Stootvoegloos Metselwerk: Uitvoering, Standaarden en Praktische Toepassing
Stootvoegloos metselwerk is een techniek die steeds vaker wordt toegepast in de bouwsector, vooral in het kader van gevel- en binnenwandsconstructies. Dit metselverband heeft een duidelijke esthetische aantrekkingskracht, aangezien het horizontale lijnen benadrukt en een modern, strakke uitstraling geeft. Binnen dit artikel worden de belangrijkste aspecten van stootvoegloos metselwerk besproken, inclusief de bouwtechnische toepassing, de sterkte- en isolatie-eigenschappen, de uitvoeringsrichtlijnen en de visuele effecten. De informatie is gebaseerd op de meest relevante publicaties en richtlijnen uit de Nederlandse bouwsector.
Inleiding
Stootvoegloos metselwerk verwijst naar een constructieve methode waarbij de verticale stootvoegen (staande voegen) tussen de metselstenen niet of nauwelijks worden gevuld met mortel. Hierdoor liggen de bakstenen of blokken vrijwel koud tegen elkaar aan, wat resulteert in een visueel aantrekkelijke indeling met benadrukte horizontale lijnen. De techniek wordt zowel binnen als buiten toegepast, maar met belangrijke verschillen qua uitvoering en constructieve eisen.
Het gebruik van stootvoegloos metselwerk heeft in recente jaren toe genomen, vooral bij gevelconstructies waar visuele kwaliteit een belangrijke rol speelt. Tegelijkertijd blijft de bouwsector op zoek naar een balans tussen esthetiek en functioneelheid, met betrekking tot warmteweerstand, waterdichtheid en constructieve sterkte. In dit artikel worden deze thema’s besproken aan de hand van actuele richtlijnen en praktijkervaringen.
Wat is stootvoegloos metselwerk?
Stootvoegloos metselwerk is een bouwtechniek waarbij de verticale stootvoegen tussen de metselstenen grotendeels of volledig leeg blijven. De bakstenen of blokken liggen dus in principe koud tegen elkaar aan, wat een karakteristiek uitstraling geeft. In de praktijk is het echter onmogelijk om een theoretische stootvoegdikte van 0 mm te verkrijgen, omdat er maattoleranties zijn in de productie van metselstenen. Doordat de koppen van de bakstenen vaak niet perfect vlak zijn, ontstaat er automatisch een kleine stootvoegruimte, meestal vanaf ongeveer 2 mm. Varianten met bredere stootvoegen zijn ook mogelijk, afhankelijk van het metselverband en het ontwerp.
Het verschil tussen stootvoegloos metselwerk en metselwerk met open stootvoegen ligt vooral in de mate van openheid. Bij open stootvoegen zijn de stootvoegen bewust en bewust gemaakt om bepaalde functies te ondersteunen, zoals ventilatie of afvoer van vocht. In het geval van stootvoegloos metselwerk is het doel eerder esthetisch, aangevuld met een bepaalde mate van functionaliteit.
Uitvoeringsrichtlijnen en normering
De uitvoering van stootvoegloos metselwerk hangt sterk af van het type metselsteen en het metselverband. Voor binnenwanden is deze techniek vaker gebruikelijk dan voor gevelmetselwerk. De meeste kalkzandstenen en betonblokken zijn geschikt voor stootvoegloos lijmwerk, evenals keramische binnenmuurblokken. Echter, bij het uitvoeren van stootvoegloos gevelmetselwerk zijn er extra eisen en overwegingen van belang, zoals de invloed op de waterdichtheid en warmteweerstand van de gevel.
De NEN-EN 1996-1-1, een relevante bouwnorm, vermeldt dat er geen verschil is in de druksterkte tussen metselwerk met of zonder gevulde stootvoegen. Dit betekent dat stootvoegloos metselwerk in de meeste gevallen voldoet aan de constructieve eisen, mits het correct wordt uitgevoerd. Toch is het van belang om in aandacht te houden dat bijzondere constructies, zoals gevels, wel een uitgebreidere constructieve beschouwing en berekening vereisen.
Richtlijnen voor uitvoering
In het kader van het uitvoeren van stootvoegloos metselwerk zijn er een aantal richtlijnen en eisen die in acht moeten worden genomen:
- Verbondenheid en overlappingslengte: De stenen moeten volgens de geldende normen overlappen, zodat de constructie stabiel en sterk is.
- Lijm- of morteltechniek: Stootvoegloos metselwerk kan worden uitgevoerd met lijm of mortel. Bij het gebruik van lijm wordt vaak een zogenaamd "lijmwerkconstructie" toegepast, waarbij de stenen met lijm op elkaar worden gezet.
- Verdierpvoging: Voor esthetische doeleinden wordt vaak verdiept gevoegd met donkere mortel. Dit helpt om de horizontale lijnen benadrukken en tegelijkertijd de contrasten tussen lintvoegen en stootvoegen te verminderen.
- Extra spouwankers: Bij correcte uitvoering, waarin de lintvoegen volledig zijn verwerkt en zat zijn, is het aanbrengen van extra spouwankers niet nodig. Echter, bij twijfel of bij complexere constructies kan het wenselijk zijn om extra verankering te aanbrengen.
De KNB (Kern van de Nederlandse Baksteenindustrie) heeft in haar publicatie Infoblad 25 een aantal aanbevelingen opgesteld voor het uitvoeren van stootvoegloos gevelmetselwerk. Deze richtlijnen omvatten zowel technische als esthetische aspecten, zoals het gebruik van voegmortel, het kiezen van het juiste metselverband en het verwerken van voegen.
Sterkte-eigenschappen en constructieve overwegingen
De sterkte-eigenschappen van stootvoegloos metselwerk zijn een belangrijk aspect, vooral bij het ontwerpen van gevelconstructies of andere zwaardere muren. Onderzoek heeft uitgewezen dat gevulde stootvoegen een positief effect kunnen hebben op de sterkte van metselwerk, maar dit effect is beperkt. Voor binnenwanden is het niet vullen van stootvoegen meestal geen nadeel, zolang de lintvoegen volledig worden verwerkt en de constructie voldoet aan de eisen van de normering.
Bij gevelmetselwerk of bijzondere constructies is het echter noodzakelijk om een constructieve berekening uit te voeren. De invloed van stootvoegen op de stabiliteit van de gevel hangt onder andere af van het metselverband, de dikte van de muur en de aard van de belasting. In het geval van gevels is het belangrijk om ook rekening te houden met de invloed van windbelasting, vocht en temperatuurschommelingen.
Druksterkte
De druksterkte van stootvoegloos metselwerk is volgens de normering hetzelfde als van metselwerk met gevulde stootvoegen. Dit betekent dat het metselwerk in de meeste gevallen voldoet aan de eisen voor drukconstructies. Echter, bij gevelconstructies of complexe constructies is het aan te raden om een uitgebreide constructieve berekening uit te voeren.
Warmteweerstand en isolatie-eigenschappen
Bij het ontwerpen van gevelconstructies is de warmteweerstand (Rc-waarde) een belangrijke parameter. Stootvoegloos metselwerk heeft een bepaalde invloed op de Rc-waarde, vooral wanneer het gebruikt wordt in combinatie met een spouwconstructie. Bij stootvoegloos metselwerk ontbreekt het mortelvullingen in de stootvoegen, wat de thermische isolatie kan beïnvloeden.
De KNB adviseert om bij stootvoegloos gevelmetselwerk rekening te houden met een luchtspouw van minstens 20 mm tussen het buitenblad en het isolatiemateriaal. Dit zorgt ervoor dat de constructie voldoet aan de benodigde warmteweerstand. Daarnaast is het aan te raden om in de ontwerpfase uit te gaan van een spouwbreedte van minimaal 40 mm plus de dikte van het isolatiemateriaal.
Het is belangrijk om te weten dat de Rc-waarde van een spouwconstructie niet alleen afhangt van de dikte van het isolatiemateriaal, maar ook van de spouwbreedte, de ventilatie en de mate van voegvulling. Bij stootvoegloos metselwerk kan de Rc-waarde licht lager zijn dan bij traditioneel metselwerk, maar dit kan worden gecompenseerd door het kiezen van een geschikt isolatiemateriaal en een voldoende grote spouw.
Visuele aspecten en esthetiek
Een van de voornaamste redenen voor het kiezen van stootvoegloos metselwerk is de esthetische uitstraling. De benadrukte horizontale lijnen en de rustige, moderne indeling maken het een populaire keuze bij gevelconstructies en interieurs. Het gebruik van donkere voegmortel en verdiept gevoegd helpt om de horizontale lijnen te benadrukken, terwijl het tegelijkertijd het contrast tussen lintvoegen en stootvoegen vermijdt.
De invloed van stootvoegen op de visuele indeling van het metselwerk hangt ook af van het metselverband. In sommige gevallen, zoals bij het zogenaamde Braziliaanse verband, is het niet mogelijk om stootvoegloos te metselen. In dergelijke gevallen moet het metselwerk anders worden uitgevoerd, met een aangepaste constructieve aanpak en berekening.
Open stootvoegen: functie en uitvoering
Open stootvoegen zijn verticale voegen die bewust open worden gelaten, meestal voor functiegerichte doeleinden zoals ventilatie of afvoer van vocht. Deze voegen komen vaak voor in horizontale beëindigingen van metselwerk, zoals boven kozijnen, bij dakaansluitingen en vlak boven het maaiveld. Open stootvoegen zorgen voor een betere luchtcirculatie en helpen bij het afvoeren van eventueel opgehoopte vocht, wat gunstig is voor de duurzaamheid en de vochtwerende eigenschappen van de constructie.
De uitvoering van open stootvoegen hangt af van de functie en de locatie. In het geval van ventilatie is het aan te raden om één open stootvoeg per 3 à 4 strekken aan te houden, terwijl bij afvoer van water vaak één open stootvoeg per 2 strekken wordt aangebracht. Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat deze voegen niet per ongeluk worden gevuld met mortel, want dan verlies je de functie.
Bij het uitvoeren van open stootvoegen wordt vaak het zogenaamde "doorstrijken" gebruikt. Dit is een techniek waarbij de mortel direct bij het metselen wordt afgewerkt, zodat de voegen licht naar buiten worden geduwd en later met een voegspijker of voegroller worden afgewerkt. Als het metselwerk droog wordt, moet het opnieuw bevochtigd worden voordat de voegen worden afgewerkt.
Constructieve overwegingen bij gevelmetselwerk
Bij het ontwerpen van gevelconstructies met stootvoegloos metselwerk zijn er een aantal belangrijke constructieve overwegingen. De spouwconstructie speelt een belangrijke rol in de functionele prestaties van de gevel, en het is daarom belangrijk om hierbij rekening te houden met de volgende aspecten:
- Voorzien van een luchtspouw: Een luchtspouw van minstens 20 mm tussen het buitenblad en het isolatiemateriaal is aan te raden. Dit zorgt voor een goede ventilatie en helpt bij het afvoeren van vocht.
- Vorstbestandheid: De bakstenen die gebruikt worden voor stootvoegloos gevelmetselwerk moeten voldoen aan vorstbestandheidsklasse F2. Dit zorgt ervoor dat de constructie bestand is tegen vorstschade.
- Waterdichtheid: Omdat de stootvoegen leeg blijven, kan de gevel iets meer waterdoorlatend zijn. Het is daarom belangrijk om ervoor te zorgen dat het vocht dat in of achter het buitenspouwblad terechtkomt, op de gebruikelijke manier wordt afgevoerd. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren via de luchtspouw of via afwateringsdetails.
- Verankering en stabiliteit: Bij het ontwerpen van gevelconstructies is het noodzakelijk om rekening te houden met de verankering en stabiliteit van de gevel. Dit is vooral belangrijk bij gevels die blootstaan aan windbelasting.
Conclusie
Stootvoegloos metselwerk is een bouwtechniek die een duidelijke esthetische waarde biedt, vooral bij gevelconstructies. De benadrukte horizontale lijnen en de strakke uitstraling maken het een populaire keuze bij moderne bouwprojecten. Tegelijkertijd is het belangrijk om rekening te houden met de functionele aspecten van deze techniek, zoals de warmteweerstand, de waterdichtheid en de constructieve sterkte.
In de praktijk is stootvoegloos metselwerk vooral geschikt voor binnenwanden en enkele gevelconstructies, mits het correct wordt uitgevoerd en voldoet aan de normen en richtlijnen. De uitvoering hangt af van het type metselsteen, het metselverband en de specifieke eisen van het bouwproject. Het is aan te raden om bij het ontwerpen van een gevelconstructie rekening te houden met een luchtspouw van minstens 20 mm en de voorzieningen voor ventilatie en afvoer van vocht.
Bij het uitvoeren van stootvoegloos metselwerk is het belangrijk om ervoor te zorgen dat de lintvoegen volledig worden verwerkt en zat zijn, zodat de constructie voldoet aan de eisen voor constructieve sterkte. Daarnaast is het aan te raden om bij complexe constructies, zoals gevels, een uitgebreide constructieve berekening uit te voeren.
Stootvoegloos metselwerk is dus een bruikbare en esthetisch aantrekkelijke bouwtechniek, maar het vereist wel een zorgvuldige aanpak en naleving van de geldende richtlijnen en normen.
Bronnen
Related Posts
-
Zink en Metselwerk: Beperkingen en Uitvoeringsrichtlijnen voor Duurzame Schildering en Dakafvoer
-
Zandstra Metaalbewerking B.V. in Aldeboarn: Mogelijke Betekenis en Invloed op Bouw en Renovatie
-
H. Zandbergen Metsel- en Tegelwerken: Een Eenmanszaak in de Almelose Bouwsector
-
Witte uitslag op metselwerk: oorzaken, voorkoming en behandeling
-
Witte uitslag op nieuw metselwerk: oorzaken, voorkomen en oplossingen
-
Witte uitslag op hard metselwerk verwijderen: oorzaken, oplossingen en voorkomende maatregelen
-
Witte uitslag op metselwerk en het risico van vorst: oorzaken en voorkomende maatregelen
-
Oplossingen voor kleurverschil in voegwerk: Expertadvies voor een strakke gevel