Wat is de dakvoet van een dakkapel en hoe speelt deze rol in de bouwvoorschriften?

Bij de bouw of renovatie van een woning die omvat een dakkapel, is het begrijpen van de technische aspecten van deze uitstulping van het dak essentieel. Een van de belangrijkste elementen om rekening mee te houden is de dakvoet van een dakkapel. De dakvoet bepaalt niet alleen de positie en hoogte van de dakkapel, maar ook of aan de bouwvoorschriften is voldaan en of een vergunning nodig is. In deze artikel wordt ingegaan op wat de dakvoet precies is, hoe deze gemeten wordt, en hoe hij zich verhoudt tot andere bouwparameters zoals de hoogte, breedte en afstand tot de rand van het dak. Ook worden de relevante bouwvoorschriften en vergunningvereisten besproken, op basis van de wettelijke richtlijnen en gemeentelijke regels.

Wat is de dakvoet van een dakkapel?

De dakvoet van een dakkapel is het laagste punt van het schuine dak, waar de dakkapel begint. Dit begrip is formeel gedefinieerd in het Besluit bouwwerken leefomgeving, zoals vermeld in de bronnen. Deze definitie is van essentieel belang bij het bepalen van de toegestane afmetingen en de bouwvergunningstatus van de dakkapel. De dakvoet fungeert dus als het vertrekpunt bij het meten van de hoogte van de dakkapel en het bepalen van de benodigde afstanden tot andere bouwelementen zoals de zijkanten van het dak, de goot, en eventueel de erfgrens.

In praktijk betekent dit dat bij de constructie van een dakkapel, het niveau van de dakvoet bepaalt op welke hoogte de dakkapel begint. Deze hoogte is van invloed op de toegestane maximale hoogte van de dakkapel, die meestal niet meer mag zijn dan 1,75 meter boven de dakvoet, tenzij er afwijkingen zijn in lokale bouwregels of bijzondere omstandigheden zoals woonmonumenten of beschermd stadsgezicht.

Hoe wordt de dakvoet gemeten?

De meettechniek bij het bepalen van de dakvoet is belangrijk om aan de bouwvoorschriften te voldoen. De dakvoet wordt gemeten als het laagste punt van het schuine dak, ongeacht of het om een schilddak, mansardedak, of een asymmetrisch dak gaat. Deze meetafstand is van essentieel belang bij het controleren van de volgende bouwparameters:

  • Hoogte van de dakkapel: De maximale hoogte van een dakkapel wordt gemeten vanaf de dakvoet tot de bovenzijde van het boeiboord (daktrim).
  • Afstand tot de goot: De dakkapel moet minstens 0,5 meter boven de goot beginnen en niet langer dan 1,0 meter boven de goot liggen.
  • Afstand tot de zijkant van het dakvlak: De dakkapel moet minstens 0,5 tot 1,0 meter van de rand van het dak af liggen, afhankelijk van de locatie van de dakkapel (achterzijde, voorkant of zijkant van het huis).

Deze afstanden zijn niet alleen bepaald om esthetische redenen, maar ook om woningbouwtechnische eisen te waarnemen, zoals voldoende lichtdoorlaatbaarheid, luchtcirculatie en ruimtelijke evenwichtigheid van het geheel. Daarnaast zijn deze afstanden essentieel om te bepalen of een dakkapel vergunningvrij is of dat een omgevingsvergunning moet worden aangevraagd bij de gemeente.

De rol van de dakvoet in bouwvoorschriften

De dakvoet speelt een centrale rol in de wettelijke richtlijnen voor dakkapellen. Deze richtlijnen zijn vastgelegd in het Bouwbesluit en worden in de praktijk vertaald in lokale bouwregels, die per gemeente kunnen variëren. De volgende richtlijnen zijn van toepassing:

1. Minimale afstand tot de goot (dakvoet)

De dakkapel moet op een minimale afstand van 0,5 meter vanaf de goot worden geplaatst. Dit betekent dat de dakkapel niet direct op de goot mag liggen, maar minstens 0,5 meter boven de goot moet beginnen. Bovendien mag de dakkapel niet meer dan 1,0 meter boven de goot liggen. Deze afstand is van invloed op de waterafvoer en het visuele evenwicht van de dakkapel.

2. Minimale afstand tot de zijkant van het dakvlak

De dakkapel moet op een minimale afstand van 0,5 tot 1,0 meter vanaf de zijkant van het dakvlak worden geplaatst. Deze afstand is afhankelijk van de locatie van de dakkapel. Aan de achterzijde van het huis is deze afstand meestal 0,5 meter, terwijl aan de voorzijde of bij openbare toegang (zoals een straat) de afstand soms strenger is en 1,0 meter kan zijn. Dit is vooral van toepassing op huizen in een beschermd stadsgezicht of bij woningen in een monumentenbeschermde omgeving.

3. Minimale afstand tot de nok

De bovenkant van de dakkapel moet minstens 0,5 meter onder de nok van het dak liggen. Deze afstand is bedoeld om een visueel evenwicht te waarborgen en om de dakkapel niet te laten verdwijnen in het schuine dak.

4. Maximale hoogte van de dakkapel

De maximale hoogte van een dakkapel is 1,75 meter boven de dakvoet. Deze hoogte is bepaald om ervoor te zorgen dat de dakkapel niet te dominant uitkomt en dat hij visueel aansluit bij de rest van het dak. Bij bepaalde dakvormen, zoals schilddaken of asymmetrische dakkapellen, kunnen er extra eisen gelden. Bijvoorbeeld bij een asymmetrisch dak is het soms wenselijk om de dakkapel in het kortere dakvlak te plaatsen en niet in het langere deel, om visueel evenwicht te behouden.

De invloed van de dakvoet op het benodigde bouwoppervlak

De afmetingen van een dakkapel zijn bepaald door meerdere parameters, waaronder de hoogte, breedte, en de locatie op het dak. De dakvoet is hierbij het vertrekpunt voor het meten van de hoogte, maar ook de breedte van de dakkapel is onderhevig aan wettelijke richtlijnen.

1. Breedte van de dakkapel

De breedte van de dakkapel hangt af van de locatie op het dak. Aan de achterzijde van een woning is de breedte meestal maximaal 40% van de breedte van het dakvlak. Aan de voorkant mag de breedte meestal niet meer dan 25% van de breedte van het dakvlak zijn. Bij een schilddak of een asymmetrisch dak kunnen er extra eisen gelden. Zo mag bij een schilddak een dakkapel alleen in het onderste deel van het dakvlak worden geplaatst en niet boven de knik in het dak.

2. Ruimtewinst

De grootte van de dakkapel bepaalt hoeveel extra leefruimte er gewonnen kan worden. Een dakkapel van 3 meter breedte levert bijvoorbeeld ongeveer 4 tot 6 vierkante meter extra leefruimte op. Hoe breder de dakkapel, hoe meer leefruimte er gewonnen kan worden. Dit is ook van invloed op de bouwvergunningstatus, want de grootte bepaalt niet of een vergunning nodig is, maar wel of aan de wettelijke richtlijnen is voldaan.

Vergunningen en bouwvoorschriften voor dakkapellen

De vergunningstatus van een dakkapel is afhankelijk van meerdere factoren, waaronder de locatie, de afmetingen, en de aard van de woning. De dakvoet speelt hierin een rol bij het bepalen van of aan de wettelijke richtlijnen is voldaan. Hieronder worden de belangrijkste vergunningvereisten toegelicht:

1. Vergunningvrij bouwen

Een dakkapel is meestal vergunningvrij als aan de volgende voorwaarden is voldaan:

  • De dakkapel heeft een plat dak.
  • De dakkapel ligt aan de achterzijde of zijzijde van het huis en niet aan de voorkant.
  • De dakkapel heeft een maximale hoogte van 1,75 meter boven de dakvoet.
  • De dakkapel ligt op een minimale afstand van 0,5 meter vanaf de goot en minstens 0,5 meter onder de nok.
  • De dakkapel ligt op een minimale afstand van 0,5 tot 1,0 meter vanaf de zijkant van het dak.
  • De woning is geen monument en ligt geen beschermd stadsgezicht.

2. Wanneer is een vergunning nodig?

Een vergunning is nodig als de dakkapel niet voldoet aan de wettelijke richtlijnen. Dit is bijvoorbeeld het geval als:

  • De dakkapel ligt aan de voorkant van het huis.
  • De dakkapel ligt in een beschermd stadsgezicht of in een monument.
  • De afmetingen van de dakkapel (breedte, hoogte of afstanden) niet voldoen aan de wettelijke richtlijnen.
  • De woning ligt in een gebied waar het bestemmingsplan geen dakkapellen toestaat.

Bij het aanvragen van een omgevingsvergunning, moet rekening worden gehouden met mogelijke vergunningkosten, die vaak honderden euro’s kunnen oplopen. Het is daarom verstandig om vooraf te controleren of aan de wettelijke richtlijnen is voldaan, voordat er een vergunning wordt aangevraagd.

Aanvullende bouwvoorschriften voor specifieke dakvormen

Naast de standaard wettelijke richtlijnen zijn er ook aanvullende bouwvoorschriften voor specifieke dakvormen. Deze richtlijnen zijn bedoeld om de visuele harmonie en bouwtechnische evenwichtigheid van de woning te waarborgen. Hieronder worden enkele voorbeelden besproken.

1. Schilddak

Bij een schilddak, dat kenmerkend is door een schuine zijkant en een horizontale bovenkant, zijn er aanvullende richtlijnen voor het plaatsen van een dakkapel. Zo mag een dakkapel alleen in het onderste deel van het dakvlak worden geplaatst en niet boven de knik in het dak. Daarnaast moet de dakkapel op een minimale afstand van 1,0 meter vanaf de zijkant van het dakvlak worden geplaatst.

2. Mansardedak

Bij een mansardedak, dat kenmerkend is door een hoekige knik in het dak, zijn er ook aanvullende richtlijnen. De dakkapel mag alleen in het onderste deel van het dakvlak worden geplaatst, onder de knik. De bovenkant van de dakkapel moet op het niveau van de knik in het dakvlak liggen.

3. Asymmetrisch dak

Bij een asymmetrisch dak, waarbij de dakvlakken van verschillende hoogte zijn, is het soms wenselijk om de dakkapel in het kortere dakvlak te plaatsen. Dit is vooral van toepassing als er sprake is van een gedeeltelijke gootdoorbreking door een geveloptrekking. In dergelijke gevallen is het niet wenselijk om een dakkapel in het langere dakvlak te plaatsen.

De rol van de gemeente en lokale regels

Hoewel er wettelijke richtlijnen zijn opgesteld in het Bouwbesluit, zijn er ook lokale regels die van toepassing kunnen zijn. Deze regels worden opgesteld door de gemeente en kunnen per regio verschillen. Het is daarom verstandig om vooraf te informeren naar de lokale bouwvoorschriften en de toestemming van de gemeente te verkrijgen, voordat er wordt begonnen met de constructie van een dakkapel.

1. Lokale bouwregels

Lokale bouwregels kunnen bijvoorbeeld bepalen:

  • De maximale hoogte van een dakkapel.
  • De minimale afstand tot de erfgrens.
  • De toegestane afmetingen van de dakkapel.
  • De toegestane locatie van de dakkapel (voorkant, achterkant of zijzijde).

Deze regels zijn vaak te vinden op de website van de gemeente of via de bouwtoezichtdienst.

2. Bestemmingsplan

Het bestemmingsplan van een gemeente bepaalt of het toegestaan is om een dakkapel te bouwen. In sommige gebieden, zoals in beschermd stadsgezicht of monumenten is het niet toegestaan om een dakkapel te bouwen, of zijn er extra vergunningvereisten.

Het is daarom verstandig om vooraf te controleren of het bestemmingsplan toestemming geeft voor het bouwen van een dakkapel. Dit kan worden gedaan via de website van de gemeente of via de bouwtoezichtdienst.

Conclusie

De dakvoet van een dakkapel is een essentieel bouwelement dat van invloed is op de afmetingen, de bouwvergunningstatus, en de visuele harmonie van de dakkapel. Het begrip van de dakvoet is van belang voor zowel woningeigenaren, DIY-enthusiastes, als constructieprofessionals, omdat het helpt om aan de wettelijke richtlijnen te voldoen en om te voorkomen dat er vergunningproblemen ontstaan.

Bij het bouwen of renoveren van een woning met een dakkapel is het daarom verstandig om vooraf te controleren of aan de wettelijke richtlijnen is voldaan. Dit betreft niet alleen de afmetingen van de dakkapel, maar ook de locatie, de afstand tot de goot, de afstand tot de zijkant van het dak, en de toestemming van de gemeente.

Door rekening te houden met deze richtlijnen, kan er een visueel aantrekkelijke en functionele dakkapel worden geplaatst, die niet alleen aan de wettelijke voorschriften voldoet, maar ook extra leefruimte biedt en de waarde van de woning verhoogt.

Bronnen

  1. Vergunningen voor dakkapellen
  2. Ideale hoogte en breedte van een dakkapel
  3. Lokale regelgeving voor dakkapellen
  4. Bouwen zonder vergunning: dakkapellen
  5. Afmetingen en vergunningen voor dakkapellen

Related Posts