Waterbeheer en onderhoud van boezemwateren in Rijnland
In het gebied van Rijnland, dat zich uitstrekt van Haarlem tot Den Haag, wordt het waterbeheer uitgevoerd door het Hoogheemraadschap van Rijnland. Dit omvat een complex systeem van boezemwateren, kanalen, meren en sloten, die dienen als transport- en afvoersysteem. Het beheer van deze boezemwateren is van cruciaal belang voor de waterhuishouding, de stabiliteit van de boezemkaden en de waterkwaliteit. In dit artikel worden de verschillende aspecten van het waterbeheer en onderhoud van boezemwateren in Rijnland besproken, met een nadruk op het bepalen van de leggerafmetingen en de invloed op het waterpeil, de stroomsnelheid en de stabiliteit van de onderwatertaluds.
De rol van de legger
De legger is een register waarin Rijnland alle boezemwateren beschrijft. Deze legger bevat informatie over de afmetingen, de onderhoudsplichtigen, de onderhoudsverplichtingen en andere relevante kenmerken. Het is een essentieel instrument voor het beheer van het boezemstelsel, aangezien het de basis vormt voor het bepalen van de waterstanden, de stroomsnelheden en de stabiliteit van de boezemkaden. De legger is opgebouwd op basis van het vorige reglement en bevat criteria en randvoorwaarden die zijn voorgeschreven in de nota “Beoordelingscriteria Watergangen” (BCW).
De legger bevat ook informatie over de verschillende soorten boezemwateren, zoals het hoofdstelsel, het regionaalstelsel en het lokaalstelsel. Het hoofdstelsel omvat de grote boezemkanalen en meren die dienen als aan- en afvoerweg naar de boezemgemalen en de boezemwateren met een belangrijke transport- en bergende functie. Het regionaalstelsel omvat de boezemwateren met een regionale functie waarop een poldergemaal uitslaat of waar zich een belangrijke inlaat van een polder bevindt. Het lokaalstelsel omvat de boezemwateren met een lokale transportfunctie en ontwaterende functie en/of dienen een zekere drooglegging te geven.
Invloed van de legger op waterstanden en stroomsnelheden
De invloed van de legger op het waterpeil en de stroomsnelheid is van groot belang voor het waterbeheer. Het referentiepeil, dat wordt uitgedrukt in meters ten opzichte van Normaal Amsterdams Peil (NAP), is een belangrijk meetinstrument voor het bepalen van de hoogteligging van de onderwaterbodem. Voor het grootste gedeelte van de boezem bedraagt het referentiepeil NAP -0,60 m. In de stadsboezem te Gouda (streefpeil NAP -0,70 m) en de peilvakken in de bollenstreek (streefpeilen variëren tussen de NAP -0,60 m en de NAP -0,85 m) worden afwijkende referentiepeilen gehanteerd.
De stroomsnelheid in de watergangen is een belangrijk onderdeel van het waterbeheer. In de 75 m³/s en de 94 m³/s situatie is de stroomsnelheid aan de grenswaarden van het streefpeil. Er is aandacht voor de bruggen in het Katwijkskanaal en het Oegstgeesterkanaal, waarbij na uitbreiding van het gemaal Katwijk hoge stroomsnelheden kunnen optreden. Bodembescherming kan hier noodzakelijk zijn, maar op dit moment wordt er van uitgegaan dat deze niet noodzakelijk is.
Stabiliteit van onderwatertaluds
De stabiliteit van de onderwatertaluds is van groot belang voor het beheer van het boezemstelsel. Bij boezemwateren waar zandlagen op geringe diepte voorkomen, zoals de Stompwijkse Vaart, de Leidse Vaart, de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder, de Ringsloot Lisserpoelpolder en de Ringsloot polderdeel Groot Hemmer, is er een risico op instabiliteit van de onderwatertaluds. Dit kan worden opgelost door de taluds onder water niet steiler te maken dan circa 1:7 à 1:10. Bij deze hellingen blijft het zand onder water stabiel. In verband met de stabiliteit van de boezemkaden kan het talud onder water worden gemaakt vanaf de huidige buitenteen van het buitentalud van de boezemkade.
Onderhoud en beheer van boezemwateren
Het onderhoud en beheer van de boezemwateren is van groot belang voor het behouden van de waterkwaliteit en de waterhuishouding. De onderhoudsplicht van de secundaire boezemwateren ligt in principe bij de kadastrale eigenaren. Voor de primaire boezemwateren is de onderhoudsplicht bij Rijnland. Het beheer van de boezemwateren is een complex proces dat rekening houdt met diverse factoren, waaronder de waterkwantiteit, waterkwaliteit, stabiliteit van de onderwatertaluds en de waterstand.
De beheervisie speelt een rol bij het bepalen van de onderhoudsverplichtingen. Dit houdt in dat er regelmatig visites worden uitgevoerd om de situatie te beoordelen en eventuele veranderingen in het beheer in te voeren. Daarnaast is het belangrijk om rekening te houden met ecologische potenties en de beoordeling van vergunningenaanvragen.
Conclusie
Het beheer van de boezemwateren in Rijnland is een complex proces dat rekening houdt met verschillende aspecten, waaronder de waterstanden, de stroomsnelheden, de stabiliteit van de onderwatertaluds en de waterkwaliteit. De legger is een essentieel instrument voor het beheer van het boezemstelsel en bevat informatie over de afmetingen, de onderhoudsplichtigen, de onderhoudsverplichtingen en andere relevante kenmerken. Het onderhoud en beheer van de boezemwateren is van groot belang voor het behouden van de waterkwaliteit en de waterhuishouding. Het is belangrijk om rekening te houden met de verschillende factoren die het beheer beïnvloeden, zoals het waterpeil, de stroomsnelheid en de stabiliteit van de onderwatertaluds.
Bronnen
Related Posts
-
Asbestverwijdering en riolering: Veiligheid, kosten en technieken
-
Riolering aanleggen in Zwolle: Een duurzame oplossing voor moderne woningen
-
Riolering Kapot in Zwijndrecht: Oorzaken, Oplossingen en Verantwoordelijkheden
-
Riolering in Zwijndrecht: Oorzaken, Oplossingen en Onderhoud
-
Riolering in de Eikeboomstraat: Herstel, uitdagingen en toekomstplannen
-
Zwembad aanleggen in de tuin: een handleiding voor ouders en educatoren
-
Zwarte vliegjes bij riolering: oorzaken, herkenning en bestrijding
-
Zwart water in de riolering: Wat betekent het en hoe wordt het afgevoerd?