De hoogte vanaf de grond van een dakkapel: regels, maatvoering en welstandsrichtlijnen

Published by Redactie on september 18, 2025 | Category dakkapel

Bij het aanleggen van een dakkapel zijn er diverse regels en maatvoeringen van toepassing die betrekking hebben op de hoogte vanaf de grond. Deze richtlijnen zijn afhankelijk van de locatie van de dakkapel (achter- of zijdakvlak), de vorm van het dak en de omgevingsfactoren zoals de afstand tot openbare wegen of groene zones. De hoogte vanaf de grond speelt een rol bij het bepalen van de hoogte van de dakkapel, de afstand tot het dak en eventuele vergunningseisen. In dit artikel worden deze aspecten gedetailleerd besproken aan de hand van de relevante regelgeving en richtlijnen.

Inleiding

Een dakkapel is een populaire keuze bij woninguitbreidingen, omdat het extra leefruimte biedt zonder de gevel van het huis te veranderen. Echter, het plaatsen van een dakkapel is niet zonder regels. De hoogte vanaf de grond is één van de belangrijkste factoren die bepalen of een dakkapel zonder vergunning mag worden aangelegd of dat er bijvoorbeeld extra voorwaarden gelden. De richtlijnen worden sterk beïnvloed door de vorm van het dak, de afstanden tot andere bouwkundige elementen en de locatie van de dakkapel.

De informatie in dit artikel is gebaseerd op regelgeving en instructies uit drie relevante bronnen: twee regelgevingsdocumenten van overheid.nl en een website van Schipper Kozijnen, een betrouwbare bron in de bouwsector. Deze documenten bieden een duidelijk overzicht van de maatvoering, afstanden, vormen en eventuele uitzonderingen die van toepassing zijn bij het aanleggen van een dakkapel.

Hoogte vanaf de grond van een dakkapel: maatvoering en afstanden

Algemene maatvoering

De hoogte van een dakkapel wordt in de regel gemeten vanaf de voet van de dakkapel tot de bovenzijde van het boeiboord (daktrim). De maximale hoogte van een dakkapel is afhankelijk van de vorm en locatie van het dak. In de meeste gevallen is de maximale hoogte beperkt tot 1,50 meter of 1,75 meter, afhankelijk van de regelgeving in het betreffende gebied.

Maximum hoogte van een dakkapel

Algemene maximumhoogte: De hoogte vanaf de voet van de dakkapel tot het boeiboord mag niet meer zijn dan 1,50 meter.
Voor zijdakvlakken: Bij zijdakvlakken waar de zijerf of gevel gelegen is aan een openbare weg of openbaar groen, mag de hoogte vanaf de voet van de dakkapel tot het boeiboord maximaal 1,75 meter zijn.
Bij platte dakkapellen: Voor dakkapellen met een plat dak mag de hoogte tot 1,75 meter zijn, mits de bovenzijde minstens 0,5 meter onder de daknok ligt.

Deze hoogtegrenzen zijn belangrijk bij het bepalen van de toelaatbaarheid van een dakkapel zonder vergunning. Binnen deze limieten is het vaak mogelijk om een dakkapel aan te leggen zonder extra toestemming van de gemeente, mits andere voorwaarden zijn vervuld.

Afstand tot de grond en het dak

De afstand vanaf de grond tot de dakkapel beïnvloedt de hoogte die vanaf de grond gemeten wordt. Echter, de regelgeving legt vooral aandacht aan op de afstand tot het dak zelf, in plaats van de afstand tot de grond. De onderkant van de dakkapel moet zich bevinden tussen 0,5 meter en 1 meter boven de onderrand van het dak. Dit betekent dat de hoogte vanaf de grond ook beïnvloed wordt door de hoogte van het dak zelf.

Verticale afstand tot de goot

De verticale afstand vanaf de goot of dakvoet tot de dakkapel moet minimaal 0,50 meter zijn en maximaal 1,00 meter. Deze afstand bepaalt dus ook indirect de hoogte vanaf de grond, afhankelijk van de hoogte van de goot of dakvoet.

Specifieke regels per daktype

De maatvoering van dakkapellen varieert per daktype. Voor dakkapellen op schilddaken, mansardedaken en tent- of piramidedaken gelden aanvullende richtlijnen, die de hoogte vanaf de grond kunnen beïnvloeden.

Schilddak

Op schilddaken, waarbij het dak naar de nok toeloopt met hoekkepers, gelden extra richtlijnen. De breedte van de dakkapel aan de voorkant mag maximaal 25% zijn van de breedte van het dakvlak ter hoogte van het boeiboord. Aan de achterkant mag de breedte maximaal 40% zijn. De hoogte vanaf de voet tot het boeiboord mag maximaal 0,80 meter zijn.

Mansarde

Bij een mansardedak, waarbij het dak geknikt is, mag een dakkapel alleen worden aangelegd in het onderste deel van het dakvlak, onder de knik. De hoogte vanaf de voet tot het boeiboord mag maximaal 1,50 meter zijn. De bovenkant van de dakkapel moet gelijk liggen aan de knik in het dakvlak.

Tent- of piramidedak

Een tent- of piramidedak, waarbij de hoekkepers in een punt toelopen, beperkt het gebruik van dakkapellen. De breedte van de dakkapel aan de voorkant mag maximaal 25% zijn van de breedte van het dakvlak ter hoogte van het boeiboord. Aan de achterkant mag dit 40% zijn. De hoogte vanaf de voet tot het boeiboord mag maximaal 1,50 meter zijn.

Lessenaars- en zadeldakken

Voor dakkapellen op lessenaardaken gelden dezelfde richtlijnen als voor zadeldaken. Echter, als de hellingshoek kleiner is dan 30°, is een dakkapel welstandshalve niet wenselijk. Bij een hellingshoek van 30° of groter is een dakkapel aanvaardbaar, mits deze in het onderste deel van het dakvlak ligt. De hoogte vanaf de grond zal dus ook hier afhankelijk zijn van de helling van het dak en de hoogte van de dakvoet.

Vergunningseisen en welstandsrichtlijnen

Dakkapel zonder vergunning

Het is mogelijk om een dakkapel aan te leggen zonder vergunning, mits de volgende voorwaarden zijn vervuld:

De dakkapel moet op het achter- of zijdakvlak worden geplaatst.
De dakkapel mag niet uitkomen op een openbaar toegankelijk gebied.
De dakkapel moet een plat dak hebben.
De maximale hoogte is 1,75 meter vanaf de voet van de dakkapel.
De bovenkant van de dakkapel moet minstens 0,5 meter onder de daknok liggen.
De zijkanten van de dakkapel moeten minstens 0,5 meter van de zijkant van het dakvlak liggen.
De onderkant van de dakkapel moet zich tussen 0,5 meter en 1 meter boven de onderrand van het dak bevinden.

Hoewel een dakkapel zonder vergunning mogelijk is, moet er rekening worden gehouden met het burenrecht en de algemene bouwvoorschriften. Deze richtlijnen zijn belangrijk om eventuele juridische complicaties te voorkomen.

Dakkapel met vergunning

Als de dakkapel niet voldoet aan de eisen voor een vergunningvrije uitbreiding, is een vergunning nodig. In dat geval moet de dakkapel aan de welstandsrichtlijnen voldoen. De hoogte vanaf de grond wordt hierbij bepaald door de locatie van de dakkapel en de vorm van het dak. De welstandsrichtlijnen leggen aanvullende voorwaarden op, zoals extra afstanden tot de omgeving en het gebruik van passende materialen en kleuren.

Specifieke richtlijnen per locatie

Aan de voorzijde van het huis

Een dakkapel aan de voorzijde van het huis is in de meeste gevallen niet toegestaan zonder vergunning. Dit komt doordat het silhouet van het huis aan de voorzijde vaak een belangrijk onderdeel is van het stads- of dorpsgezicht. Echter, in sommige gevallen kan een dakkapel aan de voorzijde toegestaan zijn, mits het een plat dak heeft en aan bepaalde hoogte- en afstandsrichtlijnen voldoet.

Aan de achterzijde van het huis

Aan de achterzijde van het huis zijn dakkapellen algemeen makkelijker aan te leggen zonder vergunning. De meeste regelgeving voor dakkapellen op het achterdakvlak is gericht op de afstand tot de zijkanten en de hoogte van de dakkapel. De maximale hoogte is hier vaak beperkt tot 1,50 meter of 1,75 meter, afhankelijk van de situatie.

Aan de zijkant van het huis

Een dakkapel aan de zijkant van het huis is toegestaan, mits de zijkant niet uitkomt op een openbaar toegankelijk gebied. De hoogte vanaf de grond is hier bepaald door de afstand tot de goot en de hoogte van het dak. De afstand tot de zijkant van het dakvlak moet minimaal 1,00 meter zijn, gemeten aan de bovenzijde van de dakkapel.

Aanvullende richtlijnen

Naast de regelgeving zijn er ook aanvullende richtlijnen die van toepassing kunnen zijn op dakkapellen. Deze richtlijnen zijn afhankelijk van het type dak en de locatie van de dakkapel.

Vorm van de dakkapel

De vorm van de dakkapel moet overeenkomen met de vorm van het hoofdgebouw. Dit betekent dat de dakkapel een plat afgedekt dak moet hebben, met een overstek van maximaal 0,10 meter. De hoogte van het boeiboord mag maximaal 0,25 meter zijn. De vorm van de dakkapel moet ook afgestemd zijn op de gevelramen en kozijnen van het hoofdgebouw.

Materialen en kleur

De materialen en kleur van de dakkapel moeten afgestemd zijn op het hoofdgebouw. Dit betekent dat de kleur van de zijwanden van de dakkapel donker moet zijn of overeen moeten komen met de kleur van het dakvlak. De kozijnen van de dakkapel moeten dezelfde kleur en profielen hebben als de kozijnen van de gevelramen van het hoofdgebouw.

Andere richtlijnen

Geen dakkapel op aan- en uitbouw of bijgebouw: Een dakkapel mag alleen op het hoofdgebouw worden aangelegd, niet op een aan- of uitbouw of bijgebouw.
Voldoen aan het gebiedsgerichte beoordelingskader: De dakkapel moet voldoen aan de welstandsrichtlijnen van het gebied waar het wordt geplaatst. Deze richtlijnen zijn afhankelijk van de locatie en kunnen variëren per gemeente.

Conclusie

De hoogte vanaf de grond van een dakkapel is een belangrijk aspect bij het aanleggen van een dakkapel. Deze hoogte wordt bepaald door de afstand tot het dak, de vorm van het dak en eventuele vergunningseisen. In de meeste gevallen is het mogelijk om een dakkapel aan te leggen zonder vergunning, mits de hoogte en afstanden aan bepaalde richtlijnen voldoen. Echter, als de dakkapel buiten deze richtlijnen valt, is een vergunning nodig en moeten aanvullende welstandsrichtlijnen worden nageleefd.

Bij het aanleggen van een dakkapel is het belangrijk om rekening te houden met de vorm, materialen en kleur van het hoofdgebouw, evenals de regelgeving van het betreffende gebied. Door deze richtlijnen te volgen, kan een dakkapel efficiënt en juridisch correct worden aangelegd, zodat extra leefruimte wordt gecreëerd zonder het silhouet van het huis of de omgeving negatief te beïnvloeden.