Goothoogte en dakkapellen: begrip, metingen en regelgeving in het bestemmingsplan

Inleiding

Bij de uitvoering van renovaties of nieuwbouwprojecten in Nederland is het verstandig om rekening te houden met de regelgeving van het bestemmingsplan. Dit geldt met name voor projecten die betrekking hebben op het bouwvolume van een woning, zoals het aanbrengen van een dakkapel. Een van de belangrijkste bepalingen in het bestemmingsplan is de zogenoemde goothoogte, een maat die bepaalt tot welke hoogte een gebouw mag worden gebouwd, zonder dat aanvullende vergunningen of ontheffingen nodig zijn.

Deze artikel richt zich op het begrip goothoogte, met een specifieke focus op hoe deze toepassing vindt bij het aanbrengen van dakkapellen. Aan de hand van praktijkvoorbeelden en juridische uitleg uit bestemmingsplannen en jurisprudentie, worden de relevante regels en praktijkinterpretaties uitgelegd. Het doel is om zowel eigendomseigenaren, architecten als bouwbedrijven een duidelijk overzicht te geven van de juridische en technische aspecten van goothoogte en dakkapellen in relatie tot het bestemmingsplan.

Wat is goothoogte?

De goothoogte is een maat die wordt gebruikt in bestemmingsplannen om het bouwvolume van een woning of gebouw te beperken. Deze maat is van belang bij de bepaling van het totale bouwvolume, wat invloed heeft op de toepassing van bouwregels en de noodzaak van een bouwvergunning of bouwtoestemming.

Definitie van goothoogte

Volgens artikel 2 "Wijze van meten" van het bestemmingsplan Veldpaperweg 1981, zoals vermeld in de bron, wordt de goothoogte als volgt gedefinieerd:

De goothoogte van een gebouw of van een gedeelte daarvan wordt gemeten van de gemiddelde hoogte van het afgewerkte terrein rond het gebouw of gedeelte daarvan tot aan de bovenkant van de goot, het boeiboord of daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

Deze definitie is belangrijk, omdat het duidelijk maakt dat de boeiboord of een gelijk te stellen constructiedeel kan worden meegenomen in de meting van de goothoogte. Dit is bijvoorbeeld het geval bij dakkapellen die geen goot hebben, maar wel een boeiboord.

Gothen en boeiboorden

In de praktijk kan een gebouw worden uitgerust met een goot of een boeiboord. Een goot is een horizontale constructie die water afvoert vanaf het dak, terwijl een boeiboord een verticale rand is die de regenwater afleidt. Beide constructies worden gebruikt voor het afvoeren van regenwater en worden beide meegenomen in de meting van de goothoogte.

Een dakkapel is een typisch voorbeeld van een constructie waarbij een boeiboord wordt gebruikt. Aangezien dakkapellen vaak niet voorzien zijn van een traditionele goot, wordt in dergelijke gevallen de boeiboord als meetpunt voor de goothoogte genomen.

Gothen en dakkapellen in het bestemmingsplan

Het is belangrijk om te begrijpen dat de goothoogte van een dakkapel onder dezelfde regels valt als die van een normaal dak. Dit betekent dat de goothoogte van een dakkapel meetelt in de berekening van het totale bouwvolume van het gebouw. Dit is vooral van belang bij het aanvragen van een bouwvergunning of een vrijstelling.

Grootte van de dakkapel en goothoogte

Een belangrijk aspect bij het bepalen of een dakkapel meetelt in de goothoogte, is de breedte van de dakkapel in verhouding tot het dakvlak waarop deze is aangebracht. Volgens praktijkgebruik, zoals vermeld in de bron, worden dakkapellen die breder zijn dan de helft van het dakvlak, in aanmerking genomen voor het bepalen van de goothoogte.

Bijvoorbeeld: als een dakkapel is aangebracht op een dakvlak van 4 meter breed, en de dakkapel zelf is 3 meter breed, dan meetelt deze dakkapel in de berekening van de goothoogte. In dat geval moet de boeiboord van de dakkapel worden meegenomen in de meting van de goothoogte.

Daarentegen, bij dakkapellen die breder zijn dan de helft van het dakvlak, is het vaak zo dat deze automatisch voldoen aan de eisen van het bestemmingsplan. Dit komt doordat dergelijke dakkapellen in de praktijk niet als ondergeschikt bouwvolume worden beschouwd.

Ondergeschikt bouwvolume

In het bestemmingsplan wordt vaak onderscheid gemaakt tussen ondergeschikt bouwvolume en het hoofdbouwvolume. Ondergeschikt bouwvolume is meestal klein van formaat en heeft weinig impact op de omgeving. Dit geldt bijvoorbeeld voor dakkapellen, zolang ze niet groter zijn dan de helft van het dakvlak.

Als een dakkapel groter is dan de helft van het dakvlak, wordt het als ondergeschikt bouwvolume beschouwd. Dit betekent dat het niet automatisch vrijgesteld is van de eisen van het bestemmingsplan en dat het dus kan leiden tot problemen bij het aanvragen van een bouwvergunning.

Gothen en dakkapellen in de jurisprudentie

Een belangrijk voorbeeld uit de jurisprudentie is de uitspraak in het zaaknummer 200307499/1 van de rechtbank in Krimpen aan den IJssel. In deze zaak ging het om een dakkapel die was aangebracht in het zijdakvlak van een woning. De dakkapel had een lengte van 8,825 meter en een hoogte van 1,75 meter.

De rechtbank concludeerde dat het bouwplan niet in strijd was met het bestemmingsplan, omdat de maximaal toegestane goothoogte niet overschreden werd. De redenering was dat de planwetgever de druiplijn of het boeiboord als meetpunt had vastgelegd en niet de exacte plaats waar het water in de goot viel.

Dit voorbeeld laat zien dat de interpretatie van de goothoogte belangrijk is bij het bepalen van de toegestane afmetingen van een dakkapel. De uitspraak benadrukt ook dat het boeiboord of gelijk te stellen constructiedeel als meetpunt dient voor de goothoogte, niet de goot zelf.

Gothen en trapgevels

Een andere uitdaging die vaak voorkomt bij het bepalen van de goothoogte, is het gebruik van trapgevels of kopgevels. In een vraag op een bouwforum stelde een architect zich de vraag of de horizontale stukken van een trapgevel als gothoogte konden worden meegenomen in de berekening.

Het antwoord is meestal nee. Een trapgevel bestaat uit verticale en horizontale delen. De verticale delen vormen de gothoogte, maar de horizontale stukken die horizontaal lopen, zoals een bovenliggende rand, worden meestal niet meegenomen in de berekening van de goothoogte.

Een belangrijk punt is dat een dakkapel die in een trapgevel is aangebracht, meestal wel meetelt in de goothoogte. Dit komt doordat een dakkapel meestal een boeiboord heeft en deze als meetpunt dient voor de goothoogte.

Praktijkuitvoering en ontheffingen

Het is duidelijk dat het bepalen van de goothoogte een belangrijke rol speelt bij het aanvragen van een bouwvergunning of vrijstelling. In sommige gevallen is het mogelijk om een ontheffing aan te vragen bij de gemeente, zodat de bepalingen van het bestemmingsplan niet volledig van toepassing zijn.

Aanvragen van ontheffingen

Een ontheffing is een juridisch instrument dat wordt gebruikt om uitzonderingen te maken op bepaalde regels in een bestemmingsplan. Bijvoorbeeld: een dakkapel die groter is dan de helft van het dakvlak, maar die niet voldoet aan de eisen van het bestemmingsplan, kan onder bepaalde voorwaarden toch worden toegestaan.

Het aanvragen van een ontheffing vereist een gedetailleerde aanvraag bij de gemeente. Deze aanvraag moet duidelijk maken waarom het project niet voldoet aan de eisen van het bestemmingsplan en waarom het toch toegestaan zou moeten worden.

In de praktijk is het vaak het geval dat stedebouwkundigen het proces van het aanvragen van een ontheffing begeleiden. Deze experts zijn verantwoordelijk voor het toezicht op de toepassing van het bestemmingsplan en kunnen bepalen of een ontheffing verstrekt kan worden.

Conclusie

De bepaling van de goothoogte is een essentieel onderdeel van het aanvragen van bouwvergunningen en vrijstellingen in Nederland. Bij het aanbrengen van een dakkapel, is het belangrijk om rekening te houden met de regels van het bestemmingsplan, omdat de goothoogte van een dakkapel in de praktijk vaak meetelt in de berekening van het totale bouwvolume.

De breedte van de dakkapel ten opzichte van het dakvlak is een belangrijk criterium bij het bepalen of de dakkapel ondergeschikt bouwvolume vormt. Dakkapellen die breder zijn dan de helft van het dakvlak, worden vaak als ondergeschikt bouwvolume beschouwd en kunnen dus leiden tot problemen bij het aanvragen van een bouwvergunning.

In sommige gevallen is het mogelijk om een ontheffing aan te vragen bij de gemeente. Dit vereist een gedetailleerde aanvraag en het begeleiden door stedebouwkundige experts.

Het is belangrijk om bij renovaties of nieuwbouwprojecten altijd rekening te houden met de juridische regels van het bestemmingsplan. Dit houdt ook in dat de gothoogte en het ondergeschikt bouwvolume nauwkeurig worden bepaald en meegenomen in het ontwerp en de uitvoering van het project.

Bronnen

  1. Bouwhelp.nl - Goothoogte is ook de boeiboord v/e dakkapel
  2. Bouwhelp.nl - Goothoogte bestemmingsplan
  3. Jurisprudentie - ECLI:NL:RVS:2019:2879

Related Posts