Afwijken van het bestemmingsplan bij het plaatsen van een dakkapel: beleid, voorwaarden en praktijkvoorbeelden

Inleiding

Bij renovatie- of verbouwprojecten komt het vaak voor dat een planningswisselwerking ontstaat tussen de wensen van de woningeigenaar en de voorschriften van het bestemmingsplan. Een dakkapel is een veelvoorkomende uitbreiding, maar in sommige gevallen kan deze uitbreiding conflicten oproepen met de bestemmingsplanregels. Gelukkig bieden gemeentelijke beleidsregels en de omgevingsvergunning een mogelijkheid tot afwijken. In dit artikel wordt ingegaan op de wettelijke en beleidsmogelijkheden om van het bestemmingsplan af te wijken bij het plaatsen van een dakkapel. Op basis van het beleid van gemeenten zoals die in de bronnen zijn opgenomen, worden de voorwaarden, procedure en praktijkgevoelens besproken.

Wat is een dakkapel?

Een dakkapel is een uitbreiding boven het bestaande dakhangendebouw. Deze constructie is meestal licht en tijdelijk, en wordt vaak gebruikt voor het creëren van extra ruimte of het uitbreiden van een bestaande functie. In de context van bestemmingsplanregels valt een dakkapel onder artikel 4 van het Bouwbesluit (Bor), wat betekent dat het onder bepaalde voorwaarden mogelijk is om hiervoor een omgevingsvergunning aan te vragen. Dit is vooral relevant wanneer de dakkapel het bestemmingsplan schendt, bijvoorbeeld door de toegestane hoogte, afstand of oppervlakte te overschrijden.

Beleidsregels voor het afwijken van het bestemmingsplan bij dakkapellen

In de bronteksten zijn diverse beleidsregels opgenomen die van toepassing zijn bij dakkapellen. Deze regels zijn vastgesteld door gemeenten en zijn gebaseerd op artikel 4 van het Bouwbesluit. De regels zijn bedoeld om de ruimtelijke kwaliteit te behouden, maar tegelijkertijd ook flexibiliteit te bieden bij kleine afwijkingen.

Toepassing van het beleid

De beleidsregels voor dakkapellen zijn gericht op het faciliteren van kleine afwijkingen zonder dat dit leidt tot een negatieve ruimtelijke impact. Dit betekent dat de dakkapel moet passen binnen het vastgestelde welstandsbeleid en bepaalde criteria moet voldoen. Deze beleidsregels zijn onder andere opgenomen in regelingen zoals de "Beleid voor het afwijken van het bestemmingsplan" (bron [1]) en de "Beleidsregels omgevingsvergunning afwijken bestemmingsplan (kleine buitenplanse afwijkingen)" (bron [2]).

Criteria voor het toestaan van een dakkapel

De beleidsregels leggen duidelijke criteria vast die moeten worden gehonoreerd bij het aanvragen van een omgevingsvergunning voor een dakkapel. Deze criteria zijn gericht op hoogte, afstand, oppervlakte, en ruimtelijke context. De volgende punten zijn van belang:

  • Maximale hoogte: De goothoogte van een dakkapel mag maximaal 4 meter bedragen. Dit is een belangrijke beperkende factor, vooral bij woningen in bebouwde kommen of buitengebieden met strikte hoogtelimieten.

  • Toegestane afstand tot de voorgevel: De dakkapel mag niet dichter bij de voorgevel worden geplaatst dan is voorgeschreven door het bestemmingsplan. Dit is bedoeld om de openheid van de bebouwde omgeving te behouden en te voorkomen dat de bebouwing de openbare ruimte onnodig dicht oplegt.

  • Oppervlakte: Er zijn beperkingen voor de grootte van de dakkapel. In sommige gevallen mag de oppervlakte van een dakkapel niet meer dan 50% van de gevelbreedte bedragen, met een toegestane maximum van 60% in specifieke gevallen. Dit hangt af van de context van het project en de aard van de bebouwing.

  • Ruimtelijke context: De dakkapel moet passen in de omgeving en mag de openheid van het gebied niet schaden. Bijvoorbeeld, een dakkapel die binnen een straal van 3 meter van een erfafscheiding wordt gebouwd, moet zorgvuldig worden beoordeeld om schade aan licht- en bezonningssituaties op aangrenzende percelen te voorkomen.

Wanneer is een omgevingsvergunning vereist?

Een omgevingsvergunning is vereist wanneer de dakkapel het bestemmingsplan schendt, bijvoorbeeld door:

  • Het overschrijden van de toegestane hoogte of afstand;
  • Het creëren van een aanbouw aan de voorgevel;
  • Het overschrijden van de toegestane oppervlakte;
  • Het bouwen op een perceel dat niet geschikt is voor dergelijke uitbreidingen.

In dergelijke gevallen kan een omgevingsvergunning worden aangevraagd, mits de aanvraag voldoet aan de beleidsregels en aanvullende criteria zoals bezonningsdiagrammen, ruimtelijke analyses of visuele representaties.

Praktijkvoorbeelden van het afwijken bij dakkapellen

In bron [3] zijn diverse voorbeelden opgenomen van omgevingsvergunningen voor dakkapellen. Deze voorbeelden geven inzicht in de manier waarop gemeenten in de praktijk omgaan met afwijkingen bij dakkapellen. Hieronder zijn enkele voorbeelden:

  • Plaatsen van een dakkapel aan de voorzijde van een woning: In het geval van de Haagweg 254 en 260 is een omgevingsvergunning aangevraagd voor het plaatsen van dakkapellen aan de voorzijde. Deze aanvragen worden vaak gecontroleerd op hun conformiteit met het bestemmingsplan en de beleidsregels. In dit geval zijn de aanvragen ingediend onder dossiernummers Z/25/3883187 en Z/25/3883186.

  • Uitbouw van de achtergevel met dakkapel: Bij de Hoge Rijndijk 156 is een aanvraag ingediend voor een uitbouw aan de achtergevel, waarbij ook een dakkapel is opgenomen. Deze aanvraag is onder dossiernummer Z/25/3883629 verwerkt. De aanvraag is beoordeeld op basis van de beleidsregels voor aanbouw en dakkapellen.

  • Wijziging van gebruik in combinatie met dakkapel: In het geval van de Sint Jacobsgracht 24A is een aanvraag gedaan voor het plaatsen van zonnepanelen en een groen dak, in combinatie met een dakkapel. Deze aanvraag illustreert hoe groene technologieën en ruimtelijke uitbreidingen kunnen worden gecombineerd, mits de beleidsregels worden gevolgd.

  • Functiewijziging van woningen in combinatie met dakkapellen: Bijvoorbeeld bij de Pioenstraat 26, 26A en 26B is een functiewijziging aangevraagd van 2 koopwoningen naar 4 huurwoningen, waarbij een dakkapel is opgenomen als onderdeel van de verbouw. Deze aanvraag is onder dossiernummer Z/25/3883175 verwerkt.

Deze voorbeelden tonen aan dat gemeenten in de praktijk een systematische aanpak hanteren bij het afwijken van het bestemmingsplan bij dakkapellen. De aanvragen worden beoordeeld op basis van de beleidsregels en eventueel aanvullende criteria. Het is belangrijk dat de aanvrager goed voorbereid is en alle benodigde documenten indient.

Procedure voor het aanvragen van een omgevingsvergunning

De procedure voor het aanvragen van een omgevingsvergunning bij afwijkingen ten opzichte van het bestemmingsplan is doorgestroomd en gestructureerd. De volgende stappen zijn typisch onderdeel van het proces:

  1. Bestudering van het bestemmingsplan: De aanvrager dient eerst het bestemmingsplan van het betreffende perceel te bestuderen om te bepalen of de geplande dakkapel het plan schendt. Dit kan worden gedaan via de website van de omgevingswet (zie bron [4]).

  2. Aanvraagformulier indienen: De aanvrager dient een aanvraagformulier in bij de gemeente. Dit formulier bevat gegevens over het project, inclusief een beschrijving van de geplande dakkapel, een locatiekaart en eventueel een visuele presentatie.

  3. Beoordeling door de gemeente: De gemeente beoordeelt de aanvraag op basis van de beleidsregels en eventueel aanvullende criteria. Bijvoorbeeld, een bezonningsdiagram kan nodig zijn wanneer de dakkapel binnen een straal van 3 meter van een erfafscheiding wordt geplaatst.

  4. Uitslag en eventuele aanpassingen: De gemeente beslist of de omgevingsvergunning wordt verleend. Indien er aanpassingen nodig zijn, kan de aanvrager deze aanpassingen doorvoeren en een nieuwe aanvraag indienen.

  5. Uitvoering van het project: Zodra de omgevingsvergunning is verleend, kan het project worden uitgevoerd. Het is belangrijk om de aanvraag en de uitslag van de gemeente goed bij te houden.

Belang van het beleid voor ruimtelijke kwaliteit

Het beleid voor het afwijken van het bestemmingsplan bij dakkapellen is niet alleen gericht op het faciliteren van verbouwprojecten, maar ook op het behouden van de ruimtelijke kwaliteit. Ruimtelijke kwaliteit omvat aspecten zoals openheid, licht- en bezonningssituaties, visuele samenhang en het behoud van het karakter van de omgeving.

De beleidsregels voor dakkapellen zijn ontworpen om te voorkomen dat kleine afwijkingen leiden tot negatieve impacten op de omgeving. Bijvoorbeeld, door te beperken tot een maximale goothoogte van 4 meter en een afstand tot de voorgevel van minstens 2 meter, wordt de openheid van de bebouwde omgeving behouden. Bovendien wordt voorgeschreven dat een dakkapel niet groter mag zijn dan 60% van de gevelbreedte, wat helpt bij het behoud van het visuele evenwicht.

Beperkingen van het beleid

Ondanks de flexibiliteit die het beleid biedt, zijn er ook beperkingen. Deze beperkingen zijn bedoeld om zowel ruimtelijke kwaliteit als functionele doelstellingen te behouden. De volgende beperkingen zijn opgenomen in de beleidsregels:

  • Geen ontheffing voor overschrijding van het toegestane oppervlak: Een omgevingsvergunning kan niet worden aangevraagd voor het overschrijden van het toegestane oppervlak of volume van het bouwwerk.

  • Geen ontheffing voor gebruik in strijd met het bestemmingsplan: De dakkapel mag niet worden gebruikt op een manier die strijdig is met de bestemmingsplanregels, bijvoorbeeld voor commerciële doeleinden in een woningbestemming.

  • Geen ontheffing voor bouwen op een perceel met landschappelijke of landschapswaarden: In dergelijke gebieden is het niet mogelijk om van het bestemmingsplan af te wijken, omdat de ruimtelijke kwaliteit en het karakter van het gebied daar extra belangrijk zijn.

  • Geen ontheffing voor het maken van een dakterras op een aanbouw of bijgebouw bij aaneengebouwde woningen: Dit is een specifieke beperking die gericht is op het behoud van het karakter van aaneengebouwde woonvormen.

  • Geen ontheffing voor het overschrijden van de goothoogte of het maken van een opbouw bij aaneengebouwde woningen: Deze beperkingen zijn bedoeld om de uniformiteit van aaneengebouwde woonvormen te behouden.

Conclusie

Het afwijken van het bestemmingsplan bij het plaatsen van een dakkapel is een vaak voorkomende situatie in renovatie- en verbouwprojecten. Het beleid dat gemeenten hanteren, biedt een duidelijke framework om kleine afwijkingen mogelijk te maken, mits deze passen binnen de vastgestelde criteria. Deze criteria zijn gericht op ruimtelijke kwaliteit, openheid, licht- en bezonningssituaties en visuele samenhang. Door middel van omgevingsvergunningen kunnen woningeigenaren hun projecten realiseren, zonder dat dit leidt tot negatieve impacten op de omgeving.

In de praktijk tonen voorbeelden aan dat gemeenten systematisch omgaan met dergelijke aanvragen, en dat de aanvragers goed voorbereid moeten zijn. De procedure is doorgestroomd, maar het is belangrijk om alle benodigde documenten voor te bereiden en eventuele aanpassingen door te voeren. Het beleid voor het afwijken van het bestemmingsplan is dus een belangrijk instrument om zowel ruimtelijke kwaliteit als flexibiliteit te behouden.

Bronnen

  1. Beleid voor het afwijken van het bestemmingsplan
  2. Beleidsregels omgevingsvergunning afwijken bestemmingsplan (kleine buitenplanse afwijkingen)
  3. Gemeenteberichten week 37 2025
  4. Bouwplanvergunning kennisbank

Related Posts