Dakkapellen: bouwregels, maatvoering en welstandscriteria

Bij het aanleggen van een dakkapel is het belangrijk om rekening te houden met diverse bouwregels, maatvoeringen en welstandscriteria. Deze richtlijnen zijn opgenomen in het Bouwbesluit en lokaal regelgevend kader, zoals de regeling van Lokale Regelgeving (CVDR40762). Deze richtlijnen zijn bedoeld om het esthetische geheel van de wijk en het gebouw te behouden, terwijl ze ook de bouwtechnische veiligheid en functionaliteit waarborgen. In deze artikel zullen we dieper ingaan op de technische specificaties, bouwregels en welstandscriteria die van toepassing zijn op dakkapellen, met een nadruk op de voet van de dakkapel, maar ook op andere relevante aspecten zoals hoogte, breedte, plaatsing en materialen.

Inleiding

Een dakkapel is een populaire uitbreiding van een woning die extra leefruimte biedt. Het is echter niet zomaar mogelijk om een dakkapel te plaatsen zonder rekening te houden met de bouwregels. Deze regels zijn ontworpen om ervoor te zorgen dat de dakkapel op een harmonieuze manier aansluit bij de rest van het gebouw en het stadsgezicht, en dat de structuur veilig en duurzaam is. De voet van de dakkapel, oftewel de onderkant van de structuur waar deze op het dak aansluit, speelt een belangrijke rol bij het bepalen van de toegestaan afmetingen en de nodige afstanden tot andere bouwdelen. In dit artikel zullen we de relevante regels en richtlijnen voorafgaand aan het plaatsen van een dakkapel bespreken, inclusief het bepalen van de juiste voetpositie, hoogte, breedte en andere technische aspecten.

Voet van de dakkapel

De voet van de dakkapel is de onderkant van de structuur en speelt een cruciale rol in de bepaling van de toegestane afmetingen en afstanden. Uit de bronnen is duidelijk dat er duidelijke richtlijnen zijn voor de plaatsing van de voet, afhankelijk van de bestaande bouwconstructie en de lokaal geldende regels.

Afstand tot de dakvoet

De voet van de dakkapel moet zich op een bepaalde afstand van de dakvoet bevinden. Deze afstand varieert afhankelijk van de situatie, maar in de meeste gevallen geldt een minimaal afstand van 0,5 meter en een maximum van 1,0 meter. Dit betekent dat de dakkapel niet direct op de dakvoet mag aansluiten, maar op een afstand van minimaal 50 centimeter. Deze regel is bedoeld om de structuur van het dak te beschermen en het visuele evenwicht van de constructie te waarborgen.

Hoogte van de dakkapel

De hoogte van de dakkapel wordt gemeten vanaf de voet tot het boeiboord, oftewel de bovenkant van het daktrim. De maximale hoogte van de dakkapel is beperkt tot 1,75 meter in gevallen van vergunningsvrij bouwen. In andere gevallen, zoals bij woningen aan de voorkant of in beschermd stadsgezicht, kunnen er extra regels gelden die een lagere maximale hoogte voorschrijven. Bij asymmetrische of schilddaken kunnen ook andere bepalingen gelden, zoals bijvoorbeeld dat de dakkapel niet hoger mag liggen dan 50% van de in het verticale vlak geprojecteerde hoogte van het dakvlak.

Afstand tot de nok

De dakkapel moet ook minstens 0,5 meter onder de nok van het dak blijven. Deze afstand is van toepassing op de top van de dakkapel, dus vanaf de bovenkant van het boeiboord tot de nok van het dak. Deze regel is bedoeld om ervoor te zorgen dat de dakkapel niet de vorm van het dak tekent en het visuele evenwicht bewaart.

Afstand tot de zijkant van het dak

De zijkanten van de dakkapel moeten minstens 0,5 meter van de zijkant van het dak blijven. In sommige gevallen, zoals bij zijdakvlakken die lopen langs een weg of openbaar groen, is er een grotere afstand vereist. Hier is de afstand minimaal 1,0 meter. Deze afstand geldt gemeten aan de bovenzijde van de dakkapel. Bij kilkepers of schilddaken moet de afstand vanaf de voet van de dakkapel worden gemeten.

Aantal dakkapellen per dakvlak

Het aantal dakkapellen per dakvlak is ook beperkt. Op het betreffende achterdakvlak mag maximaal twee dakkapellen worden geplaatst, terwijl op het zijdakvlak slechts één dakkapel toegestaan is. Bij asymmetrische kappen mag in het langste dakvlak slechts één dakkapel worden geplaatst, terwijl twee dakkapellen boven elkaar in het langste dakvlak niet zijn toegestaan.

Asymmetrische kappen

Bij asymmetrische kappen is er een extra beperking: een dakkapel mag niet worden geplaatst in het langste dakvlak als er al een (gedeeltelijke) gootdoorbreking aanwezig is. Ook is het niet toegestaan om een dakkapel te plaatsen in het langste dakvlak als deze dicht bij een hoek- of kilkeper ligt. Bij asymmetrische kappen moet de dakkapel altijd in het kortere dakvlak worden geplaatst.

Tent- of piramidedaken

Voor tent- of piramidedaken zijn er ook extra beperkingen. De afstand tot de hoekkepers moet minstens 1,0 meter zijn. Aan de voorkant mag de breedte van de dakkapel maximaal 25% van de breedte van het betreffende dakvlak zijn, terwijl aan de achterkant maximaal 40% van de breedte van het dakvlak toegestaan is. Deze beperkingen zijn ontworpen om het visuele evenwicht van het dak te bewaren.

Lessenaarsdak

Voor dakkapellen op lessenaardaken gelden dezelfde uitgangspunten als voor zadeldaken. Echter, als de hoek van het dak kleiner is dan 30°, is een dakkapel welstandshalve niet wenselijk. Bij een hoek van 30° of groter is een dakkapel aanvaardbaar, mits deze in het onderste deel van het dakvlak ligt.

Maatvoering van dakkapellen

Neben de voet van de dakkapel zijn er ook richtlijnen voor de maatvoering van dakkapellen. Deze richtlijnen zijn belangrijk om ervoor te zorgen dat de dakkapel niet alleen functioneel is, maar ook goed aansluit bij de rest van het gebouw.

Maximale breedte

De breedte van de dakkapel is beperkt tot 50% van de breedte van het dakvlak, met een maximum van 3,00 meter. In sommige gevallen, zoals bij asymmetrische kappen, is de maximale breedte van de dakkapel in het langste dakvlak maximaal 70% van de breedte van het dakvlak, met een maximum van 5,00 meter. Deze beperking is bedoeld om ervoor te zorgen dat de dakkapel niet te dominant is en dat er voldoende ruimte overblijft voor andere bouwelementen.

Maximale hoogte

De maximale hoogte van de dakkapel is beperkt tot 1,75 meter in gevallen van vergunningsvrij bouwen. In andere gevallen, zoals bij woningen aan de voorkant of in beschermd stadsgezicht, kunnen er extra regels gelden die een lagere maximale hoogte voorschrijven.

Overstek en boeiboord

De dakkapel moet plat afgedekt zijn, met een maximaal overstek van 0,10 meter. Het boeiboord, oftewel de bovenkant van de dakkapel, mag maximaal 0,25 meter hoog zijn.

Welstandscriteria voor dakkapellen

Daarnaast zijn er ook welstandscriteria die van toepassing zijn op dakkapellen. Deze criteria zijn ontworpen om ervoor te zorgen dat de dakkapel niet alleen functioneel is, maar ook esthetisch aansluit bij de rest van het gebouw.

Materiaal- en kleurgebruik

Het materiaal- en kleurgebruik van de dakkapel moet afgestemd zijn op het hoofdgebouw. De kozijnen van de dakkapel moeten overeenkomen met de kozijnen van de voor- of zijgevel. Het voorvlak van de dakkapel moet gevuld zijn met glas, waarbij dichte panelen niet zijn toegestaan. De zijwanden van de dakkapel moeten in een donkere kleur zijn afgewerkt of afgewerkt in de kleur van het dakvlak.

Plaatsing en aantal

De dakkapel mag alleen worden geplaatst in het onderste deel van het dakvlak, onder de knik. Bij meerdere dakkapellen, dakramen en zonnepanelen moet de rangschikking regelmatig zijn, dus niet boven elkaar, met een tussenruimte van minstens 1,00 meter. In gevallen van asymmetrische kappen mag de dakkapel niet worden geplaatst in het langste dakvlak als er al een gootdoorbreking aanwezig is.

Vergunningen voor dakkapellen

De plaatsing van een dakkapel kan in sommige gevallen vergunningen vereisen. Deze vergunningen zijn afhankelijk van de plaatsing van de dakkapel, de lokale regels van de gemeente en de aard van de woning.

Wanneer is een vergunning nodig?

Een vergunning is nodig in de volgende gevallen:

• De dakkapel voldoet niet aan een of meer van de bovenstaande regels.
• De dakkapel is geplaatst aan de voorzijde van de woning.
• De woning bevindt zich in een beschermd stadsgezicht.
• De woning is een monument.
• Het bestemmingsplan van de gemeente verbiedt dakkapellen.

In dergelijke gevallen is een omgevingsvergunning nodig. Deze vergunning is vaak niet gratis en kan honderden euro’s kosten.

Rekening houden met de buren

Bij het plaatsen van een dakkapel is het ook belangrijk om rekening te houden met de buren. De dakkapel mag geen negatieve invloed hebben op het stadsgezicht of het evenwicht van het gebied. Het is daarom verstandig om vooraf te bespreken met de buren en de gemeente of de dakkapel technisch en esthetisch aansluit bij het omgevingsbeleid.

Afmetingen en ruimtewinst

De afmetingen van een dakkapel bepalen niet alleen de functionaliteit, maar ook de ruimtewinst. Een dakkapel van 3 meter breed biedt bijvoorbeeld gemiddeld 4 tot 6 vierkante meter extra vloeroppervlakte. Bij grotere afmetingen is de ruimtewinst nog groter. Hier is een overzicht van de ruimtewinst per breedte:

Deze extra ruimte kan worden gebruikt voor het inrichten van een extra werkplek, opbergruimte of zelfs een extra slaapkamer. Het is daarom verstandig om de juiste afmeting te kiezen, afhankelijk van de behoefte aan extra ruimte.

Conclusie

De plaatsing van een dakkapel is een populaire manier om extra leefruimte te creëren in een woning. Echter, het is belangrijk om rekening te houden met de technische regels en welstandscriteria die van toepassing zijn op de dakkapel. De voet van de dakkapel speelt een cruciale rol in de bepaling van de toegestane afmetingen en afstanden. Daarnaast zijn er richtlijnen voor de hoogte, breedte, plaatsing en materialen van de dakkapel. Het is verstandig om vooraf te controleren of de dakkapel voldoet aan de lokaal geldende regels en of er een vergunning nodig is. Door deze regels te volgen, is het mogelijk om een dakkapel te plaatsen die niet alleen functioneel is, maar ook esthetisch aansluit bij de rest van het gebouw en het stadsgezicht.

Bronnen

1. dakdekkeraanhuis.nl
2. lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR40762
3. vhdakkapellen.nl