Rechtbank beslist over dakkapelvergunningen in Haarlem: wat betekent dat voor woningeigenaren?
Inleiding
In de stad Haarlem hebben woningeigenaren en bouwpartijen al jaren te maken met duidelijke richtlijnen van de gemeente rondom de aanleg van dakkapellen. Deze richtlijnen zijn vaak onderworpen aan juridische beoordeling, waardoor het niet alleen een kwestie is van bouwtechniek of esthetiek, maar ook van wettelijke interpretatie. Twee recente uitspraken van rechtbanken – eentje uit 2013 en een andere in 2024 – geven inzicht in de juridische en beleidsmatige grenzen die gelden rondom dakkapellen in Haarlem.
Deze uitspraken zijn van belang voor woningeigenaren die overwegen om een dakkapel aan te leggen, voor bouwbedrijven die hieraan werken, en voor professionals in de woningbouwsector. Het betreft niet alleen technische of esthetische kwesties, maar ook juridische en beleidsgerichte kwesties die bepalen of een project wel of niet toegestaan is.
In dit artikel bespreken we de inhoud van deze uitspraken, de juridische argumenten die aan de orde zijn geweest, en de praktische consequenties voor woningeigenaren in Haarlem. We beoordelen ook de betrouwbaarheid van de informatie en het juridisch kader waarbinnen de gemeente Haarlem haar beleid uitvoert.
Dakkapelvergunningweigering in 2013: het geval van de eiser
Achtergrond
In 2013 stelde een woningeigenaar (verder: de eiser) een aanvraag voor een omgevingsvergunning om een dakkapel aan de voorzijde van zijn woning te plaatsen. De gemeente weigerde deze vergunning, sinds het bouwplan volgens de gemeente in strijd was met het bestemmingsplan en met redelijke eisen van welstand. De eiser stelde bezwaar, maar dit werd door de gemeente ongegrond verklaard.
De eiser betoogde dat de gemeente de Nota Dak (een beleidsrichtlijn van het ministerie van de VVD) niet juist toepaste. Hij wees erop dat in zijn straat al meerdere dakkapellen aanwezig waren, waardoor het straatbeeld volgens hem al "verrommeld" was. Daarom had de gemeente de vergunning volgens zijn mening moeten toekennen.
Rechtsbeslissing
De rechtbank Noord-Holland oordeelde dat de gemeente de Nota Dak correct had geïnterpreteerd. Volgens het bestuursrecht mag een gemeente een beleidsrichtlijn op een bepaalde manier toepassen, zolang die toepassing niet "onaanvaardbaar" is. De gemeente had in dit geval gekozen voor een striktere interpretatie van het begrip "straatbeeld", namelijk dat het bouwblok als geheel niet "verrommeld" moest zijn. Dat betekent dat meer dan de helft van de woningen in het bouwblok nog geen dakkapel mocht hebben.
De eiser had aangevoerd dat het straatbeeld in zijn geval al "verrommeld" was, omdat meerdere woningen in de straat al dakkapellen hadden. De rechtbank oordeelde echter dat de gemeente de Nota Dak juist had toegepast en dat het feit dat er dakkapellen aan de overzijde van de straat aanwezig waren, niet leidde tot een veranderde conclusie. Het beroep van de eiser werd dus ongegrond verklaard.
Juridische interpretatie
Het besluit van de rechtbank benadrukt dat de gemeente vrij is om beleidsrichtlijnen zoals de Nota Dak op een bepaalde manier toe te passen, zolang dat niet willekeurig of onevenredig is. De interpretatie van begrippen zoals "straatbeeld" en "verrommeld bouwblok" is hierbij cruciaal. In dit geval koos de gemeente voor een conservatieve benadering, waarbij het straatbeeld beoordeeld werd per bouwblok in plaats van per straat.
De rechtbank erkende dat het verwarrend kan zijn voor woningeigenaren, maar oordeelde dat de gemeente haar beleid op een wettelijk aannemelijke manier had uitgevoerd.
Dakkapelvergunningweigering in 2021-2024: het hoger beroep
Achtergrond
In 2021 stelde een andere woningeigenaar (verder: de appelant) een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het plaatsen van een dakopbouw met een dakkapel. De gemeente weigerde deze vergunning, opnieuw op grond van het bestemmingsplan en redelijke eisen van welstand. De appelant stelde bezwaar, maar dit werd door de gemeente ongegrond verklaard. Het beroep bij de rechtbank Noord-Holland was ook ongegrond, wat leidde tot een hoger beroep bij de Raad van State.
In de tussentijd had de gemeente Haarlem echter besloten om het eigen besluit in te trekken en de vergunning toch te verlenen. Toch bleef de appelant zijn juridische aansprakelijkheid nastreven, met als doel de duidelijkheid te verkrijgen over het beleid rondom dakkapellen.
Rechtsbeslissing
De Raad van State beoordeelde de zaak in december 2023. In de uitspraak werd aangegeven dat de gemeente Haarlem haar beleid op grond van de Nota Dak had uitgevoerd. Ook hier was de vraag centraal of de gemeente het begrip "straatbeeld" juist interpreteerde. De Raad van State concludeerde dat het beleid van de gemeente opnieuw wettelijk aannemelijk was en dat de weigering van de vergunning gerechtvaardigd was.
De Raad van State benadrukte ook dat de gemeente de verantwoordelijkheid heeft om het straatbeeld te bewaken en het bouwblok als geheel in overweging te nemen. Daarbij is het belangrijk om te voorkomen dat het straatbeeld te snel verandert, wat volgens het beleid van de gemeente kan leiden tot een minder aantrekkelijke stadsbouw.
Praktische gevolgen
Hoewel de gemeente uiteindelijk toch een vergunning verleende in dit geval, toonde het hoger beroep aan dat de gemeente haar beleid consistent uitvoert. De Raad van State erkende de wettelijke grondslag voor het beleid en onderstreepte dat de gemeente vrij is om beleidsrichtlijnen toe te passen binnen de wettelijke grenzen.
Juridisch kader: Nota Dak en Wabo
Nota Dak
De Nota Dak is een beleidsrichtlijn van het ministerie van de VVD, gericht op het beheer van dakkapellen in de stadsbouw. Volgens deze richtlijn is het doel om het straatbeeld te bewaken en te voorkomen dat dakkapellen willekeurig worden aangelegd. De Nota Dak houdt rekening met de maat, de vorm en de schaal van dakkapellen, evenals met het straatbeeld en de integratie in het bouwblok.
In de uitspraken van de rechtbanken werd duidelijk dat de gemeente Haarlem de Nota Dak interpreteert als een instrument om de stadsbouw te bepalen. Het begrip "verrommeld bouwblok" is hierin centraal. Dit betekent dat in een bouwblok waarin meer dan de helft van de woningen al een dakkapel heeft, het straatbeeld al veranderd is en het toestaan van nieuwe dakkapellen minder problematisch is.
Wabo
De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is een wet die het juridisch kader bepaalt voor omgevingsvergunningen. Volgens de Wabo mag een gemeente een omgevingsvergunning weigeren als het bouwplan in strijd is met het bestemmingsplan of met redelijke eisen van welstand.
De uitspraken van de rechtbanken toonden aan dat de gemeente Haarlem haar weigering van dakkapelvergunningen onderbouwde met deze twee argumenten. De rechters erkenden deze redenen als wettelijk aannemelijk, mits de gemeente haar beleid consistent uitvoerde en niet willekeurig of onevenredig besloot.
Praktische consequenties voor woningeigenaren
Duidelijke beleidshouding
De uitspraken van de rechters tonen aan dat de gemeente Haarlem een duidelijke en consistente beleidshouding heeft. Voor woningeigenaren wil dat zeggen dat het belangrijk is om de richtlijnen van de Nota Dak en het bestemmingsplan goed te begrijpen voordat men een aanvraag voor een dakkapel indient.
Het is verstandig om vooraf met een architect of bouwprofessional te overleggen of een dakkapel binnen de beleidsrichtlijnen valt. Het is ook verstandig om de situatie in het bouwblok en de straat te analyseren. Als het bouwblok nog niet "verrommeld" is, is de kans op weigering groter.
Juridische mogelijkheden
Voor woningeigenaren die hun aanvraag voor een dakkapel wegens beleid weigerd wordt, zijn er juridische mogelijkheden. Het indienen van een bezwaar en daarna een beroep bij de rechtbank zijn standaardstappen. In uitzonderlijke gevallen kan een hoger beroep bij de Raad van State worden ingesteld.
De uitspraken laten echter zien dat een juridische aansprakelijkheid niet gegarandeerd leidt tot een gunstige uitslag. De rechters erkenden dat de gemeente haar beleid op een wettelijk aannemelijke manier uitvoerde. Dat betekent dat de kans op succes klein is, tenzij er duidelijke wettelijke tekortkomingen zijn in het beleid van de gemeente.
Conclusie
De juridische uitspraken in de gevallen van dakkapellen in Haarlem tonen aan dat de gemeente Haarlem een consistente beleidshouding heeft. Deze beleidshouding is gesteund door juridische argumenten die wettelijk aannemelijk zijn. Voor woningeigenaren die overwegen om een dakkapel aan te leggen, is het belangrijk om rekening te houden met de richtlijnen van de Nota Dak en het bestemmingsplan. Het is verstandig om deze richtlijnen te begrijpen en vooraf te checken of een project juridisch en beleidsmatig mogelijk is.
Hoewel juridische aansprakelijkheid mogelijk is, is het risico op ongunstige uitspraken groot, aangezien de rechters de gemeente Haarlem steunden in haar beleidskeuzes. Voor woningeigenaren en bouwbedrijven is het dus verstandig om vooraf goed te informeren en eventueel advies in te winnen bij een juridisch of bouwkundig deskundige.
Bronnen
Related Posts
-
Hoe en wanneer je dakkapel schoonmaakt: een professionele gids voor duurzaam onderhoud
-
Hoe hoog moet je steiger zijn bij het plaatsen van een dakkapel?
-
Zolderhoogte en dakkapel: Wat zijn de bouwvoorschriften en mogelijkheden?
-
De optimale hoogte van een dakkapel: richtlijnen, kosten en praktische overwegingen
-
Regionale en historische benamingen voor dakkapellen in Zeeland: een taalkundig en bouwkundig overzicht
-
Maximale afmetingen van een dakkapel in Rotterdam: regels en beperkingen voor vergunningsvrij bouwen
-
Hoe groot mag een dakkapel zijn in Nederland? Uitleg over vergunningvrije en vergunningplichtige afmetingen
-
Hoe groot mag een dakkapel zijn en hoeveel extra ruimte levert dit op?