Dakkapel plaatsen: Wanneer is een vergunning van de Rijksoverheid nodig?

Published by Redactie on september 16, 2025 | Category dakkapel

Als eigenaar van een woning die overweegt om een dakkapel aan te brengen, is het van groot belang om rekening te houden met de regels rondom de noodzaak van een vergunning. Deze regels zijn niet alleen van belang voor juridische redenen, maar ook om ervoor te zorgen dat de dakkapel harmonisch aansluit op het bestaande bouwsel en de omgeving. In dit artikel worden de voorwaarden en regelgeving van de Rijksoverheid besproken, waarbij zowel algemene richtlijnen als specifieke voorwaarden per daktype worden toegelicht.

De informatie in dit artikel is gebaseerd op de voorwaarden die gelden voor het vergunningsvrij plaatsen van een dakkapel, evenals op de aanvullende welstandscriteria die in bepaalde situaties gelden. Deze richtlijnen zijn afkomstig van betrouwbare bronnen zoals de website van Vakmanvinden.nl en Lokale Regelgeving van de overheid. Het doel is om de lezer een duidelijk overzicht te geven van wanneer een vergunning nodig is en welke technische en esthetische eisen gelden.

Dakkapel vergunningsvrij plaatsen

Een dakkapel mag onder bepaalde voorwaarden vergunningsvrij worden geplaatst. Deze voorwaarden zijn opgesteld om te voorkomen dat de dakkapel de esthetiek van het gebouw en de omgeving negatief beïnvloedt of dat er sprake is van ongewenste structurale veranderingen.

Algemene voorwaarden

De volgende algemene voorwaarden moeten aan de voldaan zijn om een dakkapel vergunningsvrij te kunnen plaatsen:

Locatie van de dakkapel: De dakkapel moet aan de achterkant of zijkant van het huis worden geplaatst. De zijkant van het dak mag niet naar een openbaar gebied wijzen, zoals een weg of bos.
Daktype van de dakkapel: De dakkapel moet een plat dak hebben.
Hoogte: De dakkapel mag niet hoger zijn dan 175 cm, gemeten vanaf de voet van de dakkapel.
Afstand tot het dakvlak: De dakkapel moet meer dan 50 cm boven de voet van het dak geplaatst worden, maar de onderkant mag niet verder dan 100 cm vanaf de voet van het dak liggen.
Afstand tot de nok: De bovenkant van de dakkapel moet meer dan 50 cm van de nok verwijderd zijn.
Afstand tot de zijkanten: De zijkanten van de dakkapel moeten meer dan 50 cm verwijderd zijn van het dakvlak, in het bijzonder de grenslijn tussen twee woningen.
Plaatsing op tijdelijke woningen: De dakkapel mag niet op een tijdelijke woning of woongebouw geplaatst worden, zoals een woonkeet of woonwagen.

Deze voorwaarden zijn van toepassing voor het vergunningsvrij plaatsen van een dakkapel. Als één van deze voorwaarden niet wordt nageleefd, is het verplicht om een vergunning aan te vragen bij de gemeente.

Uitzondering: dakkapel aan de voorkant

Er zijn uitzonderingen waarin een dakkapel aan de voorkant van het huis vergunningvrij geplaatst kan worden. In dergelijke gevallen moet de dakkapel echter wel aan voorwaarden 2 t/m 6 voldoen. Daarnaast is het belangrijk om te controleren of de dakkapel binnen het bestemmingsplan van de gemeente is toegestaan en of er welstandseisen gelden.

De gemeente kan u verder informeren over de toegestane afmetingen, afstanden en materialen. Het is daarom verstandig om contact op te nemen met de gemeente om te bevestigen of de gewenste dakkapel op de voorkant vergunningsvrij kan worden geplaatst.

Wanneer moet je een vergunning aanvragen?

Als de dakkapel niet aan de bovenstaande voorwaarden voldoet, is het wettelijk verplicht om een vergunning aan te vragen. Dit is ook het geval als de dakkapel op een tijdelijke woning of woongebouw geplaatst wordt.

Naast de basisvoorwaarden zijn er ook aanvullende welstandscriteria die gelden, afhankelijk van het type dak en de locatie van de dakkapel. Deze criteria zijn vastgelegd in de regelgeving van de overheid en zijn van toepassing op specifieke dakvormen zoals schilddaken, mansardedaken, tent- of piramidedaken, en asymmetrische kappen.

Welstandscriteria per daktype

1. Schilddak

Bij een schilddak gelden de volgende aanvullende welstandscriteria:

Aan de voorkant: De breedte van de dakkapel mag maximaal 25% van de breedte van het dakvlak zijn, gemeten ter hoogte van het boeiboord van de dakkapel.
Aan de achterkant: De breedte mag 40% van de breedte van het dakvlak zijn.
Hoogte: De hoogte tussen de voet van de dakkapel en het boeiboord mag maximaal 0,80 meter zijn.

Daarnaast moet de dakkapel zodanig worden geplaatst dat het visuele effect niet negatief is op het totaalbeeld van het gebouw.

2. Mansardedak

Voor een mansardedak gelden de volgende welstandscriteria:

De dakkapel mag alleen in het onderste deel van het dakvlak worden geplaatst, onder de knik.
De afstand tot de hoekkepers moet minimaal 1,00 meter zijn.
De bovenkant van de dakkapel moet op dezelfde hoogte liggen als de knik in het dakvlak.

Deze voorwaarden zijn bedoeld om ervoor te zorgen dat de dakkapel goed aansluit op de structuur van het mansardedak en dat de visuele impact van de dakkapel beheersbaar is.

3. Tent- of piramidedak

Voor een tent- of piramidedak gelden de volgende welstandscriteria:

De afstand tot de hoekkepers moet minimaal 1,00 meter zijn.
Aan de voorkant: De breedte van de dakkapel mag maximaal 25% van de breedte van het dakvlak zijn, gemeten ter hoogte van het boeiboord.
Aan de achterkant: De breedte mag 40% van de breedte van het dakvlak zijn.
De dakkapel mag niet in het langste dakvlak worden geplaatst als er reeds een (gedeeltelijke) gootdoorbreking aanwezig is.

Deze richtlijnen zijn bedoeld om te voorkomen dat de dakkapel de harmonie van het bouwsel verstoort, vooral gezien de specifieke vorm van dit soort daken.

4. Asymmetrische kappen

Voor asymmetrische kappen gelden de volgende aanvullende welstandscriteria:

Dakkapel niet toegestaan indien reeds een (gedeeltelijke) gootdoorbreking aanwezig is.
Door de hoogte van het dakvlak is een dakkapel met een inwendige hoogte tot de verdiepingsvloer voorstelbaar.
Twee dakkapellen boven elkaar in het langste dakvlak zijn niet toegestaan.
De breedte van de dakkapel in het langste dakvlak mag maximaal 70% van de breedte van het dakvlak zijn, met een maximum van 5,00 meter.
De afstand tot de zijkant van het dakvlak moet minimaal 1,00 meter zijn.
De afstand tot de goot moet minstens 0,50 meter en maximaal 1,00 meter zijn.

Deze richtlijnen zijn bedoeld om ervoor te zorgen dat de dakkapel niet negatief beïnvloedt op de visuele samenhang van het bouwsel, vooral gezien de asymmetrie van de kap.

5. Zadeldak

Voor een zadeldak zijn er verschillende richtlijnen, afhankelijk van de hellingshoek van het dak:

a. Zadeldak < 30°

Voor een zadeldak met een hellingshoek kleiner dan 30° geldt het volgende:

De vrije hoogte onder het dak is beperkt.
Een dakkapel zou dan erg hoog in het dakvlak geplaatst moeten worden.
De bovenzijde van de dakkapel is dan (nagenoeg) gelijk met de nok.
De vrije hoogte is dan minder dan 2,70 meter.
Dit leidt tot een sterk aangetaste visuele impact van het dakvlak en silhouet.
Daarom is het onwenselijk om een dakkapel op een dergelijk dak te plaatsen.
Een reguliere dakkapel is dan niet goed mogelijk.

In dergelijke gevallen kan een dakopbouw wel worden geplaatst, maar deze is altijd vergunningplichtig en zal aan de welstandscommissie voorgelegd moeten worden.

b. Zadeldak > 30°

Voor een zadeldak met een hellingshoek groter dan 30° zijn de voorwaarden gunstiger:

Het dak is vrijwel altijd geschikt voor het plaatsen van een dakkapel.
De gemeente streeft naar een plat dak op de dakkapel.
De dakkapel mag aan de achterkant of zijkant worden geplaatst, mits aan de algemene voorwaarden wordt voldaan.

Voor een zadeldak met een wolfseind geldt:

De dakkapel mag alleen in het onderste deel van het dakvlak worden geplaatst, onder de knik.
De afstand tot de hoekkepers moet minimaal 1,00 meter zijn.
De bovenkant van de dakkapel moet op dezelfde hoogte liggen als de knik in het dakvlak.

6. Lessenaarsdak

Voor een lessenaarsdak gelden dezelfde algemene richtlijnen als voor een zadeldak. De aanvullende welstandscriteria zijn echter afhankelijk van de hoek van het dak en de hoogte van de nok en goot:

Bij een hoek kleiner dan 30° is een dakkapel onwenselijk.
Bij een hoek groter of gelijk aan 30° is een dakkapel aanvaardbaar, mits het in het onderste deel van het dakvlak ligt.

Kosten en uitbesteding

Het plaatsen van een dakkapel is een investering die zowel technische als esthetische voordelen biedt. De kosten van een dakkapel variëren afhankelijk van het type, de afmetingen, het gebruikte materiaal en de complexiteit van de constructie. Gemiddeld liggen de kosten tussen €3.000 en €10.000, afhankelijk van de aannemer en de regio.

Het is aan te raden om het werk uit te besteden aan een ervaren aannemer, vooral bij het plaatsen van een dakkapel die niet vergunningsvrij is of die aan extra welstandscriteria moet voldoen. Een professionele aannemer zorgt voor een betere kwaliteit en voorkomt mogelijke juridische complicaties bij een nadiencontrole.

Voor wie graag zelf aan de slag wil, is het belangrijk om ervoor te zorgen dat alle regelgeving en welstandscriteria zijn nageleefd. In het geval van twijfel is het verstandig om advies in te winnen bij de gemeente of bij een erkende aannemer.

Conclusie

Het plaatsen van een dakkapel kan een waardevolle uitbreiding zijn van een woning, zowel qua gebruik als qua esthetiek. Echter, het is van groot belang om rekening te houden met de regelgeving van de Rijksoverheid en de welstandscriteria die per daktype gelden.

De dakkapel mag onder bepaalde voorwaarden vergunningsvrij worden geplaatst, maar indien deze voorwaarden niet worden nageleefd, is het verplicht om een vergunning aan te vragen. Daarnaast zijn er aanvullende welstandscriteria die van toepassing zijn afhankelijk van het type dak en de locatie van de dakkapel.

Het is verstandig om vooraf advies in te winnen bij de gemeente en bij een aannemer, vooral bij het plaatsen van een dakkapel aan de voorkant of bij complexe dakvormen. Zo voorkomt u onverwachte complicaties en zorgt u ervoor dat de dakkapel harmonisch aansluit op het bestaande bouwsel en de omgeving.