Bouwbesluit 2012 en de geluidsvoorschriften voor warmtepompen: uitdagingen en praktijkgerichte oplossingen

Inleiding

De opkomst van warmtepompen als duurzame alternatief voor traditionele verwarmingsystemen is in Nederland sterk toegenomen in de afgelopen jaren. Tegelijkertijd zijn er ook steeds meer geruchten en klachten over geluidsoverlast veroorzaakt door deze installaties. Het Bouwbesluit 2012 speelt een centrale rol in het bepalen van de geluidsnormen voor warmtepompen en airconditioning-apparatuur. In de consultatieversie van dit bouwbesluit zijn aangepaste geluidseisen opgenomen, die gericht zijn op zowel lucht-lucht- als lucht-water warmtepompen.

Deze artikelen, gebaseerd op publicaties van Alklima, Hekkelman Advocaten & Notarissen en officiële bekendmakingen, geven een diepere inzicht in de huidige wetgeving, de uitdagingen die in de praktijk ontstaan en de rol van empirisch onderzoek bij het bepalen van realistische geluidsvoorschriften. In deze artikel zullen we de technische specificaties, de praktijkgerichte problemen en de juridische context van de geluidsvoorschriften voor warmtepompen onderzoeken. Bovendien wordt een duidelijk overzicht gegeven van de rol van het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning bij de toepassing van warmtepompen in nieuwbouw en bestaande woningen.

De geluidsvoorschriften in het Bouwbesluit 2012

Het Bouwbesluit 2012 stelt eisen aan de geluidsproductie van installaties, waaronder warmtepompen. Deze eisen zijn bedoeld om geluidsoverlast voor bewoners te beperken en te zorgen voor een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. In de consultatieversie zijn aangepaste geluidseisen opgenomen voor lucht-lucht- en lucht-water warmtepompen, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen dag- en nachtwachten.

De huidige normen zijn echter volgens Alklima niet realistisch. Het huidige productprogramma van warmtepompen is niet in staat om deze strengere eisen volledig te volgen, terwijl er te weinig praktijkgerichte data zijn om deze voorschriften te onderbouwen. Volgens Alklima is er sprake van een vertekend beeld van de werkelijkheid, doordat negatieve ervaringen in de markt onverhoudings veel aandacht krijgen.

Technische specificaties en geluidsproductie

De geluidsproductie van warmtepompen wordt bepaald door het geluidsvermogen van de buitenunit. In de Europese richtlijnen, zoals de Ecodesign Directive (Commission Regulation No 206/2012), zijn maximaal toegestane geluidsvermogens vastgelegd. Voor warmtepompen tot 6 kW mag dit maximaal 65 dB(A) zijn, en voor warmtepompen van 6 kW tot 12 kW is de limiet 70 dB(A).

In Nederland gelden sinds 1 april 2021 extra geluidsnormen, zoals bepaald in artikel 3.8 lid 2 van het Bouwbesluit 2012. Deze norm stelt dat een buitenunit maximaal 40 dB(A) mag veroorzaken op de perceelgrens van een aangrenzend perceel met woonbestemming. Deze norm is van toepassing op zowel nieuwbouw als bestaande woningen.

Deze voorschriften zijn echter in de praktijk niet altijd eenvoudig te handhaven, vooral in dichtbebouwde gebieden zoals smalle rijtjeswoningen. De afstand tot het aangrenzende perceel is dan vaak zo klein dat de plaatsing van de buitenunit moet worden aangepast om de norm van 40 dB(A) te halen.

Problemen in de praktijk

In de praktijk blijken de geluidsvoorschriften uit het Bouwbesluit 2012 niet altijd haalbaar te zijn of te corresponderen met de werkelijke geluidsproductie van warmtepompen. Dit heeft geleid tot verschillende problemen:

  • Vertekend beeld van de markt: Veel negatieve ervaringen met warmtepompen krijgen overproportionale aandacht, wat leidt tot een vertekend beeld van de werkelijke situatie.
  • Onrealistische eisen: De huidige geluidsvoorschriften zijn volgens Alklima niet realistisch, gezien het huidige productprogramma van warmtepompen.
  • Onvoldoende onderbouwing: Er is weinig empirisch onderzoek beschikbaar om de eisen van het Bouwbesluit te onderbouwen. Er is sprake van een tekort aan data over geluidsproductie en bewonerservaringen.

Om deze kwesties aan te pakken, heeft Alklima aangeboden om samen met bouwconsortia een gedegen marktonderzoek te organiseren. Het doel is om een reëel en onderbouwd geluidsniveau voor warmtepompen vast te leggen, zowel vanuit de persoonlijke ervaring van de gebruiker als vanuit de technische standaarden van de fabrikant.

Rechtspraak en juridische context

De toepassing van warmtepompen en de bijbehorende geluidseisen zijn ook juridisch een heet hangijzer geworden. De Raad van State heeft in recente uitspraken bepaald dat het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning een cruciale rol spelen bij de toepassing van warmtepompen, vooral als er wordt afgeweken van de normen van het Bouwbesluit 2012.

Lessen uit de rechtspraak

  1. Bestemmingsplan en omgevingsvergunning: Als in een bestemmingsplan of bij een omgevingsvergunning wordt afgeweken van de normen van het Bouwbesluit 2012, moet onderzoek worden gedaan naar de geluidbelasting. In beginsel kan worden aangesloten bij de norm van artikel 3.8 lid 2 van het Bouwbesluit 2012.

  2. Cumulatieve geluidbelasting: Als het bestemmingsplan voorziet in meerdere warmtepompen, of als er wordt afgeweken om meerdere warmtepompen toe te staan, moet ook rekening worden gehouden met de cumulatieve geluidbelasting. De norm van artikel 3.8 lid 2 van het Bouwbesluit 2012 is dan niet voldoende, omdat deze alleen iets zegt over de geluidbelasting van één enkele warmtepomp.

  3. Geen erfgrens: Niet in elke situatie kan worden aangesloten bij de norm van artikel 3.8 lid 2 van het Bouwbesluit 2012. Dit is bijvoorbeeld het geval bij naastgelegen appartementen in hetzelfde gebouw, waar sprake is van een gevelgrens in plaats van een perceelgrens. In dergelijke gevallen moet het college van burgemeester en wethouders bepalen bij welke geluidbelasting een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd.

Juridische betekenis

De rechtspraak benadrukt dat het bevoegd gezag niet zomaar kan aansluiten bij de normen van het Bouwbesluit 2012, maar moet onderzoeken of de geluidbelasting op basis van de werkelijke situatie aanvaardbaar is. Dit heeft geleid tot meer verantwoordelijkheid voor de gemeente en het college van burgemeester en wethouders, die nu nauwkeuriger moeten toetsen of warmtepompen aan de eisen voldoen.

Techniekneutraliteit en energieprestatie

Een belangrijk principe in de bouwregelgeving is techniekneutraliteit, wat betekent dat er geen enkele oplossing wordt voorgeschreven, maar dat er een minimumeis aan de prestatie wordt gesteld. Dit sluit aan op Europese richtlijnen en verordeningen. In het kader van de Omgevingswet zal het Bouwbesluit 2012 worden opgevolgd door het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Dit besluit zal de eisen voor ruimteverwarming en energieprestatie verder uitwerken.

Energieprestatie en warmtepompen

De energieprestatie wordt gedefinieerd als de verhouding tussen het primair fossiel energiegebruik en de warmtebehoefte. Een lagere waarde betekent een betere prestatie. In het huidige Bouwbesluit is de eis dat de energieprestatie voor ruimteverwarming lager dan 1,31 moet zijn.

Bij het gebruik van hybride warmtepompen is sprake van een dekkingsgraad van 68% en een COP (Coefficient of Performance) van 3,8. Dit betekent dat de warmtepomp een relatief hoge efficiëntie heeft. In het onderzoek van W/E adviseurs wordt voorgesteld om gebouwen met een lage energievraag of die op korte termijn worden gesloopt vooraf uit te zonderen. Verwachting is dat deze gebouwen ook onder de uitzondering voor terugverdientijd vallen, waardoor een aparte uitzondering niet nodig is.

Terugverdientijd en subsidies

De terugverdientijd van een warmtepomp kan worden bepaald op basis van de investering, onderhoudskosten en verwachte energiebesparing. Ook subsidies worden meegenomen in deze berekening. In het onderzoek is aandacht besteed aan het maatwerkadvies op basis van NTA 8800, waarbij het werkelijke energieverbruik dichter moet aansluiten bij het berekende verbruik.

Daarnaast wordt gekeken naar de digitale rekentools van de RVO, die worden gebruikt om de energieprestatie van installaties te bepalen. Deze tools moeten worden aangepast om te zorgen voor een realistisch beeld van het energieverbruik van warmtepompen.

Samenwerking en onderzoek

Aangezien er sprake is van onduidelijkheid en onvoldoende data over de geluidsproductie van warmtepompen, is er een sterke oproep tot samenwerking tussen bouwconsortia, producenten en overheden om een gedegen en onderbouwd onderzoek te doen.

Onderzoek naar bewonerservaringen

Het doel van dit onderzoek is om bewonerservaringen in beeld te brengen, met een focus op de geluidsproductie van warmtepompen. Dit onderzoek moet leiden tot een realistische en onderbouwde geluidsvoorschriften, die zowel vanuit de technische standaarden als vanuit de praktijkgerichte ervaringen worden gesteld.

Technische specificaties en metingen

In de concepttekst van het Bouwbesluit wordt aangegeven dat de geluidsniveau’s van warmtepompen moeten worden gemeten bij het maximale toerental. Als dit niet mogelijk is, moet de meting worden uitgevoerd bij nominale bedrijfscondities. Dit betekent dat de product- en technische specificaties van de fabrikant een belangrijke rol spelen in de bepaling van het geluidsvermogen.

De EN12102 is het leidend normatief voor het opstellen van geluidsvermogens onder nominale condities. Echter, de geluidsproductie onder maximale omstandigheden is geen onderdeel van deze norm en is dan ook niet leidend voor de regeling. Omdat de maximale waarden controleerbaar moeten zijn, moeten deze "theoretische maxima" onder specifieke bedrijfscondities worden benoemd. Dit betreft minimaal de omgevingscondities (temperatuur en relatieve vochtigheid) en de geleverde capaciteit.

Conclusie

De toepassing van warmtepompen als duurzame alternatief voor gasverwarming brengt met zich mee een reeks technische, juridische en praktische uitdagingen. Het Bouwbesluit 2012 stelt eisen aan de geluidsproductie, maar deze eisen worden vaak ervaren als onrealistisch en niet goed onderbouwd. In de praktijk blijken er veel problemen te zijn, vooral in dichtbebouwde omgevingen, waar de afstand tot aangrenzende woningen beperkt is.

De rechtspraak benadrukt dat het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning een cruciale rol spelen bij de toepassing van warmtepompen en dat het bevoegd gezag nauwkeuriger moet toetsen of de geluidseisen van het Bouwbesluit worden voldaan. Daarnaast benadrukt de rechtspraak de belangrijkheid van cumulatieve geluidbelasting en de beperkte toepasbaarheid van de normen van artikel 3.8 lid 2 van het Bouwbesluit 2012 in bepaalde situaties.

In het kader van een duurzame energietransitie is het van belang dat de techniekneutraliteit in de bouwregelgeving behouden blijft en dat er realistische eisen worden gesteld die goed onderbouwd zijn. De samenspraak tussen bouwconsortia, producenten en overheden is hierbij essentieel, zodat er een gedegen en onderbouwd onderzoek kan worden uitgevoerd naar de werkelijke geluidsproductie en bewonerservaringen van warmtepompen.

De energieprestatie van warmtepompen speelt een cruciale rol in de toekomstige energievoorschriften. Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) zal de huidige voorschriften van het Bouwbesluit verder uitwerken, met een focus op efficiëntie, duurzaamheid en wooncomfort.

Tot slot benadrukt deze analyse de noodzaak om meer praktijkgerichte data te verzamelen, om realistische geluidsvoorschriften te kunnen opstellen die zowel de technische standaarden als de werkelijke ervaringen van bewoners in overweging nemen. Alleen zo kan zowel de energievoorziening als het woon- en leefklimaat in Nederland worden verbeterd.

Bronnen

  1. ALKLIMA - Visie tijdens consultatieronde Bouwbesluit
  2. Hekkelman Advocaten & Notarissen - Warmtepompen en geluidbelasting
  3. Bekendmaking van officiële tekst Bouwbesluit 2012

Related Posts