Welstandscriteria en toepassing van dakkapellen op bijgebouwen

Het plaatsen van een dakkapel op een bijgebouw is in Nederland vaak onderworpen aan strikte regels en welstandscriteria. Deze richtlijnen zijn bedoeld om de harmonie van de woonomgeving te bewaren en het welzijn van de omwonenden te waarborgen. In dit artikel wordt ingegaan op de voorschrten die specifiek van toepassing zijn op dakkapellen die geplaatst worden op bijgebouwen. Op basis van de beschikbare informatie uit gemeentelijke regelgeving, omgevingsplannen en andere relevante bronnen, worden de technische eisen, vergunningverplichtingen en praktische toepassingsvoorbeelden besproken.


Inleiding

In de woningbouwsector is het gebruik van dakkapellen steeds vaker van toepassing om extra leefruimte te creëren. Deze constructies kunnen zowel functioneel zijn (bijvoorbeeld voor extra licht of ventilatie) als esthetisch (voor een verbetering van de sfeer van het dak). Toch zijn er strikte regels voor de toepassing van dakkapellen, vooral wanneer het betreft het plaatsen ervan op bijgebouwen. Bijgebouwen zijn gedefinieerd als bouwwerken die dienst doen voor het hoofdgebouw en vaak gebruikt worden voor opslag of bijzondere functies zoals een berging, schuur of tuinberging.

Het belangrijkste thema in deze context is de vraag of een dakkapel op een bijgebouw zonder vergunning gerealiseerd mag worden. Uit de beschikbare informatie blijkt dat dit in de meeste gevallen niet het geval is, tenzij de dakkapel voldoet aan een aantal specifieke welstandscriteria. Daarnaast zijn er beperkingen op de vorm, hoogte, breedte en afstand van de dakkapel tot andere elementen van het hoofd- of bijgebouw.


Welstandscriteria voor dakkapellen

De meeste gemeentelijke regelgevingen hanteren welstandscriteria voor het plaatsen van dakkapellen. Deze criteria zijn bedoeld om de visuele integriteit van het gebied te bewaren en te voorkomen dat de omgeving negatief wordt beïnvloed. Voor dakkapellen op bijgebouwen zijn deze criteria meestal nog sterker dan voor hoofdbouwwerken.

Algemene regels

  1. Afmetingen en vorm:

    • De breedte van de dakkapel mag maximaal 50% van de breedte van het dakvlak bedragen, met een maximum van 3 meter.
    • De hoogte van de dakkapel mag maximaal 50% zijn van de geprojecteerde hoogte van het dakvlak, met een maximum van 1,50 meter.
    • De dakkapel moet plat afgedekt worden, met een maximaal overstek van 0,10 meter.
  2. Materiaal- en kleurgebruik:

    • Het materiaal en de kleur van de dakkapel moeten afgestemd zijn op het hoofdgebouw.
    • Kozijnen moeten conform zijn aan de kozijnen van de voorgevel.
    • De voorzijde van de dakkapel moet uit glas bestaan; dichte panelen zijn niet toegestaan.
    • Zijwanden moeten in een donkere kleur zijn afgewerkt of overeenkomen met de kleur van het dakvlak.
  3. Plaatsing en afstanden:

    • De afstand tot de goot of dakvoet moet minimaal 0,50 meter en maximaal 1,00 meter bedragen.
    • De afstand tot de zijkant van het achterdakvlak moet minimaal 0,50 meter zijn.
    • Bij gebieden waar de zijkant van het bouwmuur of eindgevel grenst aan een openbare weg of openbaar groen, moet deze afstand minimaal 1,00 meter zijn.
    • Maximaal twee dakkapellen zijn toegestaan op het achterdakvlak en maximaal één op het zijdakvlak.
  4. Specifieke voorwaarden voor zadeldakken:

    • Op zadeldakken met een hellingshoek kleiner dan 30° is het plaatsen van een dakkapel meestal niet mogelijk. Dit komt door de beperkte vrije hoogte onder het dak, wat leidt tot een te sterk aantastende indruk van het silhouet.
    • Op zadeldakken met een hellingshoek groter dan 30° is het vaak wel mogelijk om een dakkapel te plaatsen. In dergelijke gevallen streeft de gemeente naar een plat dak op de dakkapel.
  5. Algemene verboden:

    • Geen dakkapel op een aan- of uitbouw of bijgebouw, tenzij deze voldoet aan de lokale regelgeving.
    • De dakkapel moet voldoen aan het gebiedsgerichte beoordelingskader van het betreffende gebied.

Toepassing op bijgebouwen

Bijgebouwen worden vaak gebruikt voor opslag, garage, berging of andere hulpfuncties. Toch is het niet toegestaan om zonder vergunning een dakkapel op een bijgebouw te plaatsen. Dit geldt ook voor dakopbouwen, zoals een verdieping of dakterras.

Algemene beperkingen

  1. Bouwhoogte en afstand:

    • Bijgebouwen mogen binnen een zone van 4 meter van het hoofdgebouw maximaal 3 meter hoog zijn.
    • Buiten deze zone mag de gothoogte maximaal 3 meter bedragen.
    • Bijgebouwen met een schuindak mogen een nokhoogte van maximaal 5 meter hebben, mits aan de afstandsregels tot de perceelsgrens is voldaan.
  2. Vergunningverplichte constructies:

    • Het is niet toegestaan om zonder vergunning een verdieping met verblijfsruimte te maken.
    • Een dakterras op een bijgebouw is niet vergunningsvrij.
    • Bijgebouwen bij woonwagentjes of recreatiewoningen zijn niet vergunningsvrij.
  3. Gebruik van het bijgebouw:

    • Het gebruik van een bijgebouw buiten de zone van 4 meter moet ondergeschikt zijn aan de functie van het hoofdgebouw. Voorbeelden zijn een kasje, berging of garage.
    • Een buitenkeuken is volgens een recente uitspraak van de Raad van State niet ondergeschikt aan de woning, wat betekent dat het wel vergunningverplicht is.
    • Een mantelzorgwoning is een uitzondering en kan wel als bijgebouw gebruikt worden.
  4. Vergunningvrij bouwen in het achtererfgebied:

    • In sommige gemeenten is het vergunningvrij bouwen mogelijk in het achtererfgebied mits het bouwwerk maximaal 5 meter hoog is en passend is in het bestemmingsplan.
    • Deze regeling is meestal vastgelegd in het gemeentelijke omgevingsplan onder artikel 22.27.

Specifieke regels voor dakkapellen op bijgebouwen

Het plaatsen van een dakkapel op een bijgebouw is in de meeste gevallen vergunningverplicht. Dit komt doordat bijgebouwen als hulpbouwwerk zijn geclassificeerd en minder ruimte boven het dak beschikbaar is dan bij hoofdbouwwerken.

Toegestane afmetingen

  1. Hoogte en breedte:

    • De hoogte van de dakkapel mag maximaal 1,50 meter bedragen.
    • De breedte mag maximaal 3 meter zijn.
    • De hoogte van het boeiboord mag maximaal 0,25 meter bedragen.
    • De afstand tot de goot of dakvoet moet minimaal 0,50 meter zijn.
  2. Plaatsing en afstand tot andere elementen:

    • De dakkapel moet minimaal 0,50 meter afstand houden tot de zijkant van het dakvlak.
    • Bij zijkanten die grenzen aan een openbare weg of openbaar groen, moet de afstand minimaal 1,00 meter zijn.
  3. Vorm en afwerking:

    • De dakkapel moet plat afgedekt zijn.
    • Overstek mag maximaal 0,10 meter zijn.
    • De afwerking moet afgestemd zijn op het hoofdgebouw, inclusief materiaal- en kleurgebruik.
  4. Vergunningverplichte constructies:

    • Een dakterras op een bijgebouw is niet vergunningsvrij.
    • Het maken van een verdieping met verblijfsruimte is niet toegestaan zonder vergunning.
    • Dakopbouwen zijn in beginsel vergunningverplicht, tenzij ze passend zijn binnen het welstandsbeleid van de gemeente.

Praktische toepassing en voorbeelden

De praktische toepassing van dakkapellen op bijgebouwen hangt sterk af van het bestemmingsplan en de lokale regelgeving. In de volgende paragrafen worden enkele voorbeelden en scenario’s besproken die relevant zijn voor de constructie- en renovatiepraktijk.

Voorbeeld 1: Dakkapel op een tuinberging

Een tuinberging is een klassiek voorbeeld van een bijgebouw. In de meeste gevallen is het niet toegestaan om hier zonder vergunning een dakkapel te plaatsen. Echter, in sommige gemeenten kan het vergunningvrij zijn als aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  • De totale oppervlakte van het bijgebouw is maximaal 12 m².
  • De bouwhoogte is maximaal 2,7 meter.
  • De afstand tot de voorgevel is aan de voorgeschreven normen voldaan.
  • De dakkapel voldoet aan de welstandscriteria van de gemeente.

In deze gevallen kan een dakkapel gebruikt worden om extra licht in de tuinberging te brengen. De afwerking moet echter afgestemd zijn op het hoofdgebouw, en de hoogte en breedte moeten binnen de toegestane grenzen blijven.

Voorbeeld 2: Dakkapel op een schuur

Een schuur is meestal ook een bijgebouw en wordt vaak gebruikt voor opslag of als berging. Het plaatsen van een dakkapel op een schuur is meestal vergunningverplicht. De reden hiervoor is dat schuren vaak geen glasgevels of verlichting nodig hebben en het visuele effect op het omgevingsbeeld sterker is dan bij hoofdbouwwerken.

Een dakkapel op een schuur is meestal toegestaan indien:

  • De schuur binnen de 4 meter zone van het hoofdgebouw staat.
  • De dakkapel voldoet aan de afstanden en hoogte-eisen.
  • De dakkapel functioneel is, bijvoorbeeld om licht of ventilatie te geven.
  • De dakkapel visueel aansluit bij het hoofdgebouw.

Een dakkapel op een schuur met een zadeldak van meer dan 30° is meestal wel toegestaan. Echter, op schuren met een zadeldak van minder dan 30° is het plaatsen van een dakkapel vaak niet mogelijk.

Voorbeeld 3: Dakkapel op een buitenkeuken

Een buitenkeuken is een bijgebouw dat vaak gebruikt wordt voor extra leefruimte. Echter, volgens recente uitspraken van de Raad van State is een buitenkeuken niet ondergeschikt aan het hoofdgebouw, wat betekent dat het vergunningverplicht is. Hierdoor is het plaatsen van een dakkapel op een buitenkeuken ook vergunningverplicht. De dakkapel moet dan aan de welstandscriteria voldoen en passend zijn in het welstandsbeleid van de gemeente.


Conclusie

Het plaatsen van een dakkapel op een bijgebouw is in de meeste gevallen vergunningverplicht en onderworpen aan strikte welstandscriteria. Deze richtlijnen zijn bedoeld om de visuele integriteit van de woonomgeving te bewaren en het welzijn van de omwonenden te waarborgen. Bijgebouwen zijn vaak gebruikt voor hulpfuncties zoals opslag of berging, wat betekent dat er minder ruimte boven het dak is dan bij hoofdbouwwerken. Hierdoor is het vaak niet mogelijk om zonder vergunning een dakkapel te plaatsen.

Een dakkapel op een bijgebouw mag maximaal 3 meter breed zijn, 1,50 meter hoog en moet afgestemd zijn op het hoofdgebouw. Daarnaast moet de afstand tot de goot, dakvoet en zijkanten voldoen aan de voorgeschreven normen. In sommige gevallen is het vergunningvrij bouwen mogelijk, maar dit hangt af van het bestemmingsplan en de lokale regelgeving van de gemeente.

Voor zowel woningeigenaren als professionals in de bouwsector is het belangrijk om deze richtlijnen goed door te leren en in acht te nemen bij de planning van een dakkapel op een bijgebouw. Zo wordt zowel de wettelijke eis als het visuele effect van het bouwwerk in overweging genomen.


Bronnen

  1. CVDR40762
  2. CVDR97945
  3. Bijgebouwregelgeving

Related Posts