De keuze voor een goede ventilatie is daarom cruciaal voor de duurzaamheid van het opgaande metselwerk.


Metselverbanden en hun invloed op opgaand metselwerk

1. Functie en karakter

Metselverbanden bepalen de mechanische sterkte en het uiterlijk van een gebouw. Volgens bron [3] heeft het metselverband twee functies: het zorgt voor mechanische stabiliteit en bepaalt het karakter van het gebouw. Het verband wordt gevormd door de juiste positieering van de stootvoegen in verschillende lagen. Daardoor ontstaat een versterkte structuur die minder gevoelig is voor breuklijnen.

Tot het begin van de twintigste eeuw werden alle gebouwen opgetrokken in massieve steensmurenverband. Deze muren bestonden uit lagen waarin de stenen in de lengterichting (strek) tegen elkaar werden gemetseld. Daarnaast werd soms een laag met de koppen gemetseld. Halfsteensmuren, die circa 10 cm dik zijn, werden later gebruikt voor buitenspouwbladen. Deze muren bestaan uit stenen die met de koppen tegen elkaar worden gemetseld.

2. Specifieke verbanden

Bij opgaand metselwerk is het gebruik van een passend metselverband van groot belang. In bron [3] worden twee verbanden genoemd: klezorenverband en wildverband. Het klezorenverband is een sierlijk verband waarbij de strekken ten opzichte van elkaar met een klezoor verspringen. Het wildverband is ontstaan in de tweede helft van de twintigste eeuw en is minder gestructureerd. Het wordt vaak gebruikt bij halfsteensmuren, waarbij de stenen niet langer worden geselecteerd op formaat of afmeting.

In de context van opgaand metselwerk is het keuzekader voor het verband afhankelijk van de functie van de muur. Bij halfsteensmuren is het wildverband vaak geschikt, terwijl bij massieve muren het klezorenverband of een ander gestructureerd verband de voorkeur heeft.


Uitvoeringsaspecten van opgaand metselwerk

1. Voegwerk en pleisterwerk

Het uitvoeren van opgaand metselwerk vereist aandacht voor het voegwerk en pleisterwerk. In bron [2] worden duidelijke richtlijnen gegeven voor het uitvoeren van het nieuwe voegwerk. Dit dient in samenstelling, kleur en uitvoering overeen te komen met het bestaande voegwerk. Bij het uithakken van bestaand voegwerk is het verboden om smalle stootvoegen te verbreiden of te ophakken. Een monster van het nieuwe voegwerk moet voorafgaand aan het integraal uithakken van de gevel ter goedkeuring worden gemeld bij de gemeentelijke monumenteninspecteur.

Het pleisterwerk dient in samenstelling en hardheid afgestemd te zijn op de onderliggende steen. In het maaiveld moet het pleisterwerk tot minstens 30 cm beneden het maaiveld worden hersteld of vernieuwd. De samenstelling moet zorgvuldig worden gekozen om schade aan de onderliggende stenen te voorkomen.

2. Houtwerk en gevelafwerkingen

Het houtwerk dat in aanraking komt met metselwerk moet tweemaal in lijvige menie of grondverf worden gezet. Volgens bron [2] moeten vervangingshouten onderdelen historisch verantwoord worden uitgevoerd, met dezelfde zwaarte en profilering als de bestaande. Tropische hardhoutsoorten en kunststofmaterialen mogen niet worden gebruikt.

Gevelafwerkingen zoals zinken, koperen of loden goten moeten in bepaalde diktes worden uitgevoerd. De toepassing van gietijzeren of gietstalen onderdelen is slechts toegestaan indien nodig. Ook is het verboden om nieuwe zink aan oud zink te solderen.


Conclusie

Opgaand metselwerk speelt een centrale rol in de bouw- en renovatiepraktijk. Het is niet alleen verantwoordelijk voor de overdracht van belastingen, maar ook voor de esthetiek en de duurzaamheid van het bouwwerk. Het correct uitvoeren van opgaand metselwerk vereist een diepgaand inzicht in de technische principes, zoals belastingverdeling, waterkerende maatregelen en ventilatie. Bovendien is het belangrijk om rekening te houden met de keuze van materialen, metselverbanden en uitvoeringsmethoden.

Voor renovaties is het van belang om zich te richten op historische juistheid en duurzaamheid. Dit betreft het herstel van voegwerk, pleisterwerk en eventueel houtwerk of gevelafwerkingen. De richtlijnen en technische specificaties zijn hierbij essentieel om schade te voorkomen en de levensduur van het bouwwerk te verlengen.


Bronnen

  1. klus-info.nl - Fundering op staal d.m.v. metselwerk
  2. lokaleregelgeving.overheid.nl - CVDR40755
  3. schildersvak.nl - Verbindingen en constructies van steenachtige materialen

Related Posts