Collectieve warmtepompen in woningbouw: Kansen, uitdagingen en toekomstvisie

In het kader van de overgang naar een duurzame energievoorziening speelt de collectieve warmtepomp een steeds belangrijker rol in de woningbouwsector. Deze technologie biedt een efficiënte manier om meerdere woningen te verwarmen via één centrale installatie, waarbij energie wordt opgewekt uit bodem, water of lucht. In dit artikel wordt ingegaan op de mogelijkheden van collectieve warmtepompen, hun integratie in woningbouwprojecten, en de rol van zowel particuliere partijen als overheid in deze transitie. Daarnaast worden de voordelen en beperkingen van collectieve systemen vergeleken met individuele warmtepompen en wordt een kijkje genomen in de toekomstvisie van de Nederlandse overheid en marktpartijen.

Wat zijn collectieve warmtepompen?

Een warmtepomp is een technologie die warmte opwekt uit de natuurlijke omgeving, zoals bodem, water of lucht, en deze gebruikt om woningen of gebouwen te verwarmen. In tegenstelling tot een individuele warmtepomp, die per woning is geïnstalleerd, maakt een collectieve warmtepomp gebruik van één centrale installatie die meerdere woningen of gebouwen tegelijkertijd kan bedienen. Dit heeft voordelen in termen van efficiëntie, kosten en ruimtelijke inzetbaarheid.

Een collectief warmtepompsysteem kan worden aangedreven door verschillende bronnen. In de praktijk worden vaak aquathermie (warmte uit water), geothermie (warmte uit de bodem) of luchtthermie (warmte uit de lucht) gebruikt. Afhankelijk van de bron wordt ook het ontwerp van het systeem beïnvloed. Zo kan het nodig zijn om een distributienet aan te leggen voor het transport van warm water naar meerdere woningen. Dit maakt het systeem geschikt voor straatclusters, flatgebouwen of kleinere woonwijken.

Centrale vs. individuele warmtepomp

Een centrale warmtepomp is geschikt voor grotere groepen woningen. Het voordeel is dat het systeem efficiënter kan werken dan individuele oplossingen, vooral in situaties waarin een gemeenschappelijke warmtebron beschikbaar is. Centrale systemen kunnen ook worden ontworpen om zowel warmte als koude op te wekken, wat bijvoorbeeld van belang kan zijn voor de afkoeling van huishoudens in de zomer.

Een individuele warmtepomp is per woning geïnstalleerd en is meestal makkelijker in te richten voor bestaande woningen. Het nadeil is dat het minder efficiënt kan zijn en dat het niet mogelijk is om voordelen te delen tussen huishoudens. Bij individuele systemen is het vaak ook moeilijker om te profiteren van schaalvoordelen, zoals een gedeelde installatie of een centrale bron die voor meerdere huishoudens wordt gedeeld.

Voor- en nadelen van collectieve warmtepompen

Volgens de gegevens uit de bronnen zijn collectieve warmtepompen een duurzame en energie-efficiënte oplossing, die bovendien geschikt is voor een breed scala van woningtypen en woonwijken. Ze bieden de mogelijkheid om warmte op te wekken op een centrale locatie, wat kan leiden tot lagere energiekosten en een lagere CO₂-uitstoot. Daarnaast is het mogelijk om het systeem te ontwerpen op maat, zodat het aansluit bij de specifieke behoeften van de woningen en de gebruikers.

Toch zijn er ook uitdagingen. De aanleg van een collectief warmtepompsysteem vereist een investering in infrastructuur, zoals een distributienet en een centrale installatie. Dit kan zowel technisch als financieel complex zijn, vooral voor kleine gemeenten of woningcorporaties. Daarnaast is het belangrijk om zowel de warmteopwekking als de distributie efficiënt te ontwerpen, zodat er geen verliezen optreden en het systeem optimaal werkt.

Praktijkvoorbeelden en ontwerpstrategieën

Een concreet voorbeeld van een collectieve warmtepomp in de woningbouw is te vinden in gemeenten zoals Best. Daar is onderzoek gedaan naar de haalbaarheid van aquathermie via het Wilhelminakanaal. Dit betekent dat warmte wordt opgewekt uit het water, wat vervolgens via een distributienet naar woningen wordt gebracht. Dit type systeem is bijzonder geschikt voor woonwijken die dicht bij een waterloop liggen.

Een andere strategie is het gebruik van geothermie, waarbij warmte wordt opgewekt uit de bodem. Dit is een betrouwbare bron die niet afhankelijk is van de weersomstandigheden en die geschikt is voor zowel kleine als grotere collectieve systemen. Een voordeel van geothermie is dat het relatief stabiel werkt gedurende het hele jaar, wat belangrijk is voor een constante warmtevoorziening.

Ontwerp en integratie

Het ontwerpen en integreren van een collectieve warmtepomp vereist een multidisciplinaire aanpak. Installateurs, ontwerpers, projectleiders en adviseurs moeten samenwerken om een systeem te realiseren dat zowel duurzaam als functioneel is. Volgens een training van TVVL, zoals beschreven in bron 1, is het belangrijk om energieberekeningen uit te voeren, warmtapwater in het ontwerp op te nemen en systemintegratie te waarborgen. Daarnaast is het nodig om kosten en baten te berekenen en rekening te houden met exploitatiekosten. Het ontwerpen van een systeem vereist ook een goed begrip van de distributie van koude en warmte, evenals de afgifte-installatie.

Kosten en baten

Een belangrijk aspect van een collectieve warmtepomp is het kansen- en risicoanalyseproces. Het aangaan van zo’n project vereist een investering in infrastructuur, wat kan leiden tot hogere initiele kosten. Maar op lange termijn kunnen collectieve systemen energiekosten verlagen en schaalvoordelen bieden. Daarnaast is het mogelijk om subsidies of overheidssteun te krijgen, afhankelijk van de locatie en het type systeem.

Een voorbeeld van een kosten-batenanalyse is te vinden in bron 2, waarin een gemeente beschrijft hoe ze een kleinschalig collectief warmtepompsysteem in overleg met woningcorporaties wil ontwikkelen. Dit type project is vaak minder ingewikkeld en vereist minder externe afhankelijkheden dan een grootschalig warmtenet. Daardoor is het geschikt voor gemeenten die nog in de beginfase zitten van de transitie naar duurzame energievoorziening.

De rol van de overheid en woningcorporaties

De overheid speelt een centrale rol in de uitrol van collectieve warmtepompen. In het regeerprogramma van Kabinet-Schoof is gesteld dat in 2030 minstens 500.000 woningen aangesloten moeten zijn op een warmtenet. Deze doelstelling is in lijn met het Klimaatakkoord en het Nationaal Plan Energiesysteem. Een van de doelstellingen van de Clustermanager Collectieve Warmte, Anne Melchers, is om samen met haar team de Wet Collectieve Warmte te ontwikkelen en warmtenetten aantrekkelijker te maken voor woningbouwers en woningcorporaties.

Woningcorporaties zijn ook actief betrokken bij het ontwikkelen van collectieve warmtepompen. In gemeenten zoals Best en Eindhoven is er samenwerking tussen woningcorporaties en de gemeente om het vooronderzoek naar collectieve warmte te doen. In deze samenwerking worden zowel de beschikbaarheid van een warmtebron als de haalbaarheid van het systeem voor de woningen onderzocht. Deze samenwerking is belangrijk om ervoor te zorgen dat het systeem technisch en economisch haalbaar is.

Kleinschalig vs. grootschalig collectief

Er zijn twee hoofdrichtingen voor het ontwikkelen van een collectieve warmtepomp: kleinschalig en grootschalig. Een kleinschalig collectief is meestal beperkt tot een straatcluster of een flatgebouw en vereist minder infrastructuur dan een grootschalig project. Kleinschalige systemen zijn vaak makkelijker uit te voeren en kunnen als een startpunt dienen voor een grootschalige transitie.

Een grootschalig collectief warmtenet is een systeem dat over een groter gebied is uitgerold, zoals een complete wijk of stad. Deze systemen vereisen meer investeringen in infrastructuur, zoals een distributienet en een centrale installatie. Daarnaast zijn er meer externe afhankelijkheden, zoals de beschikbaarheid van een warmtebron en het aansluiten van meerdere woningen.

De toekomst van collectieve warmtepompen

De toekomst van collectieve warmtepompen hangt af van een aantal factoren, zoals de beschikbaarheid van subsidies, de uitrol van nieuwe technologieën en de bereidheid van woningcorporaties en particuliere partijen om mee te doen aan de transitie. In Nederland is er momenteel nog sprake van een groeiend aantal initiatieven, maar het is nog niet volledig ingeburgerd. De nieuwe Wet Collectieve Warmte (Wcw), die in 2024 is ingevoerd, kan hierbij een rol spelen. Deze wet stelt eisen aan de samenstelling van warmtenetten en stelt dat minstens 50 procent van collectieve warmtevoorzieningen in publieke handen moet zijn. Dit maakt het mogelijk om collectieve systemen te ontwikkelen in samenwerking met coöperaties en gemeenten.

Uitdagingen en kansen

Hoewel collectieve warmtepompen veel kansen bieden, zijn er ook uitdagingen die moeten worden aangepakt. Een van de grootste uitdagingen is de complexiteit van het ontwerpen en uitvoeren van een collectief systeem. Dit vereist kennis van zowel technische als economische aspecten, zoals energieberekeningen, distributie, en exploitatie. Daarnaast zijn er ook juridische en regulatoire aspecten die in overweging moeten worden genomen, zoals de Wet Collectieve Warmte.

Een andere uitdaging is het creëren van duidelijkheid over de toekomstvisie van de overheid en de marktpartijen. In bron 4 wordt genoemd dat de Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) concludeerde dat gemeenten nog onvoldoende duidelijkheid scheppen in hun plannen voor de warmtetransitie. Dit leidt tot de vraag bij huishoudens om individuele warmteoplossingen te kiezen in plaats van collectieve systemen. Het is daarom belangrijk om de voordelen van collectieve warmtepompen duidelijk te maken en te communiceren over de toekomstvisie van de overheid.

Conclusie

Collectieve warmtepompen bieden een veelbelovende oplossing voor de transitie naar duurzame energievoorziening in de woningbouwsector. Ze zijn efficiënt, schaalbaar en geschikt voor een breed scala van woningtypen. Het ontwerpen en uitvoeren van een collectief systeem vereist een multidisciplinaire aanpak, waarbij zowel technische als economische aspecten in overweging moeten worden genomen. De overheid, woningcorporaties en particuliere partijen spelen een centrale rol in deze transitie, en samenwerking is essentieel om ervoor te zorgen dat collectieve systemen technisch en economisch haalbaar zijn.

Hoewel er nog uitdagingen zijn, zoals de complexiteit van het ontwerp en de noodzaak van duidelijkheid over de toekomstvisie, zijn collectieve warmtepompen een veelbelovende oplossing voor de toekomst. De uitrol van deze systemen kan bijdragen aan een energiezuinige toekomst en een betere verdeling van beschikbare warmtebronnen.

Bronnen

  1. Training collectieve warmtepompen woningbouw
  2. Lokale regelgeving gemeente Best
  3. De toekomst van collectieve warmte in Nederland
  4. Is een collectieve- én coöperatieve warmtetransitie mogelijk in Nederland?

Related Posts