Asbest in rioleringen: Regels, vrijstellingen en veiligheidsmaatregelen

In Nederland zijn rioleringen een belangrijk onderdeel van de infrastructuur. De meeste rioleringen zijn gemaakt van asbestcement, een materiaal dat in de jaren vijftig tot jaren tachtig veelvuldig is gebruikt vanwege zijn duurzaamheid en bestendigheid tegen corrosie. Hoewel het gebruik van asbest in nieuwe bouwmaterialen is verbannen, zijn er nog steeds veel rioleringen in gebruik die asbest bevatten. Dit vraagt om aandacht, vooral bij werkzaamheden aan rioleringen, waarbij het risico bestaat op blootstelling aan asbestvezels. In dit artikel wordt aandacht besteed aan de regelgeving rond asbest in rioleringen, de toepassing van vrijstellingen en de vereisten voor veilig en verantwoord omgaan met dit gevaarlijke materiaal.

Asbest in rioleringen: Wat is er van toepassing?

De regelgeving rond asbest in rioleringen is onderdeel van het Asbestverwijderingsbesluit 2005 (AVB 2005) en het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Deze regelgeving bepaalt onder meer wanneer een asbestinventarisatie nodig is, welke maatregelen genomen moeten worden bij werkzaamheden en hoe de overheid en bedrijven met asbestomstandigheden omgaan.

Voor rioleringen die tot de ondergrondse netwerken horen, is het belangrijk om te weten dat deze onderdeel vallen van de nutsvoorzieningen. Dit betekent dat bij werken aan rioleringen, zoals het verwijderen van asbesthoudende voegenkits of het opgraven van leidingen, specifieke regels van toepassing zijn. De ILT (Inspectie Leefomgeving en Transport) is het bevoegd gezag voor de verwijdering van asbest uit objecten, waaronder rioleringen. Hierbij gelden bepaalde eisen, zoals het melden van de werkzaamheden via het Landelijk Asbestvolgsysteem (LAVS) en het uitvoeren van een bodemonderzoek als nodig.

Vrijstellingen bij asbest in rioleringen

Een van de belangrijkste punten in de regelgeving is de toepassing van vrijstellingen bij asbest in rioleringen. De Europese Unie heeft in 2023 een nieuwe richtlijn aangenomen, die de regelgeving voor werken met asbest beïnvloedt. Deze richtlijn bepaalt onder meer dat bepaalde werkzaamheden aan asbesthoudende materialen in bepaalde gevallen mogen worden uitgevoerd zonder een asbestinventarisatie of specifieke voorbereiding. Dit geldt echter alleen in geval van bepaalde risicoklassen en wanneer de werknemers adequate beschermingsmaatregelen nemen.

In de praktijk betekent dit dat bij bepaalde werkzaamheden aan rioleringen, zoals het verwijderen van asbesthoudende voegenkits of het opgraven van leidingen, een bepaalde mate van vrijstelling kan gelden. Dit is echter niet van toepassing op alle situaties. Bijvoorbeeld, als bij het opgraven van een riolering asbest wordt aangetroffen, dan is het verplicht om de situatie te melden aan de ILT en eventueel een asbestinventarisatie uit te voeren. Bovendien is het belangrijk dat de werknemers voldoende beschermingsuitrusting dragen en dat de werkzaamheden op een veilige manier worden uitgevoerd.

Beperkte vrijstellingen en toezicht

Hoewel er bepaalde vrijstellingen zijn, is het belangrijk om te weten dat de overheid en de ILT dit zorgvuldig in de gaten houden. In sommige gevallen kan het zijn dat er sprake is van een beperkte vrijstelling, zoals bij het werken aan rioleringen in bepaalde risicoklassen. Hierbij is het van belang dat de opdrachtgever zorgt voor een eindbeoordeling, waarbij de werknemers worden gecontroleerd op eventuele blootstelling aan asbestvezels. Dit wordt geregeld via het Asbestverwijderingsbesluit 2005 en het Arbobesluit.

De eindbeoordeling dient te worden uitgevoerd door een erkend bedrijf en dient te worden vastgelegd in een rapport. Dit rapport moet worden opgeslagen en eventueel worden ingezien door de ILT. Daarnaast is het belangrijk dat de opdrachtgever zorgt voor een juiste veiligheidsvoorschriften en dat de werknemers op de hoogte zijn van de risico’s van asbest.

Veilig omgaan met asbest in rioleringen

Bij het werken aan rioleringen met asbest is het belangrijk om veilig te werken. Dit omvat het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals gezichtsmaskers, en het volgen van de richtlijnen van de ILT. Bovendien is het belangrijk dat de werkzaamheden worden geregistreerd en dat er een duidelijk overzicht is van de uitgevoerde werkzaamheden.

Daarnaast is het belangrijk om te weten dat asbest in rioleringen niet altijd gelijk is aan een gevaar. Als de riolering goed is afgedekt en de werknemers voldoende bescherming dragen, is het risico op blootstelling aan asbestvezels beperkt. Echter, als er sprake is van een onveilige situatie, zoals het opgraven van een riolering zonder voorafgaande inventarisatie, dan is het belangrijk om direct contact op te nemen met de ILT en eventueel een asbestinventarisatie uit te voeren.

Conclusie

In Nederland zijn veel rioleringen gemaakt van asbestcement, wat leidt tot bepaalde regelgevingsmaatregelen. De regelgeving bepaalt onder meer wanneer een asbestinventarisatie nodig is, welke maatregelen genomen moeten worden bij werkzaamheden en hoe de overheid en bedrijven met asbestomstandigheden omgaan. Binnen deze regelgeving zijn er ook vrijstellingen, die vooral van toepassing zijn bij bepaalde risicoklassen en werkzaamheden. Het is belangrijk dat de opdrachtgever zorgt voor een juiste veiligheidsvoorschriften en dat de werknemers op de hoogte zijn van de risico’s van asbest. Bovendien is het belangrijk om veilig te werken, zodat de werknemers en het milieu goed worden beschermd.

Bronnen

  1. Informatieblad buisleidingen en asbest
  2. Staatsblad 2024-184
  3. Lokale regelgeving overheid.nl
  4. Bouwend Nederland - Asbest
  5. Lokale regelgeving overheid.nl
  6. RPS - Asbesthoudende kit gresriool saneren in risicoklasse 1

Related Posts