Verplichte hoogte en afmetingen van dakkapellen: regelgeving, maatgevende factoren en praktische richtlijnen

De aanleg van een dakkapel is een populaire keuze om extra leefruimte te creëren in het bovenste deel van een woning. Echter, de hoogte en afmetingen van een dakkapel zijn niet alleen bepalend voor de functie en het comfort van de ruimte, maar ook voor de juridische mogelijkheden. De verplichte hoogte van een dakkapel wordt beïnvloed door bouwregelgeving, het type dak, de locatie binnen het bouwgrondgebied, en de wens of men een vergunning nodig heeft.

In dit artikel wordt ingegaan op de verplichte hoogte van dakkapellen, de maatgevende factoren die bepalen hoe hoog en breed een dakkapel mag zijn, en de praktische richtlijnen voor de realisatie van een dakkapel die zowel functioneel als vergunningsvrij is. Het artikel is opgebouwd uit technische specificaties, locatiespecifieke regels en adviezen voor de planning.

Inwendige en uitwendige hoogte van een dakkapel

De hoogte van een dakkapel kan op twee manieren worden gemeten: de inwendige hoogte en de uitwendige hoogte. De uitwendige hoogte verwijst naar de fysieke afmeting van de dakkapel vanaf de vloer tot de nok. De inwendige hoogte daarentegen is het beschikbare ruimtevolume binnen de dakkapel. Deze is beïnvloed door de dikte van het dak en de balkconstructie.

Volgens de gegevens uit de brondocumenten is de inwendige hoogte van een dakkapel meestal tussen de 1,10 en 1,20 meter, afhankelijk van de gebruikte balken (meestal 165 millimeter hoog) en de dikte van het dak, die varieert tussen 20 en 30 centimeter. Deze hoogte is meestal voldoende voor een kamer met een functie zoals een bergingsruimte of een klein kantoor, maar voor ruimtes zoals een badkamer of een slaapkamer is vaak een grotere inwendige hoogte gewenst.

Uitwendige hoogte en vergunning

De maximale uitwendige hoogte van een dakkapel is een belangrijke factor bij het bepalen of een vergunning nodig is. Tot oktober 2010 was de maximale uitwendige hoogte 1,50 meter, maar sindsdien is deze verhoogd naar 1,75 meter. Dit betekent dat een dakkapel tot deze hoogte, onder bepaalde voorwaarden, vergunningvrij kan worden aangelegd.

Een belangrijke voorwaarde voor vergunningvrijheid is dat de dakkapel een plat dak moet hebben. Dakkapellen met een schuin of puntdak vallen niet onder deze vergunningvrije regeling. Verder moet de dakkapel ook voldoen aan de locatiespecifieke regels, zoals de minimale afstand tot de zijkanten en de nok van het dak.

Locatiespecifieke regels voor de hoogte van dakkapellen

De hoogte van een dakkapel wordt ook beïnvloed door de locatie op het dak. In veel regelgevingen is een dakkapel alleen toegestaan in het onderste deel van het dakvlak, onder de knik of de nok. De hoogte van de dakkapel moet dan ook zodanig zijn dat de bovenkant van de dakkapel zich minimaal 0,5 meter onder de noklijn bevindt. Dit geldt zowel voor zadeldaken als voor tent- of piramidedaken.

Tent- of piramidedaken

Bij een tent- of piramidedak, waar het dak in een punt toeloopt, zijn de ruimteopties voor een dakkapel beperkt. Voor dergelijke daken gelden extra regels:

  • De dakkapel moet minstens 1,00 meter van de hoekkepers af staan.
  • De breedte van de dakkapel mag aan de voorkant maximaal 25% zijn van de breedte van het betreffende dakvlak ter hoogte van het boeiboord.
  • Aan de achterkant mag de breedte maximaal 40% van de breedte van het betreffende dakvlak zijn.

Lessenaardaken

Voor dakkapellen op lessenaardaken gelden vergelijkbare regels als voor zadeldaken. Echter, bij daken met een hellingshoek kleiner dan 30° is het aanbrengen van een dakkapel welstandshalve ongewenst. Dit komt doordat de vrije hoogte onder het dak te beperkt is, waardoor de dakkapel te hoog in het dakvlak moet worden geplaatst, wat het silhouet en het gebouwbeeld negatief beïnvloedt.

Zadeldaken met hellingshoek groter dan 30°

Bij zadeldaken met een hellingshoek groter dan 30° is het vrijwel altijd mogelijk om een dakkapel aan te leggen. De gemeente streeft in dit geval naar een plat dak op de dakkapel. Dit betekent dat een dakkapel met een schuin of puntdak in dit geval vergunningplichtig is.

Afstanden en maatvoering

Neben de hoogte zijn ook afstanden belangrijke maatgevende factoren voor de toegestaan hoogte en breedte van een dakkapel. De volgende afstanden gelden onder andere voor een vergunningsvrije dakkapel:

  • De bovenkant van de dakkapel moet zich minstens 0,5 meter onder de nok bevinden.
  • De zijkanten van de dakkapel moeten zich minstens 0,5 meter van de zijkanten van het dakvlak bevinden.
  • De onderkant van de dakkapel moet zich tussen 0,5 en 1 meter boven de dakvoet bevinden.
  • De hoogte van de dakkapel mag maximaal 1,75 meter zijn.
  • De lengte van de dakkapel mag niet meer bedragen dan de lengte van het dak minus 1 meter, om zo te voorkomen dat de dakkapel te dicht bij de zijkant van het dak wordt geplaatst.

Als de dakkapel bijvoorbeeld dichter bij de zijkant van het dak geplaatst wordt dan de toegestane afstand, is een vergunning nodig. Deze regels zijn bedoeld om het gebouwbeeld en de welstand te behouden.

Vormgeving, kleuren en materialen

Neben de fysieke afmetingen zijn ook de vormgeving, kleuren en materialen belangrijke factoren bij het bepalen van de toegestaan hoogte en breedte van een dakkapel. Deze aspecten zijn vooral relevant in beschermd stadsgezicht of bij monumentale woningen.

De vormgeving moet passen bij de bestaande woning en de omgeving. Dit betekent dat de onderzijde van het raamkozijn in een dakkapel niet lager mag liggen dan 0,85 meter boven de vloer, en de vrije hoogte binnen de dakkapel mag maximaal 2,40 meter boven de vloer zijn.

Bovendien zijn er ook regels voor de kleuren en materialen:

  • De kleuren van de kozijnen en boeiborden van de dakkapel moeten overeenstemmen met die van de bestaande woning.
  • De zijwangen van de dakkapel moeten in een gedekte kleur worden uitgevoerd, zoals loodgrijs.
  • De overstekken van het dak moeten minstens 0,05 meter bedragen.
  • De boeiboorden mogen maximaal 0,20 meter hoog zijn.

Als op hetzelfde bouwblok reeds dakkapellen met vergunning zijn geplaatst, moet de nieuwe dakkapel qua hoogte, detailering en materiaalovereenstemming overeenkomen met de bestaande dakkapellen.

Wanneer is een vergunning nodig?

Een vergunning is nodig als een dakkapel niet voldoet aan de regels voor een vergunningsvrije dakkapel. Dit is het geval in de volgende situaties:

  • De dakkapel heeft een schuin of puntdak.
  • De dakkapel is een hoekdakkapel.
  • Er wordt een nokverhogende dakkapel aangelegd.
  • De dakkapel wordt gedeeld met een buur.
  • De dakkapel wordt op een monumentale woning geplaatst.
  • De dakkapel wordt op een woning in een beschermd dorp of stadsgezicht geplaatst.

Ook als de dakkapel aan de voorzijde van een woning is geplaatst, kan een vergunning nodig zijn. In veel gevallen is een dakkapel aan de achterzijde of zijkant echter wel vergunningsvrij.

Dakkapel op een bijgebouw of aan- en uitbouw

Volgens de regelgeving is het niet toegestaan om een dakkapel aan te brengen op een bijgebouw, aanbouw of uitbouw. Dit betekent dat dergelijke constructies niet onder de vergunningvrije regeling vallen en dat een vergunning nodig is voor de aanleg van een dakkapel in deze situaties.

Praktische richtlijnen voor de realisatie van een dakkapel

Bij het plannen van een dakkapel is het belangrijk om rekening te houden met een aantal praktische richtlijnen:

  1. Doel van de dakkapel: Is de dakkapel bedoeld als een bergingsruimte of als een woonruimte? Voor een woonruimte is een grotere inwendige hoogte vaak nodig.
  2. Vergunningvrij of niet: Wil je een vergunningvrije dakkapel? Dan moet je zorgen dat de hoogte maximaal 1,75 meter is en dat de dakkapel een plat dak heeft.
  3. Type dak: De hoogte en breedte van een dakkapel zijn sterk afhankelijk van het type dak. Bij schuine daken is het vaak wenselijk om de dakkapel zo laag mogelijk te plaatsen.
  4. Afstanden en locatie: Controleer of de dakkapel zich binnen de toegestane afstanden van de zijkanten en de nok van het dak bevindt.
  5. Budget: De hoogte en grootte van de dakkapel beïnvloeden het budget. Grotere dakkapellen vereisen vaak meer materialen en tijd.

Invloed van de regelgeving op de realisatie van dakkapellen

De regelgeving speelt een grote rol in de realisatie van een dakkapel. Zowel de maximale hoogte als de locatie van de dakkapel zijn bepaald door de lokale regelgeving. Het is daarom belangrijk om voor de aanleg van een dakkapel te controleren welke regels in jouw gemeente van toepassing zijn.

Voor de meeste gemeenten is de Omgevingsloket de centrale plek om dit te controleren. Daar kun je ook aanvragen of je een vergunning nodig hebt. Het is verstandig om dit te doen voordat er een definitieve keuze wordt gemaakt over de hoogte, breedte en locatie van de dakkapel.

Conclusie

De verplichte hoogte en afmetingen van een dakkapel zijn bepalend voor de juridische en praktische realisatie van een dakkapel. De maximale uitwendige hoogte is momenteel 1,75 meter, maar deze regeling geldt alleen voor dakkapellen met een plat dak. De inwendige hoogte varieert tussen 1,10 en 1,20 meter, afhankelijk van de dikte van het dak en de gebruikte balken.

Neben de hoogte zijn ook de afstanden tot de zijkanten en de nok, de locatie van de dakkapel op het dak, en de regelgeving op locaal niveau belangrijke factoren. Deze aspecten bepalen of een dakkapel vergunningvrij kan worden aangelegd of dat een vergunning nodig is.

Bij het plannen van een dakkapel is het belangrijk om rekening te houden met het doel van de ruimte, het type dak, de afstanden, en de regelgeving. Door deze factoren te begrijpen en te hanteren, is het mogelijk om een dakkapel aan te leggen die zowel functioneel als wettelijk correct is.


Bronnen

  1. Dakkapel-hoogte
  2. Vergunning dakkapel
  3. Lokale regelgeving, CVDR40762
  4. Lokale regelgeving, CVDR4398

Related Posts