De juiste afstand van een warmtepomp tot de erfgrens: richtlijnen, praktijk en tips

De installatie van een warmtepomp is een belangrijke stap in de verduurzaming van een woning. Naast kwesties als energie-efficiëntie en kosten, is het geluid van de buitenunit een cruciale factor, met name in relatie tot de erfgrens en de buren. Sinds 1 april 2021 gelden wettelijke geluidnormen voor warmtepompen, waardoor het belang van de juiste afstand tot de erfgrens, maar ook tot andere obstakels, toeneemt. Deze richtlijnen zijn ontworpen om overlast te beperken en het gebruik van warmtepompen op een harmonieuze manier mogelijk te maken.

In dit artikel bespreken we uitvoerig de afstanden die moeten worden aangehouden bij het plaatsen van een warmtepomp tot de erfgrens, de wettelijke normen, technische beperkingen en aanbevelingen voor een optimale installatie. We richten ons op informatie uit betrouwbare bronnen, zoals energie-experts, installateurs en overheidsrichtlijnen.

Wettelijke geluidnormen voor warmtepompen

Sinds 1 april 2021 zijn er voor warmtepompen strikte geluidsnormen in werking getreden. Deze normen zijn vastgelegd om overlast voor de buren te beperken en te waarborgen dat de installatie van warmtepompen in lijn is met duurzame woningbouwprincipes. De normen zijn gebaseerd op het geluidsniveau dat op de erfgrens mag worden gemeten:

  • Overdag (7:00 tot 19:00 uur): maximaal 45 dB.
  • * ’s Nachts (19:00 tot 7:00 uur): maximaal 40 dB.*

Deze limieten gelden voor alle warmtepompen die vanaf deze datum zijn geïnstalleerd. Het geluidsniveau dat een warmtepomp produceert, hangt af van het type en merk, evenals van de omgeving waarin het is geplaatst. Zo maken de meeste nieuwe warmtepompen rond de 55 dB geluid bij volle belasting, wat over het algemeen lager is dan de wettelijke normen.

Voor appartementen wordt het geluid niet gemeten op de erfgrens, maar op open ramen van de buren. Dit betekent dat in dicht bebouwde gebieden extra aandacht moet worden besteed aan de plaatsing van de buitenunit om geluidsoverlast te voorkomen.

Afstand tot de erfgrens: een essentieel aandachtspunt

Een veelvoorkomende misverstand is dat de geluidsnorm gelijk is aan een afstandsnorm. Dit is echter niet het geval. De geluidsnormen gaan niet om de fysieke afstand tot de erfgrens, maar om het geluidsniveau dat op die erfgrens mag worden gemeten. Toch is de afstand tussen de buitenunit en de erfgrens een belangrijke factor om het geluidsniveau binnen de toegestane grenzen te houden.

Aanbevolen afstanden

  • Minimaal 1,5 meter afstand tot de erfgrens.
    Dit is een algemene aanbeveling die in meerdere bronnen genoemd wordt. Hoewel dit geen wettelijke vereiste is, helpt deze afstand om geluidsoverlast voor de buren te beperken.

  • Afstand tot obstakels en hard oppervlakken.
    De buitenunit dient op een afstand van minstens 3 meter van belemmeringen zoals muren, hekken of andere obstakels te staan. Daarnaast is het verstandig om de unit te vermijden op harde oppervlakken zoals beton, omdat deze het geluid kunnen versterken.

  • Bij dakinstallatie: afstand tot de muur.
    Als de warmtepomp op het dak wordt geplaatst, dient deze minstens 35 centimeter van de muur af te staan om voldoende luchtruwheid en toegang voor onderhoud te waarborgen. Daarnaast is het verstandig om rubberen opstelblokken te gebruiken om trillingen te verminderen.

Technische beperkingen bij de installatie

Naast geluidsoverlast zijn er ook technische overwegingen die bepalen waar een warmtepomp kan worden geplaatst. Deze beperkingen zijn afhankelijk van het type warmtepomp en de constructie van de woning.

1. Afstand tot de binnenunit

De buitenunit moet binnen een bepaalde afstand van de binnenunit worden geplaatst om het transport van warmte zo efficiënt mogelijk te maken. Veel warmtepompen hebben technische beperkingen zoals een maximaal hoogteverschil of een maximale afstand. Overschrijding van deze limieten kan leiden tot prestatieverlies of technische problemen.

2. Afstand tot de grond en condensafvoer

De buitenunit moet op minimaal 25 centimeter hoogte worden geplaatst om condensvorming te voorkomen. Bovendien dient de condens goed afgevoerd te worden om gladheid of schade aan de grond te voorkomen.

3. Onderhoud en toegankelijkheid

De opstelplaats van de buitenunit moet toegankelijk zijn voor onderhoud en eventuele reparaties. Een veilige en open plek, beschut tegen extreme weersomstandigheden, is aan te raden.

Geluidsoverlast voorkomen: tips en aanbevelingen

Ondanks de wettelijke normen kan het toch voorkomen dat een warmtepomp geluidsoverlast veroorzaakt. Geluidsoverlast is niet alleen een kwestie van het geluidsniveau, maar ook van de duur, het tijdstip en de manier waarop het geluid ervaren wordt. Hier zijn enkele aanbevelingen om geluidsoverlast te beperken:

  • Kies voor een warmtepomp met een nachtstand.
    Veel modellen kunnen in een nachtstand worden geplaatst, waarin ze minder geluid produceren. Dit helpt om de wettelijke normen te halen, maar ook om de buren in de nacht ertoe te doen voelen.

  • Gebruik geluidsisolatie of omkasting.
    Een omkasting van de buitenunit kan het geluid verminderen zonder de werking van de warmtepomp te belemmeren. Let wel op dat dit kan leiden tot extra kosten en dat de omkasting niet te dicht om de unit wordt geplaatst.

  • Plaats de unit op een rustige plek.
    De buitenunit dient zo ver mogelijk van de erfgrens en obstakels geplaatst te worden. Denk aan een plek die niet direct tegen de muur aan ligt of op harde oppervlakken staat.

  • Raadpleeg een professional.
    Het is verstandig om een ervaren installateur te raadplegen bij de keuze van de locatie van de buitenunit. De installateur kan het geluidsniveau berekenen en waarborgen dat het binnen de toegestane normen blijft.

Alternatieve warmtepompopties

Niet alle warmtepompen veroorzaken geluidsoverlast. Er zijn alternatieven beschikbaar die helemaal geen buitenunit met ventilator nodig hebben. Deze opties zijn ideaal voor situaties waarbij geluidsoverlast een groter probleem is of waar beperkte ruimte beschikbaar is.

1. PVT-panelen op het dak

PVT-panelen (photovoltaic thermal) zijn een hybride oplossing die zowel elektriciteit als warmte opwekt. Deze panelen zijn geluidsloos en kunnen op het dak worden geïnstalleerd zonder een aparte buitenunit. Ze zijn vooral geschikt voor daken met voldoende zonneschijnsuren.

2. Bodemwarmtepompen

Bodemwarmtepompen halen warmte uit de grond via grondbuizen en hebben geen buitenunit met ventilator. Ze zijn dus geluidsloos en produceren geen overlast. Het nadeil is dat ze meestal geboord moeten worden, wat in sommige situaties niet mogelijk is.

3. Hybride warmtepompen

Hybride warmtepompen combineren een traditionele CV-ketel met een warmtepomp. Deze oplossing is geschikt voor woningen waar de warmtepomp niet voldoende warmte kan leveren, bijvoorbeeld in extreem koude perioden. De hybride oplossing zorgt voor een beter rendement en minder geluidsoverlast.

Vergunningen en regelgeving

In de meeste gevallen is er geen vergunning nodig voor het plaatsen van een warmtepomp, zolang deze voldoet aan de geldende regelgeving met betrekking tot geluidsnormen en plaatsing. Voor een lucht-water warmtepomp die buiten wordt geplaatst, gelden echter specifieke eisen over de afstand tot de buren en de erfgrens.

In sommige situaties kan een vergunning toch vereist zijn. Dit geldt bijvoorbeeld voor:

  • Monumentale woningen.
    In dit geval kan het aanleggen van een warmtepomp invloed hebben op het uiterlijk van het monument. Het is verstandig om hier vooraf bij de gemeente navraag te doen.

  • Beschermde stads- en dorpsgezichten.
    In dicht bebouwde of historische gebieden kunnen aanvullende regels van toepassing zijn.

  • Aanvullende gemeentelijke regels.
    Sommige gemeenten hebben extra voorschriften voor de installatie van warmtepompen. Het is aan te raden om vooraf bij de gemeente te informeren over de vereisten voor jouw specifieke situatie.

Conclusie

De installatie van een warmtepomp is een belangrijke stap in de verduurzaming van een woning. Naast de technische kant, is het belangrijk om rekening te houden met geluidsoverlast, vooral in relatie tot de erfgrens en de buren. De wettelijke normen sinds 1 april 2021 stellen dat het geluidsniveau op de erfgrens overdag maximaal 45 dB en ’s nachts maximaal 40 dB mag zijn. De afstand tot de erfgrens is een essentieel aandachtspunt, maar dient niet verward te worden met een afstandsnorm. Het is aan te raden om de buitenunit minstens 1,5 meter van de erfgrens en 3 meter van obstakels te plaatsen. Bovendien is het verstandig om rekening te houden met technische beperkingen, zoals de afstand tot de binnenunit, condensafvoer en onderhoud.

Alternatieve oplossingen zoals PVT-panelen, bodemwarmtepompen en hybride systemen kunnen geluidsoverlast verder beperken of zelfs voorkomen. Het is verstandig om een ervaren installateur te raadplegen bij het bepalen van de locatie van de buitenunit. Daarnaast is het belangrijk om vooraf te checken of een vergunning nodig is, met name in historische of beschermde gebieden.

Door rekening te houden met deze richtlijnen en aanbevelingen, is het mogelijk om een warmtepomp zowel functioneel als harmonieus in de omgeving te integreren.

Bronnen

  1. Castricum – Waar plaats je de buitenunit?
  2. Hybride warmtepomp: bekendheid en zorgen over geluid nemen toe
  3. Aandachtspunten bij de plaatsing van een warmtepomp unit op het dak
  4. Geluidsoverlast door warmtepompen
  5. Subsidie- en wetgeving van warmtepompen
  6. Plaatsing van de buitenunit van de warmtepomp

Related Posts