Klimaatbeleid en warmtetransitie: Subsidie voor warmtepompen botst met warmtenetten
De energietransitie in Nederland staat op het randje van een kritieke kruispunt. Terwijl de overheid subsidies stimuleert voor het installeren van warmtepompen in woningen, blijkt uit recent onderzoek van de Algemene Rekenkamer dat deze strategie in botsing kan komen met het uitbreiden van warmtenetten. Deze overlap leidt volgens de Rekenkamer tot een risico op inefficiëntie en vertraging in de opbouw van duurzame warmteinfrastructuur. In dit artikel wordt diep ingegaan op de aard van het probleem, de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer, en de gevolgen voor woningeigenaars, gemeenten en de energieindustrie.
Introductie
De energietransitie in de woningbouw is een kernprioriteit in het klimaatbeleid van Nederland. In de jaren na 2020 zijn subsidies voor warmtepompen fors uitgebreid om het aardgasvrij maken van woningen te versnellen. In 2023 zijn bijvoorbeeld 160.000 woningen uitgerust met een warmtepomp, terwijl slechts 11.000 nieuwe aansluitingen op een warmtenet zijn gerealiseerd. Vanaf 2017 is het aantal geïnstalleerde warmtepompen jaarlijks groter dan het aantal nieuwe aansluitingen op warmtenetten.
De Algemene Rekenkamer, de boekhouder van de Nederlandse staat, heeft in een uitgebreid onderzoek (publiceerd in februari 2025) geconstateerd dat ruim 90% van de gesubsidieerde warmtepompen zijn geplaatst in wijken zonder een warmtenet. Dit heeft gevolgen voor de doelmatigheid van het klimaatbeleid, aangezien warmtenetten op lange termijn aanzienlijk kostenefficiënter zijn dan individuele warmtepompen. De Rekenkamer adviseert daarom om subsidies voor warmtepompen te stoppen in wijken waar plannen voor een warmtenet zijn gepland.
Het probleem: Overlap tussen warmtepompen en warmtenetten
1. De groei van warmtepompen en het stokken van warmtenetten
Sinds 2017 is het aantal geïnstalleerde warmtepompen in Nederland exponentieel gestegen. In 2023 zijn er bijna 160.000 warmtepompen geïnstalleerd, in tegenstelling tot 11.000 nieuwe warmtenetaansluitingen. Deze cijfers duiden op een ongebalanceerde strategie. Hoewel warmtepompen individueel duurzamer zijn dan aardgas, is het op lange termijn minder kostenefficiënt dan het aansluiten van woningen op een collectieve warmtebron.
Warmtenetten zijn op lange termijn kostenefficiënter, met lagere energie- en netkosten. Ze zijn vooral geschikt in dicht bebouwde zones, waar het transport van warmte over korte afstanden minder verlies oplevert. Daarnaast dragen warmtenetten bij aan een beter balans in het elektriciteitsnet, aangezien warmtepompen het stroomverbruik opsporen, wat kan leiden tot congestie in het net.
2. Risico’s op overlappen en vertraging
De Rekenkamer heeft in haar onderzoek vastgesteld dat in bijna 10% van de gevallen warmtepompen zijn geïnstalleerd in wijken waar warmtenetten zijn gepland. In totaal zijn 10.189 gesubsidieerde warmtepompen geplaatst in wijkgebeheer waar een warmtenet in de maak is. Hoewel dit percentage relatief laag is, kan het toch leiden tot vertraging en verhogen van de kosten voor de aanleg van warmtenetten.
Warmtebedrijven stellen dat een warmtenet meestal rendabel wordt als minimaal 70% van de woningen in een wijk aansluiten. Als te veel woningen kiezen voor een warmtepomp in plaats van het warmtenet, kan dit het uitvoeren van het project financieel onmogelijk maken. Het gevolg is dat het warmtenet nooit wordt aangelegd, terwijl de subsidies voor warmtepompen al verwerkt zijn.
3. Onjuiste beeld van kostenefficiëntie
Een ander kritiekpunt van de Rekenkamer is dat het rijk onvoldoende rekening houdt met de kostenefficiëntie van warmtenetten. De overheid subsidieert zowel warmtepompen als warmtenetten, zonder een duidelijke afbakening. Hierdoor kan het gebeuren dat subsidies voor warmtepompen worden gegeven terwijl een warmtenet in de buurt een kostenefficiëntere oplossing is. Dit leidt tot onnodige uitgaven en vertraging in de uitrol van duurzame warmteinfrastructuur.
Daarnaast wijst de Rekenkamer op het feit dat woningen die op een warmtenet zijn aangesloten, vaak minder onderhevig zijn aan hoge energiekosten dan huishoudens met een warmtepomp. De energieprijs op een warmtenet is in veel gevallen stabiel en voorspelbaar, terwijl warmtepompen afhankelijk zijn van stroomtarieven, die fors kunnen variëren.
4. Onduidelijke planning en coördinatie
Een van de kernproblemen is dat er geen centraal overzicht bestaat van de overlap tussen warmtepompen en warmtenetten. De Algemene Rekenkamer stelt dat de overheid geen duidelijk beeld heeft van hoeveel woningen zijn uitgerust met een warmtepomp in een wijk waar een warmtenet is gepland. Dit maakt het voor beleidsmakers en investeerders moeilijk om efficiënt te beslissen over de verdere uitrol van warmtenetten.
De Rekenkamer noemt dit een doelmatigheidsrisico. Zonder duidelijke coördinatie kan het beleid voor warmtepompen in botsing komen met de uitbreiding van warmtenetten, wat leidt tot inefficiënte gebruik van overheidsfondsen.
Aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer
De Rekenkamer stelt verschillende aanbevelingen voor om de huidige situatie te verbeteren. Deze aanbevelingen zijn gericht op beleidsmakers, ministeries en gemeenten om het beleid voor warmtepompen en warmtenetten beter te coördineren.
1. Stop subsidies voor warmtepompen in wijkgebeheer met warmtenet
De Algemene Rekenkamer adviseert om subsidies voor warmtepompen te stoppen in wijken waar plannen voor een warmtenet zijn gepland. Dit zou ervoor zorgen dat woningen in die wijken prioriteren op het aansluiten op het warmtenet, wat kostenefficiënter is.
In een reactie op het onderzoek noemen klimaatminister Sophie Hermans en minister Mona Keijzer dat ze geloven dat de overlap in de toekomst wel zal verminderen. De Rekenkamer betwist dit, aangezien subsidies nu al gegeven worden in wijken met een warmtenet in de maak.
2. Verbeter de coördinatie tussen overheidsbeleid en warmtenetten
De Rekenkamer stelt dat het beleid voor subsidies voor warmtepompen en warmtenetten te los is op elkaar afgestemd. Dit leidt tot verkeerde keuzes in investeringen en inefficiëntie. De aanbeveling is om subsidies beter te coördineren en te verbinden met het aanlegplan van warmtenetten.
3. Zorg voor duidelijke communicatie met woningeigenaren
Woningeigenaars moeten duidelijk geïnformeerd worden over de voordelen van warmtenetten en de risico’s van het kiezen voor een warmtepomp in een wijk waar een warmtenet is gepland. Dit zou helpen om verkeerde keuzes te voorkomen en de uitrol van warmtenetten te versnellen.
4. Stel subsidies voor warmtenetten voorop
De Rekenkamer benadrukt dat subsidies voor warmtenetten prioriteit moeten krijgen boven subsidies voor individuele warmtepompen, vooral in wijken waar een warmtenet efficiënter is. Dit zou zorgen voor betere kostenefficiëntie en langdurigere duurzaamheid.
Case studies: Warmtenetten in de praktijk
1. Zwolle: Geslaagde uitrol van warmtenetten
In Zwolle zijn drie warmtenetten actief en wordt het netwerk verder uitgebreid. Meer dan honderd woningen zijn al aangesloten en de gemeente werkt aan de uitbreiding van het netwerk. In tegenstelling tot Zwolle heeft de gemeente Kampen besloten geen warmtenet aan te leggen, omdat uit onderzoek bleek dat dit niet de meest kostenefficiënte oplossing was voor de wijk Brunnepe.
2. Deventer, Gorinchem en Groningen: Overlap tussen warmtepompen en warmtenetten
De Rekenkamer heeft in haar onderzoek drie gemeenten onderzocht: Deventer, Gorinchem en Groningen. In deze gemeenten is duidelijk overlap tussen warmtepompen en warmtenetten. In sommige gevallen zijn woningen gesubsidieerd voor een warmtepomp, terwijl er al een investeringsbesluit of gemeentelijk kavelbesluit is genomen voor een warmtenet.
Dit toont aan dat het huidige beleid voor subsidies niet voldoende is afgestemd op de plannen voor warmtenetten. Het resultaat is dat subsidies voor warmtepompen al verwerkt zijn, terwijl het warmtenet nooit wordt aangelegd.
De rol van woningeigenaren en bouwbedrijven
1. Keuzevrijheid versus efficiëntie
Ministers Sophie Hermans en Mona Keijzer benadrukken in hun reactie op het onderzoek dat keuzevrijheid belangrijk is voor het draagvlak van het klimaatbeleid. Volgens hen is het belangrijk dat woningeigenaren zelf kunnen kiezen tussen een warmtepomp en een warmtenet. De Rekenkamer betwist dit, aangezien subsidies nu al zijn gegeven voor warmtepompen in wijken waar een warmtenet is gepland.
Voor woningeigenaren betekent dit dat de keuze tussen een warmtepomp en een warmtenet niet alleen een persoonlijke voorkeur is, maar ook een financiële en milieukwestie. De keuze voor een warmtepomp kan in de toekomst leiden tot hogere energiekosten, terwijl een warmtenet in de regel stabielere tarieven biedt.
2. Bouwbedrijven en de transitie
Voor bouwbedrijven en installateurs is de transitie naar duurzame warmtebronnen een grote uitdaging. Aangezien warmtepompen in de huidige subsidies voorrang krijgen, is het belangrijk dat bedrijven zich ook richten op de uitrol van warmtenetten. Dit vereist samenwerking met gemeenten, warmtebedrijven en overheidsinstanties om ervoor te zorgen dat subsidies effectief worden ingezet.
NVDE (Nederlandse Vereniging Duurzame Energie) pleit voor een scherper beleid, waarbij subsidies alleen worden gegeven aan oplossingen die echt bijdragen aan de duurzame transitie. Voorzitter Olof van der Gaag benadrukt dat overheidsfondsen schaars zijn en daarom efficiënt moeten worden ingezet.
Conclusie
De energietransitie in Nederland staat op een cruciale kruispunt. Aan de ene kant stimuleert de overheid het installeren van warmtepompen om de afhankelijkheid van aardgas te verminderen. Aan de andere kant is de uitrol van warmtenetten vertraagd en inefficiënt, waardoor het nationale doel van 500.000 extra aansluitingen op warmtenetten voor 2030 niet haalbaar is.
De Algemene Rekenkamer stelt duidelijk vast dat subsidies voor warmtepompen in botsing staan met het uitbreiden van warmtenetten. Dit leidt tot inefficiëntie en vertraging in de duurzame overgang. De aanbevelingen van de Rekenkamer zijn gericht op het verbeteren van de coördinatie tussen overheidsbeleid en warmtenetten, en het prioriteren van subsidies voor warmtenetten in wijken waar deze de meest kostenefficiënte optie zijn.
Voor woningeigenaren, bouwbedrijven en gemeenten is het belangrijk om bewust te kiezen voor duurzame oplossingen die op de lange termijn efficiënter zijn. De keuze tussen een warmtepomp en een warmtenet moet niet alleen financieel, maar ook milieutechnisch en strategisch worden beoordeeld.
Bronnen
- Bom onder subsidie voor warmtepomp: Algemene Rekenkamer adviseert kabinet te stoppen met subsidie
- Rijksbeleid voor meer warmtenetten botst met subsidie voor warmtepomp in huis
- Geen subsidie voor warmtepomp waar een warmtenet komt
- Een koud bad voor warmtenetten
- Warmtepomp of warmtenet? Rekenkamer waarschuwt voor overlap
- NVDE pleit voor stop met subsidie voor warmtepomp in wijken met warmtenet
Related Posts
-
Monoblock Warmtepomp: Subsidies, Installatie en Voordelen voor Eigen Huisbezitters
-
Lucht-water warmtepompen zonder buitenunit: een duurzame oplossing voor verwarming en warm water
-
De Nadelen van een Lucht-Water Warmtepomp: Uitleg en Overwegingen voor Huiseigenaren
-
Lening voor warmtepomp: Wat woningeigenaren moeten weten
-
Isolatie en warmtepomp: essentiële combinatie voor energiezuinig wonen
-
Intergas Hybride Warmtepomp: Overzicht van Prijzen, Subsidies en Installatiekosten in 2025
-
Intergas CV-ketels en warmtepompen: Duurzame verwarming op maat
-
Kiezen voor de juiste warmtepompinstallateur: een essentieel onderdeel van een duurzame renovatie